alfatrion

Junior
  • Aantal berichten

    21
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

Berichten die geplaatst zijn door alfatrion

  1. Omdat het om een niet al te hoge vordering gaat (ca. 100 euro) kan ik deze wel bij een incasso-bureau neerleggen, maar ik acht de kans groot dat deze klant de oorspronkelijke vordering vervolgens betaalt zonder de incasso-kosten. Doorprocederen om die ook binnen te krijgen gaat mij geld kosten en als ik na het ontvangen van de oorspronkelijke vordering stop ben ik een groot deel van het bedrag kwijt aan het incasso-bureau.

    Je kunt ook zelf een aanmaning sturen en daar 40 euro voor rekenen. Als het vervolgens op een zaak aankomt dan heb je een vordering van 140 euro, eventueel vermeerderd met rente over 100 euro. Als het gaat om B2B dan kunnen deze kosten direct in rekening gebracht worden.

  2. Dan is de titel niet goed gekozen: "Girls who code".

     

    Het is gewoon hetzelfde.

     

    Ja, en drie is gelijk aan vier. Van Dale definieert programmeren als het maken van computerprogramma's. Programmeren is het uitvoeren van handelingen, werk, arbeid. Van Dale definieert een opleiding als de vorming tot een beroep. Bij het volgen van een opleiding doe je kennis op.

     

    Girls who code hebben een exacte academische opleiding.

     

    Over stompzinnige vooroordelen gesproken.... Goed kunnen programmeren is iets dat niet voorbehouden is aan de academische geschoolde onder ons. Het is iets dat je prima kunt doen op MTS niveau.

     

    Kan informatica zijn, is vaak wiskunde of natuurkunde.

     

    Door het volgen van wiskunde of natuurkunde studie krijg je geen programmeer kennis.

  3. Voor het geval er meer mensen zijn die dit niet goed begrepen hebben: de cijfers achter die link die ik plaatste gaan over het aandeel vrouwen in hoger onderwijs bij beta (wiskunde, natuurkunde etc) sudies. Dus precies waar Christine het over had, en waar dit draadje over gaat (zou moeten gaan).

    Dan is de titel niet goed gekozen: "Girls who code".

  4. Een quotum is denk ik wel goed.

    Een quotum gaat er niet voor zorgen dat er meer aanbod komt. Bedrijven zullen niet aan het quotum kunnen voldoen. Met een quotum wordt een kunstmatige schaarste gerecruteerd. Bedrijven zullen in een poging om aan het quotum te voldoen minder kritisch zijn. Vrouwen hoeven dan minder goed te zijn dan mannen. Dit bevestigd alleen het beeld dat vrouwen technische dingen niet kunnen.

     

    De link van Postcard laat zien dat dat ligt aan opvoeding en niet aan de genen.

    Op die pagina staan slechts het percentage van vrouwen die in de IT werken. Ik heb geen daar geen empirisch bewijs gezien voor het standpunt dat jij inneemt. Maar ik gok er zo op dat hier verschillende factoren daar een bijdrage aanleveren.

     

    Meisjes zijn niet hetzelfde als jongens. Maar ze hebben wel net zoveel aanleg en interesse voor computerspelletjes. Als computerspelletjes gemaakt worden voor jongens, dan herkennen meisjes zich daar niet in. En gaan ze geen computerspelletjes spelen.

    Als dit zo is, dan is er een gat in de markt waar iemand alleen nog maar hoeft in te springen.

     

    Wel interessant dat de mannelijke posters van HL er geen probleem in zien dat meisjes in ons land geen kans krijgen zich te profileren in beta vakken.
    Postcard heeft wel gelijk: als onze cultuur (zwaar beinvloed door het calvinisme) vindt dat meisjes geen beta dingen kunnen doen dan houdt dat zichzelf mooi in stand door gebrek aan rolmodellen en gebrek aan stimulansen. De discussie hier op HL illustreert dat.

    Wat is er mis met een neutrale houding? Want dat maak ik op uit de discussie hier. En als meisjes een rolmodel nodig hebben om zich ergens in te interesseren en er geen rolmodellen voorradig zijn in dat iets, dan zullen vrouwen dergelijke beroepen nooit gaan doen.

     

    Hoezo trek je de conclusie dat het aan de opvoeding ligt en niet aan de genen als het aandeel vrouwen in 'engineering, manufacturing and construction' wereldwijd gemiddeld maar 25% is?

     

    Omdat de genetische factor in de landen in de tabel hetzelfde is maar de percentages toch sterk uiteenlopen?

    Heb je er ook wel eens aan gedacht dat hier andere oorzaken aan ten grondslag zou kunnen liggen? Misschien worden die meisjes in de andere landen wel gedwongen om iets te doen wat ze niet leuk vinden.

     

    In de titel gaat het erover dat vrouwen sterk zijn ondervertegenwoordigd in het beroep "programmeur". De reden dat mensen daarover vallen is dat dat een gevolg is van het feit dat meisjes in ons land in hun opvoeding worden aangemoedigd niet iets te gaan doen waarmee ze programmeur kunnen worden. Dat is tenminste wat ik zie: de programmeurs die ik in ons land ken zijn nagenoeg allemaal man, de programmeurs die ik in Silicon Valley ken zijn 50/50 mannen en vrouwen.

    Een hypothese kan zijn dat bedrijven in Silicon Valley vrouwen wegtrekt uit andere gebeiden. Daardoor stijgt het percentage in Silicon Valley tot wat het anders was geweest en daalt het het percentage in de andere gebieden.

     

    Ik kan ook gerust 20 afbeeldingen hier plaatsen van mannelijke verplegers. Maar dat is geen argument. Voor die 20 mannelijker verplegers zijn er duizenden vrouwelijke.

    Christine droeg als argument aan dat er geen vrouwelijke rolmoddellen zijn. Op de televisie is dat duidelijk anders. Dus in die zin vind ik het wel een (tegen)argument.

     

    Op zich vind ik het een interessant onderwerp. Maar wat mij een beetje stoort in deze thread is dat Christine al een uitgesproken mening er over heeft en niet voor discussie open staat.

    Wanneer twee politici met elkaar een debat aangaan dan hebben zijn zij doorgaans overtuigt van het eigen gelijk. Je zult een politici er in een debat dan ook niet op betrappen dat zij hun tegenstander proberen te overtuigen. In plaats daarvan richten zij hun pijlen op die personen die wel te overtuigen zijn.

