Ondernemerswoning: toelichting op regeling privé gebruik

[Mikky Vrolijk]

Staatssecretaris Wijn van Financiën heeft een toelichting gegeven op de fiscale behandeling van het privé-gebruik van een tot het ondernemingsvermogen behorende woning. Het gaat om de woning die de ondernemer of personen die behoren tot zijn huishouden duurzaam als hoofdverblijf gebruiken. Volgens de wettelijke regeling moet de ondernemer een bepaald bedrag voor het privé-gebruik tot zijn ondernemingswinst rekenen. Dat bedrag is een percentage dat varieert van 1,15% tot 2,05% over de zogenoemde WOZ-waarde, maar bedraagt (in 2004) minimaal € 136 en maximaal € 20.650 op jaarbasis. Zijn de werkelijk gemaakte kosten van de woning lager dan de privé-bijtelling, dan moet de ondernemer de wettelijk voorgeschreven bijtelling in aanmerking nemen en niet het bedrag van de werkelijk gemaakte kosten.

 

Bij de fiscale regeling voor het privé-gebruik van de auto van de zaak door de ondernemer ligt dit anders. Daar geldt wel een beperking tot maximaal het bedrag van de werkelijke kosten. Een ondernemer die in een auto rijdt die tot zijn ondernemingsvermogen behoort, mag voor het privé-gebruik een forfaitair bedrag aan autokosten niet ten laste van de winst brengen: in beginsel 22% van de waarde van de auto. Er is hierbij sprake van een kostencorrectie. Uit het karakter van een kostencorrectie volgt dat het te corrigeren bedrag niet hoger kan zijn dan het bedrag aan werkelijke kosten.

 

Volgens de staatssecretaris gaat het echter om een doelbewust verschil in fiscale behandeling. De twee regelingen verschillen inhoudelijk van opzet. Een winstbijtelling is namelijk anders dan een kostenaftrekbeperking. Onder de oude Wet op de inkomstenbelasting gold overigens een gelijkluidende regeling voor het privé-gebruik van de auto van de zaak en een inhoudelijke wijziging in de nieuwe Wet is op dit punt niet beoogd.

 

Bron: Ministerie van Financiën, 24-8-2004, nr. CPP2004/1912M (gepubliceerd 31-8-2004)

 

 

Volledig bericht >>>