Je laatste alinea triggert mij...
Ik wil – ik kan het nauwelijks kort houden – de analogie die Ayn Rand in “The Foutainhead” maakt tussen karakters en architectuur van wat commentaar voorzien. Wat heeft namelijk een ondernemer aan dit boek?
Natuurlijk is het voor Rand nodig om haar ideeën over het objectivisme duidelijk te maken dat er een zwart-wit versie van én architectuur én de karakters wordt getoond. Echter, het is allemaal iets gemêleerder. De architectuur (dé schepper bij uitstek) is schijnbaar het onderwerp, maar het gaat echt om de karakters. Zowel voor de architectuur zijn die tegenstellingen minder en logisch, als voor de karakters. Ik zal het uitleggen.
Eerst een verhaal, om in te gaan op je laatste alinea, dan de moraal, dan een aanbeveling, dan een verzoek aan de geïnteresseerde lezer.
De verhaal-delen zijn door de niet-Rand-lezer over te slaan... gelukkig (?).
Het verhaal over architectuur…:
In het Amerika van eind 19e (Industriële revolutie) en nog meer aan het begin van de 20e eeuw (opkomst dienstensector, grote verzekeringsgebouwen, e.d.) waren veel nieuwe gebouwen nodig. En als je begint met een groot, leeg land met “slechts wat tenten” dat “helemaal van jou is”, dan wil je dat snel vullen, bouwen, liefst zo groot mogelijk. En aan al je buren laten zien dat jij rijk bent. Niets is te gek. Of het nu om je privéhuis gaat, of jouw hoofdkantoor. Dat betekent dat de gebouwen (met had immers nog niets wat men nu noemt ‘moderns’), groot of klein, flink tot een visitekaartje gingen ‘opleuken’. De wereld (zeker Amerika) ging zo snel, men kon zich veel veroorloven. Er ontstonden de neo-stijlen: waarbij men rijkelijk de beste delen (ook: de versierselen) kopieerde tot een nieuw ensemble. Inderdaad: dat vonden de opdrachtgevers toen mooi. Neo-classisicme, Neo-renaissance, Neo-barok, Neo-gothiek waren zo uitgevonden. Het lijkt op de welvaart van toen, maar op grotere gebouwen. In Nederland was het toen niet anders, wel iets minder misschien (bv: Amsterdam CS is Neo-renaissancistisch) Bedenk daarbij dat wij Nederlanders al wat vlak zijn (niet boven het maaiveld uit willen steken). Logisch dat als je als Nederland door het Gaslamp district in San Diego loopt, of in welke andere stad van VS dan ook, dat je die opsmuk overdreven vindt. Maar dan. Amerika onderscheid zich nog niet genoeg van Europa, en wil – ook als reactie op die neo-stijlen, nu echt iets nieuws: De Moderne architectuur. In staat om grote gebouwen echt als een eenheid in elkaar te zetten, daar waar de ‘oude’ architectuur alleen gebruikt werd om de grote vlakken die in Amerika ontstonden bij de grote gebouwen, te voorzien van een zich eindeloos herhalend ornament. Howard Roark is als architect een kopie van Frank Lloyd Wright, met zijn horizontale lijnen. Maar: zonder commentaar op het ene, zou die moderne architectuur misschien nooit bedacht zijn. Er moet eerst het een zijn, dan pas is het ander (volgende) logisch. Sterker: de moderne architectuur (denk ook aan Rietveld, Corbusier) bleek lang niet altijd praktisch. Leuk om te zien dat in dejongste Vinexwijken, nu weer retrostijlen gebouwd worden, en opbedrijfsterreinen nu al vele Post-moderne gebouwen worden neergezet. Tempaantjes, bolle daken, jaren 20-voordeuren… Blijkbaar vinden we oud en vertrouwd is toch ook belangrijk. Het geeft ons houvast.
