Anoniem2012

Junior
  • Aantal berichten

    11
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

Persoonlijke info

  • Jij bent:
    ondernemer
  • Geslacht
    Male
  • Voornaam
    Jos M.C.
  • Achternaam
    Plas
  • Bedrijfs- of organisatienaam
    Pro Balance Group

Bedrijfsinfo

  • Plaats
    Zoetermeer
  • Telefoonnummer
    +31 68 1133

Anoniem2012's trofeeën

  1. Hi @XiaoDi, wat leuk dat je aan mijn kop een scherpe visie toedicht. Dit streelt mijn ijdelheid
  2. @Frans Sijtsma. Heldere toelichting. In mijn voorbeeld speelden verschillende (ook ideeele) factoren een rol zoals stankoverlast (het afval lag weliswaar overkapt) in de open lucht, mileugevaar bij mogelijke lekkages (of als je erin zou vallen), bij fisiek contact (het was chemisch verontreinigd), bij transport over de weg (aanrijdingen) bij watervervuiling (overtollig water werd gedump in een kanaal e.v.a. actoren. Men wilde er in eerste instantie van af. Onze taak was dan ook een ander procedé te bedenken om de afvalstroom beter te kunne behandelen. Gaande weg kwamen we op het idee om het om te vormen tot grondstof. De investering was slechts een ton meer dan de eerste investering voor het procedé. Gezondere bedrijfsvoering was het eerste. Per toeval werd het een winstvergroter. Als duurzaamheid wordt ingezet om concurrentievoordeel te behalen schiet het zijn doel voorbij. We zitten nu in de fase dat dit wel vaak het motief is. Dat gaat vanzelf over. Duurzaamheid is inderdaad zeer fragiel. Ondernemers denken vaak dat duurzaamheid geld kost. Iedere verandering kost geld, helaas. Maar het zal al vaak op korte termijn meer omzet, rendement en winst op gaan leveren. Cheers Jos
  3. @Willie van den Heuvel. Ook ik heb China gezien en ik deel je meing. Misstanden en onderontwikkeling zullen helaas altijd blijven. Inderdaad is 'groene' duurzaamheid een marketing instrument geworden, want groen verkoopt immers goed. Mijn pleidooi voor duurzaamheid gaat niet over groen (is slechts 8% van de bedrijfskosten: zie helemaal boven). Laten we die andere 92% aanpakken. Dat wil dan zeggen alles proberen een beetje beter, slimmer en schober te doen met wat minder grondstoffen en minder verspillen dan gaan we langzaam de goede kant weer op
  4. @P.J.Odems Ik kan altijd heerlijk genieten van jouw uitgesproken commentaar, vooral als het gaat om 'overheidsbemoeienis'. Heerlijk, en a.u.b. nog niet achter de geraniums graag. :-)
  5. @XiaoDi Als mijn schrijfstijl je irriteert kan ik je slechts het advies geven het niet meer te volgen. Inhoudelijk geef ik je de volgende antwoorden. - het Paarse Krokodil syndroom is een inmiddels in NL gangbaar begrip geworden. Het gaat over een TV spotje waarin een ‘ambtenaar’ zich uiterst bureaucratisch opstelt tegenover een moeder en dochter die haar Paarse Krokodil in het zwembad vergeten was. Remember? - Ik ben mijn column begonnen met het aangeven van het verschil tussen duurzaamheid en bureaucratie. Twee begrippen met dezelfde kenmerken: langdurig,betrouwbaar en stabiel. Duurzaamheid vraag echter om innovatie (vernieuwing van wat er al is) en bureaucratie staat voor conserveren (alles bij het oude laten; vasthouden aan wat er al is). Als je iets wilt veranderen, bijvoorbeeld omschakelen van bureaucratie