Benthum

Super Senior
  • Aantal berichten

    106
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

  • Dagen gewonnen

    2

Alles dat geplaatst werd door Benthum

  1. Het gaat hier om een uitspraak van het gerechtshof Limburg, dus niet het kantongerecht. ECLI:NL:RBLIM:2019:6021
  2. Of sprake is van een conditio sine qua non-verband tussen het als onrechtmatige handelen betittelde en de te stellen schade moet worden vastgesteld door de situatie zoals zij zich in werkelijkheid heeft voorgedaan te vergelijken met de hypothetische situatie die zich zou hebben voorgedaan als de onrechtmatige gedraging achterwege was gebleven. Dit zogenaamde causale verband is niet aan te tonen, zoals TWABLA terecht stelt: vooral door de verstrengeling van gedragingen die door de rechter als rechtmatig en onrechtmatig worden geduid. De uitspraak van deze rechter op het vlak van schadevergoeding valt naar mijn mening op juridische grondslagen -afgemeten aan de daadwerkelijke omstandigheden- te betwisten. En had beter achterwege kunnen blijven vanwege het ontbreken van een rationale. Het stellen van een dwangsom op herhaling van de - als onrechtmatig geduide - handelingen komt van rechtswege de eiser reeds voldoende tegemoet. De toevoeging omtrent de verhaalbaarheid van schade waar eenvoudigweg geen causaal verband in kan worden vastgesteld, geeft slechts aanleiding tot onnodige juristerij.
  3. Dat een beroep op zorgplicht wel degelijk zin heeft, ook door ondernemers blijkt uit een vonnis op 3 juli van de rechtbank te Roermond waarin het volgende wordt gesteld over de zorgplicht van het Invorderingsbedrijf. De rechtbank overweegt als volgt. Artikel 6:265 BW bepaalt dat iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid geeft om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Voor zover nakoming niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is, ontstaat de bevoegdheid tot ontbinding pas, wanneer de schuldenaar in verzuim is. Ter beantwoording van de vraag of de opdrachtgever een beroep toekomt op ontbinding dient allereerst te worden vastgesteld of er sprake is van een tekortkoming in de nakoming aan de zijde van het Invorderingsbedrijf. Ingevolge art 7:401 BW moet de opdrachtnemer bij zijn werkzaamheden de zorg voor goed opdrachtnemer in acht nemen die van een redelijk bekwame en redelijk handelende dienstverlener in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht. Het Invorderingsbedrijf heeft opdrachtgever het voorstel gedaan tot dagvaarding over te gaan omdat gelet op het belang van de zaak de kans groot is dat de baten de investering ruimschoots te boven gaan. Vast staat dat de door Invorderingsbedrijf te maken kosten, op het moment dat werd gedagvaard, de vordering al overstegen. Ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding was voor Invorderingsbedrijf reeds duidelijk, althans had duidelijk moeten zijn, dat die kosten lopende de procedure jegens de debiteur van opdrachtgever hoe dan ook verder zouden stijgen. De rechtbank is van oordeel dat in de gegeven omstandigheden van een professioneel incassobedrijf als Invorderingsbedrijf verwacht had mogen worden dat de opdrachtgever zou hebben geadviseerd niet te procederen ofwel opdrachtgever voor het uitbrengen van de dagvaarding een volledig beeld had moeten voorhouden van de te verwachten kosten en de opdrachtgever had moeten wijzen op het mogelijkerwijs niet kunnen verhalen van de (volledige) vordering en (volledige) kosten op de debiteur. Daar komt nog bij dat het Invorderingsbedrijf uiteindelijk naar het oordeel van de rechtbank een, in verhouding tot de vordering op de debiteur, exorbitant bedrag aan opdrachtgever in rekening heeft gebracht. Op basis hiervan is de eis tot ontbinding van de overeenkomt met het Invorderingsbedrijf toegewezen en is Invorderingsbedrijf gehouden tot terugbetaling van de betaalde bedragen.
