Wim Schreuder

Senior
  • Aantal berichten

    36
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

Persoonlijke info

Bedrijfsinfo

Visie op

  • Ik zoek mensen die
    grip op pensioen willen krijgen!

Wim Schreuder's trofeeën

  1. De pensioenvoorziening is in feite een schuld van de BV aan de DGA (uitgesteld loon => oftewel levenslang pensioen). Dat maakt de indeling onder langlopende schuld logisch.
  2. Beste Sandradj Bij pensioen in eigen beheer is jaarlijks een actuariële berekening nodig. Dat is een berekening waarin rente, sterfte- en levenskansen en kosten zijn verwerkt. Zo'n berekening kun je niet zelf maken. Het maakt daarbij niet uit of het om een actieve of inactieve BV gaat. Groeten, Wim
  3. Ik sluit me aan (bijna) bij wat Norbert al meldt: BND is op zich een prima organisatie met een goed product, maar het is gewoon een box 1 (dus niet box 3) lijfrente-opbouwrekening. Je spaart een kapitaal dat je bij pensionering moet omzetten in een lijfrente. De inleg betaal je vanaf de privérekening en is in box 1 aftrekbaar. De lijfrente is een periodieke (in box 1 belaste) uitkering. Die lijfrente kun je vanaf de omzettingsdatum door een bank of verzekeraar laten uitkeren. Bij een bank is het per definitie een tijdelijke, bij een verzekeraar kan het levenslang zijn. Zo zijn er meer verschillen, waarvan het nu wat ver voert om ze tot in detail te behandelen. Een andere mogelijkheid is dat je via de BV een 'echte' pensioenregeling treft. Als ware je werknemer (en dat ben je 'soort van' ook van je BV). Deze pensioenregeling valt dan onder de Wet op de loonbelasting en moet voldoen aan regels die die wet omtrent pensioen stelt. Dat zijn overigens regels die voor alle pensioenregelingen gelden, op dit punt is een dga-pensioenregeling niet anders dan een werknemerspensioenregeling. Denk daarbij aan zaken als hoe hoog een pensioen maximaal mag zijn en wat er gebeurt als een pensioenregeling niet aan de regels voldoet (de regeling wordt dan belast en beboet, geldt trouwens ook voor lijfrenteregelingen die niet aan de regels voldoen). Vanzelfsprekend drukken de kosten van een pensioenregeling op de BV. De BV betaalt dus rechtstreeks aan de pensioenuitvoerder. De pensioenuitvoerder is bij een dga-pensioenregeling via de BV sinds 01-07-2017 altijd een verzekeraar (heel soms kan het ook een pensioenfonds zijn). Verder onderscheidt de pensioenregeling zich in de praktijk van de lijfrenteregeling op het punt van nabestaandenpensioen. Die zitten bij pensioenregelingen meestal ingebakken in de aard van de regeling (ouderdoms-, partner- en wezenpensioen, zo nodig ook nog ANW-aanvullingspensioen, eventueel premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en aanvullend inkomen bij arbeidsongeschiktheid). Bij lijfrenteproducten moeten deze onderdelen vaak via aanvullende verzekeringen worden geregeld. Tot zover in hoofdlijnen. Wat voor jullie als dga's passend is, is niet zo 1-2-3 te zeggen. Dat hangt van jullie persoonlijke situatie af. Om daar meer over te zeggen of zelfs te adviseren, is persoonlijk advies nodig waaraan door de Autoriteit Financiële Markten eisen worden gesteld. Ik mag dus niet, naast algemeenheden zoals hierboven, via dit forum persoonlijke adviezen geven.