naar duurzaamheid; dus van conserveren naar innoveren helpt het niet (weer) nieuwe regels op te leggen (regulering), dat leert alleen maar meer opgelegde bureaucratie. Daarom ben ik terughoudend. - Ik stel: “De markt pakt verspilling aan”, “op straffe van uitsluiting”. Voorbeelden zijn te er genoeg. Kijk naar de automobiel industrie. Als een auto geen A of B label heeft wordt die niet meer verkocht. Die labels zijn niet voor niets geïntroduceerd. De milieulobby heeft zich hier hard voor gemaakt. En ja, de overheid kan dit reguleren. - De ‘groeispiraal’ is het gevolg van verspilling. Groei is een kenmerk van het economisch model. Niet het enige maar een kenmerk dat de laatste decennia de overhand heeft gekregen. De groeispiraal zegt dat je meer moet groeien dan dat je verspilt. We gebruiken al onze natuurlijke hulpbronnen op zonder dat we er iets voor teruggeven, behalve materiële welvaart. Dat is prima, maar is eindig zodra de hulpbronnen op zijn. Nu kunnen we twee dingen doen. We kunnen alles opconsumeren tot dat er niets meer over is, of we stoppen (beginnen met matigen) de groei en gaan over op rendement. Ook een economische variabele. Rendement zegt dat je met minder (of geen) groei toch winst kunt maken. Dat kan alleen maar door slimmer te produceren. Dan moet je gaan innoveren (dat wat er is beter, sneller, schoner etc. te maken) - Dat is tevens het verschil tussen oud en nieuw ondernemen. Gek woord eigenlijk ondernemen. Als ik aan mijn Amerikaanse collega’s moet uitleggen wat dat is, heb ik daar altijd een raar gevoel bij. Het gaat over twee woorden; onder en nemen. Onder lijkt dat het onder tafel gebeurt, duister en louche. Nemen zegt het al. Dat is het tegenovergestelde van geven. In het Engels is het nog gekker. Letterlijk vertaald zijn het undertakers (doorgravers) Misschien moeten we onszelf maar ‘bovengevers’ gaan noemen. Ik hoop dat dit voldoende duidelijk voor je is?
  6. @TwaBla Je kunt inderdaad ook anders redeneren. De omschrijving van jouw ‘anders’ zie ik als het ‘oude’ denken namelijk dat mensen meer moeten verdienen dan ze uitgeven. Mijn betoog waar ik mee begon zegt dat dit namelijk niet nodig is. Genoeg is genoeg, niet te weinig niet te veel. Ons huidige paradigma is meer, steeds meer (groei !) Bedrijven lopen niet voorop, tenzij ze bemerken dat ze buiten de boot gaan vallen, omdat de samenleving hun werkwijze niet langer accepteert. Dat is inderdaad vraagbeïnvloeding. Om die vraag te beïnvloeden hebben we de overheid niet nodig. Zelfs niet voorwaardenscheppend is mijn mening. Pressiegroepen en opiniepeilers zijn marktpartijen evenals de individuele consument. Als voorbeeld stuur ik je een link waarin een marktpartij (individu) een pleidooi houdt. Geniet.
  7. @Frans Sijtsma. Ik weet niet of ik je vraag helemaal begrijp. Ik denk dat je mij 2 keuzen voorlegt. 1) geen rendement, wel investering, 2) geen mileuvoordeel, wel rendement? Voor mij gaat duurzaamheid altijd samen met rendement. 1. valt dus af. Voor duurzaamheid geldt tevens People, Planet, Profit. 2. kan dus duurzaam zijn als het voldoet aan People en Profit. Dat is het lastige met deze trilogie. In de MVO opvattingen moet duurzaamheid voldoen aan 1 van de drie. Voor mij persoonlijk geldt altijd alle drie tesamen.
