Of een jong bedrijf in de ICT/online business voorop blijft lopen, innoveert en nieuwe diensten op de markt zet, hangt voor een groot deel af van hoe de ondernemer omgaat met twee psychologische vraagstukken. De eerste is het eigen leiderschap, de tweede is het vormen van een klimaat waarin goed wordt samengewerkt. Veel organisaties, ook zeer succesvolle, slagen er niet in om na de pioniersfase de volgende fase te bereiken, en gaan ten onder. Volgens Arie de Geus, ex hoofd planning van Shell, is de gemiddelde levensduur van een onderneming slechts 12 jaar. Slaagt de ondernemer er niet in deze twee vraagstukken goed op te lossen, is het niet waarschijnlijk dat de onderneming oud wordt.
Een succesvolle ICT ondernemer nam ooit de moeilijke beslissing om voor zichzelf te beginnen. Dat pakte goed uit en het succes lachte haar of hem in ruime mate toe. Na de pioniersfase breekt een nieuwe fase aan, de organisatie is gegroeid en inmiddels zijn er concurrenten die hetzelfde doen. Het belang van management neemt daarom fors toe. Het eerste wat de ondernemer zich dan dient af te vragen is: ben ik een goede manager? Meestal zijn pioniers echter GEEN goede managers.
Door het succes werd het gedrag van de ondernemer continu sterk bekrachtigd.
Het banksaldo, uiterlijke kenmerken van welstand en de manier waarop mensen haar of hem tegemoet treden geven allemaal het duidelijke signaal dat de ondernemer geweldig is. Echter, hoe meer gedrag bekrachtigd wordt, hoe lastiger het is om het te veranderen. Het is daarom voor de ondernemer moeilijk om onder ogen te zien geen supermens te zijn, en dat in een volgende fase kwaliteiten benodigd zijn die zij of hij niet in huis heeft. De verstandige ondernemer heeft drie keuzes: managersvaardigheden ontwikkelen, managers van buiten aantrekken die de managementtaak overnemen, of er uit stappen en met de bewezen pionierskwaliteiten iets anders beginnen.
Hoewel deze laatste optie vaak de beste oplossing is, blijkt het in de praktijk meestal een te grote stap voor ondernemers om hun “baby” af te staan aan een ander.
Het tweede vraagstuk is het vormen van een organisatiecultuur waarin optimale samenwerking mogelijk is. Organisatiecultuur is een set van onuitgesproken en deels onbewuste regels die bepaalt hoe medewerkers zich gedragen. De ondernemer dient zich daarbij te realiseren voor een belangrijk deel zelf de organisatiecultuur te zijn en dat de regels voor een belangrijk deel besloten liggen in zichzelf. Als de leider door het succes denkt dat de allerbeste mensen ter wereld ICT-ers zijn, sijpelt dat gevoel door naar de set ongeschreven regels. Daardoor ontstaat het gevaar dat niet-ICT-ers zich misschien niet zo thuis voelen. Er wordt op ze neer gekeken, ze zijn immers slechts bezig met Financiën, Marketing of HR en tellen dus niet echt mee. Maar als het niet lukt om mensen met een andere achtergrond aan het bedrijf te binden, is het de vraag of het wel mogelijk is om ouder te worden dan 12 jaar.
Het is aan de ondernemer om een organisatiecultuur te vormen waarin kwalitatief hoogwaardige samenwerking plaatsvindt. Daar is een behoorlijke mate aan gezond zelfinzicht en een realistische inschatting van eigen sterke en zwakke punten voor nodig. De lange periode waarin gedrag uit de pioniersfase werd bekrachtigd maakt dat het op deze manier bewust bouwen aan de organisatiecultuur niet eenvoudig is.
Concluderend spelen er bij het leiding geven aan ICT ondernemingen enkele niet te onderschatten psychologische uitdagingen. Door deze niet als zodanig te herkennen ontstaan forse belemmeringen die het aanpassen aan nieuwe omstandigheden in de weg staan. Innovatie is dan vaak geen haalbare doelstelling meer, en na het voorspoedige begin stagneert de groei, zet de neergang in en gaat het schip jammerlijk ten onder. Toch zijn de meeste problemen relatief eenvoudig te voorkomen.
Als de ondernemer bereid is eerlijk in de spiegel te kijken, de psychologische uitdagingen van het ondernemerschap onder ogen ziet en met gezond verstand dan wel onder deskundige begeleiding daarmee aan de slag gaat, lukt het vrijwel altijd om er op een goede manier uit te komen. Dat is goed voor de onderneming, goed voor de medewerkers, en goed voor de ondernemer zelf.
We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.
