Beste allemaal,
Hieronder zal ik proberen om jullie bij te praten over het onderwerp waarover ik een tijdje geleden wat op BNR vertelde. Om jullie geduld niet teveel op de proef te stellen, begin ik met het einde van mijn verhaal waarin ik zoveel mogelijk in ga op onderdelen van de vorige posts.
De praktijk (plus antwoorden op jullie posts)
- De praktijk is dat kenniskapitaal op de balans kan worden geplaatst als immateriële vaste activa.
- Wat de inhoud en omvang van dat kenniskapitaal is, is per organisatie afhankelijk.
- Het verhogen van de balans kan zorgen voor extra fiscale last in het begin, waarover later kan worden afgeschreven (lees: ‘kan’, het is geen wet van meden en persen)
- De auteursrechten (heel belangrijk) van manuscripten of white papers kunnen dus op de balans komen te staan
- Het is juist dat kennis extern moet zijn gematerialiseerd (Merkava) om te kunnen worden gewaardeerd. Een idee, dat ik nog niet heb verteld of uitgewerkt, heeft geen enkele waarde.
- Overgenomen rechten op manuscripten of white papers kunnen ook als kenniskapitaal worden geactiveerd. Het feit dat een aankoper hiermee anders omgaat, maakt het kenniskapitaal wellicht minder of zelfs meer waard, maar het blijft wel ingekochte kennis, in de vorm van informatie op een bepaalde informatiedrager. Hierover kan dus op worden afgeschreven.
overgedragen kennis over een marketingplan €35.000 kan per keer waard zijn. Hoe lang deze waarde in stand blijft, is vervolgens afhankelijk van wat de organisatie met de overgedragen kennis doet.
- Goodwill. Een lastig onderwerp. Goodwill is datgene wat een koper extra moet (wil) betalen nadat alle andere items in een organisatie zijn geïdentificeerd, beschreven en gewaardeerd. Wij merken dat het aandeel steeds hoger is geworden, naarmate de Nederlandse (en internationale) economie kennisintensiever is geworden. Onze voorzichtige stelling is dat het begrip goodwill onderhevig is aan inflatie en dat kenniskapitaal zorgt voor een correctie.
- Door goodwill te betalen geef je een beetje een waarde aan bijvoorbeeld een merk. Maar ongevraagd krijg je er nog veel meer kennisitems bij. Zonder dat koper en verkoper dat weten.
- Het waarderen en activeren van kennisitems is de stap die volgt op kennismanagement. De KEMA methode is bekend. Het is een niet financiële sturingsmethode (een middel) dat stuurt op betere lang termijn financiële groei.
- Het onderwerp is niet ingewikkeld. Het is onbekend. Daardoor lijkt het ingewikkeld, maar als we met zijn allen hiermee aan de slag gaan, dan went het wel en wordt het gemakkelijker.
- Het waarderen en activeren van kenniskapitaal is mogelijk voor elke ondernemer. Klein en groot. Het is daarmee voor iedereen gelijk en ‘bereikbaar’.
- Accountants, banken en fiscus vormen bastions van de oude garde. Accountants kijken achteruit, terwijl je als ondernemer vooruit wil kijken. We merken dat sommige accountants het niet willen snappen, omdat het gevaar oplevert voor hun aansprakelijkheid. Terwijl alles netjes in hun eigen wetten beschreven staat: RJ210, IFRS 2, IFRS 3, IAS 38, Besluit Actuele waarde.
- Banken zijn helemaal raar: ze bieden wel innovatiestimuleringsleningen aan, maar accepteren niet dat je het resultaat van deze leningen op je balans activeert. Ik snap het wel: kenniskapitaal laat zich ogenschijnlijk lastig verkopen…Maar ook hier geldt (alweer een voorzichtige stelling) dat onbekend onbemind maakt.
- Tot slot de fiscus. Deze is op zich niet lastig. Als je iets hebt mag je het activeren. Het punt is alleen dat als je van iets niets maakt, je over het meerdere moet afrekenen. Maar goed, een beetje fiscalist en accountant kan hierin ondersteunen.
- De resultaten van R&D kunnen als immateriële activa worden vastgelegd. Hiervoor is een vragenlijst beschikbaar, gebaseerd op de RJ210. Als de antwoorden op alle vragen positief zijn, dan kunnen de R&D resultaten worden gewaardeerd en geactiveerd. Maar let op!! Heb je eenmaal je investeringen als kosten weggeboekt, dan mag je het niet zomaar als een bezitting weer activeren. Een beetje fiscalist weet daar wel oplossing voor.
En dan nu een stukje uitleg (ook over een werkwijze). Als dat niet mag, dan hoor ik het ….