  4. Ik zou maar een advocaat nemen: Bij particulieren geldt de WIK en het Consumentenrecht. De WIK stelt specifieke voorwaarden aan de hoogte van de wettelijk toegestane hoogte van buitengerechtelijke incassokosten en de in rekening te brengen rente bij de overschrijding van de betaaltermijn. Sinds 1 juli 2012 geldt voor consumenten een wetswijziging waarbij de hoogte van de incassokosten zijn gemaximeerd. Er geldt een maximumpercentage voor incassokosten berekend over de hoofdsom (niet over de rente), die afloopt naarmate de vordering stijgt met een minimum bedrag van € 40. De buitengerechtelijke kosten mogen alleen berekend worden wanneer ze daadwerkelijk zijn gemaakt. De hoofdsom mag IVB/ICC niet verhogen met een eventuele rente. Vanaf het begin staat vast hoe hoog de maximale vergoeding voor alle verrichte incassohandelingen zijn. Zo staat het niet in artikel 9.3, 13.3,13.4 van de Algemene Voorwaarden van IVB (AV). Omdat de wetgever de consument als zwakste partij in het bijzonder wil beschermen, worden aan het contracteren met consumenten strengere eisen gesteld dan aan het contracteren met ondernemers. In de wet zijn daarom zogenaamde zwarte en grijze lijsten met bedingen opgenomen die onredelijk bezwarend (kunnen) zijn. Een belangrijk deel van de Algemene Voorwaarden van IVB zijn strijdig met de door de rechter gehanteerde zwarte lijst. Dat betekent dat vrijwel de volledige AV op basis hiervan nietig kunnen worden verklaard voor een particulier. Dat houdt in, dat het beding (na een beroep op de vernietigbaarheid door de particuliere gedaagde) niet meer tussen beide partijen geldt. Op basis van het gestelde dat in de grijze lijst, in algemene voorwaarden voorkomende bedingen opgenomen zijn die worden vermoed onredelijk bezwarend te zijn, is de conclusie gerechtvaardigd dat IVB/ICC ook hier een grote negatieve score heeft. In beginsel zijn deze bedingen onredelijk bezwarend. Tenzij IVB/ICC aantoont dat die algemene voorwaarden dat niet zijn. Het ligt niet voor de hand dat – nog afgezien van de score op wettelijke haalbaarheid en de vernietigbaarheid op grond van de zwarte lijst – een (kanton)rechter van dit standpunt van IVB kan worden overtuigd. Het feit dat de overeenkomst van opdracht in beginsel tussentijds altijd door de opdrachtgever kan worden beëindigd, wil niet zeggen dat de opdrachtnemer (IVB) geen recht heeft op een eindafrekening. Artikel 7:411 BW bepaalt echter dat de opdrachtnemer in een dergelijke situatie recht heeft om een naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon/onkosten. Wat redelijk is, daar zal mogelijk de rechter aan te pas moeten komen. Echter 15% van de ter incasso gestelde vordering als commissie en een bedrag van € 25,- aan registratiekosten zijn niet redelijk als er niet tot incasso is gekomen. Het is zeker onredelijk dat de opdrachtgever meer in rekening gebracht wordt dan de gederfde inkomsten van IVB door beëindiging van de incasso-opdracht.
  5. Beste Marleen S Iedereen moet maar het zijne geloven van uw posts. U draait de zaken om. Uw miljoenenbedrijf maakt zich om drogredenen niet bekend en ales wat in antwoord door forumleden gesteld is, is volgens u geen concreet bewijs. En wordt vervolgens door u ontkend (!?) ter verdediging van het Invorderingsbedrijf. Uw posts zijn in ieder geval op geen enkele wijze " concreet" te noemen.
  6. Op dat gebied staan de volgende BV's onder leiding van J.K. en L.L. Er is voldoende keuze. (oprichtingsdatum, naam, adres, zetel, KvK nr.) 12-11-2018 Invorderingsbedrijf MS BV Koninginnegracht 14 C, 2514 AA Den Haag -Den Haag KvK 73064165 12-11-2018 SYN Finance 1 BV Koninginnegracht 14 C, 2514 AA Den Haag - Den Haag KvK 73064122 02-11-2018 Incassowereld BV Koninginnegracht 14 C, 2514 AA Den Haag -Den Haag KvK 72996838 11-10-2018 INC Zakelijk BV Koninginnegracht 14 C, 2514 AA Den Haag - Den Haag KvK 72797711 10-01-2018 CM TM BV Koninginnegracht 14 C, 2514 AA Den Haag - Den Haag KvK 70570477 20-11-2017 CM Services NL BV Koninginnegracht 14 C, 2514 AA Den Haag -Den Haag KvK 70103739 En natuurlijk Blauw Juristen BV. Maar die kenden de meesten al.