  4. Hallo Dingo35, Als de lijfrente in de uitkeringsfase zit, moet elk jaar een bmw-berekening worden gemaakt op basis van de rente uit jouw lijfrenteovereenkomst. De lijfrente is immers levenslang, bevat sterftekansen. Je kunt in die fase dus niet meer alleen volstaan met aftrek uitkering en oprenten saldo. Groeten, Wim
  5. Hallo Dingo35. - Fiscale risico's: ik kan alleen maar aangeven wat de fiscus mag doen als een regeling onzuiver is. Dus of je hebt mazzel, of de fiscus kent haar eigen regels niet, of ze doen alleen steekproeven, of ze zijn overbelast etc. etc. Ga er gerust van uit dat ze het ook op z’n tijd toepassen. - Met 4,5% bedoelde ik de rente in jouw overeenkomst. Die kan t.z.t. variëren, zo begrijp ik uit jouw tekst (‘vijflaarlijks te herzien met 10 jaars staatslening NL’). De rente uit jouw overeenkomst moet je ook in de uitkeringsfase blijven aanhouden. Je kunt deze alleen veranderen voor zover het contract hierin voorziet. Veranderen omdat de marktrente is veranderd vindt de fiscus niet ‘zakelijk’. Dat zouden namelijk vele pensioen- en lijfrenteverzekeraars ook wel willen die kreunen en steunen vanwege de bedragen die ze op grond van oude garanties moeten reserveren… Succes! Groeten, Wim
  6. Hallo Dingo35, Mijn tips/opmerkingen zijn de volgende: - oprenten van een lijfrentevoorziening mag in beginsel niet worden gestopt. Verlies in de BV is geen reden tot stoppen. Als je stopt, zou ik dit met de Belastingdienst afstemmen. Bij oneigenlijk stoppen heeft de Belastingdienst het recht om de voorziening te belasten (max 52%) en een revisierente op te leggen (20%). - Een BMW-berekening is moeilijk. Vandaar het programma van Akkermans. Er zit niet alleen rente in, maar ook kosten en sterftekansen. - bij de huidige rentestand zal een lage lijfrente-uitkering worden berekend. Die moet in de uitkeringsfase vervolgens weer tegen 4,5% worden gewaardeerd. Gevolg is dat een deel van de voorziening vrijvalt in de winst (of verlies). - de uitkering is levenslang als je nu start. In sommige situaties is een tijdelijke uitkering mogelijk. - de glijclausule (aanpassen van uitkering of overeenkomst als iets niet goed blijkt te zijn) staat vaak in een overeenkomst, maar of de Belastingdienst deze in voorkomend geval accepteert, is maar de vraag. - Lijfrentetermijnen moeten aan een natuurlijk persoon toekomen. Tot zover mijn opmerkingen. Ik geef je in overweging om voor verdere afhandeling een fiscalist in te schakelen. Met vriendelijke groet, Wim
  7. Of afkoop PEB invloed heeft op de WKR-ruimte hangt af van de hoogte van de afkoopsom. In de meeste gevallen zal het afkoopdeel meer bedragen dat 10% van de totale loonsom en moet de afkoopsom buiten beschouwing worden gelaten. Alleen kleine afkoopsommen die 10% of minder bedragen tellen wel mee voor het bepalen van de 1,2% WKR-ruimte. (wijsheid afkomstig van de Belastingdienst).
  8. Zeker Dirkmuis. Bij zowel pensioen als lijfrente spaar je fiscaal aftrekbaar. In het ene geval via de BV met een product dat bij een verzekeraar is ondergebracht, in het andere geval met een product van een bank of verzekeraar. Tegenover de fiscale aftrek staat dat je het geld dat je opbouwt alleen mag gebruiken voor pensioen/lijfrente. Het is dus 'beklemd' vermogen (en valt buiten box 3). Fiscaal ideaal (en vaak voorkomend) zou zijn dat de aftrek een hoger belastingvoordeel oplevert dan de belasting straks op de periodieke uitkering. Bijvoorbeeld lijfrentepremieaftrek tegen 52%, terwijl het pensioeninkomen vaak lager is en de 52%-schijf niet meer bereikt. Zoals geschreven: beide vormen zijn in zekere zin beschermd tegen het faillissementsrisico van de spaarder. Aan de aanbiederskant speelt dat bij lijfrente (bancaire) producten onder het depositogarantiestelsel vallen, dus beschermd tot 100K. Bij verzekeraars is dat n.v.t., omdat bij een verzekeraar geen 'bankrun' kan ontstaan. Verdere verschillen: [*]lijfrente kan tijdelijk worden uitgekeerd (wel met spelregels), pensioen is altijd levenslang; [*]lijfrentepremieaftrek is pakweg 14% van een inkomensgrondslag, voor jong en oud, bij pensioen is het leeftijdsafhankelijk. Een jongere kan minder pensioenpremie inleggen dan een oudere. Omslagpunt ligt ruwweg rondom leeftijd 45 (afhankelijk van een hele rits aan variabelen) [*]bij lijfrente kun je van jaar tot jaar bepalen of en wat je wilt storten (mits onder max), bij pensioen moet je elk jaar de verplichting (tot opbouw en risico-afdekking) uit de pensioenovereenkomst nakomen. En er zijn nog verschillen met betrekking tot nabestaandenpensioen en afdekking arbeidsongeschiktheid, maar die laat ik nu even voor wat het is. Al met al twee verschillende pensioenopbouwmogelijkheden waarbij de persoonlijke situatie van belang is om voor het een of het ander te kiezen.
