Gijsbert Meuleman

Junior
  • Aantal berichten

    8
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

Persoonlijke info

  • Geslacht
    Male

Gijsbert Meuleman's trofeeën

  1. Klopt, index van verzekerd bedrag gaat uit van toekomstige groei van resultaat tenzij je aan het begin minder dan 80% verzekerd. Ze kunnen prima afzonderlijk van elkaar bestaan. Je kunt namelijk het verzekerd bedrag gelijk laten, maar eventuele uitkeringen wel laten stijgen. Ook kun je het verzekerd bedrag jaarlijks laten stijgen, maar eventuele uitkeringen gelijk laten. Zoals in dit topic al vaker aangegeven: bespaar niet op een goede adviseur maar laat je goed voorlichten over voors en tegens. Je hebt namelijk vaak ook nog zoiets als het optierecht wat de noodzaak van een stijging van het verzekerd bedrag beperkt. Met het optierecht mag je periodiek je verzekerd bedrag met bijv. 10% laten stijgen zonder dat je daar medische waarborgen voor hoeft te leveren. _______ Volledig citaat van direct voorgaand bericht verwijderd ivm leesbaarheid
  2. Je hebt 2 vormen van indexatie: - Indexatie van het verzekerde bedrag: in dat geval stijgt het verzekerde bedrag jaarlijks op basis van een vooraf afgesproken percentage of conform de CBS-index. Heb je bijvoorbeeld een verzekerd bedrag van € 40.000 en spreek je een index van 2% af dan is je verzekerd bedrag volgend jaar € 40.800. Als je in het tweede jaar arbeidsongeschikt wordt krijg je het op dat moment verzekerd bedrag. Op deze manier voorkom je dat je verzekerd bedrag achterblijft bij de ontwikkeling van je salaris. Houd wel in de gaten dat je, afhankelijk van de verzekeraar, niet meer dan 80% of 90% van je inkomen mag verzekeren. - Indexatie van uitkeringen: indien je arbeidsongeschikt raakt stijgt je uitkering conform de vooraf afgesproken indexatie. Ook hier kan dat bijvoorbeeld 2%, 3% of de CBS-index zijn. Deze index heeft impact op de hoogte van de verzekering, zeker voor jonge mensen. Samengevat: het ene is alleen stijging van het verzekerd bedrag bij arbeidsgeschiktheid en het andere is stijging van uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid. ____ Volledig citaat van direct voorgaand bericht verwijderd ivm leesbaarheid
  3. Een belletje met de Amersfoortse bevestigt dat het wel degelijk mogelijk is om deel te nemen (voor wat het waard is). De vraag is wat mij betreft of het een passende oplossing is (ik denk in veel gevallen van niet). Laat er maar een verzekeraar opstaan die hier wel een passende verzekeringsoplossing aanbiedt. Ik ken DGA's die ze wel hebben. CAO en BPF zijn 2 verschillende werelden. De CAO PMT bepaalt het niet, dat komt voort uit het verplichtstellingsbesluit van het PMT. Daarin staat dat de DGA met minder dan 50% aandelenbezit verplicht deelneemt. Voor het Pensioenfonds Schilders geldt ook een uitgebreide verplichtstelling waar onder andere ZZP'ers verplicht aan deelnemen.
  4. Goede aanvulling. De Amersfoortse, WGA-gatverzekering uitgebreid en WIA-excedent (zonder medische waarborgen). Het gat van de eerste 2 jaren kan prima worden overbrugd met een kortlopende AOV die 2 jaren uitkeert of (met alle mitsen en maren) een broodfonds. Voor het Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) geldt dat je pas DGA bent bij 50% aandelenbezit. Bij bijvoorbeeld 20% aandelenbezit (en evenzoveel stemrechten) geldt verplichte deelname en hoef je zelf waarschijnlijk niet wat te regelen qua pensioen.