  7. Beste Marleen S, Allereerst dank voor uw reacties op dit topic bij Higher Level op het door uzelf bepaalde hoge niveau. Uw posts zijn m.i. illustratief herkenbaar. Ze zijn zeker een bijdrage ter verlevendiging van de discussie over het maatschappelijke grote probleem "Invorderingsbedrijf" Vooraleerst: Uw Cyberservices is gevestigd op de Keizersgracht 62-64 te Amsterdam. Een brievenbusfirma. Waar kennen we dit ook al weer van als we het over het topic Invorderingsbedrijf op Higher Level hebben? Als u toch reageert, zou u de moeite willen nemen wat specifieker te zijn over de zaken waarbij de kantonrechter heeft aangegeven dat er sprake is van bewezen lasterlijke uitspraken jegens het Invorderingsbedrijf? En in welke situaties heeft het Invorderingsbedrijf na mei 2018, de datum van de uitspraak over het schenden van de zorgplicht, zich rekenschap heeft gegeven van zijn activiteiten? Ik verwijs graag naar reviews op de internetfora ter zake. Voor de duidelijkheid. Op uw niveau in het bedrijfsleven komt het mij voor dat uw CFO in ernstige problemen is geraakt als hij of zij incassoproblemen heeft veroorzaakt van miljoenen. Ik acht het illjustratief dat uw hoogste financiële functionaris zijn heil zoekt bij het Invorderingsbedrijf als oplossing voor een nogal prangend probleem. Het komt mij voor dat Invorderingsbedrijf als panacee de vergadering van aandeelhouders niet gaat overtuigen. Ik volg daarin slechts uw hoogwaardige mededelingen die ik - gezien uw dwingende reacties- geacht wordt uiterst serieus te nemen. Ik acht ze echter volstrekt ongeloofwaardig. Denkt u dat iemand dit gelooft? De internationale ervaring van het Invorderingsbedrijf op de incassomarkt, anders dan een gekopieerde reisbeschrijving naar de metro van St. Petersburg, is helaas aan mij ontgegaan. Wellicht dat uw due dilligence onderzoek ofwel "onderzoek naar gepaste zorgvuldigheid" anders bewijst. Het resultaat daarvan? U houdt het exclusief voor uzelf. Bijzonder als u daaraan wel refereert. De vraag is al gesteld. Als u zo bewust kiest voor het niet gecertificieerde Invorderingsbedrijf, waarom wenst u hier kond van te doen op een door u als laagwaardig beoordeeld platform als Higher Level? Is het dan niet handiger voornoemd panacee als een glorieuze redding te benutten en de domme ondernemers te laten ondernemen op hun manier? Mij dunkt van wel. Nu U door uw peroonlijke inspanning uw bedrijf door de inzet van IVB namelijk van de ondergang redt. Volgend jaar zeker een bonus... Helaas zijn uw redeneringen bewezen onzin. Uitvraag van informatie - als voorbeeld - hoeft niet anoniem omdat het in strijd zou zijn met de AVG. Deze wet ziet hier helemaal niet op. Dit is nonsens. Is dit verhaal geloofwaardig? Natuurlijk niet. Alle redeneringen zijn kul, het verhaal is volstrekt ongeloofwaardig. Wie post deze kul? De eigenaren van Invorderingsbedrijf, hun familieleden of een stroman?
