Sinds jaar en dag is pensionstalling een welkome bron van inkomsten voor in het bijzonder manegehouders maar ook voor bijvoorbeeld veel (ex-) agrariërs. Ook al is pensionstalling een oud begrip, toch is op fiscaal gebied de behandeling ervan al meer dan 30 jaar een punt van discussie.
In de meeste gevallen wordt er door de klanten voor de stalling één vaste prijs betaald aan de pensionhouder. Voor de omzetbelasting wordt echter anders geredeneerd. Het betaalde bedrag is namelijk een vergoeding voor verschillende prestaties van de pensionhouder, die verschillend worden aangerekend voor de belasting.
Door de uitspraak van Hof den Bosch op 10 maart jl. is een deel van deze onzekerheid weggenomen en zijn de verschillende prestaties verder afgebakend. Zo zijn er in de prijs van voor pensionstalling mogelijk drie zelfstandige componenten te onderscheiden die voor de omzetbelasting verschillend worden behandeld:
1. Verzorging paarden, 19% belasting.
2. Verhuur van onroerend goed, vrijgesteld voor belasting.
3. Gelegenheid geven tot sportbeoefening, 6% belasting.
De discussie zal voornamelijk betrekking hebben op het bedrag dat kan worden toegerekend aan het bieden van gelegenheid tot sportbeoefening. Voor de verdeling van het resterende bedrag (verzorging en verhuur onroerend goed), zijn in het verleden al afspraken gemaakt. Hier wordt een verdeling van 65 (verzorging) en 35 (verhuur onroerend goed) aangehouden. Wellicht dat een dergelijke afspraak ook gemaakt zal worden voor het deel van de stallingprijs dat wordt toegerekend aan sportbeoefening.
Momenteel onderhandelt de sectorraad paarden met de Staatssecretaris van Financiën over verschillende aspecten van de omzetbelasting in de paardenhouderij. Voor de verdeling van de aspecten met betrekking tot pensionstalling heeft de sectorraad ingezet op de volgende verdeling: 35% toegekend aan verhuur onroerend goed, 30% aan verzorging van paarden (dus belast met een hoog tarief) en 35% aan het geven van mogelijkheid tot sportbeoefening, dat is belast tegen het lage tarief van 6%.
Dit zou in de praktijk het volgende voordeel opleveren voor de ondernemer die zijn pensionstalling verhuurt voor
€ 300 per box.
Af te dragen in oude situatie:
- 65% van € 300 is voor verzorging van paarden: € 195/1,19 * 19% = € 31
- 35% van € 300 is voor verhuur van onroerend goed is vrijgesteld = € 0
€ 31
Af te dragen in nieuwe situatie:
- 35% van € 300 is voor verhuur van onroerend goed is vrijgesteld = € 0
- 30% van € 300 is voor verzorging van paarden: € 90/1,19 * 19% = € 14
- 35% van € 300 is voor sportbeoefening: € 105/1,06 * 6% € 6
€ 20
Voordeel voor ondernemer bedraagt dus € 11 per box per maand. Dit bedrag kan door de ondernemer worden gebruikt om te investeren in zijn bedrijf. Hij kan het ook als prijsverlaging voor de consument gebruiken om zo de concurrentiepositie te verbeteren. De keuze in deze is aan de ondernemer.
Meer informatie: Pierre Kerckhoffs, Accon AVM Groep, Maastricht Airport, T 046 - 42 07 500.
Zie jij kansen voor je onderneming/bedrijf in het buitenland? Met RVO onderneem je verder.
Kijk wat onze kennis, contacten en financiële mogelijkheden voor jou kunnen betekenen.
We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.
Hans11
Hans11
Hallo,
Op internet gevonden:
Duidelijkheid belastingtarief pensionstalling
Sinds jaar en dag is pensionstalling een welkome bron van inkomsten voor in het bijzonder manegehouders maar ook voor bijvoorbeeld veel (ex-) agrariërs. Ook al is pensionstalling een oud begrip, toch is op fiscaal gebied de behandeling ervan al meer dan 30 jaar een punt van discussie.
