Albert

Junior
  • Aantal berichten

    6
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

Persoonlijke info

  • Jij bent:
    ondernemer in spe
  • Geslacht
    Male
  • Voornaam
    Albert
  • Achternaam
    Weda

Albert's trofeeën

  1. Hallo Joost, Wederom bedankt voor je reactie. Heel erg bedankt voor je inbreng, ik heb nu een beter gevoel over de inhoud van de overeenkomst mede omdat deze versie duidelijker is wat betreft de systematiek. De versie wordt nog ter goedkeuring voorgelegd aan de fiscus, waarom moet dat trouwens in het rayon van de ex-werkgever en kan dit niet in het rayon waaronder de Stamrecht BV valt? Dit was de laatste vraag over dit onderwerp. Groet, Albert
  2. Hallo Joost, Rekening houdende met jouw opmerkingen zou het artikel er dan zo uit moeten zien? --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Verklaren mitsdien te zijn overeengekomen als volgt: Artikel 1 Partij 1 kent toe aan partij 2 een recht op periodieke uitkeringen (stamrecht), ingaande uiterlijk op de eerste dag van de maand waarin partij 2 de leeftijd van 65 jaar bereikt, en eindigende bij diens overlijden. Bij (voor-)overlijden van partij 2 zal het stamrecht voor 100% overgaan op diens echt-genote dan wel geregistreerd partner, dan wel, vanaf het overlijden van diens echtgenote dan wel geregistreerd partner, aan de minderjarige kinderen van partij 2, ieder afzonder-lijk, tot aan het tijdstip waarop zij de leeftijd van 30 jaar bereiken of hun eerder overlij-den. Artikel 2 a. De op ingangsdatum van de periodieke uitkeringen beschikbare som zal als volgt worden vastgesteld: Het ontvangen bedrag van de schadeloosstelling wordt verminderd met een eenma-lige kosten- en winstopslag van vijf procent (5 %) met een maximum van twintig-duizend euro (€ 20.000,00); De hoogte van de in artikel 1 bedoelde periodieke uitkeringen zal worden bepaald op grond van actuariële berekeningen, uitgaande van de in de aanhef vermelde waarde verminderd met de eenmalige kosten- en winstopslag, per datum heden, en waarbij gedurende de looptijd een rekenrente wordt gehanteerd van vijf procent (5 %). De waarde van de beleggingen wordt jaarlijks verminderd met een administra-tievergoeding voor partij 1. De administratievergoeding bedraagt 0,5% van de waarde van de beleggingen ultimo het jaar. b. Op de ingangsdatum van de periodieke uitkeringen wordt de beschikbare som van onderdeel a omgezet in een periodieke uitkering op basis van tarieven die op grond van de Wet op het financieel toezicht toegelaten levensverzekeraars op dat moment hanteren voor dergelijke uitkeringen. c. Partij 2 heeft te allen tijde het recht de aanspraken ingevolge het stamrecht onder te brengen bij een door die gerechtigde aan te wijzen verzekeraar tegen overdracht door partij 1 van het resterende stamrechtkapitaal. Na het overlijden van partij 2 hebben de opvolgende gerechtigden hetzelfde recht op de ingangsdatum van hun uitkeringen. De verzekeraar dient de verplichting voor de heffing van de vennootschapsbelasting tot het binnenlands ondernemingsvermogen te rekenen. Voorts dient de overdracht te voldoen aan de eisen van de artikelen 19a en 19b van de Wet op de loonbelasting 1964. d. Partij 2 heeft te allen tijde het recht om het op de voet van deze overeenkomst vast-gestelde recht op periodieke uitkeringen om te zetten in een ander zodanig recht. Na het overlijden van partij 2 hebben de opvolgende gerechtigden hetzelfde recht. Voorwaarde is in alle gevallen dat het nieuwe recht onverkort voldoet aan de