     

    De verwachting dat je de mening van een tegenstander kunt beïnvloeden is niet reeel. Je hoeft een tegenstander ook niet te overtuigen. Een discussie draait namelijk om het uitwisselen van argumenten, niet het overtuigen van je tegenstanders. Een discussie wordt verrijkt door ieder nieuw argument. En het maakt niet uit of deze komt van iemand die als ergens van overtuigd is. Op het moment dat er geen nieuwe argumenten meer komen, dan weet je dat de discussie over is.

  5. Mannen en vrouwen zijn niet het zelfde, maar anders. In het rapport waarom kiezen meisjes niet voor informatie bespreekt Monique Snoeck dit fenomeen. Ze noem hierin een aantal mogelijke oorzaken. Sommige oorzaken zijn gegrond in het afremmen van een interesse voor de IT. Andere oorzaken zijn gegrond is het niet of onvoldoende stimuleren. Ik vind dat we het neutraal moeten houden.

     

    Ouders zouden geen onderscheid moeten maken in het geslacht bij het geven van een computer. Maar als computerspelletjes vooral jongen stimuleren dan is dat iets dat we vooral moeten overlaten aan de markt.

     

    Bij de mogelijke oplossing wordt aangegeven dat het uiteindelijke streefdoel moet zijn dat mannen en vrouwen evenveel interesse hebben voor de IT. Waarom, vraag ik me dan af. Dit is geen neutraal beleid, maar sturend beleid. Op school zou de computer breed moeten worden ingezet. Het inzetten van de computer lijkt een doel op zichzelf. Maar ik vindt dat we het inzetten van de computer daar moeten inzetten waar dit toegevoegde waarde heeft.

     

    Met quotums of positieve discriminatie moet men oppassen. Voor je het weet ontstaat bij klanten het beeld dat ze iemand krijgen die hun vak verstaat of een vrouw. Bovendien discrimineer je daarmee mannen.

  6. Bij het woord hygiëne heb ik de indruk dat mensen daar heel subjectief in staan: iets is onhygiënisch als zij dat vies vinden. Maar in het recht speelt objectiviteit een grote rol, dus zeg: ik dan hygiëne is de zorg voor het in stand houden van de gezondheid. En dan wordt duidelijk dat bij deze uitzondering gedoeld wordt op producten die een gevaar op zouden kunnen leveren voor de gezondheid van je klanten indien deze terug worden genomen en opnieuw worden verkocht.

     

    Het product crème ken ik niet en ben daarbij beïnvloedbaar. Wanneer Ludi, als ervaringsdeskundige, aangeeft dat hij of zij dergelijke producten heeft moeten weggooien in verband met een schadelijke bacterie dan denk ik waarschijnlijk valt dit product wel onder deze uitzonderingen. Ik heb ook aangegeven dat ik dit verhaal overtuigend vond. Daarin tegen, wanneer Hans het heeft over challenge test denk ik weer misschien valt dit product toch niet onder deze uitzondering. Als hij dan aangeeft dat er expres irriterende stoffen in gedaan kunnen worden denk ik weer misschien valt het dan toch weer wel over. Zeker bij een product als mascara, omdat dit bij het oog gebruikt wordt en je niet wilt dat mensen blind worden.

     

    De mening van Maarten Braun in het artikel over bederfelijk waar deel ik. Het is inderdaad te verdedigen dat producten die snel bederven zodra deze geopend zijn onder dit begrip vallen. In een dergelijk verval gaat het om normaal gebruik. Maar begrip slaat nog wel steeds op een product eigenschap. Het bewust toevoegen van stoffen waardoor het product eerder bederft valt hier niet onder. En Maarten Braun geeft in zijn artikel ook niet aan dat het tegendeel wel te verdedigen is.

     

    En natuurlijk hoeft een wijnfles gevuld met toiletvloeistof niet terug genomen te worden, maar dat hoeft een computerdoos gevuld met stenen ook niet.

     

    Ik heb nog eens verder gelezen en vind nergens dan ook maar een spoor van bewijs dat een verkoper het keuren van een verbruiksartikel moet toestaan.

     

    De hoofdregel is duidelijk: de consument heeft een herroepingsrecht waarbinnen hij het product mag uitproberen en de koop ontbinden. Dat een van de uitzonderingsregels van toepassing zou zijn op verbruiksartikel is hier wel gesteld, maar daarvan heb ik geen enkel bewijs gezien. Ik kan ook wel roepen dat de aarde plat is en ik geen enkel spoor van bewijs heb gezien van het tegendeel, maar dat is natuurlijk niet een echt sterk.

     

    Laat ik de oproep om met jurisprudentie te komen maar eens flink verzwakken. Alphatrion, kom maar met dezelfde mening door een willekeurige niet anonieme jurist. Hoewel Romano volgens mij dus wel op basis van bederf (zie hierboven) herroeping kan beperken denk ik nog steeds dat ook op basis van billijkheid en redelijkheid niet van een verkoper kan worden verwacht dat hij gedeeltelijke consumptie van een product moet toestaan.

     

    Dit zijn toch echt door jouw ingenomen stellingen. Feit is dat er een herroepingsrecht is opgenomen en de wet. En feit is ook dat deze alleen aan de kant kan worden geschoven als dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou. En het is dan extreem onredelijk om van mij te verlangen om aan te tonen dat het niet onaanvaardbaar is.

     

    Artikel 6:2 lid 2 BW

    Een tussen [een schuldeiser en een schuldenaar] krachtens wet, gewoonte of rechtshandeling geldende regel is niet van toepassing, voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.

     

    Artikel 6:248 lid 2 BW

    Een tussen partijen als gevolg van de overeenkomst geldende regel is niet van toepassing, voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.

     

    Het consumeren van een deel van het product is namelijk m.i. onverenigbaar met de beginselen van burgerlijk recht en dat heb ik niet helemaal zelf verzonnen

     

    We moeten ons even een aantal zaken goed voor ogen houden:

    1. Het Europees Hof van Justitie heeft aangegeven dat het lidstaten is toegestaan om het herroepingsrecht van de consument te ontnemen dan wel de consument een schadevergoeding te laten betalen;

    2. Nederland moet in de Nederlandse wet iets hebben opgenomen voordat dit mogelijk is;

    3. Jij hebt zelf verzonnen dat het uitproberen van vebruiksartikelen onverenigbaar zou zijn naar de beginselen van ons Nederlands burgerlijk recht.