  9. Mijn lampje in deze mistige materie: BND biedt 'pensioen' aan via een 'pensioenrekening'. Fiscaaltechnisch gaat het hier niet om 'pensioen' (voor werknemers, beschermd door de pensioenwet) maar om 'lijfrente', waarvan iedereen in NL gebruik kan maken. Ook de 'ZZP-pensioenrekening' van BND is een lijfrenterekening. De DGA-pensioenrekening van BND is noch een lijfrente- noch een pensioenrekening. Het is een dekkingsrekening die bedoeld is voor BV's waar de DGA een pensioentoezegging in eigen de BV beheer opbouwt. De BV moet ervoor zorgen dat de pensioenuitkeringen t.z.t. ook kunnen worden opgehoest. Dat kan de BV doen door ervoor te zorgen dat ze zelf voldoende liquiditeiten heeft. Daarbij kan er voor worden gekozen om elders een pot geld op te bouwen. Die pot geld kan de vorm hebben van een dekkingspolis bij een verzekeraar of de DGA-pensioenrekening bij BND en is gewoon een activapost (dus ook risicodragend in geval van faillissement). Er zit geen pensioenverplichting op, zoals wel het geval is bij een de pensioenvoorziening aan de passivakant. Tegen de tijd dat de DGA met pensioen gaat, keert de rekening het geld uit naar de BV die dit geld vervolgens gebruikt voor het uitkeren van pensioen. Wat pensioen in eigen beheer betreft: dat staat op het punt om te worden uitgefaseerd. Zie columns die ik hier eerder over schreef. De bedoeling was dat het per 01-01-2017 zou gebeuren, een fiscaaltechnische kwestie heeft de boel echter vertraagd. De staatssecretaris zal nog een aanvulling op het wetsvoorstel maken dat naar verwachting eind januari verschijnt. Als straks pensioen in eigen beheer is afgeschaft, kan de DGA nog steeds fiscaal aftrekbaar voor zijn pensioen sparen via een lijfrenterekening of een pensioenpolis. In het eerste geval legt hij vanuit privé geld in (aftrekbaar via de aangifte inkomstenbelasting). In het tweede geval sluit de BV een polis bij een pensioenverzekeraar, net als men voor een werknemer zou kunnen doen. Deze polis is, net als bij pensioen in eigen beheer, gebaseerd op een pensioenovereenkomst (arbeidsvoorwaarde) die de BV met zijn DGA in rol van werknemer afspreekt. Deze pensioenvormen zijn, in zekere mate, ook beschermd tegen het faillissementsrisico van de DGA (in privé) of de BV. Hopelijk biedt deze uitleg wat duidelijkheid. Groeten Wim
  10. Goedemorgen Manta, Wat redelijk is, is afhankelijk van veel factoren. Een precieze uitspraak kan ik dus niet doen. Ik kan je wel een paar vuistregels geven: De gemiddelde Nederlander werkt ongeveer een dag in de week voor het pensioen (dus 20% van het loon). In die vuistregel zit dus alles en iedereen. Jong, oud, luxe regelingen, sobere regelingen. Kijk je naar het bedrijfsleven dat niet aan cao of pensioenfonds is gebonden, dan wordt daar vaak een beschikbarepremieregeling gevoerd. Geld wordt ingelegd in beleggingsfondsen, het pensioenkapitaal wordt op de pensioendatum omgezet in pensioen. Het toekomstig pensioenstelsel waar Klijnsma aan werkt, zal naar verwachting kenmerken van dit type regeling hebben. Zoals het er nu naar uitziet, gaat het stelsel namelijk richting 'persoonlijk pensioenvermogen'. Binnen beschikbarepremieregelingen wordt de maximaal toegestane premie afgeleid van leeftijdsgebonden premiestaffels. Ooit waren ze er alleen op 4% rekenrente, maar inmiddels grossiert de Belastingdienst in staffels en afgeleide regelgeving kan bijvoorbeeld ook 2% rekenrente als uitgangspunt worden genomen. Hoe lager de rekenrente, hoe meer geld er aan zo'n regeling mag worden betaald. De percentages uit de staffels worden genomen over het loon minus een franchise (dat deel van het loon