Certificering en BOR (Bedrijfsopvolging regeling)

[berg007]

Vraag:

 

Betreft: 4 dames met ieder 1 holding (totaal 4, management BV voor werkmij.) iedere holding 25% belang(letteraandelen) in tussenholding (vastgoed) en deze 100% deelneming in werkmaatschappij. Vastgoed tussenholding wordt 100% gebruikt voor werkmaatschappij.

 

Certificering van aandelen van de 25% belangen i.v.m. beperken invloed echtgenoten van de 4 personen bij arbeidsongeschiktheid en overlijden. Geen aanbiedingsplicht door erfgenamen i.v.m. gebruikmaken van BOR van de eerste 5 jaar. Indien aanbiedingsplicht, Holding wordt beleggings BV, BOR geen toepassing.

 

1. Kwalificeren deze certificaten voor de BOR?

2. Op welke wijze kan de waardedaling en waardestijging van de certificaten worden genivileerd i.v.m. werkzaamheden overige 3 dames vinden zij het niet terecht dat een erfgenaam profiteert of schade lijdt bij waardestijging c.q. waardedaling van de aandelen tussenholding (werkmaatschappij).

3. Indien de afgesproken verkoopprijs al vast staat op datum van overlijden over 5 jaar (termijn BOR), kwalificeren deze certificaten dan nog steeds voor de BOR of kan er dan gesteld worden dat er sprake is van beleggingsvermogen of/en dat deze certificaten niet te vereenzelvigen zijn met de letteraandelen en de BOR niet van toepassing is.

[Bastiaan de Jong]

Vraag:

 

Betreft: 4 dames met ieder 1 holding (totaal 4, management BV voor werkmij.) iedere holding 25% belang(letteraandelen) in tussenholding (vastgoed) en deze 100% deelneming in werkmaatschappij. Vastgoed tussenholding wordt 100% gebruikt voor werkmaatschappij.

 

Certificering van aandelen van de 25% belangen i.v.m. beperken invloed echtgenoten van de 4 personen bij arbeidsongeschiktheid en overlijden. Geen aanbiedingsplicht door erfgenamen i.v.m. gebruikmaken van BOR van de eerste 5 jaar. Indien aanbiedingsplicht, Holding wordt beleggings BV, BOR geen toepassing.

 

1. Kwalificeren deze certificaten voor de BOR?

2. Op welke wijze kan de waardedaling en waardestijging van de certificaten worden genivileerd i.v.m. werkzaamheden overige 3 dames vinden zij het niet terecht dat een erfgenaam profiteert of schade lijdt bij waardestijging c.q. waardedaling van de aandelen tussenholding (werkmaatschappij).

3. Indien de afgesproken verkoopprijs al vast staat op datum van overlijden over 5 jaar (termijn BOR), kwalificeren deze certificaten dan nog steeds voor de BOR of kan er dan gesteld worden dat er sprake is van beleggingsvermogen of/en dat deze certificaten niet te vereenzelvigen zijn met de letteraandelen en de BOR niet van toepassing is.

Goedemorgen,

 

1. Indien de certificaten kunnen worden vereenzelvigd met de aandelen, dan is bij besluit van 19 december 2002 goedgekeurd dat certificering niet tot een vervreemding van een aanmerkelijk belang leidt. In dat geval kwalificeren de certificaten als aanmerkelijk belang in de zin van de Wet IB 2001 en kan hierop de BOR in beginsel worden toegepast. Je zult natuurlijk wel aan de voorwaarden moeten voldoen (kwalificerend ondernemingsvermogen, bezitseis van 5 resp 1 jaar in geval van schenking resp vererving, opvolger reeds 3 jaar in dienstbetrekking igv schenking etc.). Bij vereenzelviging gaat het er in de kern om dat het volle risico van de waardeverandering van de aandelen bij de certificaathouder blijft. De notaris waar je de certificering regelt zal dit (als het een goede notaris is althans ) zo aankleden dat dit goed gaat.

2. Kun je deze vraag nog wat verduidelijken? Bedoel je dat je na overlijden van een van de certificaathouders niet wil dat diens erfgenamen van de waardedalingen cq -stijgingen profiteren gedurende de 5 jaar daarna?