     

    Dat is toch argument genoeg om het te verzegelen en uit te sluiten van het retourrecht?

     

    Nee, zes maanden acht ik niet snel genoeg. Maarten Braun gaat uit van een grens van 4 weken.

     

     

    Het is verspilde moeite om iedereen van je gelijk te overtuigen. ::)

     

    Het is niet echt moeilijk om ondernemers te overtuigen van een stelling die in hun voordeel uitpakt.

     

    Mag een consument de verpakking openen en een kop thee zetten?

     

    Ja. Aan jou de schone taak om uit te leggen welke uitzonderingsregel van toepassing is en waarom, of waarom dit zo onaanvaardbaar zou zijn dat dit niet afgedaan kan worden met een schadevergoeding. Laten we eens uitgaan van een verpakking met 20 theezakjes, waarmee je met ieder een kop thee kan zetten en er er 19 theezakjes terug komen.

  7. Jaren geleden heb ik een bacterie in mijn oog gehad die zo hardnekkig was dat de oogarts veel moeite heeft moeten doen om hem onder controle te krijgen. Als deze niet onder controle was gekomen, dan had mijn lens kunnen scheuren of zo iets dergelijks. Ik moest alles wat in contact met mijn ogen was geweest weggooien (make up etc.) omdat ik anders mezelf steeds weer zou besmetten.

     

    Dat is overtuigend. Ik moet bij bacterie steeds denken aan die "beestjes" die o.a. in je darmen zitten. Vele zijn onschadelijk en geven zelfs een voordeel, maar er zijn er inderdaad ook wel enkele waar je niet mee in aanraking wilt komen.

     

    1. omdat je een deurklink, een afstandsbediening of een toetsenbord schoon kan maken en de inhoud van een potje crème niet.

    2. omdat je de crème op je huid smeert, deze huid kan kapot zijn (verbrand, puistjes, wondjes etc.), waardoor de bacteriën naar binnen kunnen.

     

    Hoe kijk je aan tegen ondergoed? Dit kun je schoon maken door het te wassen in de wasmachine.

  8. Begin nu bijvoorbeeld gelijk met die twee weken retour, dat komt veel betrouwbaarder over want de meeste webwinkels doen het al. Het zou mij zelfs niets verbazen als veel consumenten denken dat het nu al verplicht is.

     

    Dat is ook slim, want als je het fout deed dan was de termijn drie maanden. Soms bedrijven geven de termijn aan als 7 dagen en dat is fout, want het moeten er 7 werkdagen zijn. Een werkdag is een ma t/m vr, met enkele feestdagen uitgezonderd.

     

    Maar het is wel een groot verschil of jij als consument wat roept (zonder een linkvermelding / bronvermelding) of dat je werkelijk jurist of advocaat bent...

     

    Tijdens mijn studie heb ik een medestudent horen roepen dat hij verstand had van een bepaald onderwerp omdat hij een bepaald vak had gehaald. Ik dacht toen bij mij zelf "Hij heeft er geen verstand van, want anders zou hij wel uitleggen waarom hij gelijk had". Ik vind dat het er totaal niet toe doet of ik advocaat ben of niet. Jurist is trouwens geen beschermde beroep net zoals journalist dat niet is. Iedereen die stukjes schrijft is een journalist en iedereen die zich met recht bezig houd is een jurist. Zie ook: definitie jurist op rechtenforum.nl.

     

    Als je meer over mij wilt weten dan kun je rechtenforum.nl, tros radar en kassa bezoeken. Daar heb ik voldoende geschreven.

     

    En vervolgens wordt van mij verlangt dat ik de door hen ingenomen stelling ontracht met jurisprudentie. Dat is onredelijk. De hoofdregel is dat consumenten de goederen moeten uitproberen. En wie vervolgens stelt dat er een uitzondering geldt voor gebruiksartikel, heeft de schone taak om zijn stelling te onderbouwen. En dan blijft het niveau hier hangen op "omdat ik het vindt".

     

    Er word van je gevraagd een bron te vermelden, dat 100% uitsluiting geeft. Deze weet jij niet te benoemen. In combinatie met je anonimiteit vind ik dat een hele redelijke. Citaten kunnen geknipt, bewerkt en geplakt worden en blijft het inderdaad hangen op een niveau van vinden.

     

    Je hebt geen enkele aanleiding om te vermoeden dat ik de citaten zou hebben bewerkt. Bovendien staan deze allemaal openbaar, dus je kan het ook zelf nalezen. Ik heb een arrest geciteerd van het Europees Hof van Justitie. En zij geven klip en klaar aan dat het herroepingsrecht een uitprobeer recht omhelst. Vervolgens zijn er hier enkele ondernemers die stellen dat hun product hiervan is uitgezonderd, ondanks dat hun product niet op de lijst voorkomt. Deze stelling wordt niet voorzien van een deugdelijke onderbouwing, want die is er niet.

     

    Dan roepen ondernemers "Ja, maar...". En er worden nog al wat stellingen ingenomen:

     

    Ja, maar mijn producten zijn door hun aard niet terug te sturen. PostNL neemt de goederen gewoon mee en die komen gewoon bij de ondernemer aan.

     

    Okay, ik zou het terug kunnen nemen als fysiek product. Maar er is een tegenhanger die ik in mijn vorige bericht duidelijk heb gemaakt door het bij jouw zo persoonlijk mogelijk te maken (het ik-gevoel af te geven) hoe je zou reageren als je een tweede hands product ervaart.

     

    Hoe ik zou reageren veranderd niet wat onder deze beperking valt.

     

    Ja, maar in mijn algemene voorwaarden staat... In de wet staat dat er niet in het nadeel van de consument mag worden afgeweken.

     

    Het is ook in het nadeel van een volgende consument om een bacteriebron te sturen voor een tweede hands product... Lijkt me dat daar ook wat over te zeggen is.

     

    De wet zegt dat niet het in het nadeel van de consument mag worden afgeweken van het herroepingsrecht. Dat heeft niets te maken met het nadeel van je volgende klant. Dit verweer is gedoemd om in de rechtszaal het onderspit te delven. En je hoeft mij niet te geloven, als je deze discussie start op rechtenforum.nl dan zal je daar het zelfde horen.

     

    Ja, maar bij mij kun je monsters kopen. Ook deze situatie wordt niet als uitzondering genoemd in de wet.

     

    Monsters is ook een serviceproduct naar een klant toe... Niets meer en niets minder.