dat buiten beschouwing blijft omdat men ook AOW-rechten heeft). De franchise ligt vaak op (afgerond) € 13.000. Dus loon € 33.000, pensioengrondslag waarover premie wordt uitgerekend € 20.000 (op fulltimebasis). De premiestaffel op 4% rekenrente loopt van circa 4% (15- tot 19-jarigen) op naar bijna 28% (65 tot 67-jarigen). Die op 2% van ongeveer 15 naar 40%. Laatstgenoemde past meer bij de huidige tijd van extreem lage rentestanden. Daarnaast komen bij de staffelpremie nog wat kosten voor overlijdensrisico- en arbeidsongeschiktheidsdekkingen en uitvoeringskosten van de pensioenuitvoerder. Wat redelijk is, kan dus nogal verschillen, afhankelijk van leeftijdssamenstelling en hoogte salarissen. Verder nog de volgende belangrijke punten: - houd rekening met wetgeving rondom gelijke beloningsaspecten; - over een loonsverhoging zijn (tot max SVW-loon) ook werkgeverslasten verschuldigd; - als werknemers privé wat moeten regelingen, kunnen ze niet collectief beleggen en moeten ze zelf advieskosten maken (kan aardig oplopen); - een pensioenregeling via de werkgever biedt grote toegankelijkheid omdat de Wet Medische Keuringen van toepassing is (verbod tot vragen van gezondheidswaarborgen). Tot zover mijn reactie. Met vriendelijke groet, Wim Schreuder
  11. Beste Prinsrachid, laten we de discussie zuiver houden. Onder de titel 'oudedagsreserve' kan de dga niet vrijwillig reserveren. Alleen de IB-ondernemer ('zzp-er') kan nog een fiscale oudedagsreserve opbouwen. De dga moet zich voor zuivere oudedagsvoorzieningen wenden tot de drie overgangsmogelijkheden voor het opgebouwde deel of externe opbouw voor het toekomstige deel. Natuurlijk kan hij ook simpelweg geld in zijn BV laten staan/oppotten (waarbij te maken rendement uiteraard onder vpb valt) en t.z.t. hieruit dividend opnemen.
  12. Dank voor jouw reactie 'Easy Does It' De overheid vertrouwt burgers, meer precies in deze de dga's, juist heel veel zelfstandigheid toe. Er is voor hen namelijk niets geregeld, behalve AOW (het 'overheidspensioen') die voor iedereen geldt. Er wordt nu alleen een keuzevakje dichtgezet, namelijk het opbouwen van pensioen 'in eigen beheer' (met de BV als verzekeraar/pensioenuitvoerder). Dat stopt. Als de dga naast zijn AOW nog wat wil opbouwen, is hij/zij nu dus aangewezen op voorzieningen zoals die voor werknemers openstaan: pensioenopbouw bij een verzekeraar of (soms) pensioenfonds, of lijfrente bij een bank of verzekeraar. Bij werknemers gaat het (bij pensioen) vaak om collectieve regelingen. De dga zal een individuele regeling moeten treffen. Nog een paar woorden over 'verplichte pensioenverzekering'. Er is inderdaad bij de politiek een denkrichting (maar geen meerderheid) die zzp-ers wil verplichten om pensioen op te bouwen. Met 'zzp-er' bedoelt men in die discussie echter niet de zonder personeel werkende dga. En, eerlijk gezegd, zie ik het ook niet 1-2-3 gebeuren dat de zzp-er verplicht moet gaan opbouwen. Ja, misschien ooit een soort van basisdingetje om het onderwerp politiek af te doen. We zullen zien. Vooralsnog moet de zzp-er zonder BV zijn pensioen opbouwen via het lijfrentestelsel. Overigens stond in één van de brieven van de staatssecretaris aan de Tweede Kamer het idee om, als eigen beheer voor de DGA zou worden afgeschaft, ook de FOR voor de IB-ondernemer ('zzp-er') af te schaffen. Een goed ingevoerde bron bij de Belastingdienst wist mij echter te vertellen dat het daarvan zeker in deze kabinetsperiode niet meer zal komen. De dga mag straks op zijn balans dus geen fiscale pensioenreserve meer vormen, maar de IB-ondernemer mag dit voorlopig nog wel doen d.m.v. de FOR.
