Cookies op HigherLevel.nl
We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.
We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.
De Jury
De Jury
'Bèta-universiteiten hadden allang gefuseerd moeten zijn'
Publicatiedatum: 16/12/2002
VNO-NCW-voorzitter Jacques Schraven over samenwerking tussen universiteiten en bedrijfsleven
Van onze redacteur
DEN HAAG - De alarmbel over het tragische lot dat Nederland beschoren is bij een slechte kenniseconomie is gaan rinkelen bij de overheid. Het bedrijfsleven zit evenmin stil en lanceert in januari een 'Deltaplan Innovatie'. 'Maar niets lukt zolang universiteiten kennis delen niet als missie zien.'
De overheid heeft het doemscenario van economische rampspoed inmiddels op haar netvlies staan. Als onvoldoende wordt geïnvesteerd in de vaderlandse kenniseconomie, zal de polder vol worden getroffen, daar is in ieder geval demissionair CDA-staatssecretaris van Economische Zaken (EZ) Joop Wijn van overtuigd. Die kondigde precies een week geleden in deze krant aan het subsidiebeleid voor innovatie op de schop te willen nemen en alleen nog geld te steken in een kansrijke selectie.
Bedrijven zien dat als een stap in de goede richting. Met werkgeverslobby VNO-NCW werken de ondernemingen aan een 'Deltaplan Innovatie', dat in januari het licht moet zien. 'Maar dan moeten universiteiten nu eindelijk eens gaan samenwerken met het bedrijfsleven', zegt VNO-voorzitter Jacques Schraven.
Op lobbyniveau is de alliantie tussen bedrijfsleven en wetenschap een feit. Zo zijn er de 'Manifestpartijen', zoals de éénjarige samenwerking heet met wetenschapskoepel KNAW, nationale onderzoekfinancier NWO, universiteitenvereniging VSNU en instituut voor toegepast onderzoek TNO. Samen streven zij ernaar de kenniseconomie niet eens hoger, maar überhaupt op de politieke agenda te krijgen. Doel: méér geld van de overheid, méér kwaliteit en méér kennisoverdracht. Het bedrijfsleven stelde de laatste twee voorwaarden, zegt Schraven. 'De universiteiten zeiden: 'Wij zijn belangrijk, steun ons.' 'Ja', zei ik, maar wij stellen wel eisen'.'
Aldus geschiedde. Maar lobbyen is één ding, de praktijk is een ander. Schraven zegt het met klem. 'Het moet voor universiteiten wel écht onderdeel van hun missie worden om kennis met ons te delen. Zij brengen hun eigen legitimiteit in gevaar als ze zich afzijdig houden. Wij willen de kennisinstellingen daar uitdrukkelijk op aanspreken.'
Volgens de werkgeversvoorman is het kwartje bij de instellingen nog steeds niet gevallen en zien zij het bedrijfsleven meer als middel dan als doel. 'De meeste universiteiten zien ons nog steeds als bron van financiering, in plaats van afnemer van kennis. Want als zij zouden erkennen dat zij óók voor het bedrijfsleven werken zouden zij eindelijk eens een omslag naar de markt maken.' In de tussentijd zit het bedrijfsleven zelf niet stil. De werkgevers hebben reeds vóór de zomer een 'Deltaplan Innovatie' in de steiger gezet. Maar het is nog steeds niet af. Bronnen uit de industrie die verklaren dat multinationals nu eenmaal moeilijk op één lijn te krijgen zijn als ze zelf geld moeten investeren, schuift Schraven terzijde. 'Hoe komt u daar bij? Nee, hoor, het kabinet viel en toen duurde het allemaal wat langer.'
Inmiddels is het 'Deltaplan' geconcretiseerd tot een '10-puntenplan' waarmee wordt ingezet op het nieuwe regeerakkoord. Het overheidselement ontbreekt dan ook niet. Naast de roep om meer bèta's, een 'significante' verhoging van het aantal innovatieve starters en een marktgerichter 'sturingsmodel voor onderzoek', prijkt als nummer één op de lijst de wens voor introductie van een 'regisseur'. Dat moet óf een coördinerend minister voor innovatie worden met een zware adviesraad naar Fins model, óf een adviesraad van mensen uit het bedrijfsleven onder het dak van onderzoeksgeldverdeler NWO. De werkgevers zijn er nog niet uit.
Onlangs pleitte bestuursvoorzitter Jan Dekker van TNO in deze krant nog voor een minister van innovatie. Schraven: 'Een 'Science Council' zou mijn voorkeur hebben. Een aparte minister van technologie, daar twijfel ik aan. De kenniseconomie moet eerst doordringen in het kabinetsbeleid. Het moet wel worden ondergebracht bij een coördinerend ministerie. Welke? Ja, dat is niet makkelijk te beantwoorden. EZ is voor het bedrijfsleven onze natuurlijke bondgenoot. Maar deze materie moet het wel afstemmen met Onderwijs.'
Waar het om gaat, meent Schraven, is een interessant innovatie- klimaat in Nederland. De gedachte dat Philips binnen vijftien jaar zijn research & development (r&d) naar het buitenland ziet verhuizen, zoals technologieman Ad Huijser van het elektronicaconcern onlangs tegen deze krant zei, noemt hij overtrokken. 'We moeten niet blijven praten over hoe r&d naar het buitenland verdwijnt. Dat is op zich zelfs positief. Het levert internationale relaties op, dat is ook interessant voor studenten die onderzoek in het buitenland willen doen bij een Nederlands bedrijf. Bovendien is het onontkoombaar; multinationals zullen altijd blijven shoppen, op zoek naar de goedkoopste mogelijkheden. Als r&d maar niet vertrekt omdat het onderzoeksklimaat hier onvoldoende is. Je moet zorgen dat je de top hier houdt.'
Of er al dan niet genoeg private r&d in Nederland wordt gepleegd, is volgens Schraven niet aan de orde. 'Het bedrijfsleven investeert vooral in zichzelf. Daarin zal r&d altijd een belangrijk onderdeel blijven. Maar je moet je afvragen hoe aantrekkelijk het is om hier onderzoek te laten doen, dat is de issue.'
Even hekelt de werkgeversvoorman het huidige nationale lokettenregime waarin bedrijven 'met vijf ministeries aan tafel zitten en 65 weken moeten wachten voordat buitenlandse kenniswerkers legaal aan het werk kunnen'. Maar dan keert hij terug bij zijn 'advies' aan de universiteiten. 'Nu zit kwaliteit gevangen in de universiteit. Maar het is de overheid die moet bepalen hoe publiek geld wordt besteed. De kennisinstituten moeten het als hun missie zien hun kennis aan de markt te leveren. Als dat nodig is, moet de overheid instellingen die liever op een eiland zitten maar dwingen. Universiteiten kunnen het zelf niet. Wijn zei vorige week bij de Innovation Lecture in de Ridderzaal dat fusie , met name van de drie technische universiteiten, geen taboe meer mag zijn. Geen taboe? Ik dank je de koekoek, ze hadden allang gefuseerd moeten zijn.'
Schraven schaart zich volledig achter een uitspraak van de Amerikaanse professor Lester Thurow van het Massachusetts Institute of Technology, één van de sprekers op de Innovation Lecture. 'Michelangelo was natuurlijk een groot en fantastisch schilder. Maar dat was hij alleen omdat de paus hem vertelde wat hij moest schilderen.'
ORNELLA PORCU
Copyright © 2002 Het Financieele Dagblad
Link naar reactie
Aanbevolen berichten
1 antwoord op deze vraag