Manon GJ Geplaatst: 20 februari 2009 Manon GJ 1,3k 178 Geplaatst: 20 februari 2009 EERSTE VOORBEREIDENDE ONDERNEMINGSHANDELINGEN TELLEN MEE VOOR URENCRITERIUM (17 februari 2009) Ondernemers komen in aanmerking voor de ondernemersaftrek, zoals de zelfstandigenaftrek, de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk en de meewerkaftrek. In de meeste gevallen moeten zij dan voldoen aan het zogenoemde urencriterium. Dit houdt in dat een ondernemer in een (kalender)jaar ten minste 1.225 uur aan de onderneming(en) moet hebben besteed. Daarnaast moeten de 'ondernemingsuren' meer zijn dan de helft van het totaal aan uren die zijn gewerkt voor de onderneming, een dienstbetrekking (belastbaar loon) en overige arbeid (belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden). Dit staat ook wel bekend als het grotendeelscriterium. Voor startende ondernemers geldt het grotendeelscriterium echter niet. Zij hoeven slechts de drempel van 1.225 uur te halen. Bovendien komt een starter (onder voorwaarden) in aanmerking voor een verhoging van de zelfstandigenaftrek (€ 2.070 jaar 2009). Een starter is degene die in een of meer van de vijf voorafgaande kalenderjaren in fiscaal opzicht nog geen ‘ondernemer’ was en in die periode maximaal tweemaal in aanmerking kwam voor de gewone zelfstandigenaftrek. Om in fiscaal opzicht te kwalificeren als ondernemer is vereist dat: de onderneming voor eigen rekening wordt gedreven en dat de ondernemer rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen van die onderneming. Hof Den Bosch heeft onlangs beslist dat de eerste (voorbereidende) ondernemingshandelingen ook meetellen voor het urencriterium. De procedure betrof een onderneemster die in de tweede helft van 1998 met zowel een v.o.f. als met een eenmanszaak was gestart. Het hof ging de agenda van de startende onderneemster over heel 1998 minutieus na om te bezien of alle activiteiten in redelijkheid tot ondernemingsactiviteiten konden worden gerekend. Dit hield in dat de handelingen voldoende concreet moesten zijn om als ondernemingshandelingen te kunnen gelden. Hiertoe rekende het hof niet alleen de activiteiten vanaf het moment dat de onderneming volgens de inspecteur van start was gegaan, maar ook in de periode daarvóór. De uren voor beide ondernemingen tezamen waren net meer dan 1.225 uur. De onderneemster voldeed in 1998 hierdoor aan het urencriterium en daarom had zij toch recht op de zelfstandigenaftrek. Opmerking Niet alleen eerste, voorbereidende ondernemingshandelingen tellen mee voor het urencriterium, maar ook de uren die zijn gemoeid met de afwikkeling van de verkoop van een onderneming. De Hoge Raad heeft in oktober 2006 in deze zin beslist. Bron: Hof Den Bosch, 19-12-2008, nr. 06/00478 (gepubliceerd 9-2-2009). Ondernemende webwinkelier en Register Valuator Green Jump 1000 manieren om een groene sprong te maken! Voor baby's, kinderen en voor jou! Het EcoBed Heerlijk slapen op natuurlijke materialen! Link naar reactie https://www.higherlevel.nl/forums/topic/19573-uitspraak-hof-uren-voor-start-onderneming-tellen-ook-voor-urencriterium/ Delen op andere sites More sharing options...
0 Iwan van Geelen Geplaatst: 20 februari 2009 Iwan van Geelen 3,2k 213 Geplaatst: 20 februari 2009 En ik maar denken dat dit vast rechtspraak was.... geverifieerd-adres.nl Laat maar zien wie je bent met logo & online certificaat Dat ben ik En ook een keurmerk oplossing voor je Belgische webshop geverifieerd-adres.be Link naar reactie https://www.higherlevel.nl/forums/topic/19573-uitspraak-hof-uren-voor-start-onderneming-tellen-ook-voor-urencriterium/#findComment-194645 Delen op andere sites More sharing options...