bepa-lingen van artikel 11, eerste lid, onderdeel g, van de Wet op de loonbelasting 1964. Artikel 3 De in artikel 1 bedoelde uitkeringen zullen bij achterafbetaling per maand worden vol-daan, uiterlijk voor het eerst op de eerste dag van de maand volgend op de maand waar-in partij 2 de leeftijd van 65 jaar bereikt. Bij aanvang van de uitkeringen zullen deze tijdsevenredig worden berekend. Artikel 4 Partij 1 verklaart als binnenlands belastingplichtige aan de vennootschapsbelasting te zijn onderworpen en rekent het stamrecht geheel tot haar binnenlandse ondernemings-vermogen. Artikel 5 Het stamrecht kan niet worden beleend, verpand, vervreemd of afgekocht. -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Ik verneem graag je reactie op deze lap tekst. Bij voorbaat dank, Albert
  3. Hallo Joost, Nogmaals erg bedankt voor je reactie, voor een groot gedeelte heb ik meer duidelijkheid. Echter, ik blijf met de invulling van art. a nog met wat vragen zitten. Blijft het eerste stuk tekst dan wel staan "het ontvangen bedrag van de schadeloosstelling wordt verminderd met een nog nader door partijen binnen de fiscale parameters vast te stellen eenmalige kosten- en winstopslag;" en blijft daarna de 1e keuze mogelijkheid ook staan? Dit omdat je zegt dat de tekst tussen "dan wel:" en lid b moet worden aagepast naar de vaste rente. Zo ja, kun je de kosten- en winstopslag dan ook niet beter vaststellen, en komt deze kosten- en winstopslag ook in de tekst van de vaste rente? Indien mij dit duidelijk wordt heb ik beter beeld hoe art. a eruit zal moeten zien, aangezien dit een belangrijk artikel is in de overeenkomst. Noot: Het te behalen rendement kan alleen al tegen de huidige rentetarieven, al gauw tussen de 5 en 6% zijn. Ik hoop dat je de nogmaals de moeite wilt nemen om dit te beantwoorden. Bij voorbaat dank, Groet, Albert
  4. Hallo Joost, Bedankt voor je uitleg. De 5% minus 0,5% adm.kosten lijkt mij dan voorlopig een goede keuze. Nog even een boekhoudkundige vraag over het journaliseren straks van deze methode. Moet de 5% naar de oprenting en de 0,5% naar kosten o.i.d. of wordt de oprenting dan 4,5%? Dit artikel geeft ook de methode weer van berekenen periodieke uitkering met eenmalige winst- kostenopslag etc. Ik ben misschien wel lastig, maar deze berekening i.c.m. oprente gaan wel samen op. Hoe komt zo'n artikel er als tekst dan te staan ook rekening houdende met deze periodieke berekening. Veranderd dan alleen art. 2a en blijven b, c,d, staan of vervallen die dan ook? Bij voorbaar dank, Groet, Albert
  5. Hallo Joost, Bedankt voor je reactie. Jouw reactie is meteen mijn reden om dit te vragen omdat ik zelf ook van mening ben dat deze constructie te open is. Hierover had ik dus ook al een discussie met de opsteller van deze overeenkomst maar omdat ik geen deskundige ben op dit gebied wou ik de mening van iemand anders hierover wel eens horen. Daarom begon ik mijn vraag ook met eerdere genoemde methodes van oprenten (volgens mij waren deze van jou afkomstig) Maar omdat er mij niet duidelijk werd wat nu een goede methode is, vast % of actutarieel berekenen, kon ik dit niet goed als argument met opsteller bespreken. En hoe ziet zo'n artikel er dan uit. Wat betreft de hoogte van de opbouw, dit hoeft niet perse het hoogste te zijn maar aansluiten op de huidige mogelijkheden ook wat betreft rendement. Hierin heb je gelijk dat dit ook haalbaar moet zijn. De rest van de SRovereenkomst heb ik geen probleem over, alleen dit artikel. Bij voorbaat dank, Albert