  8. Het is bekend dat IVB het internet volplempt met positieve reviews. Ook op dit forum is hier regelmatig op gewezen. Het bovenstaande verhaal is een te verdekt positief review "in disguise". En zoals gesteld opvallend ongeloofwaardig. Invorderingsbedrijf zet Trustpilot en Google Maps onder druk om negatieve reviews te verwijderen. Trustpilot dwingt negatieve reviewers hun gegevens bekend te maken aan het Invorderingsbedrijf. Daarna worden ze bedreigd met een smaad en laster procedure. Wat wetenwaardigheden over Google Maps en het Invorderingsbedrijf: Google Maps is weliswaar één site van een grote hoeveelheid internet fora met een aanzienlijke hoeveelheid publicaties van en over het Invorderingsbedrijf, diens virtuele vestigingen en het Incassocenter, maar is uniek doordat hier 468 reviews gepost zijn (april 2019). Dat is voor een incassobureau van deze omvang uitzonderlijk te noemen. Het invorderingsbedrijf onderhoudt op Google Maps “pages” voor vijf vestigingen. Deze vestigingen zijn met uitzondering van het Invorderingsbedrijf Den Haag brievenbusfirma’s. Dit betreft de invorderingsbedrijven in Amsterdam, Rotterdam, Groningen en het Incassocenter Rotterdam. In maart 2019 zijn op aangeven van het Invorderingsbedrijf met het beroep op het zgn. “note and take downbeleid” van Google een groot aantal negatieve reviews verwijderd. Het gevolg hiervan is dat het aantal positieve reviews sterk is gestegen met een stevig effect op de “ratings” van deze vestigingen. Bij 64% van de geplaatste positieve reviews worden aan twee of meerdere vestigingen vijf sterren tegelijkertijd toegekend, 16% hiervan betreft vijfsterren reviews bij alle vestigingen. Bij 16 reviews kan worden vastgesteld dat deze zijn gepost door bedrijven die niet terug te vinden zijn op internet en de Kamer van Koophandel. Bij de overige reviews wordt slechts minimaal verwezen naar de bedrijven waar de recensent werkzaam is. Eerder is aangetoond dat 51 fotoprofielen gebruik maken van een stockfoto rechtstreeks van internet gekopieerd. Nadat hier door reviewers naar werd verwezen is dit aantal verminderd tot 17. De overige profielen zijn daarna voorzien van nietszeggende plaatjes. Eigen medewerkers, directieleden zelf en familieleden hebben positieve reviews geplaatst. In totaal zijn zeker 25 vijfsterren reviews geplaatst door direct betrokkenen bij het Invorderingsbedrijf. De positieve reviews op Google Maps proberen ook een beeld te schetsen dat het Invorderingsbedrijf internationaal opereert. Dat geldt overigens wederom voor het bovenstaande "review" op dit forum. Om dit 'internationale' karakter kracht bij te zetten, is er op Google bijvoorbeeld een review te vinden van een Russische opdrachtgeefster die naast een aantal reviews in het Russich ook een in het Engels gesteld prijzend vijf sterrenreview geeft aan het Invorderingsbedrijf. De Russische reviews zijn rechtstreekse kopieën van Russische Local Guides waardoor deze berichten tweemaal op Google Maps terug te vinden zijn. De berichten van de local guides zijn van eerdere datum dus een duidelijke kopie met dit doel gemaakt. Het betreft de routebeschrijving naar een metrostation en een recensie van een restaurant in St. Petersburg. Het invorderingsbedrijf en het Incassocenter behoren tot hetzelfde incassobedrijf. Dit incassobedrijf heeft geen (gerechts)deurwaarders of incasso-advocaten in dienst. Regelmatig worden in de positieve reviews de expertise waarover dit incassobureau niet beschikt juist geprezen. Maar het Invorderingsbedrijf gaat daarin verder. Op haar verschillende sites wordt gesuggereerd wel over deurwaarders te beschikken, zelf een deurwaarderskantoor te zijn (Groningen) resp. op de facebookpagina van het Invorderingsbedrijf een advocatenkantoor te voeren. Zou een bedrijf van onbesproken gedrag en met ethische normen en waarden als uitgangspunt zich hier mee bezig houden? Kom op, deze poging van IVB en diens Trol is te opvallend...
