• 0

Bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de successiewet

Goedendag,

 

Ik ben bezig met zaak voor een collega m.b.t de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de successiewet. De feiten van de zaak luiden alsvolgt:

- Zijn vader was in bezit van 100% van de aandelen van een werkBV. Destijds dreef deze BV een onderneming in de panden van de werk BV.

- In 2009 verkocht zijn vader de onderneming. De panden werden nog even aangehouden om ze geschikt te maken voor verkoop.

- Zijn vader is inmiddels overleden en mijn collega is de enige erfgenaam. Hij heeft 100% van de aandelen verkregen van de werk BV.

- De BV bezat nog alleen panden en een aandeel vermogen bij de verkrijging.

 

Nu willen wij beroepen op de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de successiewet. Wij willen waarschijnlijk iets met deze BV gaan doen en bovendien bespaart het ons een hoop geld aan belasting die we beter in ons bedrijf kunnen steken!

 

Als ik nu kijk naar art. 35C lid 1 in de successiewet, wordt er aangegeven wat wordt verstaan onder de verkrijging van kwalificerende ondernemingsvermogen:

- Lid 1a: Een onderneming als bedoeld in art. 3.2 wet IB.: Het begrip ‘’onderneming’’ wordt in de wet en jurisprudentie aangeduid als ‘’een duurzame organisatie die met behulp van arbeid en kapitaal deelneemt aan het economische verkeer met het oogmerk winst te behalen.’’ Naar mijn mening is dit hier niet het geval, aangezien de onderneming zelf is verkocht. Op het moment van de verkrijging speelde er niks af in de BV. Er is slechts een werkBv met panden en aandelen.

Aan de hand van verschillende jurisprudentie heb ik gelezen dat de verhuur/verkoop van deze panden niet wordt aangemerkt als het drijven van een onderneming.

-Lid 1B: Dit lid heeft betrekking op de ‘’medegerechtigdheid’’. Dat is bij ons niet het geval.

-Lid 1C: Dit lid ziet op de verkrijging van vermogensbestanddelen die behoorden tot een aanmerkelijk belang bij de erflater. Dat is hier het geval, want zijn vader was in bezit van 100% van de aandelen. Thans moet het lichaam een ‘’onderneming’’ drijven, als benoemd in lid 1a. Ik ben van mening dat dit niet het geval is op grond van de jurisprudentie.(zie lid 1a)

-Lid 1D: Dit lid ziet op de verkrijging van onroerende zaken die ter beschikking zijn gesteld in de zin van art. 3.92 Wet IB. Ik ben van mening dat dit lid ook niet van toepassing is, aangezien de panden in bezit zijn van de BV.

 

Nu vraag ik mij af op basis van welke voorwaarden wij ons toch kunnen beroepen op de bedrijfsopvolgingsfaciliteit. Het is namelijk erg lastig om hard te maken dat het hier gaat om een verkrijging van een ''onderneming'', aangezien er geen ''onderneming'' was op het moment van erven.

Is er nog enige andere manier om toch te beroepen op de bedrijfsopvolgingsfaciliteit? Of moet ik aan de hand van jurisprudentie hard proberen te maken dat er hier degelijk sprake is van een onderneming?

Dit lijkt mij een lastige karwei, gezien de jurisprudenties.

 

Zouden jullie ons kunnen helpen? Hoe kan ik deze zaak het best aanpakken? Het gaat namelijk om een redelijk groot bedrag die wij als beginnende ondernemers hard kunnen gebruiken!

 

Met vriendelijke groet,

Karel

Link naar reactie

Aanbevolen berichten

3 antwoorden op deze vraag

  • 0

Goedendag,

 

Ik ben bezig met zaak voor een collega m.b.t de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de successiewet. De feiten van de zaak luiden alsvolgt:

- Zijn vader was in bezit van 100% van de aandelen van een werkBV. Destijds dreef deze BV een onderneming in de panden van de werk BV.

- In 2009 verkocht zijn vader de onderneming. De panden werden nog even aangehouden om ze geschikt te maken voor verkoop.

- Zijn vader is inmiddels overleden en mijn collega is de enige erfgenaam. Hij heeft 100% van de aandelen verkregen van de werk BV.

- De BV bezat nog alleen panden en een aandeel vermogen bij de verkrijging.

 

Nu willen wij beroepen op de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de successiewet. Wij willen waarschijnlijk iets met deze BV gaan doen en bovendien bespaart het ons een hoop geld aan belasting die we beter in ons bedrijf kunnen steken!

 

Als ik nu kijk naar art. 35C lid 1 in de successiewet, wordt er aangegeven wat wordt verstaan onder de verkrijging van kwalificerende ondernemingsvermogen:

- Lid 1a: Een onderneming als bedoeld in art. 3.2 wet IB.: Het begrip ‘’onderneming’’ wordt in de wet en jurisprudentie aangeduid als ‘’een duurzame organisatie die met behulp van arbeid en kapitaal deelneemt aan het economische verkeer met het oogmerk winst te behalen.’’ Naar mijn mening is dit hier niet het geval, aangezien de onderneming zelf is verkocht. Op het moment van de verkrijging speelde er niks af in de BV. Er is slechts een werkBv met panden en aandelen.

Aan de hand van verschillende jurisprudentie heb ik gelezen dat de verhuur/verkoop van deze panden niet wordt aangemerkt als het drijven van een onderneming.

-Lid 1B: Dit lid heeft betrekking op de ‘’medegerechtigdheid’’. Dat is bij ons niet het geval.