…is ook het verhaal van het karakter:Howard Roark ‘komt nergens binnen’ krijgt in beginsel nooit gelijk. Alleen op inhoud. Pas door wat ‘kunst en vliegwerk’ zo wil het verhaal ziet een jury in op inhoud, dat hij gelijk heeft. Maar gelijk hebben, is niet gelijk krijgen. De tegenhanger van Howard Roark, Peter Keating is als architect geen schepper, maar een kopieerder. Dat gaat in het begin goed – hij wordt de beste – later niet meer. Alle smerige trucen heeft hij nodig. Ook die kopieert hij van anderen. Hij trouwt zelfs met de vrouw die anderen begeren. Hij wordt dus ook diep ongelukkig en zwaard depressief. Vergelijk dit met al die adviseurs die het kunstje steeds maar weer opnieuw doen, elkaar met (management / hype / IT) termen napraten, en dan zien (als ze dat al willen inzien) dat hun project een keer mislukt omdat de omgeving zo anders was…Innovatief denken, echt luisteren naar de klant, kunnen ze (niet meer). Te conventioneel (geworden). Denk je alleen innovatief, scheppend, dan gaat het ook mis. Het perfect videosysteem (heette het VHS?), de beeldplaat, beide van Philips, zijn het niet geworden. De omgeving was er nog niet aan toe, de reclame bereidde de mensen niet voor. Kortom: een beetje ‘Peter Keating’ moeten we ook zijn. Ook leuk: Gail Wynand, de krantenmagnaat, is de man die scheppend en innovatief wil zijn. Zo ziet hij allerlei verbeteringen in productieprocessen. Echter, hij kan alleen met geweld en geld voor elkaar krijgen dat anderen het niet goed doen. Praten (vgl: het adviseren van de adviseur) kan hij niet, dus hij moord, koopt bedrijven op, en krijgt zo gelijk. Denkt hij. Uiteindelijk had ook hij wat meer een ‘Peter Keating’ moeten zijn. Al zijn mensen doen wat Gail wil, zijn bedrijf is Gail. Maar daarmee is élke innovatieve kracht verdwenen; niemand durft tegen het management in te gaan. Gail ziet dan – één pluspunt van hem – in, als het geweten van het boek, en geeft toe dat hij Howard Roark had willen zijn. Uiteindelijk krijgt Howard Roark voor elkaar (iets nieuws scheppen, én gelukkig zijn), wat Gail voor elkaar heeft proberen te krijgen met geweld, en Peter met slijmen en na-apen. Het enige dat echt geluk brengt (volgens de schrijver) is het scheppen vanuit je zelf. Gail laat anderen scheppen; dat kan niet goed gaan: de anderen zijn niet gelukkig; het is niet hún krant die zij scheppen. En Gail is niet gelukkig omdat hij het niet creeert met zijn geest, maar met zijn geld.
De moraal van dit verhaal voor karakters/bedrijven:
1. Alleen vernieuwend denken is niet je van het, alleen procesmatig denken (‘Peter keating’) is niet je van het.
2. In één persoon moeten beide (zo niet meer) eigenschappen inzitten. Voor een persoon: wees een kameleon óf ongelukkig. Voor een bedrijf: wees een kameleon of ga failliet.
3. N.a.v. Gail Wynand: zie op tijd in hoe je (basis) karakter is. Iemand schreef dat je dit boek ergens tussen je 15e en 20e moest lezen. Gail zit continue aan zelfmoord te denken. Peter niet, ook al zou het ‘een oplossing’ zijn voor zijn ongeluk; hij zou het alleen doen als anderen het ook deden…
4: Een bedrijf (is immers winstgevendheid op geschapen diensten of producten) moet beide soorten afdelingen, werknemers hebben. Denk aan de prototype IT-er die niet zou kunnen communiceren. Maar is het echt freaky bezig, dan creeert hij 't waanzinnigste tooltje. Maar laat de communicatiefreak de PR doen...! Alleen samen werkt!
De aanbeveling:
Ga vooral dit boek lezen, of het nu Engels is of Nederlands.
Het verzoek aan de geïnteresseerde lezer:
Kent iemand meer moralen? Wat vindt de ondernemer van deze moralen? Wat is de achtergrond van de dubbele houding van Dominique (ze houdt van hem, maar kan niet van hem houden. Waarom niet / pas in de laatste alinea?); wat voor persoon/bedrijf/karakter beschrijft zij?
Meer info:
* Over het boek: http://en.wikipedia.org/wiki/The_Fountainhead
* Over Ayn Rand en het objectivisme: http://www.ayn-rand.com/ayn-rand-objectivism.asp
* Wat is objectivisme: http://www.objectivistcenter.org/cth-32-408-FAQ_is_Objectivism.aspx en http://en.wikipedia.org/wiki/ObjectivisM
* Over de Film; http://www.libertarian.nl/vrijbrief/archives/001532.php
Tjeerd Nijeholt