0 Joost Rietveld Geplaatst: 20 februari 2009 Joost Rietveld Moderator 23k 91 2421 Geplaatst: 20 februari 2009 Ook interessant is deze uitspraak waarin de HR besliste dat alle uren die dienstbaar zijn aan de onderneming meetellen, ookal ben je met iets veel tijd kwijt omdat je er niet echt handig in bent: LJN: BA1832, Hoge Raad , 42908 Datum uitspraak: 30-03-2007 Datum publicatie: 30-03-2007 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Art. 44m Wet IB 1964; zelfstandigenaftrek; urencriterium; kwalificeren werkzaamheden verricht aan een website als ondernemingsactiviteiten? Uitspraak Nr. 42.908 30 maart 2007 gewezen op het beroep in cassatie van X te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 27 maart 2006, nr. 04/03732, betreffende na te melden aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen. 1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof Aan belanghebbende is voor het jaar 2000 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is verminderd tot een aanslag naar een belastbaar inkomen van ? 90.384. Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof. Het Hof heeft het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht. 2. Geding in cassatie Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Minister van Financi?n heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft de zaak doen toelichten. 3. Beoordeling van het middel 3.1. In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan. 3.1.1. Belanghebbende was in het onderhavige jaar (2000) als belichter in loondienst bij A B.V. en bij B B.V. Daarnaast dreef hij een eenmanszaak als belichter en adviseur voor belichting. 3.1.2. Belanghebbende heeft in het onderhavige jaar 706 uren besteed aan het bouwen van een website, waarop onder andere gegevens van uitgevoerde werken op verschillende locaties staan. Hij heeft hier in de jaren 2001 en 2002 nog 1115 uren aan besteed. Belanghebbende heeft in het jaar 2000 voor het overige circa 600 uren ten behoeve van zijn onderneming gewerkt. 3.2. Voor het Hof was in geschil of belanghebbende recht heeft op de (verhoogde) zelfstandigenaftrek als bedoeld in artikel 44m, lid 1, aanhef en letter b, en lid 3, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964. Het geschil spitste zich toe op de vraag of tot de uren die in beslag werden genomen door het drijven van de onderneming ook behoren de uren die door belanghebbende zijn besteed aan het bouwen van de website. 3.3. Naar 's Hofs oordeel kan slechts een fractie van de door belanghebbende opgegeven 706 uren voor het bouwen van de website aan werkzaamheden voor de onderneming worden toegerekend, zodat niet aan de urennorm wordt voldaan. Het Hof heeft daartoe overwogen dat het karakter van de website van belanghebbende is te kenschetsen als een databank en dat de naamsbekendheid van de onderneming hieraan kennelijk ondergeschikt is. Het Hof heeft voorts geoordeeld dat de website niet zozeer dienstbaar is aan de onderneming dat gezegd kan worden dat hieruit meer en/of nieuwe ondernemingsactiviteiten zijn ontstaan. De opbrengsten uit de ondernemingsactiviteiten zijn volgens het Hof van een zodanig beperkte omvang dat deze niet of nauwelijks afwijken van hetgeen belanghebbende verwierf v??r de komst van de website. Bovendien is de verhouding van belanghebbendes inkomsten uit arbeid ten bedrage van ? 90.961 ten opzichte van zijn winst uit onderneming ten bedrage van ? 1107 naar 's Hofs oordeel zodanig dat de werkzaamheden aan de website niet in belangrijke mate bijdragen in de wijze waarop belanghebbende zijn inkomsten verwerft. Het middel keert zich tegen deze oordelen. 3.4. Bij de beoordeling van het middel moet het volgende worden vooropgesteld. Als tijd die in beslag wordt genomen door het drijven van een onderneming geldt alle tijd die wordt besteed aan werkzaamheden die worden verricht met het oog op de zakelijke belangen van de onderneming (HR 14 maart 2003, nr. 37975, BNB 2003/201). Hierbij dient als leidraad te worden genomen dat de wijze waarop een onderneming wordt gedreven, in beginsel wordt bepaald door de ondernemer, dat het te zijner beoordeling staat of bepaalde werkzaamheden voor de onderneming nut hebben, en dat het niet gaat om werkzaamheden die bedoeld zijn om in particuliere behoeften te voorzien (vgl. HR 18 maart 1998, nr. 33178, BNB 1998/159, inzake ondernemingskosten). Als werkzaamheden die bedoeld zijn om in particuliere behoeften te voorzien, gelden in dit verband ook werkzaamheden met het oog op de vervulling van een dienstbetrekking of het verrichten van werkzaamheden buiten dienstbetrekking. Werkzaamheden die worden verricht met het oog op het vervaardigen van een goed dat verplicht tot het ondernemingsvermogen moet worden gerekend of dat door de ondernemer binnen de grenzen der redelijkheid tot zijn ondernemingsvermogen wordt gerekend, gelden als werkzaamheden die worden verricht met het oog op de zakelijke belangen van de onderneming. 3.5. Niet duidelijk is of het Hof bij zijn oordeel dat slechts een fractie van de door belanghebbende opgegeven 706 uren voor het bouwen van de website aan werkzaamheden voor de onderneming kan worden toegerekend, is uitgegaan van de hiervoor in 3.4 weergegeven regels. Hetgeen het Hof ter motivering van dit oordeel heeft overwogen, is in het licht van die regels in ieder geval onvoldoende voor de conclusie dat belanghebbendes werkzaamheden ten behoeve van de website slechts voor een fractie zijn verricht met het oog op de zakelijke belangen van de onderneming. Het Hof heeft derhalve met zijn oordeel blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting dan wel zijn oordeel onvoldoende gemotiveerd en aldus geen inzicht in zijn gedachtegang gegeven. Mitsdien is zijn uitspraak niet naar de eis der wet met redenen omkleed. Het middel slaagt in zoverre. 's Hofs uitspraak kan niet in stand blijven. Verwijzing moet volgen. Het middel behoeft verder geen behandeling. 4. Proceskosten De Staatssecretaris van Financi?n zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Door het verwijzingshof zal worden beoordeeld of aan belanghebbende voor de kosten van het geding voor het Hof een vergoeding dient te worden toegekend. 5. Beslissing De Hoge Raad: verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof, verwijst het geding naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dit arrest, gelast dat de Staat aan belanghebbende vergoedt het door deze ter zake van de behandeling van het beroep in cassatie verschuldigd geworden griffierecht ten bedrage van ? 103, en veroordeelt de Staatssecretaris van Financi?n in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op ? 1288 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, en wijst de Staat aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden. Dit arrest is gewezen door de raadsheer P.J. van Amersfoort als voorzitter, en de raadsheren C.B. Bavinck en A.R. Leemreis, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 30 maart 2007. DenariusAdvies: Tax | M&A | Legal Link naar reactie https://www.higherlevel.nl/forums/topic/19573-uitspraak-hof-uren-voor-start-onderneming-tellen-ook-voor-urencriterium/#findComment-194646 Delen op andere sites More sharing options...
