Hallo,
Ik heb een vraag over de voorwaarden bij het BTW-vrij ter beschikking stellen van personeel in de gezondheidssector.
Om voor BTW-vrijstelling in aanmerking te komen moet er bij het ter beschikking stellen van personeel aan 8 specifieke voorwaarden worden voldaan.
(http://wetten.overheid.nl/BWBR0021536, Art. 3.1g volgt uit Art. 4.1)
De laatste voorwaarde (Art. 3.1g) luidt:
Bij beëindiging van de relatie tussen de uitlener en de inlener, is de inlener verantwoordelijk voor de gevolgen daarvan voor de op dat moment bestaande arbeidsovereenkomst tussen de uitlener en de werknemer, zoals de financiële gevolgen van het verbreken van de relatie, en het door de inlener verlenen van medewerking bij het zoeken naar een nieuwe werkkring voor de betrokken werknemer.
Omdat dit een algemene omschreven voorwaarde is heb ik de volgende vragen:
Indien de relatie tussen de inlener en de uitlener wordt beëindigd;
-welke plichten heeft de inlenende ondernemer op basis van de wet Omzetbelasting (BTW-vrijstelling)?
*Welke financiële gevolgen, voor welke termijn, etc.
*Moet de nieuwe werkkring dezelfde functie betreffen, dezelfde bezoldiging hebben, moet de inlener om-/bijscholing betalen?
- welke plichten heeft de inlenende ondernemer t.a.v. de ingeleende werknemers op basis van het arbeidsrecht?
- welke rechten kunnen de ingeleende werknemers ontlenen aan deze voorwaarde op basis van het arbeidsrecht?
Stel dat je als inlenende ondernemer niet (of beperkt) de verantwoordelijkheid neemt voor de ontstane gevolgen kan dit dan enkel gebruikt worden door de belastingdienst om de BTW-vrijstelling terug te vorderen? Of kunnen (ex-)ingeleende werknemer op basis van deze voorwaarde ook vorderingen doen (vanuit het arbeidsrecht)?
Anders gezegd: wat is de reikwijdte van deze voorwaarde? Enkel belastingrecht of ook arbeidsrecht?
Alvast dank voor uw reacties.