  9. Een smaadprocedure is strafrechtelijk. IVB dient hiervoor aangifte te doen. Het is juist dat IVB veel negatieve reviewers, als ze hun identiteit kennen, bedreigen met een smaad en laster procedure. Dit is de verklaring voor het feit dat veel reviewers niet onder eigen naam publiceren. Dat feit maakt de inhoud van de reviews niet minder waar. Het is nooit tot een strafrechtelijke procedure gekomen waaraan IVB/IC refereert. Eenvoudigweg omdat deze door het OM niet ontvankelijk wordt of zal worden verklaard. Er zijn overigens 14 aangiften gedaan tegen IVB/IC door gedupeerde ondernemers. Laster is het moedwillig iemand beschuldigen van een onwaar feit. Het verschil tussen smaad en laster is dat het bij laster altijd gaat om beweerde feiten die niet waar zijn. Dus alleen wanneer iemands goede naam wordt aangetast door onware feiten, is er sprake van laster. Smaad is een strafbare belediging, waarbij men de eer of goede naam van iemand aanrandt door tenlastelegging van een bepaald feit en met het doel daar ruchtbaarheid aan te geven. Smaad is het moedwillig zwartmaken van een ander. Negatieve reviewers geven de feiten weer. Er is geen sprake van smaad of laster als een reviewer bijvoorbeeld adviseert de Algemene Voorwaarden en productvoorwaarden van IVB/IC goed door te lezen. Of stelt dat deze club geen lid is van het NVI. Temeer omdat de kantonrechter ervan uitgaat dat iedere ondernemer gebonden is aan deze AV omdat hij of zij geacht wordt juist hiervan kennis te nemen. Evenmin is er sprake van smaad of laster als een reviewer de feiten of een eigen ervaring expliciteert. De bedreigingen van IVB/IC raken de burgelijke verworvenheden zoals geregeld in de Europese Rechten van de Mens en de Grondwet (art 7). In een civielrechtelijke procedure zou alleen sprake kunnen zijn van onrechtmatig handelen. Dat is iets anders. Bewezen zal dan moeten worden dat specifiek door het handelen van 1 persoon door IVB/IC schade is geleden. Met de honderden negatieve reviews lijkt mij de bewijskracht naar één bepaalde ondernemer lastig, zo niet onmogelijk. Vooral als het gaat om het bewijzen van het causaal verband tussen de opgelopen schade en een enkele of een aantal reviews uit honderden reviews verspreid over talloze sites.. IVB/IC wordt na enkele jaren praktijk nu afgerekend op hun daden. Dat is geen smaad of laster maar een logisch gevolg van hun eigen handelen. Bij sites als Trustpilot en Google Maps wordt door IVB/IC alles in het werk gesteld om negatieve reviews verwijderd te krijgen. In tegenstelling tot Higher Level zijn deze sites redelijk coöperatief in hun wensen. Hiertegen ontstaat een stevig maatschappelijk verzet waardoor deze sites ook hun eigen geloofwaardigheid ter discussie stellen. Vooral als op Google Maps het ene moment 4 reviews worden getoond en het volgende moment 200 ontdaan van de negatieve reviews.(Invorderingsbedrijf Den Haag) Het liefst bereikt IVB/IC op alle sites een vijf sterrenniveau om daar vervolgens naar te verwijzen. De positeve reviewers geven al hun vestigingen vijf sterren tegelijkertijd voor al hun vestigingen op hetzelfde dossier. Dat geldt dan ook voor de brievenbusfirma's in Rotterdam, Groningen en Amsterdam (ingehuurd via Regus). Het is bekend dat personeelsleden positieve reviews plaatsen dan wel mensen die in directe relatie staan met de eigenaren. Bovenstaande beweringen zijn feiten, niet onwaar en met de intentie op te roepen de nodige terughoudendheid te betrachten bij de opdrachtverstrekking aan deze organisatie. Lees dus de Algemene Voorwaarden en de Productvoorwaarden van te voren door. En dat is geen smaad of laster.