Manon GJ
Manon GJ
EERSTE VOORBEREIDENDE ONDERNEMINGSHANDELINGEN TELLEN MEE VOOR
URENCRITERIUM
(17 februari 2009)
Ondernemers komen in aanmerking voor de ondernemersaftrek, zoals
de zelfstandigenaftrek, de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk
en de meewerkaftrek. In de meeste gevallen moeten zij dan voldoen
aan het zogenoemde urencriterium. Dit houdt in dat een ondernemer
in een (kalender)jaar ten minste 1.225 uur aan de onderneming(en)
moet hebben besteed. Daarnaast moeten de 'ondernemingsuren' meer
zijn dan de helft van het totaal aan uren die zijn gewerkt voor de
onderneming, een dienstbetrekking (belastbaar loon) en overige
arbeid (belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden). Dit staat
ook wel bekend als het grotendeelscriterium. Voor startende
ondernemers geldt het grotendeelscriterium echter niet. Zij hoeven
slechts de drempel van 1.225 uur te halen. Bovendien komt een
starter (onder voorwaarden) in aanmerking voor een verhoging van
de zelfstandigenaftrek (€ 2.070 jaar 2009). Een starter is degene
die in een of meer van de vijf voorafgaande kalenderjaren in
fiscaal opzicht nog geen ‘ondernemer’ was en in die periode
maximaal tweemaal in aanmerking kwam voor de gewone
zelfstandigenaftrek. Om in fiscaal opzicht te kwalificeren als
ondernemer is vereist dat:
de onderneming voor eigen rekening wordt gedreven en
dat de ondernemer rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen
van die onderneming.
Hof Den Bosch heeft onlangs beslist dat de eerste (voorbereidende)
ondernemingshandelingen ook meetellen voor het urencriterium. De
procedure betrof een onderneemster die in de tweede helft van 1998
met zowel een v.o.f. als met een eenmanszaak was gestart. Het hof
ging de agenda van de startende onderneemster over heel 1998
minutieus na om te bezien of alle activiteiten in redelijkheid tot
ondernemingsactiviteiten konden worden gerekend. Dit hield in dat
de handelingen voldoende concreet moesten zijn om als
ondernemingshandelingen te kunnen gelden. Hiertoe rekende het hof
niet alleen de activiteiten vanaf het moment dat de onderneming
volgens de inspecteur van start was gegaan, maar ook in de periode
daarvóór. De uren voor beide ondernemingen tezamen waren net meer
dan 1.225 uur. De onderneemster voldeed in 1998 hierdoor aan het
urencriterium en daarom had zij toch recht op de
zelfstandigenaftrek.
Opmerking
Niet alleen eerste, voorbereidende ondernemingshandelingen tellen
mee voor het urencriterium, maar ook de uren die zijn gemoeid met
de afwikkeling van de verkoop van een onderneming. De Hoge Raad
heeft in oktober 2006 in deze zin beslist.
Bron: Hof Den Bosch, 19-12-2008, nr. 06/00478 (gepubliceerd
9-2-2009).
Ondernemende webwinkelier en Register Valuator
Green Jump 1000 manieren om een groene sprong te maken! Voor baby's, kinderen en voor jou!
Het EcoBed Heerlijk slapen op natuurlijke materialen!
Link naar reactie
https://www.higherlevel.nl/forums/topic/19573-uitspraak-hof-uren-voor-start-onderneming-tellen-ook-voor-urencriterium/Delen op andere sites
Aanbevolen berichten
2 antwoorden op deze vraag