Goedenavond!!!
Ik heb een case die ik als opdracht voor mijn opleiding moet maken en ik kom er even niet uit het gaat om het volgende:
In 2000 heb H&T de VOF omgezet naar een BV, zij hadden in de VOF een FOR en deze hebben zij geruisloos ingebracht hiervoor is een lijfrenteverplichting bij de BV (werkmaatschappij) bedongen. Daarnaast hebben zowel H als T vanaf de omzetting in 2000 een pensioenverplichting in eigen beheer opgebouwd. H is van 01-03-1953 en T is van 01-10-1954. De vordering die zij hebben op de werkmaatschappij bedraagt €450.000,- en in de beheer BV heeft H een pensioenvoorziening van €202.300,- en T €155.000,- opgebouwd.
Vraag 1, 2 en 3;-):
Zij hebben die lijfrenteverplichting bedongen bij de werkmaatschappij maar hoe kunnen ze deze laten uitkeren en hoe gaat dat in z'n werking (bijv. wanneer er maar €200.000,- aan liquide middelen beschikbaar zijn in de werkmaatschappij)?
En wanneer kan je deze lijfrenteverplichting het beste laten uitkeren?
Vraag 4 en 5
Wat doe je met de lijfrenteverplichting van €450.000,- als de werkmaatschappij voor bijv. €810.000,- verkocht wordt ervan uitgaande dat er maar €200.000,- aan liquide middelen beschikbaar is en het EV van de maatschappij zo'n €80.000,- is.
Wordt deze lijfrenteverplichting dan in mindering gebracht op de stakingswinst??
Mochten jullie meer informatie nodig hebben dan hoor ik dat graag!!
Alvast bedankt voor de moeite!!!
Met vriendelijke groet,
Jens