  6. Het onderwerp oprneten is al vaker naar voren gekomen in dit forum maar de ene keer wordt gesproken over oprenten volgens lijfrente met een vast percentage en de andere keer oprenten bij voorkeur actuarieel. Wat is nu een goede tekst in de overeenkomst om toch een zo vast en hoog mogelijke opbouw te hebben. Is onderstaande tekst als onderdeel van concept SR-overeenkomst een flexibele oplossing en welk % voor oprenten zou hiervoor nu gelden. Artikel 2 De op ingangsdatum van de periodieke uitkeringen beschikbare som zal als volgt worden vastgesteld: het ontvangen bedrag van de schadeloosstelling wordt verminderd met een nog na-der door partijen binnen de fiscale parameters vast te stellen eenmalige kosten- en winstopslag; ter keuze van partij 2 wordt: -- het na aftrek van de eenmalige kosten- en winstopslag resterende bedrag van de schadeloosstelling verhoogd met een samengestelde intrest overeenkomstig hetgeen te doen gebruikelijk wordt gehanteerd door een professionele, op grond van de Wet op het financieel toezicht toegelaten levensverzekeraar, zijn-de het tarief dat geldt op de ingangsdatum van deze overeenkomst; dan wel: -- het na aftrek van de eenmalige kosten- en winstopslag resterende bedrag van de schadeloosstelling door partij 1 op door partij 2 aan te geven wijze (her)belegd. De met de gekozen beleggingen behaalde netto rendementen worden toege-voegd aan het saldo van de beleggingen. Partij 1 zal de beleggingen zodanig administreren dat de beleggingen en de daarop te behalen netto rendementen duidelijk kenbaar en herleidbaar zijn. De beleggingen zullen bestaan uit aan een effectenbeurs genoteerde waarden, spaarrekeningen of deposito's bij een kredietinstelling dan wel een combinatie van deze beleggingsvormen. De waarde van de beleggingen wordt jaarlijks verminderd met een administratie-vergoeding voor partij 1. De administratievergoeding bedraagt 0,5% van de waarde van de beleggingen ultimo het jaar. b. Op de ingangsdatum van de periodieke uitkeringen wordt de beschikbare som van onderdeel a omgezet in een periodieke uitkering op basis van tarieven die op grond van de Wet op het financieel toezicht toegelaten levensverzekeraars op dat moment hanteren voor dergelijke uitkeringen. c. Partij 2 heeft te allen tijde het recht de aanspraken ingevolge het stamrecht onder te brengen bij een door die gerechtigde aan te wijzen verzekeraar tegen overdracht door partij 1 van het resterende stamrechtkapitaal. Na het overlijden van partij 2 hebben de opvolgende gerechtigden hetzelfde recht op de ingangsdatum van hun uitkeringen. De verzekeraar dient de verplichting voor de heffing van de vennootschapsbelasting tot het binnenlands ondernemingsvermogen te rekenen. Voorts dient de overdracht te voldoen aan de eisen van de artikelen 19a en 19b van de Wet op de loonbelasting 1964. d. Partij 2 heeft te allen tijde het recht om het op de voet van deze overeenkomst vast-gestelde recht op periodieke uitkeringen om te zetten in een ander zodanig recht. Na het overlijden van partij 2 hebben de opvolgende gerechtigden hetzelfde recht. Voorwaarde is in alle gevallen dat het nieuwe recht onverkort voldoet aan de bepa-lingen van artikel 11, eerste lid, onderdeel g, van de Wet op de loonbelasting 1964 Indien iemand mij hierover iets kan vertellen of dit vrij uitgebreide artikel niet kan worden vervangen door een vaste oprente van b.v. 4% te hanteren, zou ik dit zeer waarderen om een juist gevoel te krijgen voor de beste oplossing.
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.