  10. In voornoemde zaak voor het kantongerecht is bepaald dat van een onderneming mag worden verwacht dat zij zelf van de inhoud van de product- en algemene voorwaarden kennis neemt. Daarom zijn de product- en algemene voorwaarden op de rechtsverhouding tussen partijen van toepassing. De " ondernemer" betreft in dezen een eenmanszaak. Vastgesteld kan worden dat opnieuw aan de mogelijke toepassing van de reflexwerking voorbij gegaan is. Wel is een beroep op onredelijk bezwarend beding toegewezen bij de in de algemene voorwaarden opgenomen contractuele rente van 2% per maand, zijnde 27,5% per jaar. Hiervoor is de wettelijke handelsrente van 8% in de plaats gesteld. De kantonrechter heeft tevens bevestigd dat er over incassokosten bij ondernemers geen btw mag worden geheven. Daarnaast mogen er naast de buitengerechtelijke incassokosten niet ook nog interne invorderingskosten worden gevorderd aangezien die geacht worden begrepen te zijn in de buitengerechtelijke incassokosten. Zie hiervoor één van mijn eerdere posts over de exorbitante kosten die IVB in rekening tracht te brengen bovenop de ingestelde vordering bij de opdrachtgever. Deze zaken zijn thans met succes bij de kantonrechter bestreden. Conclusie is dat nooit voldoende kan worden gewaarschuwd voor de uitgebreide Algemene Voorwaarden van het Invorderingsbedrijf en het Incassocenter. Lees deze goed door vóór de opdrachtverstrekking en vergeet dan ook de productvoorwaarden niet waar nog meer voorwaarden zijn gesteld die alles voor rekening en risico bij de opdrachtgever leggen zonder resultaatverplichting van IVB en IC. Zoals bijvoorbeeld bekend is dat NoCure No pay alleen aan de orde is als de debiteur in het minnelijk traject zowel de hoofdsom als de incassokosten betaald. Anders zijn deze kosten voor de opdrachtgever. Ook als er geen invordering van de hoofdsom heeft plaatsgevonden. En dat de productvoorwaarden van een serviceabonnement bepalen dat het afsluiten hiervan niet leidt tot vermindering van kosten bij de aanlevering van incassodossiers. Of, voor wat dat betreft, een vast aanspreekpunt in deze organisatie is gegarandeerd. Let ook op art. 9.3. van de Algemene Voorwaarden. Bij beëindiging van de opdracht betaalt de opdrachtgever alle kosten van IVB, proceskosten en de kosten van derden plus 15% incassokosten over de hoofdsom vermeerderd met bureaukosten. Ongeacht op de oorspronkelijke vordering nu geïnd is of niet. Mijden van deze club, bestaande uit Invorderingsbedrijf Den Haag, Amsterdam, Rotterdam en Groningen, Invorderingsbedrijf MS B.V, C.M Zakelijk en Moneyfirst en incassocenter Rotterdam is aan de orde. Raadpleeg een organisatie die lid is van het NVI als er een noodzaak bestaat een incassobureau in te zetten.
  11. “Bij algemene voorwaarden kan de reflexwerking gelden. Dat is interessant voor kleine ondernemers, want zo kunnen zij op een gemakkelijke manier een beroep doen op de ongeldigheid van bepaalde voorwaarden. De zwarte en grijze lijst van bedingen die onredelijk bezwarend zijn en die dat geacht worden te zijn, zijn via de reflexwerking ook toegankelijk voor hen. Ook bij oneerlijke handelspraktijken kan een beroep op de reflexwerking slagen. Wanneer er dan misleidende of agressieve handelspraktijken worden gebruikt door de wederpartij, heeft de ondernemer die een geslaagd beroep op de reflexwerking kan doen een mogelijkheid tot het vorderen van schadevergoeding. Van belang is dat de overeenkomst niet bij de normale activiteiten als ondernemer hoort. De jurisprudentie zegt dat de ondernemer zich materieel niet mag onderscheiden van een consument en dat hij overeenkomsten moet sluiten die buiten het gebied van zijn eigenlijke professionele activiteit liggen. De ondernemer moet zowel gelijk te stellen zijn aan een consument én de activiteit moet niet een normale activiteit voor hem als ondernemer zijn” (bron: Wet & Recht). Er zijn nog niet veel zaken bij het kantongerecht m.b.t. IVB en IC waar de reflexwerking is ingebracht. Op dit moment lopen er twee zaken (kantongerecht en gerechtshof) waar dit wel aan de orde is gesteld. Die uitspraken worden dus interessant. Mogelijk kan dit zelfs leiden tot een hoger beroep aangaande de toepassing van de reflexwerking. Nu de positie van de ZZP-er politiek meer aandacht krijgt, zal ook bepleit kunnen worden dat dit onderdeel wordt van de nieuwe wet en regelgeving rondom incassobureaus. Kortom de suggestie om de krachten te bundelen, is zeer relevant. Ook daarover later meer. Maar het blijft het een doen en het ander niet nalaten.
