Cookies op HigherLevel.nl
We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.
We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.
Gast schoonen
Gast schoonen
Nederland heeft sinds een jaar een Platform voor Universitair Octrooibeleid. En na de zomer zal dat Platform komen met aanbevelingen voor de universiteiten. Het worden geen bindende voorschriften, maar een soort Tien Geboden voor het IPR-beleid. Net als met de Tien Geboden uit de Bijbel kunnen ze worden genegeerd of ter harte genomen. Het hangt van geweten en taakopvatting van de universitair bestuurders af wat zij met deze Stenen Tafelen doen.
Toch zijn de aanbevelingen een kleine revolutie. Bij de oprichting van het Platform, een jaar geleden, stonden de universitair bestuurders bepaald niet te trappelen om mee te doen. De vereniging van universiteiten, de VSNU, mocht van zijn leden niet eens deel uitmaken van het platform. De VSNU zit er als toehoorder en heeft officieel geen opinie over octrooien en licenties. En de universitair bestuurders die wel lid zijn van het Platform, hebben lang gesputterd tegen het voornemen aanbevelingen op te stellen. De omgang met de intellectuele eigendom was een zaak van de universiteiten zelf. En hun wijze bestuurders hadden daarvoor geen richtlijnen nodig.
Die bestuurlijke wijsheid heeft geleid tot een chaos. Het IPR-beleid van de Nederlandse universiteiten is een niet te overziene bende. Delft heeft met hulp van externe experts een portefeuille van meer dan honderd octrooien opgebouwd. Het kost miljoenen die te onderhouden terwijl er bijzonder weinig mee wordt gedaan. Aan de andere kant van de schaal zit bijvoorbeeld Wageningen dat nauwelijks octrooien heeft. Natuurlijk worden ook vanuit Wageningen octrooien aangevraagd, maar door individuele onderzoekers, hoogleraren, niet door de instelling hoewel die wettelijk eigenaar is van de gegenereerde kennis.
En? Is dat zo erg? Ja. dat is erg. Omdat die kennis is gegenereerd met publieke middelen. Instellingen hebben de plicht zorg te dragen voor het management ervan, niet alleen in het lab maar ook op weg naar de markt. Het is onzin dat over te laten aan individuele onderzoekers. Bovendien leidt een gebrek aan IPR-management ertoe dat grote ondernemingen de vrijheid wordt gegund te shoppen en bij universiteiten voor een prikkie kennis op te kopen. En er ligt het probleem van de starters die uit de schoot van een universiteit worden geboren. Voor hen is een helder IPR-beleid van de instelling van levensbelang.
De technostarters zijn door de paarse kabinetten de afgelopen jaren bejubeld als de helden van de nieuwe kenniseconomie. Onder leiding van een minister Jorritsma (EZ) werden verscheidene organisaties (BioPartner, Dreamstart) in het leven geroepen, die moesten zorgen voor een geboortegolf van technostarters. Maar diezelfde overheid liet na te regelen hoe de kennisinstellingen moesten omgaan met de intellectuele eigendom, de bakermat van die starters. De startersorganisaties moesten op hun knieën naar het Platform Universitair Octrooibeleid om aandacht te vragen voor de piepjonge onderneming.
Dit gestuntel heeft veel te maken met een traditionele kijk op het wetenschappelijk bedrijf. Met de huiver om serieus te kijken naar de economische waarde van gegenereerde kennis. Met een verlangen onderzoek te doen zonder kopzorgen over de markt. Dat is inmiddels een onmogelijkheid. Het gaat er niet om dat universiteiten commerciële instellingen moeten worden die alleen nog voor het grote geld gaan. Het gaat erom dat ze niet met hun kont naar de markt gaan staan maar met hun kop.
Link naar reactie
Aanbevolen berichten
1 antwoord op deze vraag