     

    Daarop geldt dus ook een herroepingsrecht. De tip van een van de mensen hier om er gewoon eentje bij te voegen vind ik nog niet zo slecht. Je hebt dan het argument dat de klant verder is gegaan dan uitproberen, indien hij het hoofdproduct aanbreekt. En die kosten kun je gewoon door berekenen in de prijs van het hoofdproduct.

     

    Ja, maar mijn producten zijn verzegeld. Dat argument gaat alleen op als het gaat om audio, video of computerapparatuur.

     

    Nog wel, wat ik heb begrepen van een jurist verander dit juist in juni waarbij producten met verzegeling niet retour kunnen worden genomen, mits je dit duidelijk vermeld.

     

    Ja, er is een wetswijziging op komst. Voor producten die om redenen van gezondheidsbescherming of hygiëne kun je aanspraak maken op een uitzonderingsregel mits je het product hebt verzegeld. In het wetsvoorstel is dit terug te lezen onder art. 6:230p sub f lid 3 BW.

     

    Tenslotte... Ik las dus in de nieuwe wet het volgende:

     

    Artikel 230p

    De consument heeft geen recht van ontbinding bij:

     

    3°. de levering van zaken die niet geschikt zijn om te worden teruggezonden om redenen van gezondheidsbescherming of hygiëne en waarvan de verzegeling na de levering is verbroken;

     

    Lijkt mij juist redenatie zat binnen mijn branche... Of word er al ontkent dat mijn producten niets te maken heeft met hygiëne?

     

    Hygiëne is de zorg voor het in stand houden van de gezondheid. Wie zijn handen wast na het gebruik maken van het toilet is hygiënisch bezig, omdat daarmee ziekte worden voorkomen. Een paar eeuwen geleden was het ontbreken van een riool nog de oorzaak van massale sterfte. Kan de gezondheid van je consumenten worden aangetast doordat jij een crème of olie heb verkocht waar een ander heeft aangezeten? Ik betwijfel het. Dit zijn producten die je mijn inziens redelijk gemakkelijk met anderen deelt. Vergelijkbaar met een blokzeep. Maar ik kan ook ongelijk hebben.

     

    Ik geef als voorbeeld ook dat niet iedereen zijn handen wast. Er zijn verschillende cijfers over het internet met onderzoeken waaruit blijkt dat 25 tot 33% hun handen niet wast na een toiletbezoek of verwerking met rauw vlees. Dat betekent dat er een 1 op de 4 of 1 op de 3 potjes bacteriën krijgen die elke 20 minuten zich verdubbelen die ik dus retour zou moeten gaan nemen en dus weer zou moeten verkopen. Lijkt me niet erg hygiënisch.

     

    De mensen, die hun hadden niet wassen na het toiletbezoek, zitten met diezelfde handen ook aan de deurklink, aan de afstandsbediening, het toetsenbord. Waarom zou een potje met crème wel en een deurklink niet geweigerd moeten worden met een beroep op de hygiëne?

  9. De hele Wet koop op afstand gaat op de schop. De consumentenrichtlijn is aangekomen en moet voor het einde van het jaar in de Nederlandse wet zijn opgenomen. De tweede kamer heeft met het wetsvoorstel geaccepteerd en dit ligt nu bij de eerste kamer.

     

    http://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/33520_implementatiewet_richtlijn

    http://www.eerstekamer.nl/eu/edossier/e080116_voorstel_voor_een

     

    De nieuwe wet

    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33520-2.html

     

    Toelichting

    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33520-3.html

  10. Ja, dat is sarcasme.

     

    Het levert te weinig op in de zin dat je niets aan deze kennis hebt in andere zaken. Overigens is de ene kantonrechter niet gehouden aan de uitspraak van een andere kantonrechter. In de praktijk willen ze nog wel eens anders oordelen. Onder bepaalde gevallen kun je in hoger beroep, maar dan zijn advocaten nodig en kan de looptijd enkele jaren worden. En als je dat dan doorlopen hebt dan kun je niets met de informatie, behalve hier dan verkondigen dat je gelijk had. Waarop anderen er dan op kunnen wijzen op het feit dat de wet een paar terug is aangepast.

  11. Dus als je het zuiver zou bekijken, dan mag de consument de half lege tube retour zenden, moet de verkoper deze ook retour nemen, moet de verkoper de koopprijs terugstorten en vervolgens de consument aansprakelijk stellen voor de schade (ik laat hier overigens voor het gemak de uitzonderingen zoals bederfelijk waar etc buiten beschouwing!) Door niet retour te nemen verrekent de verkoper indirect het reeds betaalde verkoopbedrag met de schade.

     

    Deze kijk deel ik. De klant heeft meer gedaan dan uitproberen. De schade is in dit geval gelijk aan de volledige aanschafprijs, omdat het aanvullen veel duurder zal zijn. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid is onaanvaardbaar om wel het product terug te nemen doch geen geld terug te betalen, tenzij het product niet zoveel kost dat het kan opwegen tegen de verzendkosten (want deze zijn voor de klant).

     

    @Alfatrion

    Het is een overweging, bedoelt om achtergrond / uitleg bij een regel of wettekst te geven.

     

    In dit geval geeft het aan het doel dat de wetgever voor ogen had bij het geven van dit recht. Daaruit volgt nog niet dat de consument dit recht niet kan gebruiken voor andere doelen.

     

    Zin in een proefproces, ieder draagt zijn eigen proceskosten en kosten griffierecht/dagv. delen? ;)

    Dat levert te weinig op. Over drie maanden wordt de wet aangepast.

     

    In een stenen winkel mag je blisterverpakking niet openen maken, maar als je dat zelfde product online koopt dan mag dat wel.

     

    Je kan in de winkel wel vragen of men een demonstratieartikel heeft of om het openmaken van de verpakking om het goed/beter te kunnen bekijken. Dat kan thuis niet dus nog steeds in lijn met de in richtlijn gegeven uitgangspunten en geeft de online consument m.i. dus geen extra rechten.

     

    De online consument krijg geen demonstratieartikel toegestuurd. En de offline consument kan bij olieen ook vragen of ie een monster mag uitproberen. De winkel kan dit afwijzen om een monster te geven om een demonstratie model te tonen en dan sta je als consument nergens. Als we zo gaan redeneren dan zou de consument nooit online een herroepingsrecht hebben want dat heeft ie tenslotte offline ook niet. En dat art. 7:46d BW bestaat is een detail.