  13. Al eerder schreef ik op dit forum over de wens van de regering om opbouw van pensioen in eigen beheer niet meer toe te staan en het voorstel hoe dit kan worden gedaan. Zie mijn column van 14 juli 2016. Uiteindelijk is nu de knoop doorgehakt. Per 01-01-2017 stopt (actieve) pensioenopbouw in eigen beheer. Het wetsvoorstel komt grotendeels overeen met eerder gepubliceerde plannen en regelt de volgende mogelijkheden: 1. Afkoopfaciliteit 2. Mogelijkheid tot omzetting naar een oudedagsverplichting 3. Behoud eigen beheer zonder verdere opbouw Afkoop of omzetting naar een oudedagsverplichting kan alleen in 2017, 2018 of 2019 worden toegepast. Hierna ga ik kort op de mogelijkheden in: 1. Afkoop In deze optie wordt het pensioen afgekocht op basis van de fiscale waarde. Over de afkoop wordt een belastingvoordeel gegeven. Dat is het grootst in 2017, dan blijft namelijk 34,5% van de fiscale waarde buiten de belastingheffing. In 2018 bedraagt het 25% en in 2019 is het naar 19,5%. Daarna is afkoop niet meer toegestaan en wordt het net zo belast als nu het geval zou zijn (loonheffing + 20% revisierente) Het belastingvoordeel wordt gegeven over de stand van de fiscale voorziening per 31-12-2015. Het resterende deel van de voorziening wordt ‘gewoon’ belast. Voor gepensioneerde dga’s geldt een iets andere regeling die ik hier niet verder behandel. 2. Omzetting naar oudedagsverplichting Dga’s die geen geld (er voor over) hebben om af te kopen, kunnen de eigenbeheerreserve omvormen naar een ‘oudedagsverplichting’. Dit gebeurt op basis van de fiscale waarde. Jaarlijks wordt deze opgerent tegen de marktrente (nader te bepalen door de overheid). Het opgerente kapitaal wordt op de pensioendatum omgezet naar een lijfrente met een looptijd van tenminste 20 jaar. De BV is, naast banken en verzekeraars, een toegestane lijfrente-uitvoerder. 3. Behoud huidig eigen beheer (‘premievrij’) De dga mag ook alles bij het oude laten. Hij/zij mag alleen niet verder opbouwen. Het tot 01-01-2017 opgebouwde pensioen moet op de pensioendatum of bij overlijden ‘gewoon’ worden uitgekeerd, rekening houdend met de bepalingen uit de pensioenovereenkomst zoals indexatie. Ook de ‘dividendtoets’ blijft van toepassing en bij scheiding houdt de partner recht op zijn/haar pensioendeel op basis van de wettelijke regeling, tenzij de dga en zjin/haar partner onderling andere afspraken maken. Tot slot Er zijn diverse spelregels opgesteld, waarvan ik de volgende noem: - Afkoop of omzetting naar de oudedagsverplichting moet aan de Belastingdienst worden gemeld en kan alleen plaatsvinden als de partner van de dga daarin toestemt. - Als het opgebouwde pensioen in 2016 tenminste 125% hoger is dan het tot en met 2015 opgebouwde pensioen, dan wordt verondersteld dat er is gespeculeerd op de afkoopfaciliteit. Voor dit deel gelden dan de reguliere afkoopregels, inclusief 20% revisierente. • Een kapitaal uit een pensioenpolis kan onder de huidige regelgeving naar eigen beheer worden teruggehaald. Na 2016 is dit niet meer mogelijk. • Vermindering of wegvallen van opgebouwd pensioen kan niet worden gecompenseerd via de reserveringsruimte van het lijfrentesysteem. • Als de aandelen van de BV in handen zijn van derden, dan is bij afkoop of omzetting in oudedagsverplichting over de waardestijging schenkbelasting verschuldigd. Wat is de beste keuze? Een standaard antwoord is niet te geven. De persoonlijke omstandigheden zijn van grote invloed op de keuze en vragen om een zorgvuldige persoonlijke afweging. Niet alleen fiscaal, maar ook met betrekking tot zekerheid en bij de dga passende oplossingen.