In de meeste gevallen wordt er door de klanten voor de stalling één vaste prijs betaald aan de pensionhouder. Voor de omzetbelasting wordt echter anders geredeneerd. Het betaalde bedrag is namelijk een vergoeding voor verschillende prestaties van de pensionhouder, die verschillend worden aangerekend voor de belasting.
Door de uitspraak van Hof den Bosch op 10 maart jl. is een deel van deze onzekerheid weggenomen en zijn de verschillende prestaties verder afgebakend. Zo zijn er in de prijs van voor pensionstalling mogelijk drie zelfstandige componenten te onderscheiden die voor de omzetbelasting verschillend worden behandeld:
1. Verzorging paarden, 19% belasting.
2. Verhuur van onroerend goed, vrijgesteld voor belasting.
3. Gelegenheid geven tot sportbeoefening, 6% belasting.
De discussie zal voornamelijk betrekking hebben op het bedrag dat kan worden toegerekend aan het bieden van gelegenheid tot sportbeoefening. Voor de verdeling van het resterende bedrag (verzorging en verhuur onroerend goed), zijn in het verleden al afspraken gemaakt. Hier wordt een verdeling van 65 (verzorging) en 35 (verhuur onroerend goed) aangehouden. Wellicht dat een dergelijke afspraak ook gemaakt zal worden voor het deel van de stallingprijs dat wordt toegerekend aan sportbeoefening.
Momenteel onderhandelt de sectorraad paarden met de Staatssecretaris van Financiën over verschillende aspecten van de omzetbelasting in de paardenhouderij. Voor de verdeling van de aspecten met betrekking tot pensionstalling heeft de sectorraad ingezet op de volgende verdeling: 35% toegekend aan verhuur onroerend goed, 30% aan verzorging van paarden (dus belast met een hoog tarief) en 35% aan het geven van mogelijkheid tot sportbeoefening, dat is belast tegen het lage tarief van 6%.
Dit zou in de praktijk het volgende voordeel opleveren voor de ondernemer die zijn pensionstalling verhuurt voor
€ 300 per box.
Af te dragen in oude situatie:
- 65% van € 300 is voor verzorging van paarden: € 195/1,19 * 19% = € 31
- 35% van € 300 is voor verhuur van onroerend goed is vrijgesteld = € 0
€ 31
Af te dragen in nieuwe situatie:
- 35% van € 300 is voor verhuur van onroerend goed is vrijgesteld = € 0
- 30% van € 300 is voor verzorging van paarden: € 90/1,19 * 19% = € 14
- 35% van € 300 is voor sportbeoefening: € 105/1,06 * 6% € 6
€ 20
Voordeel voor ondernemer bedraagt dus € 11 per box per maand. Dit bedrag kan door de ondernemer worden gebruikt om te investeren in zijn bedrijf. Hij kan het ook als prijsverlaging voor de consument gebruiken om zo de concurrentiepositie te verbeteren. De keuze in deze is aan de ondernemer.
Meer informatie: Pierre Kerckhoffs, Accon AVM Groep, Maastricht Airport, T 046 - 42 07 500.
dinsdag 12 augustus 2008
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Vragen:
- hoe zit het dan met de aftrek van de BTW aan de inkoopzijde?
bijvoorbeeld:
1) inkoop voer/fourages (6% BTW)
2) aanschaf werktuig (bv bijdrijfsauto e.d.) (19% BTW)
3) aanleg buitenbak, paddock, paardenboxen e.d. (19% BTW)
Wie weet er meer..?
Hartelijke dank.
Hans
Link naar reactie
https://www.higherlevel.nl/forums/topic/19004-btw-tarieven-paardenhouderij/Delen op andere sites
Aanbevolen berichten
11 antwoorden op deze vraag