  12. Ik ervaar hier een vernijnige sfeer, die steeds meer op het persoonlijke wordt getrokken. Het zou hier om de inhoud moeten gaan en niet om mij. Hoe ik heet doet er niet toe. Ja, dit is een ondernemersforum, maar Tros Radar en Kass zijn consumentenfora en daar zijn ondernemers actief. Wat is daar zo erg aan? De conclusies of wat ik persoonlijk zou willen zijn ook onder de gordel. Het gaat hier om hoe de wet in elkaar steekt en mijn persoonlijke voorkeuren spelen daarin geen rol. Je zet je als ondernemer op deze manier wel te kijk.

     

    Ik herken mij niet in de kritiek dat ik geen onderbouwing zou hebben gegeven. Ik heb het Messner arrest geciteerd vanaf punt 18 tot en met punt 25 en daaruit blijkt klip en klaar dat consumenten een uitprobeerrecht hebben. Dan roepen ondernemers "Ja, maar...". En er worden nog al wat stellingen ingenomen:

     

    Ja, maar mijn producten zijn door hun aard niet terug te sturen. PostNL neemt de goederen gewoon mee en die komen gewoon bij de ondernemer aan.

     

    Ja, maar in mijn algemene voorwaarden staat... In de wet staat dat er niet in het nadeel van de consument mag worden afgeweken.

     

    Ja, maar dat is onhygienisch. In de wet wordt dit niet als uitzondering genoemd.

     

    Ja, maar bij mij kun je monsters kopen. Ook deze situatie wordt niet als uitzondering genoemd in de wet.

     

    Ja, maar de consument is de producten bij mij komen ophalen of heeft bij mij betaald. De koop is online gesloten.

     

    Ja, maar mijn producten zijn verzegeld. Dat argument gaat alleen op als het gaat om audio, video of computerapparatuur.

     

    Ja, maar consumenten willen geen "gebruikte" producten kopen. Dan moet je het product niet online aanbieden.

     

    Ja, maar mijn producten zijn gebruiksartikels. Wederom een situatie die niet is opgenomen als uitzondering in de wet.

     

    En vervolgens wordt van mij verlangt dat ik de door hen ingenomen stelling ontracht met jurisprudentie. Dat is onredelijk. De hoofdregel is dat consumenten de goederen moeten uitproberen. En wie vervolgens stelt dat er een uitzondering geldt voor gebruiksartikel, heeft de schone taak om zijn stelling te onderbouwen. En dan blijft het niveau hier hangen op "omdat ik het vindt".

     

    NuRecht.nl:

    Waar het daarbij dus om gaat is dat in principe alles zou moeten kunnen worden retour gezonden, behalve als het om zaken (lees: producten) gaat die ‘naar hun aard’ niet onder dezelfde waarde kunnen worden teruggezonden. Een krant heeft een dag later aan nieuwswaarde ingeboet en kan om die reden niet worden teruggezonden (art. 7:446d lid 1 sub d).

     

    Onder “naar zijn aard niet kunnen worden teruggezonden” vallen alleen producten waarvan het echt fysiek onmogelijk is deze aan de verkoper terug te sturen. Een geneesmiddel komt per post en kan dan natuurlijk ook weer per post worden teruggestuurd. Deze uitkomst is voor het merendeel van de webwinkeliers dan ook waarschijnlijk teleurstellend: naast elektriciteit en leidingwater is het mij echter nog niet gelukt een ander product te bedenken wat onder deze uitsluiting zou kunnen vallen.

     

    https://ictrecht.nl/webwinkels/welke-producten-kunnen-naar-hun-aard-niet-worden-geretourneerd/

     

    NuRecht.nl:

    Het gaat daarbij waarschijnlijk om producten die “duidelijk persoonlijk van aard zijn” en/of die “snel kunnen bederven of verouderen”. Twee waarschijnlijke redenen waarom het ‘recht op retour’ hier niet zou gelden.

     

    Bij de term "duidelijk persoonlijk van aard" heb ik het volgende artikel geciteerd:

     

    Zou de online gekochte auto dan onder de ‘duidelijk per-soonlijk van aard’ uitzondering kunnen vallen? De vraagdaarbij is wel: wanneer is een product ‘duidelijk persoonlijkvan aard’ of ‘clearly personalized’, zoals de Engelse tekstvan de Richtlijn stelt. Als ik mijn voor- en achternaam opeen mok laat drukken, is het duidelijk dat ik de mok daar-mee heb gepersonaliseerd. Die mok terugsturen en de koopervan ontbinden zou onevenredig veel schade toebrengenaan de verkoper, want de verkoper krijgt een (vrijwel) on-verkoopbaar product teruggestuurd.

     

    http://www.kvdl.nl/wp-content/uploads/2012/12/Nathalie-Gloudemans-Voogd-Herroepingsrecht-bij-op-afstand-gekochte-autos.pdf

     

    En bij snel bederven wil ik weten hoe snel het bederft. Bij twaalf maanden denk ik niet "tjonge, dat is snel".

     

    Ludi geeft dus het juridische antwoord.

    Toch niet. Het gaat hier slechts om een overweging.

     

    In overweging 47 kun je lezen dat het herroepingsrecht consumenten het recht geeft om goederen uit te proberen, d.w.z. in die mate gebruiken dat noodzekelijk is om de aard, kenmerken en werking vast te stellen. Verder staat hierin dat als de consument verder gaat hij het herroepingsrecht niet moet verlezen, maar dan wel aansprakelijk zou moeten zijn voor de waardeverlies. Het uitgangspunt dat vervolgens wordt gegeven is onderschikt aan de maatstaaf die daarvoor is gegeven.

     

    In een stenen winkel mag je blisterverpakking niet openen maken, maar als je dat zelfde product online koopt dan mag dat wel.

  13. Jij maakt een onderscheid tussen goederen die vallen onder de kwalificatie verbruiksgoederen en goederen die hier niet onder vallen. De wet doet dat dit niet. Daarbij worden strohalmen aangrepen.

     

    Je hebt het stuk van ICT recht aangehaald over het recht van retour. In dit stuk staat in heldere bewoordingen dat consumenten het recht hebben om het product uit te proberen. Jij trekt vervolgens een zin uit de context en geeft daarmee een uitleg aan de wet die de auteurs van dit artikel nooit bedoelt hebben. Zij hebben gedoeld op de situatie waarbij de koper verder ging dan het uitproberen.