3. Verplichten de dames zich tot koop tegen een vooraf vestgestelde prijs? Ook indien zij dit niet zouden willen (bijvoorbeeld door waardedaling)? In dat geval is feitelijk sprake van koop met uitgestelde levering, daar zal de fiscus m.i. doorheen prikken. Indien ze mogen (maar niet moeten) kopen tegen een vooraf vastgestelde prijs acht ik de kans aanwezig dat ook dan niet zal zijn voldaan aan het voortzettingsvereiste. Er is dan feitelijk een koopoptie verleend op de aandelen. De positieve waardeveranderingen komen dan toe aan de toekomstige eigenaar. Maw; het economisch belang ligt niet bij de erfgenamen.

 

[berg007]

Bastiaan,

 

Bedankt voor je reactie.

 

Tussen de holding en de tussenholding (vastgoed werkmaatschappij) worden de STAK geplaatst, aandelen Tussenholding gecertificeerd.

 

De dames willen bij eventueel overlijden van één van beide, de heffing van successierecht en het stemrecht van de holding van de erfgenamen zoveel mogelijk beperken. Ook eventuele successen of tegenslagen van de tussenholding en de werkmaatschappij willen zij niet voor de holding van de erfgenamen laten komen (zij zitten in een snel groeiende markt), omdat zij stellen dat de groei van hun onderneming afhangt van de 3 actieve holdings c.q. bestuurders. Feitelijk willen zij bij overlijden van de bestuurder van de holding het 25% belang in de tussenholding en werkmaatschappij fixeren en na de termijn van de voortzettingseis (5 jaar) verkopen tegen de gefixeerde prijs.

 

Jouw antwoord in vraag 3 geeft volgens mij het antwoord al. Of is er een andere oplossing voor bovenstaande casus?

 

Om in aanmerking te komen voor de BOR dienen de echtgenoten nu een belang te nemen in de Holding? Is daar nog een minimum aan verbonden?

[Bastiaan de Jong]

Ook eventuele successen of tegenslagen van de tussenholding en de werkmaatschappij willen zij niet voor de holding van de erfgenamen laten komen (zij zitten in een snel groeiende markt), omdat zij stellen dat de groei van hun onderneming afhangt van de 3 actieve holdings c.q. bestuurders.

 

Maar zij maken daarbij deels gebruik van vermogen dat een ander toekomt (de erfgenamen). De overgebleven dames kunnen zichzelf een salaris toekennen dat aansluit bij de verrichte arbeid. Hiermee bewerkstellig je feitelijk hetgeen je beoogt, met als belangrijk nadeel natuurlijk de loonbelasting ;D Feitelijk probeert men hier van 2 walletjes te snoepen; een vrijgestelde verkrijging voor de erfgenamen, terwijl feitelijk sprake is van koop met uitgestelde levering puur en alleen ter verkrijging van de BOR. Daar is de faciliteit niet voor bedoeld.

 

Feitelijk willen zij bij overlijden van de bestuurder van de holding het 25% belang in de tussenholding en werkmaatschappij fixeren en na de termijn van de voortzettingseis (5 jaar) verkopen tegen de gefixeerde prijs.

 

Jouw antwoord in vraag 3 geeft volgens mij het antwoord al. Of is er een andere oplossing voor bovenstaande casus?

 

Ik zou zeggen laat de erfgenamen gewoon erven onder toepassing van de BOR, wacht 5 jaar en verkoop dan voor een zakelijke prijs. In de tussentijd kunnen de dames zichzelf een goed salaris cq management fee toedelen. Daarnaast kun je de erfgenamen uitsluiten in de directie van de STAK. Daarmee beperk je de zeggenschap.

 

Om in aanmerking te komen voor de BOR dienen de echtgenoten nu een belang te nemen in de Holding? Is daar nog een minimum aan verbonden?

 

Wat bedoel je hiermee? Een erfgenaam hoeft niet al aandelen te hebben gehad om te kwalificeren voor de BOR. Dit is alleen anders indien sprake is van een eerdere omzetting in cumulatief preferente aandelen, maar dat maak ik niet op uit jouw verhaal.