Bastiaan,
Bedankt voor je reactie.
Tussen de holding en de tussenholding (vastgoed werkmaatschappij) worden de STAK geplaatst, aandelen Tussenholding gecertificeerd.
De dames willen bij eventueel overlijden van één van beide, de heffing van successierecht en het stemrecht van de holding van de erfgenamen zoveel mogelijk beperken. Ook eventuele successen of tegenslagen van de tussenholding en de werkmaatschappij willen zij niet voor de holding van de erfgenamen laten komen (zij zitten in een snel groeiende markt), omdat zij stellen dat de groei van hun onderneming afhangt van de 3 actieve holdings c.q. bestuurders. Feitelijk willen zij bij overlijden van de bestuurder van de holding het 25% belang in de tussenholding en werkmaatschappij fixeren en na de termijn van de voortzettingseis (5 jaar) verkopen tegen de gefixeerde prijs.
Jouw antwoord in vraag 3 geeft volgens mij het antwoord al. Of is er een andere oplossing voor bovenstaande casus?
Om in aanmerking te komen voor de BOR dienen de echtgenoten nu een belang te nemen in de Holding? Is daar nog een minimum aan verbonden?