     

    En je citeerd dit:

     

    Hij zal het door hem ontvangen product derhalve in de staat waarin hij het heeft ontvangen moeten retourneren aan de verkoper. Is dit niet mogelijk, dan is de consument gehouden tot schadevergoeding voor zover de tekortkoming aan hem kan worden toegerekend (artikelen 6:74 e.v. jo. 6:273 e.v. BW).

     

    Je wijst op de verplichting om het product in dezelfde staat te retourneren, maar ziet over het hoofd dat wanneer dit niet gebeurt dit de consument nog wel aan te rekenen moet zijn. Dat hij gebruik heeft gemaakt van zijn recht om het product uit te proberen kun je hem niet aanrekenen.

     

    En ook de quote over de nieuwe wetgeving is niet van toepassing omdat er geen sprake is van waardeverlies maar waardevernietiging.

     

    Een product is 100 euro waard. Daarna doet de consument er iets mee en is dat zelfde product 0 euro waard. De waardevermindering is dan 100 euro.

  14. Voorbeeld 1: Een Ferrari waarvan de banden tot de velg versleten is.

    Voorbeeld 2: Een jurk die gewassen is omdat hier een wijnvlek in gekomen is.

    Voorbeeld 3: Een shampoo fles waar een beetje uit gehaald is.

     

    Het recht op ontbinding

     

    Artikel 7:46d lid 1 BW

    Gedurende zeven werkdagen na de ontvangst van de zaak heeft de koper het recht de koop op afstand zonder opgave van redenen te ontbinden. Indien niet is voldaan aan alle in artikel 46c lid 2 gestelde eisen, bedraagt deze termijn drie maanden. De eerste zin is van overeenkomstige toepassing vanaf de voldoening binnen de in de tweede zin bedoelde termijn aan alle in artikel 46c lid 2 gestelde eisen.

     

    De hoofdregel is dat consumenten de overeenkomst binnen negen tot elf dagen kunnen ontbinden. Dit geldt voor voorbeelden 1, 2 en 3.

     

    Artikel 7:46d lid 2 BW

    In geval van ontbinding overeenkomstig lid 1 kan de verkoper, behoudens ten hoogste de rechtstreekse kosten van het terugzenden van de zaak, aan de koper geen vergoeding in rekening brengen.

    Europees Hof van Justitie, Messner-arrest:

    18 Krachtens artikel 6, lid 1, tweede zin, en lid 2, van richtlijn 97/7 kunnen aan de consument, voor de uitoefening van zijn herroepingsrecht, ten hoogste de rechtstreekse kosten voor het terugzenden van de goederen worden aangerekend.

     

    19 In dit verband volgt uit punt 14 van de considerans van richtlijn 97/7 dat dit verbod om aan de consument andere kosten aan te rekenen dan die welke rechtstreeks voortvloeien uit het terugzenden van de goederen, beoogt te verzekeren dat het door de richtlijn gewaarborgde herroepingsrecht „niet louter formeel blijft”. Zo zou de consument ervan kunnen worden weerhouden om gebruik te maken van dit recht, indien daaraan negatieve financiële gevolgen zouden zijn verbonden.

     

    20 Bovendien volgt uit datzelfde punt van de considerans dat het herroepingsrecht beoogt de consument te beschermen in de bijzondere situatie van een op afstand gesloten overeenkomst, waarbij „het de consument vóór de sluiting van de overeenkomst niet mogelijk is daadwerkelijk het product te zien of van de aard van de dienstverrichting kennis te nemen”. Het herroepingsrecht wordt dus geacht het nadeel te vergoeden dat de consument lijdt bij een op afstand gesloten overeenkomst, door hem een passende bedenktijd toe te kennen waarin hij het verworven goed kan keuren en uitproberen.

     

    21 In het licht van deze doelstellingen moet het verbod van artikel 6, lid 1, tweede zin, en lid 2, van richtlijn 97/7 worden uitgelegd.

     

    22 In dit verband moet worden vastgesteld dat de algemene verplichting volgens welke voor het gebruik van een door een overeenkomst op afstand verworven goed een compenserende vergoeding moet worden betaald, niet verenigbaar is met deze doelstellingen.

     

    23 Zoals de advocaat-generaal in punt 74 van haar conclusie heeft beklemtoond, kan de consument, wanneer hij een dergelijke compenserende vergoeding zou moeten betalen enkel omdat hij het middels een overeenkomst op afstand verworven goed heeft kunnen gebruiken gedurende de tijd waarin het zich in zijn bezit bevond, zijn herroepingsrecht immers enkel uitoefenen tegen betaling van voornoemde vergoeding. Een dergelijk gevolg is duidelijk onverenigbaar met de formulering en het doel van artikel 6, lid 1, tweede zin, en lid 2, van richtlijn 97/7, en ontneemt de consument met name de mogelijkheid om in alle vrijheid en zonder enige druk gebruik te maken van de hem door deze richtlijn toegekende bedenktijd.

     

    24 Ook zou afbreuk worden gedaan aan de doeltreffendheid en effectiviteit van het herroepingsrecht, wanneer de consument enkel vanwege het feit dat hij het middels een overeenkomst op afstand verworven goed heeft gekeurd en uitgeprobeerd een compenserende vergoeding zou moeten betalen. Aangezien het herroepingsrecht nu juist tot doel heeft de consument deze mogelijkheid te bieden, mag het feit dat hij hiervan gebruik heeft gemaakt niet tot gevolg hebben dat de consument dit recht enkel kan uitoefenen op voorwaarde dat hij een vergoeding betaalt.

     

    25 Hoewel richtlijn 97/7 beoogt de consument te beschermen in de bijzondere situatie van een op afstand gesloten overeenkomst, strekt zij er evenwel niet toe hem rechten te verlenen die meer omvatten dan hetgeen hij nodig heeft om naar behoren zijn herroepingsrecht te kunnen uitoefenen.

     

    De verkoper mag geen kosten inrekening brengen voor het uitproberen van het product. Het maakt daarbij niet uit of dit een computer is of een fles shampoo, omdat hierin geen onderscheid is gemaakt.

     

    Artikel 7:46d lid 3 BW

    In geval van ontbinding overeenkomstig lid 1 heeft de koper recht op kosteloze teruggave van het door hem aan de verkoper betaalde. De teruggave moet zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen dertig dagen na de ontbinding plaatsvinden.

     

    Als er ontbonden is dan mag de verkoper daarvoor geen kosten in rekening brengen.