  8. @TwaBla; mooi voorbeeld van een project. Ik ben echter zeer terughoudend als het gaat om regulering. Regulering blijft een opgelegd karakter hebben dat vaak het terenovergestelde effect sorteert. Het Paarse krokodil syndroom. Ik ben ervan overtuigd dat de markt 'verspilling' keihard aanpakt, "op straffe van uitsluiting". Ik gebruik het woord verspilling expres om aan te geven dat ons/het economisch denken is georganiseerd rondom de 'groeispiraal'. Ik heb al eerder aangegeven dat ik denk dat er een einde komt aan de groei. Alle economische indocatoren geven dat aan. Als de groei afneemt (wellicht zelf tot nul), hoe blijf je dan in business? Dan kan elleen maar door slimmer (innovatiever) te werken en duurzamere producten te maken. @Frans Sijtsma: Duurzaam en innovatie zijn dan inderdaad synoniem aan kostenbesparing. Het verschil met de 'ouderwetse' kostenbesparing is dat duurzaamheid de 'aard en richting' van die besparing aangeeft namelijk ecologisch onbelast, langdurig, betrouwbaar en stabiel.
  9. Ik geef als ‘aanstichter’ van deze discussie wat korte reacties. Zoals gebruikelijk wil @P.J.Odems het liefst casuïstiek en aandacht voor zijn preoccupatie op ambtenarij. @krispijnbeek heeft daar al een helder antwoord op gegeven, refererend aan de ‘kroonrede’ van Wientjes op de BID 2010. (jammer dat ik je daar niet ontmoet heb!) De interpretatie van mijn systeemfout gaat inderdaad over 1, waarbij ik mij realiseer dat er altijd sprake moet zijn van transparante registratie t.b.v. de ‘bewijslast’. Dat maakt duurzaamheid tevens zo lastig. Voor een bewijslast zijn weer meetcriteria nodig en daarover is ‘men’ het nog niet eens. Alle belangengroeperingen vallen inmiddels over elkaar heen met hun ‘keurmerken’ over hoe duurzaam hun product wel niet is. Deze vermeende duidelijkheid stelt niets voor en gaat alleen over het creëren van imago. Een groen (duurzaam) imago verkoopt en daar is het (nog steeds) om te doen. @John Bouwmans merkt op dat de consument eerder wakker geschud moet worden dan de ondernemer. Ik denk dat het een wisselwerking is tussen beiden. Ik richt mij in mijn werk op ondernemers (om hun eigen onderneming zo duurzaam mogelijk te maken). Die ondernemers bewerken via de media de consument. De overheid speelt in het denken, doen en handelen tussen producent en consument nauwelijks een rol. Uit onderzoek blijkt dat de consument aarzelend, maar toch steeds meer duurzaam bewust wordt. Men heeft oog voor de grondstoffen en ingrediënten, maar ook voor hoe het gemaakt wordt en door wie (kinderarbeid?) of het milieubelastend is energie vreet, gerecycled kan worden etc. De consument wordt steeds mondiger en meer dominant. De consument wil ‘groen’, sterker de consument eist groen. “Being half green is no longer good enough”. Beide kanten stuwen elkaar op in een ‘duurzaamheidrace’. Als dat niet zou gebeuren keert uiteindelijk de wal het schip, een proces dat nu al gaande is. @TwaBla. Er bestaat geen vrees voor verspilling; dat is inherent aan het systeem. Er is nog geen maat voor verspilling. De hemel zal niet naar beneden komen zolang ik nog op de wereld ben, maar wat laten we achter voor ons nageslacht (al dan niet via de spermabank ) Dan komen jouw ‘weloverwogen belangen’ om de hoek kijken. Dat is de kern die ook al eerder door @Jeroen is opgemerkt. Wellicht kunnen we onze eigen individuele belangen een beetje indammen om nog wat voor ons nageslacht achter te laten. De natuur corrigeert veel, maar helaas niet alles. “De mensheid heeft rampen nodig” schreef ooit Mahatma Gandhi wil de mensheid tot inkeer komen. Sommigen zien “de mens als natuurramp” Aardige filosofische gedachte! @krispijnbeek Ik laat me toch verleiden een case te geven uit eigen praktijk in de papierindustrie; één van de meest milieu belastende en energie vretende industrieën ter wereld. In deze case spelen alle MVO/PPP variabelen, zijn de absolute getallen fictief en de percentages reëel. De Omzet bedroeg 600 mln. De kosten verbonden aan de afvalcyclus is circa 12% (72 mln.) van de omzet. Papier wordt gemaakt van houtvezels en cellulose. Met chemische middelen wordt nieuw hout ontschorst en het hout geweekt om de vezels te verwerken en gebleekt voor de witte kleur. Het afval bestaat uit zwaar chemisch verontreinigd schors; circa 4.500 m3 natte ‘slurrie’ per jaar (een 50 meter zwembad vol!) De kosten voor opslag, verwerking, distributie, vernietiging en beveiliging van het afval bedroegen 72 mln. Per toeval ontdekten wij dat dit afval perfect geschikt was als grondstof voor de kunstmestindustrie. Om dit mogelijk te maken moesten er vele innovaties gedaan worden. De ‘slurrie’ reinigen van chemicaliën, indrogen van 4.500 m3 te vernietigen ‘slurrie’ tot 40 m3 verkoopbare korrels. Opslag capaciteit elimineren, distributie capaciteit (19 tankwagens) met 95% teruggebracht (één vrachtwagen) en uitbesteed. Deze slimme transformatie (andere manier van denken) leverde met een investering van 1,5 mln. een opbrengst van 84 mln (14% van de omzet). Een rendementsverbetering van 26% van de omzet.
