Het kabinet wil structureel 25 miljoen euro per jaar uittrekken voor een nieuwe startersorganisatie: TechnoPartner. Maar de plannen voor TechoPartner zien er niet goed uit. Critici, en die zijn er velen, vrezen dat TechnoPartner een ondergefinancierd en onsamenhangend initiatief wordt, dat het startersbeleid in Nederland van de wal in de sloot zal helpen.
Het is de bedoeling dat TechnoPartner alle bestaande initiatieven voor technostarters gaat vervangen. Op aanraden van ondernemersorganisatie VNO-NCW heeft Economische Zaken gepoogd een kopie te maken van BioPartner, de organisatie voor starters in de life sciences die alom wordt beschouwd als het meest succesvolle initiatief tot nu toe. Maar de kopie lijkt weinig op het origineel. BioPartner voelt er daarom niets voor in de nieuwe organisatie op te gaan.
Om te beginnen is het budget voor TechnoPartner te klein. BioPartner schat dat er voor starters in de life sciences alleen al 40 miljoen euro per jaar nodig is, waarvan 25 miljoen van de overheid, en 15 miljoen van private partijen. TechnoPartner zal met 25 miljoen voor álle sectoren geen kritische massa bereiken. Door BioPartner is bovendien kritiek geuit op het beoogde instrumentarium van TechnoPartner. De nieuwe organisatie krijgt in de plannen van EZ vier actielijnen.
De eerste is een pre-seed faciliteit om starters te helpen van idee naar businessplan. Die pre-seed regeling wordt een kopie van de TOP-regeling van de Universiteit Twente. Dat betekent dat er kleine subsidies (denk aan 10.000 euro) worden voorzien. Te klein, zeggen critici.
De tweede actielijn van TechnoPartner is een seed faciliteit, een regeling voor zaaikapitaal. EZ wil daarvoor het Brits/Amerikaanse voorbeeld volgen van de Small Business Investment Companies (SBIC's). De regeling voor SBIC's houdt in dat de overheid private investeringen in een technostarter matcht in een verhouding 1:2. Zo'n regeling is in Nederland hard nodig om investeerders over de brug te helpen. Maar met de 10 miljoen die EZ daarvoor wil reserveren kom je niet ver.
Derde actielijn is een regeling voor kennisexploitatie, inclusief ondersteuning van een actiever octrooibeleid van de universiteiten.
En de vierde actielijn is een platform voor de 'zachte' ondersteuning van technostarters. Voor dat platform wordt een plan uitgewerkt door Dreamstart. Dreamstart komt deze maand aan het eind van zijn subsidieperiode, en is door EZ gevraagd op te treden als kwartiermaker voor TechnoPartner.
Hoewel de vier actielijnen van TechnoPartner lijken op de instrumenten van BioPartner, ontbreekt de samenhang. TechnoPartner dreigt een bundeltje op zich staande regelingen te worden. De les die BioPartner uit de afgelopen jaren heeft getrokken is nu juist dat een startersorganisatie de flexibiliteit moet hebben om budget te verschuiven tussen verschillende instrumenten; iets meer naar pre-seed of juist naar seed, afhankelijk van de ontwikkelingen. EZ weet dat, maar dreigt weer dezelfde fout te maken.
BioPartner is niet de enige die kritiek heeft op de plannen. In het InnovatiePlatform van premier Balkenende heeft Alexander Rinnooy Kan, tot voor kort voorzitter van Dreamstart, een memo op tafel gelegd waarin de plannen voor TechnoPartner fel worden bekritiseerd. Die 25 miljoen euro, schrijft Rinnooy Kan, kan niet meer zijn dan een beginnetje; voor een echt startersbeleid zal een veelvoud van dat bedrag nodig zijn. En ook binnen het bestuur van Dreamstart wordt de kritiek gedeeld.
Staatssecretaris Van Gennip (EZ) heeft echter haast en wil begin volgend jaar het plan voor TechnoPartner naar de Kamer sturen. Ze doet er verstandiger aan te luisteren naar de mensen die ervaring hebben met het startersbeleid en, met hen, de tijd te nemen om een goed startersinitiatief op poten te zetten met een serieus budget.
We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.