     

    Artikel 7:46d lid 4 BW

    De leden 1–3 zijn niet van toepassing op de koop op afstand:

    a. van zaken waarvan de prijs gebonden is aan de schommelingen op de financiële markt, waarop de verkoper geen invloed heeft;

    b. van zaken die:

    1°. zijn tot stand gebracht overeenkomstig specificaties van de koper;

    2°. duidelijk persoonlijk van aard zijn;

    3°. door hun aard niet kunnen worden teruggezonden;

    4°. snel kunnen bederven of verouderen;

    c. van audio- en video-opnamen en computerprogrammatuur, indien de koper hun verzegeling heeft verbroken;

    d. van kranten en tijdschriften.

     

    Geen van de genoemde voorbeelden valt hieronder. Dus is alle gevallen kan er ontbonden worden. Zo simpel is het.

     

    Artikel 7:46j lid 1 BW

    Van deze afdeling kan niet ten nadele van de koper dan wel de wederpartij worden afgeweken.

     

    Het recht op schade vergoeding

     

    Artikel 7:29 lid 1 BW

    Heeft de koper de zaak ontvangen doch is hij voornemens deze te weigeren, dan moet hij als een zorgvuldig schuldenaar voor het behoud ervan zorgen; hij heeft op de zaak een retentierecht totdat hij door de verkoper voor de door hem in redelijkheid gemaakte kosten schadeloos is gesteld.

     

    In de eerste twee voorbeelden is de koper tekort geschoten in zijn verplichting om als een zorgvuldig schuldenaar te zorgen voor behoud van het product. Dit is anders in het derde voorbeeld. Het Europees Hof van Justitie heeft bepaald dat het herroepingsrecht een uitprobeer recht omhelst waarvoor de verkoper geen kosten in rekening mag brengen.

     

    Artikel 74 lid 1 BW

    Iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis verplicht de schuldenaar de schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoeden, tenzij de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend.

     

    De koper van de fles shampoo kan niet worden verweten dat de verkoper schade heeft als gevolg van het uitproberen, want dit is een recht dat hij heeft gekregen doordat de verkoper de fels shampoo online heeft verkocht.

     

    Hoge Raad, 26-03-2010, ECLI:NL:PHR:2010:BL0539

    4.3. Bij het vaststellen van de omvang van de te vergoeden schade moet als beginsel worden vooropgesteld dat de schuldeiser zoveel mogelijk in de toestand wordt gebracht waarin hij zou verkeren indien het schadeveroorzakende feit (de wanprestatie, de onrechtmatige daad) achterwege was gebleven. De omvang van de schade wordt bepaald door een vergelijking van de toestand zoals deze in werkelijkheid is, met de toestand zoals die (vermoedelijk) zou zijn geweest indien het schadeveroorzakende feit niet zou hebben plaatsgevonden. Doel van de schadevergoeding is immers het zoveel mogelijk brengen van de benadeelde in de positie waarin hij zou hebben verkeerd indien de laedens zijn verplichtingen wel was nagekomen. Dit brengt met zich dat uitsluitend de werkelijk geleden schade moet worden vergoed; niet minder, maar ook niet meer.(5)

     

    Als de Ferrari door de verkoop 20% in waarde daalt, dan heeft de verkoper recht op een schadevergoeding van 80% indien de koper de Ferrari total los rijd en zich beroept op het herroepingsrecht.

     

    Nieuwe wetgeving

     

    Artikel 230s lid 3 BW

    De consument is slechts aansprakelijk voor de waardevermindering van de zaak als een behandeling van de zaak verder is gegaan dan noodzakelijk om de aard, de kenmerken en de werking daarvan vast te stellen. De consument is niet aansprakelijk voor waardevermindering van de zaak wanneer de handelaar heeft nagelaten om overeenkomstig 230m lid 1, onderdeel h, informatie over het recht van ontbinding te verstrekken.

  15. Ik ben een consument. Lang geleden een account aangemaakt. Recent weer hier terecht gekomen via rechtenforum.nl. Daarbij ben ik deze draad tegengekomen.

     

    Als ik de indruk heb gegeven dat consumenten het product niet zouden mogen gebruiken, dan ben ik onduidelijk geweest. Consumenten mogen het product best gebruiken. Alleen als de winkelier daardoor schade heeft dan moet die vergoed worden. De politieke rechtvaardiging hiervoor is dat het consumenten het herroepingsrecht toegankelijk moet zijn.

     

    Ik vind het erg lastig om precies aan te geven waar de grens ligt. Uitproberen is kijken of het je bevalt, zoals je dat in een winkel zou doen.

  16. @Hairextensions4u: Ja, je bent verplicht om haar extenties retour te nemen. Over een paar maanden veranderd de wet.

     

    Klopt dat een winkelier het verschil in rekening zou kunnen brengen tussen de aankoopprijs en de prijs waarvoor het goed nog kan worden verkocht.

    De schade moet bepaald worden door de werkelijke sitautie, waarbij de koper zich niet als een zorgvuldig schuldenaar heeft gedragen, met de denkbeeldige situatie, waarbij de koper dit wel heeft gedaan. Dat de Ferrari niet voor het zelfde bedrag te verkopen is komt voor een deel doordat deze verkocht is. Dit deel kan de verkoper niet op de koper verhalen.

     

    Maar het lijkt me toch redelijk duidelijk dat een gebruikte fles shampoo niet meer kan worden verkocht. Ook een potje crème waar iemand met zijn vingers in heeft gezeten kan niet meer worden verkocht. Zelfde geldt voor wijn en vele andere verbruiksproducten.

    Ik constanteer dat er in art. 7:46d BW geen beperking is opgenomen voor verbruiksproducten. Als de consument dit binnen de eerste zeven werkdagen c.q. drie maanden ontbind zal de verkoper het aankoopbedrag terug moeten betalen.

     

    Verder blijkt uit de Europese jurisprudentie dat consumenten producten mogen uitproberen. Een consument die zich hier toe beperkt gedraagt zich zeker als een zorgvuldig schuldenaar. Als de verkoper het product dan toch niet meer kan verkopen dan is dit het probleem van de verkoper.

     

    Uitproberen is iets anders dan gebruiken. Onder het uitproberen van een fles shampoo valt het één maal wassen van het haar met een klein beetje sampoo. Bij gebruiken komt de fles halfvol of bijna leeg terug.