  10. Deze CS / Noobie kon helaas door ICT problemen niet eerder ‘interactief participeren’. Met het schrijven van een column probeer je gedachten uit te beelden met woorden. @Jeroen; Woorden zijn dus iets of niets al naar gelang je er ‘iets’ mee wilt. Winst is een resultante, een uitkomst van een proces; jouw brood. Duurzaamheid is een ingrediënt van dat proces. Het bepaalt de ‘smaak’ van winst. Groei verandert die smaak niet; het bepaalt slechts hoeveel brood je kunt eten. Als de winst nul is, krijg je op den duur honger. Dat is nu net de essentie van mijn column. Ik geef geen individuele casuïstiek waar @Odems gek op is, maar beschrijf een systeemfout, of beter een systeemconditie. Ik stel dat ons economisch, maatschappelijk en sociaal stelsel bestaat bij de gratie van verspilling (het teloor laten gaan van iets waardevols door nalatigheid). Verspilling is het ‘collateral damage’ van het systeem. Nu we langzaam tegen de grenzen van de grondstoffen aan gaan lopen proberen we die verspilling terug te dringen via trucs als innovatie, inventie e.d. Ook daar kan je geen droog brood van kopen. Dit zijn zelfs geen ingrediënten maar betreffen het proces. Als je in het systeem niets aan de verspilling doet (dan wel het niet eens wilt/kunt zien!) is groei nodig om die verspilling weg te moffelen. Het probleem is dat groei minder wordt en op termijn zelfs eindig. Ik bepleit daarom het begrip rendement boven groei. Rendement als ‘nuttig effect’ van een activiteit, investering e.d. in verhouding tot de hoeveelheid gebruikte energie, grondstoffen e.d. Op deze manier kun je het begrip rendement gebruiken om verspilling te meten. Rendement wordt gebruikt bij investering (ROI) of bij sales (ROS). Rendement op bedrijfsvoering kennen we niet. Hooguit het bedrijfsresultaat, maar dat zegt weer alles over winst en groei maar niets over verspilling. Rendement op een onderneming dan? Dat is weer de winst en dat is een indicator voor de beurswaarde, en daar ging het nou net mis mee …!!! Willen we werkelijk overleven dan zullen we toe moeten naar een systeem waarbij rendement de afrekensleutel is; een systeem dat meer genereert in verhouding tot wat er in gaat. Een slimmer systeem dus. Dat slimme systeem noodzaakt tot innovatie, inventie, diepgaande specialisatie e.d. Het utopisch moment betekent bij 100% rendement geen verspilling meer; dat is helaas voorlopig nog een illusie. De vraag blijft natuurlijk altijd of duurzaam ondernemen iets anders is dan ‘gewoon’ ondernemen. Neen. Het principe van ondernemen is creatie van continuïteit door bij te dragen aan de waardeketen. Ik heb ‘gewoon’ ondernemen getypeerd als conserverend; onderzoek wijst uit dat vele ondernemers ‘angst’ hebben voor het ingrediënt duurzaamheid dat hen mede op kosten zal jagen. Deze categorie is reactief, kijkt de kat nog uit de boom kijken, en zal moeite hebben met het nieuwe paradigma van ondernemen. Een paradigma van innoveren met responsief en pro-actief nemen van risico’s, vooruitstrevend, baanbrekend en radicaal anders. Dit vraagt om moed en creativiteit. @krispijnbeek geeft goed gefundeerd aan op welke wijze het begrip duurzaamheid op de agende staat en brede aandacht krijgt. Hieruit blijkt ook dat het (inter)nationale bedrijfsleven duurzaamheid in brede kring omarmt. Niet in de laatste plaats omdat marketeers ontdekten dat ‘groene’ duurzaamheid verkoopt en omdat het inmiddels in de proces/productie keten als essentiële voorwaarde wordt gezien van iets als ethisch Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. De industrie wil met het ‘Brend Spar’ effect een groen imago (profiel @Odema) uitstralen. Alle ketenpartners moeten meedoen, op straffe van uitsluiting. Zo ontstaan nieuwe begrippen als de ‘carbon footprint’; ecologische voetafdruk. Groen doet het met Groen. “Being half green is not good enough”. Ik dank @Rogier van Meenen voor zijn thermodynamische bijdrage, waaruit ik waarschijnlijk wil lezen dat het terugdringen van verspilling binnen zekere tijdgrenzen hoge prioriteit heeft. Ik stel voor dat economen @TimK zich nu eens bezig gingen houden met het verbeteren van het systeem i.p.v. met de geschiedenis. In oktober ’73 brak de Jom Kipoeroorlog uit. Daarin steunden Nederland en de VS Israel in de strijd tegen haar Arabische buren. Deze domineerden het OPEC kartel en kondigden een olieboycot af waardoor de 1e oliecrisis zich aandiende. Tenslotte de bewering van @Odems dat duurzaamheid synoniem is aan stroperigheid en derhalve als ‘ambtenarij’ moet worden gediskwalificeerd. Dit lijkt niet gebaseerd op eigen ervaring noch enige deskundigheid. In zijn woorden is het bedrijfsleven zaligmakend en voordurend aan het monitoren om in de race te blijven. Datzelfde bedrijfsleven staart helaas nog steeds navel, wacht op overheidsmaatregelen (lees steun), heeft een gebrek aan slagkracht, een armoedige innovatie en is druk bezig de internationale boot te missen, de continuïteit brokkelt af, de winsten komen nog verder onder druk te staan, de beurswaarde verdampt en daarmee is de neergaande spiraal rond. Deze boodschap is bedoeld als wake-up call voor ondernemers om die spiraal te doorbrteken, en daar moet je adequaat een strategie op ontwikkelen die continuïteit veilig stelt. Daar maakt het ingrediënt duurzaamheid fundamenteel onderdeel van uit. @Pieter Reitsma; Als iemand dat commercieel interessant vindt ben ik daarvoor beschikbaar.