Gast Kermie
Gast Kermie
Het kabinet wil structureel 25 miljoen euro per jaar uittrekken voor een nieuwe startersorganisatie: TechnoPartner. Maar de plannen voor TechoPartner zien er niet goed uit. Critici, en die zijn er velen, vrezen dat TechnoPartner een ondergefinancierd en onsamenhangend initiatief wordt, dat het startersbeleid in Nederland van de wal in de sloot zal helpen.
Het is de bedoeling dat TechnoPartner alle bestaande initiatieven voor technostarters gaat vervangen. Op aanraden van ondernemersorganisatie VNO-NCW heeft Economische Zaken gepoogd een kopie te maken van BioPartner, de organisatie voor starters in de life sciences die alom wordt beschouwd als het meest succesvolle initiatief tot nu toe. Maar de kopie lijkt weinig op het origineel. BioPartner voelt er daarom niets voor in de nieuwe organisatie op te gaan.
Om te beginnen is het budget voor TechnoPartner te klein. BioPartner schat dat er voor starters in de life sciences alleen al 40 miljoen euro per jaar nodig is, waarvan 25 miljoen van de overheid, en 15 miljoen van private partijen. TechnoPartner zal met 25 miljoen voor álle sectoren geen kritische massa bereiken. Door BioPartner is bovendien kritiek geuit op het beoogde instrumentarium van TechnoPartner. De nieuwe organisatie krijgt in de plannen van EZ vier actielijnen.
De eerste is een pre-seed faciliteit om starters te helpen van idee naar businessplan. Die pre-seed regeling wordt een kopie van de TOP-regeling van de Universiteit Twente. Dat betekent dat er kleine subsidies (denk aan 10.000 euro) worden voorzien. Te klein, zeggen critici.
De tweede actielijn van TechnoPartner is een seed faciliteit, een regeling voor zaaikapitaal. EZ wil daarvoor het Brits/Amerikaanse voorbeeld volgen van de Small Business Investment Companies (SBIC's). De regeling voor SBIC's houdt in dat de overheid private investeringen in een technostarter matcht in een verhouding 1:2. Zo'n regeling is in Nederland hard nodig om investeerders over de brug te helpen. Maar met de 10 miljoen die EZ daarvoor wil reserveren kom je niet ver.
Derde actielijn is een regeling voor kennisexploitatie, inclusief ondersteuning van een actiever octrooibeleid van de universiteiten.
En de vierde actielijn is een platform voor de 'zachte' ondersteuning van technostarters. Voor dat platform wordt een plan uitgewerkt door Dreamstart. Dreamstart komt deze maand aan het eind van zijn subsidieperiode, en is door EZ gevraagd op te treden als kwartiermaker voor TechnoPartner.
Hoewel de vier actielijnen van TechnoPartner lijken op de instrumenten van BioPartner, ontbreekt de samenhang. TechnoPartner dreigt een bundeltje op zich staande regelingen te worden. De les die BioPartner uit de afgelopen jaren heeft getrokken is nu juist dat een startersorganisatie de flexibiliteit moet hebben om budget te verschuiven tussen verschillende instrumenten; iets meer naar pre-seed of juist naar seed, afhankelijk van de ontwikkelingen. EZ weet dat, maar dreigt weer dezelfde fout te maken.
BioPartner is niet de enige die kritiek heeft op de plannen. In het InnovatiePlatform van premier Balkenende heeft Alexander Rinnooy Kan, tot voor kort voorzitter van Dreamstart, een memo op tafel gelegd waarin de plannen voor TechnoPartner fel worden bekritiseerd. Die 25 miljoen euro, schrijft Rinnooy Kan, kan niet meer zijn dan een beginnetje; voor een echt startersbeleid zal een veelvoud van dat bedrag nodig zijn. En ook binnen het bestuur van Dreamstart wordt de kritiek gedeeld.
Staatssecretaris Van Gennip (EZ) heeft echter haast en wil begin volgend jaar het plan voor TechnoPartner naar de Kamer sturen. Ze doet er verstandiger aan te luisteren naar de mensen die ervaring hebben met het startersbeleid en, met hen, de tijd te nemen om een goed startersinitiatief op poten te zetten met een serieus budget.
Link naar reactie
https://www.higherlevel.nl/forums/topic/2612-technopartner-willem-schoonen/Delen op andere sites
Aanbevolen berichten
2 antwoorden op deze vraag