Achtergrond
Mij houdt dit onderwerp erg veel en lang bezig. Dat komt omdat ik als advocaat moeite had met het krijgen van het antwoord op de vraag waarom een octrooi (patenten is de Engelstalige term) wel op de balans kon staan en domeinnamen niet. Dit heeft geleid tot vele jaren onderzoek naar mogelijkheden, onmogelijkheden, misverstanden, onkunde, et cetera.
Inleiding
De essentie voor ons is dat kennis in de Nederlandse economie naast arbeid, kennis en kapitaal een cruciale productiefactor is. Dat is expliciet erkend door het Ministerie van Economische Zaken.
Dan rijst de vraag waarom we het resultaat van deze kennis niet op onze balans zouden mogen en kunnen activeren? Dat heeft het CBS ook gesteld in 2005. Al in 1998 is dit onderzocht in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken, maar toen was het advies nog negatief. Ik kan me voorstellen dat dit nu anders is, zeker ook als we zien wat andere landen op dit vlak doen en hoe Nederland achterloopt.
Terminologie
Dat blijkt onder meer uit de terminologie die we bij dit onderwerp gebruiken. Iedereen gebruikt zijn woorden vanuit zijn of haar visie van wat men denkt dat ‘goed’ of de ‘waarheid’ is.
Wij maken allereerst gebruik van termen als: kennis, intellectual assets (werken van intellectuele aard), kenniskapitaal en immateriële vaste activa. Daarnaast maken we gebruik van de werkwoorden: identificeren, waarderen, exploiteren en activeren.
Theorie
De theorie is dat kennis in de hoofden van mensen zit. Mensen, hun hoofden en hun kennis in hun hoofden laat zich lastig (tot en met: niet) waarderen. Datgene wat mensen met de kennis in hun hoofden kunnen realiseren, laat zich wel waarderen. We hebben het dan dus over intellectual assets/kennisitems/werken van intellectuele aard, die gewaardeerd kunnen worden.
De kunst is om deze items te identificeren. En dat is gelukkig niet zo heel moeilijk, omdat er meer dan 300 items kunnen worden geïdentificeerd. Van blauwdrukken, via octrooien, jingles, teksten, balletvoorstellingen, toekenningen, exclusiviteiten, concepten, IP adressen, AS nummers, algoritmen, domeinnamen tot zelfs aan balletvoorstellingen toe.
Maar dit zijn nog alleen maar losse items, los zand. De volgende stap is om deze losse items te bundelen tot een waardeerbaar ‘object’. Dan krijgt het geheel wat meer vaste vorm.
Beperkingen
Na dit bundelen, begint een lastig gedeelte. Allereerst moet worden nagegaan waarom er gewaardeerd wordt (considerations), binnen welke context (overname, subsidie, financiering) en welke beperkingen er mogelijk zijn (wettelijke beperkingen, het is nog niet levensvatbaar). Dan moet worden bekeken of het object voldoende identificeerbaar, overdraagbaar en separeerbaar is. De eerste van de drie stappen is al uitgevoerd. Bij de twee andere stappen is het een stuk moeilijker. Het gaat te ver om uit te leggen hoe dat wordt vastgelegd.
Waardering
Daarna vindt de waardering plaats. Een waardering kan financieel georiënteerd zijn. Maar het kan ook gericht zijn op bepaalde parameters (Balanced Score Card, et cetera), als het niet mogelijk/wenselijk/opportuun is om een financiële analyse uit te voeren.
Verder kan de waardering betrekking hebben op de R&D fase en op de commerciële fase. Voor de R&D fase is een lijstje beschikbaar waarin posten kunnen worden opgeteld. En dat strekt verder dan uren maal intern tarief.
Wij maken zelf voor de commerciële fase gebruik van een geavanceerde Discountend Cash Flow methode. We passen juist deze toe omdat daarmee een relatie wordt gelegd met het succes waarmee de kennisitems in het economische verkeer zijn en worden ingezet. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de financiële aspecten, maar ook naar de kwaliteit van de kennisitems aan de hand van diverse gebieden. Omdat de input van de ondernemer/organisatie afkomstig is en wij graag een analyse willen doen die zo veel als mogelijk verschoond is van subjectiviteit, voeren we daarna een waarschijnlijkheidsanalyse uit met meer dan 1.000 scenario’s over circa 60 parameters.
Wat we dan krijgen is: geobjectiveerd kenniskapitaal en dat plaatsen we als immateriële vaste activa op de balans.
Kort en goed: het kan, het mag. Sterker nog: het is noodzakelijk dat we dit gaan doen. Maar ja, wie zegt dat..
Met vriendelijke groet,
F.W. (Friso) de Jong