  11. Duurzaamheid is meer dan zonnecellen op het dak of windmolens je de tuin. "Groen" verkoopt, maar is gemiddeld slechts 8% van de bedrijfskosten. Duurzaamheid gaat ook over die andere 92%. Duurzaam staat voor langdurig, betrouwbaar en stabiel. Deze kenmerken gelden ook voor het verfoeide begrip bureaucratie. Het verschil is dat bureaucratie staat voor conserveren; behoudend veiligstellen met zekerheid en dat duurzaamheid noodzaakt tot innoveren; vooruitstrevend vernieuwen met risico. Voor duurzaam succes is een kraakheldere strategie nodig om de winnende voorsprong te nemen op de concurrentie. Duurzaamheid kwam in zwang tijdens de oliecrisis in 1973, die een korte maar hevige economische crisis veroorzaakte. De benzine ging op de bon. We leerden wat schaarste betekende. Het duurzaamheid denken was begin jaren 80 net zo snel weer verdwenen als het gekomen was. De economische bomen groeiden weer tot in de hemel. In de jaren 70 was het ‘westen’ de economische motor van de wereld met concurrerende ‘Aziatische tijgers’ als Taiwan en Hongkong die goedkoop konden kopiëren en produceren. De decennia daarna zijn grote delen van de ‘maakindustrie’ naar de ‘ontwakende’ BRIC-landen als Brazilië, India en China overgebracht. Zij mobiliseerden en ontwikkelden het arbeidspotentieel. Kopiëren ging over in innoveren. Hun groei is ongekend. Voor die ‘maakindustrie’ worden grondstoffen massaal geclaimd en stroomt het kapitaal rijkelijk toe. De huidige crisis is anders. Sinds de val van Lehman Brothers in 2008 is er al ruim 2.100 miljard dollar verdampt! Deze crisis gaat over virtueel (beurs)geld. De verliezers lijken banken en institutionele beleggers totdat de pensioenen moeten worden betaald! Met het verdampen van het geld verdampte ook het onderling vertrouwen. Iedereen blijft op zijn spaarpot zitten en de productie economie hapert. Geld is het bloed van het economisch proces. Zonder geld geen productie en dus geen groei. Het groeisysteem staat op instorten. Groei betekent meer en levert verspilling als ‘bijproduct’ Verspilling is de negatieve ‘toegevoegde waarde’ tussen wat er ingaat en wat er uitkomt. De meeste producten veroorzaken verspilling, vaak meer dan 90%. De energie in een gloeilamp levert 2% licht, de rest (98%) is warmte. Het is de duurste kachel ter wereld. Deze inefficiëntie geldt voor bijna alle technologieën. We koesteren de illusie dat we vanzelf uit de schulden groeien. We zullen moeten gaan naar een systeem dat verspilling straft en rendement door ontwikkeling van slimme en zuinige alternatieven beloont.100 procent rendement kent geen verspilling. De werkelijkheid is dat we niet door kunnen blijven gaan met het denken en doen dat ons in de problemen heeft gebracht. We moeten breken met de structuren en paradigma’s die ons gevangen houden en overgaan op rendement en duurzaamheid. Dat vraagt slim denken en innovatief handelen. De sleutel zal zijn of het management het vermogen heeft om radicaal andere uitkomsten aan te durven gaan. Want duurzaamheid wordt de onderscheidende factor, en concurrentie levert de druk op te schuiven in de keten van waardecreatie. We moeten begrijpen dat alles ondergeschikt wordt aan duurzaamheid. Duurzaamheid draagt niet slechts bij aan de strategie. Duurzaamheid is de strategie, en die is gericht op ‘winnen’. Willen winnen is een diepgewortelde mentale overtuiging met een vijftal basisvoorwaarden. 1. Noodzaak. We moeten duurzaam ondernemen; dat is bittere noodzaak. 2. Belangen: Veiligstellen van belangen van partners, op straffe van uitsluiting. Aandacht voor nieuwe begrippen als ‘carbon footprint’; ecologische voetafdruk. 3. Bereidheid: Echt willen tegenover een soort van apathische onverschilligheid? 4. Vermogen: Onderschatten of overschatten van kwaliteiten om daadwerkelijk duurzaam te kunnen ondernemen? 5. Posities: Waar plegen we welke interventies? De aanname dat iedereen moet veranderen behalve de ‘top’ is een ingebouwd garantie voor ‘verliezen’. Iedereen is iedereen. Als de voorwaarden zijn ingelost kan de strategie vorm krijgen die duurzaam transformeert van ‘conserveren naar innoveren’. Die strategie kent een solide fundament gebaseerd op innovatieve als richtinggevend beginsel, een dynamische mentale programmering en ‘state of the art’ techniek. Op dat fundament staat een ketenorganisatie volgens het principe ‘verbind en werk samen’, die flexibel en proactief openstaat voor maatschappelijk onderwerpen. Durf mee te varen op de dynamiek: Volgens Lao Tsé “drijven alleen dode vissen met de stroom mee”. Wie wil er nu een dode vis zijn?
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.