     

  17. Water uit de kraan kan naar zijn aard niet terug gestuurd worden. Een tube, flesje of doosje met inhoud kan naar zijn aard prima terug gestuurd worden.

     

    Daarnaast kun je dit in je algemene voorwaarden opnemen, waar de klant mee instemt voordat de daadwerkelijke order word geplaatst.

     

    Ja, in de algemene voorwaarden kun afwijken van art. 7:46d BW in het nadeel van de consument. Maar dat kun je nooit afdwingen voor de rechter. Deze zal deze voorwaarden ambtshalve vernietigen. Vanwege artikel 7:46j BW mag een verkoper niet in het nadeel van de consument afwijken van artikel 7:46d BW. Als dit toch gebeurt dan is dat te vernietigen met een beroep op art. 6:233 jo 6:240 BW c.q. art. 3:40 BW. En vernietiging gebeurt met terugwerkende kracht.

     

    Voor de kant-en-klaar producten geldt een houdbaarheid van 12 maanden, mits men niet de dop van het product steeds open heeft staan (zuurstof bij het product laat komen). Er is dus wel degelijk sprake van derving of kwaliteitsverlies wanneer iets open staat, vandaar ook dat producten verzegeld worden op het moment van verzending.

     

    Dat het kan bederven of verouderen is onvoldoende. Dit moet snel gebeuren. De geachte hierachter is dat het niet redelijk is om een herroepingsrecht te geven voor de verkoop van bananen, omdat de tweede klant deze dan rot zou ontvangen.

     

    Voor vele danken geldt dat deze na het openen binnen een dag of vier opgedronken moeten worden. Hierbij maakt het niet uit hoe vaak je de dop verwijdert: een keer is voldoende om de inhoud te laten bederven binnen een week. Als de producten die jij verkoopt hiermee vergelijkbaar zijn dan gaat dit argument prima op.

     

    Misschien een idee om een vriend een doosje cadeau te doen en vragen of hij dit wilt uitproberen. Als het product binnen twee weken bedorven is dan vraag je om een getuigenverklaring. Zo heb je bewijs dat jouw producen onder de huidige uitzonderingsregels valt.

     

    Wat ik nog mis in deze discussie is het bekijken van de zaak via het algemene rechtsbeginsel van redelijkheid en billijkheid. Is het redelijk (aanvaardbaar) toe te moeten staan dat iemand een shampoo, crème of massageolie letterlijk uitprobeert? Lijkt me niet.

     

    Je stelt de verkeerde vraag. De wet geeft de koper een herroepingsrecht dat vrijwel onvoorwaardelijk is. Als het naar de eisen van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is of wanneer aangetoond kan worden dat er sprake is van echte misbruik (denk aan het gebruiken van het herroepingsrecht met als doel om de winkelier schade toe te brengen) dan is dat anders. Dit zijn zware eisen, waaraan niet snel wordt voldaan.

     

    Een consument kan gebruik maken van zijn herroepingsrecht, indien hij de banden van een online gekochte Ferrari tot op de velgen heeft versleten. Eveneens kan een consument gebruik maken van zijn herroepingsrecht, indien zij een online gekochte jurk heeft gewassen omdat er tijdens een feestje wat wijn over is gekomen. Dit is niet onaanvaardbaar omdat de verkoper dan recht heeft om zijn schade vergoed te krijgen. Dus bij de Ferrari de kosten van een viertal nieuwe banden.

     

    Dat bedoel ik ook een beetje met het hygiënisch oogpunt: het is niet de bedoeling dat producten uitgeprobeerd worden om ze daarna terug te zenden, zoals je zegt ook niet een optie is als ik naar een drogist zou gaan, daar kun je ook niet flesjes open trekken, een flinke druppel bodylotion op je arm vegen en weer terugzetten.

     

    Een product valt niet onder de categorie hygiënisch enkel en alleen omdat de verkoper niet wilt dat het wordt uitgeprobeerd.

     

    Niet echt mijn core business maar wetgeving is wetgeving en de interpretatie telt ook mee. Dit soort producten lijken me zonder veel moeite geschaard te kunnen worden onder het tweede punt, dan wel onder het vierde punt.

     

    Over het tweede punt heeft N.M.N. Gloudemans-Voogd een interessant artikel geschreven.

     

    Zou de online gekochte auto dan onder de ‘duidelijk per-soonlijk van aard’ uitzondering kunnen vallen? De vraagdaarbij is wel: wanneer is een product ‘duidelijk persoonlijkvan aard’ of ‘clearly personalized’, zoals de Engelse tekstvan de Richtlijn stelt. Als ik mijn voor- en achternaam opeen mok laat drukken, is het duidelijk dat ik de mok daar-mee heb gepersonaliseerd. Die mok terugsturen en de koopervan ontbinden zou onevenredig veel schade toebrengenaan de verkoper, want de verkoper krijgt een (vrijwel) on-verkoopbaar product teruggestuurd.

     

    http://www.kvdl.nl/wp-content/uploads/2012/12/Nathalie-Gloudemans-Voogd-Herroepingsrecht-bij-op-afstand-gekochte-autos.pdf

  18. Wellicht dat je prima kunt beargumenteren waarom de producten door hun aard niet kunnen worden teruggezonden.

    Waarom kun je een geopende tube, fles of doosje niet via PostNL terug sturen?

     

    Wellicht kun je dan als voorwaarde stellen dat bij het openen van de verpakking of het verbreken van de zegel het product niet kan worden teruggenomen.

    Dat kan op het moment alleen voor video, audio en software.

     

    Ik heb deze vraag inderdaad ook voorgelegd aan Arnoud Engelfriet, zijn antwoord:

     

    Onder de huidige wet is er geen uitzondering voor hygiëne, maar wel eentje voor bederfelijkheid. Je zou dus kunnen zeggen dat jouw oliën bederven zodra ze aan lucht blootgesteld zijn. En dat is een reden om de retour te weigeren.

     

    Hoe snel bederven deze producten? Is dit vergelijkbaar met levensmiddelen of duurt dat maanden?

     

    Vervalt de regel van 7 werkdagen/14 dagen (straks) ook op het moment dat een klant het product komt afhalen of geldt daarbij alsnog dat iemand het online heeft besteld en dus die rechten alsnog heeft?

    Wat telt is hoe de overeenkomst tot stand is gekomen. Als dit uitsluitend via een webwinkel heeft plaats gevonden dan heeft de consument het herroepingsrecht.

×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.