  12. De ACM behandelt de situatie van incasso cowboys bij consumenten. IVB/Incassocenter richt zich met name op de niche van MKB-ers en ZZP-ers die zich niet kunnen beroepen op de zgn. zwarte en grijze lijst van onredelijk bezwarende bedingen (als bescherming onder het consumentenrecht). Deze groep, die feitelijk via de reflexwerking gelijk gesteld zou moeten worden aan consumenten, wordt nog altijd in rechtszaken aangesproken op de Algemene Voorwaarden van IVB. Op basis daarvan worden de ZZP-ers c.s. in kantongerechtzaken bijna altijd tot betaling van aanzienlijke kosten veroordeeld, ondanks aantoonbare beroepsfouten, beroep op onrechtmatige daad of dwaling. Vrijwel de volldige AV van IVB/ICC zou in het consumentenrecht vallen onder de "onrdelijk bezwarende bedingen". Particulieren winnen zaken voor het kantongerecht daarom wel van het IVB.
  13. Incassoregister tegen misstanden bij incasso Nieuwsbericht Rijksoverheid | 08-02-2019 | 15:30 Het kabinet pakt de misstanden in de incassomarkt aan en geeft hiermee uitvoering aan een afspraak uit het regeerakkoord. Er komt een incassoregister waar incassobureaus verplicht ingeschreven moeten zijn. Voor het uitoefenen van incassowerkzaamheden komen er eisen en de naleving hiervan wordt gecontroleerd door een systeem van toezicht en handhaving. Dit om te voorkomen dat kwetsbare schuldenaren geconfronteerd worden met onjuiste incassopraktijken en om de kwaliteit en de dienstverlening van de gereguleerde incassosector te verhogen. De aanpak van misstanden in de incassomarkt is onderdeel van de Brede Schuldenaanpak van het kabinet. Minister Dekker voor Rechtsbescherming kondigt mede namens minister Hoekstra van Financiën, staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat in een brief aan de Tweede Kamer een wetsvoorstel aan over aanpak van misstanden in de private buitengerechtelijke incassomarkt. Ook staat daarin welke maatregelen al onmiddellijk worden genomen. Minister Dekker: “De misstanden in de incassomarkt moeten worden aangepakt. Als je schulden maakt moet je die natuurlijk betalen. Maar het innen van schulden moet wel op een verantwoorde manier gebeuren. Ook moeten incassobureaus zorgvuldige en begrijpelijke taal gebruiken zodat mensen weten wat hun rechten en plichten zijn.” Alleen als aan eisen van kwaliteit en professionaliteit wordt voldaan kunnen partijen zich inschrijven in het incassoregister en deze inschrijving wordt een verplichting om actief te zijn in de incassomarkt. Dit geldt zowel voor incassobureaus die uit naam van een schuldeiser vorderingen innen als voor partijen die bedrijfsmatig vorderingen kopen om deze vervolgens zelf te innen. Voor de inrichting van een incassoregister en de bijbehorende handhaving en toezicht wordt een wetsvoorstel voorbereid en zoveel mogelijk gelijktijdig wordt de feitelijke implementatie voorbereid zodat inwerkingtreding medio 2021 mogelijk is. Het minimumbedrag van € 40 voor de vergoeding van incassokosten blijft gehandhaafd waarbij echter een stapeling van de incassokosten bij meerdere opeisbare vorderingen wordt aangepakt. Dit kan bijvoorbeeld door een verplichting tot het samenvoegen van alle openstaande termijnen voor de berekening van incassokosten of door het maximeren van een bedrag per consument per periode. Hiervoor is een aanpassing van het BW noodzakelijk die gelijktijdig zal worden ingezet met de overige maatregelen die misstanden in de incassomarkt moeten tegengaan. De komende maanden wordt in overleg met de toezichthouders een helder en toegankelijk meldpunt voor misstanden in de incassomarkt ingericht. Bij dit loket kunnen schuldenaren, en personen en organisaties die schuldenaren ondersteunen bij de aanpak van hun schulden, terecht met klachten voor de bestaande toezichthouders. Ook komen er afspraken met schuldeisers over het inzetten van bonafide incassobureaus. Op verzoek van de Kamer wordt onderzocht welke problemen schuldenaren ervaren bij het innen van opgekochte vorderingen (dus niet door de oorspronkelijke schuldeiser), naar de economische waarde van dergelijke opgekochte vorderingen en naar mogelijke ongewenste gedragseffecten van het beperken van de mogelijkheid vorderingen te verhandelen. Dit onderzoek wordt zo mogelijk nog voor de zomer afgerond en hierover wordt de Kamer dan geïnformeerd.
