Wouter Pijzel

Jeroen, op het forum heb ik een goede en recente discussie omtrent dit onderwerp gezien. Kijk daar zeker ook even naar. Wat ik daaraan nog kan toevoegen is dat je op je concept en uitingen daarvan in ieder geval copyright, jaartal en naam moet vermelden. Tevens kan je overwegen aan het concept een goede naam te verbinden en die naam is uiteraard te beschermen door een (beeld)merkdepot bij het Benelux Merken- en Modellenbureau in Den Haag. Ook snelheid kan belangrijk zijn. De eerste die met iets nieuws komt heeft een voorsprong en krijgt publiciteit en naamsbekendheid. Vanaf dat moment kan je merkdepot een functie krijgen. Succes! Wouter Pijzel :o

Het is in het kader van de vraag van Elias niet zo van belang dat, zoals Arnoud het omschrijft, een ervaren gemachtigde het gewenste "further technical effect" kan produceren. Hier komen we nu precies bij het grote probleem dat veel individuele uitvinders met octrooigemachtigden hebben: ze schrijven maar wat graag een pracht octrooi en vergeten daarbij nogal eens het werkelijke belang van de aanvrager. De aanvrager is beter geholpen met een kritische opstelling van een gemachtigde en de opdracht eerst maar eens wat huiswerk te maken dat bestaat uit nader onderzoek en doorontwikkeling van het idee. Ook de vraag van Arnoud om afgewezen octrooien te produceren is volstrekt niet relevant in het kader van de aanvankelijke probleemstelling en een bruikbaar advies aan de vraagsteller. Wouter

De vraag van Elias Rooze heeft een aantal interessante en leerzame kanten. Graag geef ik mijn mening daaromtrent. Allereerst de kanttekening dat een idee nog moet uitgroeien tot een vinding voordat de meest optimale wijze van beschermen duidelijk wordt. Een idee is nog te weinig! Maak er een vinding van. Tijdens dat traject van idee tot vinding dient er onder meer octrooionderzoek plaats te vinden. Blijkt een vinding reeds "stand der techniek" te zijn, is overleg met bijvoorbeeld een octrooigemachtigde zinvol. Samen kan dan worden nagegaan of er nog voldoende speelruimte is voor een eigen beschermingsvorm. In Elias' geval is er sprake van een IT gerelateerd idee. Belangrijk daarbij is of het louter software betreft of dat er ook hardware aspecten aan vast zitten. In het laatste geval is bescherming d.m.v. een (EP) octrooi iets eenvoudiger. In de VS kijkt men overigens wat pragmatischer tegen deze zaak aan. Hans Mertens van het octrooibureau EP&C is één van de specialisten op dit gebied. Veel octrooibureaus zijn bereid om een gratis orientatie-uur ter beschikking te stellen. Bij de afdeling publieksvoorlichting van het Bureau I.E. kan men ook nuttige adviezen in deze krijgen. Men beschikt daar ook over een speciaal informatieblad over bescherming in de ICT. Wouter Pijzel

Wat protobouw betreft het volgende goede nieuws: Op 21 november organiseert het BIE haar jaarlijkse seminar. Dit jaar gebeurt dat samen met de NOVU. De organisatoren hebben Reinout Meltzer gevraagd om kennis over te dragen over prototyping. Dit gebeurt in de workshop "Een prototype is meer dan een prototype" Het verhaal hebben wij gehoord. Prima als algemene orientatie. Er zal zeker gelegenheid zijn om vragen te stellen en dieper in de materie te duiken. Ook de laatste uitgave van het vakblad Vindingrijk (NOVU) bevat een mooi artikel over prototyping van de hand van Meltzer. Hij is echt een specialist op dit terrein. Wouter Pijzel

Het hebben van een idee op zich is niet zo bijzonder. Het wordt pas leuk als je van het idee een vinding weet te maken. Dat gaat met de drie cruciale onderzoeken en de aanzet voor een ondernemingsplan (3 x O + O). Hierbij enige uitwerking. Octrooionderzoek gaat prima met esp@cenet. Begin echt met dit onderzoek en niet met bijvoorbeeld technisch onderzoek of marktonderzoek. Als je al bedrijfsmatig werkt kan je het onderzoek ook uitbesteden bij speciale medewerkers van Syntens. Deze speurneuzen zijn door het Bureau I.E. opgeleid. Niets gevonden betekent helaas niet dat er niets is. Bij het technisch onderzoek hoort ook het maken van een proto. Met zo'n proto in de hand lopen gesprekken met marktpartijen en informals een stuk prettiger. Via artikelen en op korte termijn ook via onze site maken wij informatie over proto's toegankelijk voor een ieder. Voor de goede orde de NOVU is geen commerciele instelling, zoals de moderator bedekt ventileerde, maar wil produktontwikkelaars en uitvinders tegen zo min mogelijk kosten ondersteunen tijdens het complexe traject van idee tot markt. Het is absoluut niet noodzakelijk om van de vereniging lid te zijn als men vragen heeft. Het marktonderzoek is goed onder te brengen bij studenten in het kader van een stage of het afstuderen. De ervaringen met studenten zijn uitstekend. Vraag geen mening aan vrienden en kennissen want die vinden alles prachtig! Op het gebied van het ondernemingsplan verwijs ik graag naar de vele informatie over dit onderwerp die via dit forum te vinden is. Overigens is het echt niet nodig van zo'n OP een dik boekwerk te maken. In een A-4tje of 10 kan alles staan: de 5 P's, een SWOT analyse, een K/B overzicht en een liquiditeitsoverzicht. Ik hoor het wel als er meer toelichting nodig is! Wouter Pijzel

Als je een idee hebt, is het verstandig om zelf eerst even wat huiswerk te doen. Wij noemen dat "3 x O + O". Het staat voor een drietal onderzoeken t.w. octrooionderzoek, marktonderzoek, technisch onderzoek (incl. prototyping). De vierde "O" staat voor de aanzet tot een ondernemingsplan. Geen dik boekwerk, maar een aantal A4-tjes met relevante informatie over de "3 x O" en een stuk eigen visie. Als NOVU zijn wij altijd bereid te assisteren. Maandelijks organiseren wij de cursus "Van idee tot markt". In één dag krijg je alle info om zonder kleerscheuren met je idee verder te gaan. Op deze cursus zijn ook niet NOVU leden van harte welkom! Wouter Pijzel, NOVU

De stelling "uitvinders zijn geen ondernemers" klopt deels wel, maar zij zouden het in feite wel moeten zijn. Ook in het geval dat zij hun vinding niet zelf op de markt zetten, is enige ondernemersvaardigheid gewenst. Dat is ook de belangrijkste reden dat wij als NOVU met enige regelmaat aandacht besteden aan zaken rond ondernemerschap. Wouter Pijzel

Een vinding in de la is inderdaad niet best, maar met name niet als er al bescherming is aangevraagd. Het geheel kost dan alleen maar geld en er komt niets binnen! Daarnaast is het belangrijk dezelfde taal te spreken: een vinding is heel iets anders dan een idee. Een idee zit in het hoofd en een vinding heb je in de hand en heeft dus geld gekost. Ideeen kun je rustig in de la laten liggen. Vindingen niet. Wouter Pijzel :-\