Seed faciliteit Life Science (Willem Schoonen)

[Gast Columnbot]

BioPartner nadert zijn levenseinde. Eind dit jaar houdt de organisatie voor starters in de life sciences op te bestaan. Tegen die tijd zal BioPartner hebben geassisteerd bij de geboorte van een kleine honderd nieuwe ondernemingen in de life sciences. De doelstelling van 75 nieuwe ondernemingen is daarmee ruimschoots gehaald.

 

Vraag is echter hoeveel van die starters zullen overleven, en hoeveel zo ver kunnen doorgroeien dat ze interessant worden voor venture capitalists.

 

Als we niets doen, zullen heel weinig starters dat stadium halen, vrezen direct betrokkenen bij BioPartner. En dat zou een enorme kapitaalvernietiging betekenen. Er wordt daarom gezocht naar mogelijkheden een investeringsmaatschappij op te zetten voor starters in de life sciences.

 

Een privaat initiatief als opvolger van BioPartner. Prachtig natuurlijk, maar ook nodig omdat de erfgenaam van BioPartner, de nieuwe startersorganisatie TechnoPartner, niet voldoende is toegesneden op starters in de life sciences. In die sector moeten een starter en zijn investeerders beschikken over meer kapitaal en een langere adem dan in andere sectoren. Het vergt jaren voor producten zijn uitontwikkeld en er begonnen kan worden met het terugverdienen van de aanvangsinvesteringen.

De periode tussen de met kleine subsidies van de overheid gemaakt start en de instap van venture capitalists groeit, en wordt voor veel starters in de life sciences een probleem. De nieuwe investeringsmaatschappij moet die periode helpen overbruggen.

 

Zij kan daarbij wel gebruik maken van het instrumentarium dat voor TechnoPartner wordt ontwikkeld. Een van die instrumenten is een seed faciliteit. EZ hoopt de regeling daarvoor eind van dit jaar te publiceren. De regeling is op Amerikaanse leest geschoeid; hij gaat uit van SBIC's die door private partijen worden gevormd, Small Business Investment Companies. Investeringen door zo'n SBIC in een starter worden door de overheid 1 op 1 gematched in de vorm van een lening die moet worden terugbetaald zodra er via een exit (overname, beursgang) cash wordt gegenereerd.

 

Die matching door de overheid heeft voordelen: het investeringsvolume wordt verdubbeld en de gang naar een marktrijp product kan worden versneld. Het is zeer de vraag of die voordelen groot genoeg zijn om het gedrag van venture capitalists te veranderen. Zij blijven de eerste levensfasen van een starter weinig aantrekkelijk vinden. Omdat de geïnvesteerde bedragen te klein zijn, de risico's te groot, de periode tot een exitmogelijkheid te lang. Tijdens een bijeenkomst van EZ over TechnoPartner, vorige maand, stonden de investeerders niet te juichen over de seed faciliteit. Dat de overheid mee investeert in starters, vindt men goed, maar de private financiers vinden het budget voor de seed faciliteit (12 miljoen euro per jaar) klein en vragen zich af of dit niet het zoveelste initiatief is dat na een paar jaar weer wordt beëindigd.

 

Maar goed, misschien kan de seed faciliteit wat extra private investeringen in starters genereren. Het zijn niet alleen venture capitalists die door de regeling over de streep getrokken kunnen worden, maar ook grote ondernemingen die via corporate venturing kunnen deelnemen in een SBIC, en informal investors.

Volgens EZ is er belangstelling voor de regeling. Zo zouden er SBIC-plannen zijn voor ICT en voor duurzame ontwikkeling.

En er is dus het nieuwe initiatief in de life sciences dat een SBIC moet gaan opleveren. De initiatiefnemers schatten dat van de tachtig starters life sciences die de afgelopen vier jaar zijn opgezet zeker tien de komende jaren moeten kunnen doorgroeien naar een omvang die voor de venture capital markt aantrekkelijk is. Het overbruggen van die periode vergt een investering van naar schatting 2.5 miljoen euro per starter. Dat betekent dat het nieuwe investeringsfonds en omvang moet krijgen van 25 miljoen euro, inclusief deelname van de overheid. Als dat lukt, verdienen een paar mensen een fors compliment voor het creëren van een waardig vervolg op BioPartner.

[Pim de Bokx]

Ik denk wel dat dat lukt, er zijn al zoveel belangen mee gemoeid, de vlucht vooruit kan dan wel de potentiele afgang verbloemen en tijd creeeren om alsnog succes te boeken.