  14. Het is alweer even terug dat ik op dit forum schreef over de plannen van de regering om pensioenopbouw in eigen beheer af te schaffen. In 2013 nam de staatssecretaris van financiën hiervoor het initiatief. Bij pensioenopbouw in eigen beheer vormt de DGA een voorziening op zijn balans van waaruit de BV later zijn pensioen uitkeert. De fiscale regels waarop deze voorziening worden gevormd, wijken echter inmiddels zo ver af van de werkelijke waarde (‘marktwaarde’) van het pensioen dat dit allerlei uitvoeringsproblemen oplevert. Niet in het minst bij echtscheiding, als de ex-partner in beginsel een deel van de werkelijke waarde van het pensioen kan claimen. Inmiddels zijn we een paar jaar discussiëren verder en is Wiebes zover dat hij zijn plan door de ministerraad heeft. Voor Prinsjesdag wordt het wetsvoorstel verwacht, zodat het per 1 januari 2017 in werking kan treden. De belangrijkste punten uit het voorstel [*]De staatssecretaris wil bij voorkeur van de eigenbeheervoorzieningen af en faciliteert daarom ‘gunstige’ voorwaarden voor afkoop. In de periode 2017 tot en met 2019 mag voor eenmalige afkoop worden gekozen. Daarbij wordt korting op de afkoopbelasting gegeven. Er van uitgaande dat het afkoopbedrag in de hoogste belastingschijf valt (52%) bedraagt de effectieve belastingdruk in 2017 34,06%, in 2018 39% en in 2019 41,86%. [*]Als uitgangspunt voor het afkoopbedrag dient de eigenbeheervoorziening per 31-12-2015. [*]De eerste schijf van de vennootschapsbelasting wordt stapsgewijs verhoogd van € 250.000 naar € 350.000 in 2021. Zo worden dga’s die de BV als spaarpot willen gebruiken milder belast. Voorbeeld afkoop Stel dat een 50-jarige dga nu € 15.000 pensioen heeft opgebouwd. Zijn fiscale voorziening is dan circa € 100.000. De ‘marktwaarde’ van zijn pensioen is momenteel ongeveer € 420.000. Als hij in 2017 wil afkopen houdt de BV € 34.000 belasting in en boekt het € 66.000 over naar privé. Daar valt het in box 3 of kan de dga het herinvesteren in zijn bedrijf. Niet afkopen? Voor degenen die niet willen of kunnen afkopen geldt keuze uit het volgende: [*]Omzetting van de eigenbeheervoorziening naar een eenmalig toegestane spaarvariant in eigen beheer. Deze wordt op de pensioendatum omgezet in een lijfrente. [*]Behouden van het pensioen in eigen beheer. Nieuwe opbouw is dan echter niet meer mogelijk, de opgebouwde rechten worden bevroren. Bij afkoop of omzetting naar de spaarvariant geldt dat de (ex-)partner hiermee akkoord moet gaan.
  15. Prima toelichting Prins, dat maakt het wat duidelijker in het toch al zo mistige 'wat-mag-fiscaal-allemaal-wel-en-niet-veld'. Dank en groet, goed weekend Wim
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.