  5. Straks zijn er 2 bestuurders waarvan de ene 10% van de stemrechten heeft en de ander 90%? Dan is op grond van de regeling aanwijzing DGA 2016 mijns inziens de 90%-partij DGA en de 10%-partij is 'gewoon' werknemer voor de werknemersverzekeringen (tenzij jullie derde-graads of minder familie van elkaar zijn of elkaars partner zijn). Een reguliere AOV lijkt me dan lastig vanwege samenloop van uitkeringen. Wel kan er gekeken worden naar een WGA-hiaatverzekering of WIA-excedentverzekering. Bedenk ook even dat wellicht pensioen (waaronder nabestaandenpensioen) niet meer vanzelfsprekend geregeld zijn omdat je in geval van 10% aandelenbezit voor pensioen wel weer DGA bent (de uitzondering daargelaten).
  6. Beste Jorrit, In 4 stappen reactie op je vragen: 1. Afkopen lijkt inderdaad voor de hand te liggen, maar er zijn ook andere opties denkbaar. Zo kun je het pensioen omzetten naar het zogenaamde OSEB, oudedagssparen in eigen beheer. Deze variant is administratief een stuk eenvoudiger. Daarnaast kun je overwegen om het pensioen af te storten bij een pensioenverzekeraar. Het ligt geheel aan je situatie of dat verstandig is. 2. Pensioenopbouw kan vanaf 2017 op heel veel manieren en ook nog steeds fiscaal aantrekkelijk. Zo kun je (net als een 'gewone' werknemer) een pensioenverzekering afsluiten bij een verzekeraar (ook met bijvoorbeeld nabestaandenpensioen en premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid). Ook kun je kiezen voor een bancaire lijfrente: de inleg is aftrekbaar in de inkomstenbelasting waardoor je per saldo nu geen belasting betaald: dit doe je pas bij uitkering. Daarnaast zijn ook alternatieven als winst oppotten of box-3 sparen (vastgoed of beleggingen) denkbaar. De meest passende keuze is geheel afhankelijk van je eigen situatie. 3. Als je pensioen afkoopt in 2017 dan reken je over de fiscale waarde per eind 2015 af met de fiscus. Het restant betaal je uit naar privé. Dit is dan 'gewoon' spaargeld. Je kunt daar mee doen wat je wilt: herinvesteren in je bedrijf, hypotheek aflossen, op vakantie o.i.d. 4. Als je kiest voor lijfrente dan kan het in bepaalde situaties het geval zijn dat je het opgebouwde kapitaal moet gebruiken voor inkomensaanvulling, mocht je in de bijstand komen. Kies je voor een pensioenverzekering dan is dat niet het geval (bij faillissement is je geld 'veilig'), maar daarin heb je over het algemeen minder flexibiliteit voor wat betreft jaarlijks wisselende inleg. Dat kan in een bancaire lijfrente dan weer wel. Laat je daar vooraf goed over adviseren.
  7. Je mag kiezen voor een verzekeringsoplossing (lijfrenteverzekering) of een bancaire oplossing (banksparen). Kies je voor banksparen dan gaan na overlijden van de gerechtigde de uitkeringen over op de erfgenamen. Daarmee is het langlevenrisico niet afgedekt, want na 15 jaar (in jouw voorbeeld) stoppen de uitkeringen. Kies je voor lijfrente (al dan niet met contraverzekering) dan kun je het langlevenrisico wel afdekken. Je kunt er bovendien voor kiezen om je partner mee te verzekeren, zodat uitkeringen na jouw overlijden overgaan op je partner.
  8. Je kunt de FOR inderdaad nu al afstorten en nog een tijdje 'sparen' en na verloop van tijd de uitkeringen laten in gaan. Je kunt ook wachten en deze te zijner tijd afstorten. De duur van uitkeringen is afhankelijk van het moment van ingaan. Laat je de uitkeringen ingaan voor je AOW-gerechtigde leeftijd, dan moet je minimaal het aantal jaren tot AOW + 20 jaar uitkeren. Als je laat uitkeren vanaf het moment dat je AOW krijgt dan mag het in minimaal 5 jaar, mits het jaarlijkse bedrag niet groter is dan iets meer dan 21.000 euro.
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.