Nog bedankt voor je antwoord.
Ik heb zelf ook gegoogled op internet. Omdat het inderdaad een lastig onderwerp is.
En er is moeilijk aan informatie te komen met betrekking tot dit onderwerp.
Maar ik heb nu een artikel gevonden waarin staat dat sinds 2008 als je een onderneming staakt of gedeeltelijk staakt
je mag herinvesteren in een ander bedrijf mits dit binnen een jaar gebeurd. Ik zal hieronder een stuk uit dit artikel weergeven.
Ook omdat ik denk dat er meer mensen zijn die in zo'n situatie zitten als ik. Ondernemers die een bedrijf verhuizen en dan boekwinst overhouden. En ook niet zeker meer weten of door de verhuizing de onderneming wel is voortgezet. Want er wordt namelijk dan naar de identiteit van het bedrijf gekeken. Is voor mij nog steeds de vraag of deze regeling ook daadwerkelijk geldt.
Hier een deel uit het artikel:
De herinvesteringsreserve kan echter niet zo over de subjectieve
ondernemingsgrens mee worden genomen, maar zal in de vorm van een
conserverende aanslag mee overgaan naar de nieuwe onderneming. Het
objectieve ondernemersbegrip, welke nog steeds de basis is van onze Wet IB
2001, maakt het namelijk onmogelijk om de stakingswinst van de ene
objectieve onderneming naar de andere over te hevelen. Deze regeling is
neergelegd in artikel 3.64 Wet IB 2001. Met overheidsingrijpen werd vooral
gedoeld op het directe ingrijpen van de overheid wanneer het gaat om de
herstructurering in de land- en tuinbouwsector.38 De regeling zorgt ervoor dat
de gevormde herinvesteringsreserve gedurende 12 maanden wordt
geconserveerd, wanneer de ondernemer aannemelijk kan maken dat dit
deel van de stakingswinst zal worden geherinvesteerd in de nieuwe
onderneming. Daarbij dient de herinvestering plaats te vinden binnen het jaar
van staking of binnen twaalf maanden na het moment van staking.39
Het feit dat de regeling alleen openstond voor de gevallen waarin staking het
directe gevolg was van overheidsingrijpen werd door velen als een
belemmering gezien.40 Bij wetsvoorstel “Overige fiscale maatregelen 2008” is
de regeling echter in belangrijke mate veranderd.41 De eis dat de staking de
oorzaak diende te zijn van het overheidsingrijpen is komen te vervallen, vanaf
1 januari 2008 staat de regeling ingevolge artikel 3.64 Wet IB 2001 dus open
voor iedere vorm van staking waarbij de ondernemer aannemelijk kan
maken dat hij de gevormde herinvesteringsreserve binnen twaalf maanden
wenst af te boeken op een investering in de nieuwe onderneming. Dit
38 Kamerstukken II, vergaderjaar 1999/2000, 27209, nr. 6
39 Enkel in het geval de termijn onredelijk uitwerkt kan de termijn, zij het onder strikte voorwaarden worden
verlengd. Zie artikel 3.64 lid 3 Wet IB 2001
40 Zie o.a.: J.J.M. Jansen, Herinvesteringsreserve, overheidsingrijpen en staking, Weekblad Fiscaal Recht
2007/1339 en R.Russo, Evolutie: Van vervangingsreserve naar herinvesteringsreserve, Weekblad Fiscaal Recht
2000/1192
41 Wet van 20 december 2007, Stb. 2007,563, houdende wijzigingen van enkele belastingwetten en enige andere
wetten (overige fiscale maatregelen 2008) 20
betekent een verdere subjectivering van het ondernemersbegrip, al is het
een voorzichtige stap.
Waarom de wetgever overigens heeft gekozen voor de twaalfmaandstermijn
is niet geheel duidelijk, zowel in de memorie van toelichting als in de nota
naar aanleiding van het verslag wordt met geen woord gerept over de
termijn.42 Jansen vermoedt dat de wetgever bang is voor misbruik van de
regeling en daardoor een dergelijke krappe termijn heeft opgesteld.43 De
leden van de SP hebben nog vragen gesteld met betrekking tot de
mogelijkheden tot misbruik, maar hierop heeft de staatssecretaris geen
antwoord gegeven in de verdere behandeling.
Ingeval de onderneming wordt gestaakt vindt deze continuïteitsgedachte
geen toepassing, de behoefte aan continuïteit is namelijk niet nodig. De
Hoge Raad heeft besloten dat in het geval van een bedrijfsverplaatsing ook
getoetst dient te worden of al dan niet sprake is van staking. Dit betekent dat
wanneer bij een bedrijfsverplaatsing geconcludeerd moet worden dat
sprake is van staking de herinvesteringsreserve geen toepassing vindt.
Ondanks dat sprake is van een behoefte aan continuïteit wordt deze in
beginsel niet beantwoord. Deze ongelijkheid is deels weggenomen door de
openstelling van de faciliteit van artikel 3.64 Wet IB 2001, zodat bij wijze van
conserverende aanslag de stakingswinst die is toe te rekenen aan de
herinvesteringsreserve binnen een jaar na staking alsnog kan worden
afgeboekt op een nieuwe herinvestering.
62 Volgend uit een gesprek met de heer W.J.M. Mutsaers