-Lid 1C: Dit lid ziet op de verkrijging van vermogensbestanddelen die behoorden tot een aanmerkelijk belang bij de erflater. Dat is hier het geval, want zijn vader was in bezit van 100% van de aandelen. Thans moet het lichaam een ‘’onderneming’’ drijven, als benoemd in lid 1a. Ik ben van mening dat dit niet het geval is op grond van de jurisprudentie.(zie lid 1a)

-Lid 1D: Dit lid ziet op de verkrijging van onroerende zaken die ter beschikking zijn gesteld in de zin van art. 3.92 Wet IB. Ik ben van mening dat dit lid ook niet van toepassing is, aangezien de panden in bezit zijn van de BV.

 

Nu vraag ik mij af op basis van welke voorwaarden wij ons toch kunnen beroepen op de bedrijfsopvolgingsfaciliteit. Het is namelijk erg lastig om hard te maken dat het hier gaat om een verkrijging van een ''onderneming'', aangezien er geen ''onderneming'' was op het moment van erven.

Is er nog enige andere manier om toch te beroepen op de bedrijfsopvolgingsfaciliteit? Of moet ik aan de hand van jurisprudentie hard proberen te maken dat er hier degelijk sprake is van een onderneming?

Dit lijkt mij een lastige karwei, gezien de jurisprudenties.

 

Zouden jullie ons kunnen helpen? Hoe kan ik deze zaak het best aanpakken? Het gaat namelijk om een redelijk groot bedrag die wij als beginnende ondernemers hard kunnen gebruiken!

 

Met vriendelijke groet,

Karel

 

Beste Karel,

 

Als slechts sprake is van panden die passief worden verhuurd aan derden, dan is de kans dat je gaat kwalificeren zeer klein, als niet nihil. Alleen als sprake is van 'meer dan normaal vermogensbeheer' zul je kunnen kwalificeren voor de BOR. Denk daarbij bijvoorbeeld aan projectontwikkeling waarbij op regelmatige basis nieuwe panden worden gebouwd, gekocht en verkocht, onderhoud binnen de onderneming zelf wordt gepleegd etc. Daarbij geldt; hoe actiever, hoe beter. Was hiervan ten tijde van het overlijden van erflater geen sprake, dan is sprake van beleggingsvermogen waarop de BOR niet kan worden toegepast. Uit jouw verhaal maak ik op dat sprake is van het passief houden van onroerend goed in afwachting van verkoop. Er is m.i. dan ook geen sprake van een onderneming. De BOR is niet van toepassing. De fiscus zit hier vrij strak op, ik zie geen andere mogelijkheden.

 

Veel succes!

 

Gr Bastiaan

Link naar reactie
  • 0

Beste Bastiaan,

 

Bedankt voor je reactie! Ik ben het met je eens, maar we willen het er toch op wagen in de hoop dat we deze faciliteit toch toegewezen krijgen. Dat de panden bereid werden voor de verkoop was bekend bij de inspecteur. Kunnen wij het hier dan niet over het opknappen van gebouwen hebben die vervolgens worden doorverkocht? Dat we met de werkBV dit wilden voortzetten, waardoor we dus wel actief vermogensbeheer aanhouden en dus een ''onderneming'' hebben.

Of ben ik nu te ver aan het afdwalen? Ik wil in bezwaar gaan, alleen zoek ik handvatten waaraan ik me kan vasthouden en op kan beroepen.

 

Met vriendelijke groet,

Karel

Link naar reactie
  • 0

Beste Bastiaan,

 

Bedankt voor je reactie! Ik ben het met je eens, maar we willen het er toch op wagen in de hoop dat we deze faciliteit toch toegewezen krijgen. Dat de panden bereid werden voor de verkoop was bekend bij de inspecteur. Kunnen wij het hier dan niet over het opknappen van gebouwen hebben die vervolgens worden doorverkocht? Dat we met de werkBV dit wilden voortzetten, waardoor we dus wel actief vermogensbeheer aanhouden en dus een ''onderneming'' hebben.

Of ben ik nu te ver aan het afdwalen? Ik wil in bezwaar gaan, alleen zoek ik handvatten waaraan ik me kan vasthouden en op kan beroepen.

 

Met vriendelijke groet,

Karel

 

Beste Karel,

 

Het opknappen van gebouwen tbv de verkoop betreft normaal vermogensbeheer. Dit zal niet kwalificeren. Je zult meer moeten doen, maar aangezien het referentiemoment (overlijden erflater) al is gepasseerd kun je hier niks meer aan veranderen. Steek er niet teveel tijd/geld in, want de kansen zijn (op grond van deze gegevens) zeer klein, zo niet nihil.

 

Desalniettemin wens ik je veel succes. Mocht je toch slagen, kom me dan vooral even op mijn ongelijk wijzen.

 

Groet,

 

Bastiaan

Link naar reactie
Gast
Dit topic is nu gesloten voor nieuwe reacties.
Hide Sidebar
  • Wil je onze Nieuwsflits ontvangen?
    Deze verzenden we elk kwartaal.

  • Wie is er online?
    3 leden, 97 Gasten

  • Breng jouw businessplan naar een higher level!

    Op dit forum worden alle onderwerpen m.b.t. ondernemerschap besproken.

    • Stel jouw ondernemersvragen
    • Antwoorden/oplossingen van collega ondernemers
    • > 75.000 geregistreerde leden
    • > 100.000 bezoekers per maand
    • 24/7 bereikbaar / binnen < 6 uur antwoord
    •  Altijd gratis

  • Ook interessant:

    Ook interessant:

×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.