Cookies op HigherLevel.nl
We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.
We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.
Red Robin
Red Robin
Mod commentaar: dit bericht is op verzoek van vraagsstelller (=bestuurderB) aangepast, motivatie bij mods bekend en akkoord)
Twee vennoten/bestuurders (A en B) die elkaar mondeling in 2008 eeuwige vriendschap en ondernemerschap hebben gezworen, hebben samen hun VOF om laten zetten in twee BV's:
1) Holding
2) Werk BV
In 2009 gingen zaken slecht en bestuurder A heeft familie gevraagd een behoorlijke som te storten om kosten te kunnen betalen.
Bestuurder B was niet betrokken bij deze bespreking en kent deze familie ook helemaal niet. Bestuurder B werd door Bestuurder A pas bijgepraat op het moment dat de storing door zijn familie werd uitgevoerd.
Bestuurder A wilde dit pas ventileren zodra zijn idee werkte want anders zou het een loze mededeling zijn.
Bestuurder A liet Bestuurder B weten dat het een verhoogd risico dragende storting was.
De familie beschreef de storing bij de bank als "lening durfkapitaal". Omdat Bestuurder A liet weten dat de storting verhoogd risico dragend was, zijn er ook geen contracten opgemaakt tussen de familie en de Werk BV.
Bestuurder A deed na 2009 met zijn familie de boekhouding.
Bestuurder B heeft geen verstand van boekhouding en werd vooral bijgepraat bij het maken van de jaarrekeningen door de accountant.
In 2011 gaf Bestuurder A, de accountant opdracht om met spoed een jaarrekening te maken.
Vanwege de financiële crisis in de BV's, had hij een bbz genoten. De gemeente wilde aan de hand van de jaarrekening zien of de BV's winst had gemaakt. De accountant vroeg of de storting een lening betrof en of er contracten waren tussen partijen.
Bestuurder A en B gaven aan dat het geen lening betrof en er geen contracten aanwezig waren.
De familie had deze storting ook niet als lening heeft gemeld bij de belastingdienst.
In mondeling overleg en mondeling goedkeuring van beide bestuurder heeft de accountant de storting als privé storting verwerkt in de jaarrekening. De negatieve rekening courant van Bestuurder A is daarmee aanzienlijk verkleind. Die van Bestuurder B bleef hetzelfde.
In alle jaarrekening daaropvolgend is hetzelfde te zien. In ieder geval geen leningen van familie als crediteur.
In het 4e kwartaal van 2014 gaf Bestuurder A aan dat hij van de BV's af wilde.
In de maanden erna heeft Bestuurder A samen met zijn familie de boekhouding "afgerond".
Met de mededeling 'Bekijk het maar! Ik wil rust en hier vanaf!', overhandigde Bestuurder A een paar uitdraaien uit de boekhouding op een usb-stick en de BV's papieren administratie in mappen.
Bestuurder A was daarna voor geen enkele vraag of opmerking meer beschikbaar.
In januari 2015 kreeg Bestuurder B op zijn privé adres een brief van familie van Bestuurder A.
Er zou een enorme lening lopen. De familie had de BV de lening verstrekt.
In eerste instantie de gestorte bedrag maar in de loop der jaren zou het voorschieten van facturen erbij zijn gekomen.
De familie had facturen van een te hoge telefoonrekening, facturen van achterstallige financial leasetermijnen en achterstallige verkeersboetes voorgeschoten. Allen gebruikt in privé sfeer en allen slechts ten behoeve van Bestuurder A.
Dit alles hadden ze samen in de boekhouding opgenomen als lening.
Bestuurder B, was hier niet van op de hoogte gesteld.
Nooit is sprake geweest van leningen, nooit rente berekeningen of aanmaning geweest. Nooit een sommatie van het moeten terugbetalen van deze leningen. Alles kwam uit de lucht vallen nadat Bestuurder A aangaf te willen ophouden met de BV’s.
Terwijl de leningen inmiddels 4 tot 7 jaar oud zouden zijn.
Sinds deze maand viel er een dagvaarding tv de Werk BV in brievenbus bij Bestuurder B. Zijn privé adres is sinds 2 jaar het postadres van beide BV's.
De dagvaarding betreft de vordering van deze familie. Daarin is ook een getuigenverklaring van Bestuurder A te vinden.
Bestuurder A geeft bestuurder B overal de schuld van. Vooral het aandringen en aandragen van het vragen om geld bij de familie van Bestuurder A.
De dagvaarding is altijd eenzijdig.
De getuigenis van Bestuurder A, is één grote leugen.
Enkele documenten bevatten voor Bestuurder B, onbekende informatie. (zoals een storting tbv de BV maar overgemaakt op bankrekening van een andere onbekende familie en een vermoedelijk geantedateerd sommatie over de lening.) In ieder geval is deze informatie nooit eerder gezien door Bestuurder B. En daarbij zitten deze documenten ook niet in de bedrijfsmappen, die Bestuurder B al eerder had ontvangen van Bestuurder A.
Vermoedelijk zijn de getallen in het boekhoudpakket aangepast.
Er is een lening opgevoerd die vermoedelijk nooit eerder bestaan heeft in de boekhouding.
Dat blijft een vermoeden want het pakket is nooit toegankelijk geweest voor Bestuurder B.
Wat wel zeker is, zijn de verschillen tussen de begin en eindresultaten van het boekhoudpakket en de jaarrekeningen.
De jaarrekeningen zijn door externe accountants gemaakt.
De statuten zijn duidelijk: Beide bestuurders zijn gezamenlijk bevoegd.
De een kan niet zonder de ander beslissen, zelfs niet in een AvA. (Raad van Comm. bestaat niet)
De BV's zijn verder leeg. Er zijn sinds 2013 geen activiteiten meer in de BV's.
Slechts een bankrekening. (waarop privé storting van Bestuurder B, voor roodstanden voorbij komen)
De BV kan geen advocaat inhuren omdat Bestuurder A hiervoor nooit zal meewerken.
De wet biedt ook geen oplossingen.
De BV is met handen en voeten gebonden en staat met de rug tegen de muur.
De BV kan zich gewoonweg niet verweren.
Wat kan Bestuurder B nog doen?
Hoe kan de rechterbank ooit zien dat er valse getuigenissen en documenten gebruikt worden?
Link naar reactie
Aanbevolen berichten
22 antwoorden op deze vraag