Gast Columnbot
Gast Columnbot
Of een jong bedrijf in de ICT/online business voorop blijft lopen, innoveert en nieuwe diensten op de markt zet, hangt voor een groot deel af van hoe de ondernemer omgaat met twee psychologische vraagstukken. De eerste is het eigen leiderschap, de tweede is het vormen van een klimaat waarin goed wordt samengewerkt. Veel organisaties, ook zeer succesvolle, slagen er niet in om na de pioniersfase de volgende fase te bereiken, en gaan ten onder. Volgens Arie de Geus, ex hoofd planning van Shell, is de gemiddelde levensduur van een onderneming slechts 12 jaar. Slaagt de ondernemer er niet in deze twee vraagstukken goed op te lossen, is het niet waarschijnlijk dat de onderneming oud wordt.
Een succesvolle ICT ondernemer nam ooit de moeilijke beslissing om voor zichzelf te beginnen. Dat pakte goed uit en het succes lachte haar of hem in ruime mate toe. Na de pioniersfase breekt een nieuwe fase aan, de organisatie is gegroeid en inmiddels zijn er concurrenten die hetzelfde doen. Het belang van management neemt daarom fors toe. Het eerste wat de ondernemer zich dan dient af te vragen is: ben ik een goede manager? Meestal zijn pioniers echter GEEN goede managers.
Door het succes werd het gedrag van de ondernemer continu sterk bekrachtigd.
Het banksaldo, uiterlijke kenmerken van welstand en de manier waarop mensen haar of hem tegemoet treden geven allemaal het duidelijke signaal dat de ondernemer geweldig is. Echter, hoe meer gedrag bekrachtigd wordt, hoe lastiger het is om het te veranderen. Het is daarom voor de ondernemer moeilijk om onder ogen te zien geen supermens te zijn, en dat in een volgende fase kwaliteiten benodigd zijn die zij of hij niet in huis heeft. De verstandige ondernemer heeft drie keuzes: managersvaardigheden ontwikkelen, managers van buiten aantrekken die de managementtaak overnemen, of er uit stappen en met de bewezen pionierskwaliteiten iets anders beginnen.
Hoewel deze laatste optie vaak de beste oplossing is, blijkt het in de praktijk meestal een te grote stap voor ondernemers om hun “baby” af te staan aan een ander.
Het tweede vraagstuk is het vormen van een organisatiecultuur waarin optimale samenwerking mogelijk is. Organisatiecultuur is een set van onuitgesproken en deels onbewuste regels die bepaalt hoe medewerkers zich gedragen. De ondernemer dient zich daarbij te realiseren voor een belangrijk deel zelf de organisatiecultuur te zijn en dat de regels voor een belangrijk deel besloten liggen in zichzelf. Als de leider door het succes denkt dat de allerbeste mensen ter wereld ICT-ers zijn, sijpelt dat gevoel door naar de set ongeschreven regels. Daardoor ontstaat het gevaar dat niet-ICT-ers zich misschien niet zo thuis voelen. Er wordt op ze neer gekeken, ze zijn immers slechts bezig met Financiën, Marketing of HR en tellen dus niet echt mee. Maar als het niet lukt om mensen met een andere achtergrond aan het bedrijf te binden, is het de vraag of het wel mogelijk is om ouder te worden dan 12 jaar.
Het is aan de ondernemer om een organisatiecultuur te vormen waarin kwalitatief hoogwaardige samenwerking plaatsvindt. Daar is een behoorlijke mate aan gezond zelfinzicht en een realistische inschatting van eigen sterke en zwakke punten voor nodig. De lange periode waarin gedrag uit de pioniersfase werd bekrachtigd maakt dat het op deze manier bewust bouwen aan de organisatiecultuur niet eenvoudig is.
Concluderend spelen er bij het leiding geven aan ICT ondernemingen enkele niet te onderschatten psychologische uitdagingen. Door deze niet als zodanig te herkennen ontstaan forse belemmeringen die het aanpassen aan nieuwe omstandigheden in de weg staan. Innovatie is dan vaak geen haalbare doelstelling meer, en na het voorspoedige begin stagneert de groei, zet de neergang in en gaat het schip jammerlijk ten onder. Toch zijn de meeste problemen relatief eenvoudig te voorkomen.
Als de ondernemer bereid is eerlijk in de spiegel te kijken, de psychologische uitdagingen van het ondernemerschap onder ogen ziet en met gezond verstand dan wel onder deskundige begeleiding daarmee aan de slag gaat, lukt het vrijwel altijd om er op een goede manier uit te komen. Dat is goed voor de onderneming, goed voor de medewerkers, en goed voor de ondernemer zelf.
Link naar reactie
https://www.higherlevel.nl/forums/topic/12902-waarom-de-meeste-ict-bedrijven-niet-oud-zullen-worden-hans-weijmer/Delen op andere sites
Aanbevolen berichten
14 antwoorden op deze vraag