Joost,
het best en het meest duidelijk is het mijn inziens verwoord in "Gouden Handdruk" van R. Stam p.137 e.v..Dit is voor mij de beste boekaankoop van 2008 geweest. Normaal gesproken ben ik enigzins huiverig om één werk zo aan te prijzen, maar dit is een perfecte bundeling van alle relevante informatie op dit gebied.
Maar ik heb (uiteraard) ook verschillende fiscalisten geraadpleegd en verschillende onderdelen vooraf bij de fiscus neergelegd. Ik woon namelijk in Brazilië maar heb wel een in NL door een trustmaatschappij beheerde Stamrecht BV.
De crux zit hem eigenlijk in het wel of niet toepasbaar zijn van het lijfrenteartikel (indien opgenomen in het verdrag) op de uitkeringen.
Als de termijnen uit het stamrecht voldoen aan de verdragsrechtelijke definitie van een lijfrente vindt dit artikel toepassing boven het arbeidsartikel.
Het klopt dat als je niet voldoet aan de lijfrentedefinitie, de uitkeringen onder het arbeidartikel zullen vallen en in de meeste gevallen het heffingsrecht aan de NL fiscus toe zal komen. In het andere geval, heeft veelal het woonland heffingsbevoegdheid, maar dat staat in het verdrag.
In mijn geval drukt dat de belasting van 52% naar 27,5% en misschien nog wat verder, maar dat ligt aan de lokale wetgeving. ... toepassing van het lijfrenteartikel uit het verdrag heeft geen invloed op de nationale kwalificatie.
Ik zag ergens anders de vraag wat fiscaal gezien het meest gunstige land is. N.a.w. is dat momenteel Nieuw-Zeeland, waar NZ heffingsbevoegd is, maar waar lokaal een speciale regeling voor imigranten geldt, die voor een bepaalde tijd in vrijstelling van belasting voorziet, dan zit je dus op zo'n 0%. (Houd wel de 1% sterftekans in de gaten met het bepalen van de uitkeringsduur!)