  14. Ik heb begrepen dat er een groep van gedupeerden is die als collectief acties voorbereiden tegen Invorderingsbedrijf, Incassocenter en Money First maar op dit moment terughoudendheid betracht vanwege lopende juridische procedures.
  15. Ik neem aan dat als IVB nog een nota stuurt voor incassokosten aan de opdrachtgever, terwijl de vordering (hoofdsom) betaald is, omdat de debiteur weigert om de incassokosten te betalen. Die worden dan gevorderd bij de opdrachtgever. IVB stelt dan voor om deze alsnog via een gerechtelijke procedure te innen. In het geval dat hier wordt beschreven, zal dat niet anders zijn. De tekst van IVB op hun sites is op zijn minst suggestief omdat dit niet ingaat op deze specifieke situatie die regelmatig wel voorkomt. Dit wordt uiteraard wel benoemd in de Algemene Voorwaarden en de opdrachtverstrekking. Daar doet IVB dan een beroep op. Bij het starten van een juridische procedure wordt het oppassen geblazen. IVB brengt veel meer kosten in rekening dan door de rechter als (forfaitaire) incassokosten wordt toegekend in het vonnis. Zeker bij een kleine vordering ben je dan al meer geld dan je oorspronkelijke vordering. Ook omdat het vonnis daarna nog moet worden uitgevoerd en dan komen de kosten van beslaglegging er nog boven op. Allemaal voor risico van de opdrachtgever als de incasso op de debiteur geen soelaas biedt. Het is zaak om goed af te wegen of je wel doorgaat met een juridische procedure via IVB. Soms is het beter om de incassokosten dan maar te betalen en de opdracht te beëindigen. Daarna kun je alsnog overwegen om via een bij het NVI aangesloten Incassobureau of een gerechtsdeurwaarder een incasso in te stellen voor de jou toekomende incassokosten.
  16. Indien de nota niet betwist wordt dan betaalt de debiteur ook de incassokosten. De hoofdsom is voor de opdrachtgever en de incassokosten zijn de vergoeding voor IVB/ICC. (minnelijk) Echter als de debiteur alleen de hoofdsom voldoet, zijn de incassokosten voor de opdrachtgever. IVB/ICC adviseert dan alsnog over te gaan tot een gerechtelijke incasso. En gaan de kosten heel snel oplopen. Kortom no cure, no pay geldt alleen als de debiteur de hoofdsom EN de incassokosten betaalt. Dat is wat RCC al constateerde. Overigens hanteert IVB/ICC niet de gebruikelijke staffel voor incassokosten waardoor over de gehele vordering 15% in rekening wordt gebracht. Voor particulieren is dat in strijd met de WIK. Bij ondernemers dient wel degelijk de staffel te worden gehanteerd, waardoor de wettelijk toegestane in rekening te brengen incassokosten veel lager zijn.
  17. Art. 18.2. Geheimhouding Het is – op grond van artikel 7:651 BW niet toegestaan om zowel een boete als schadevergoeding als sanctie in het beding op te nemen. IVB/ICC doet dat wel, daarmee is het boetebeding nietig. De wederpartij kan de rechter op basis van artikel 6:94 BW vragen om de boete te matigen. Uitgangspunt is dat de gematigde boete niet minder mag bedragen dan de schadevergoeding op grond van de wet. IVB/IC zal aan moeten tonen welke schade is ontstaan alsmede het causale verband tussen de schade en de eveneens te bewijzen onrechtmatige daad van de wederpartij. Het grondrecht dat wordt geraakt door deze geheimhoudingsplicht is de uitingsvrijheid (verankerd in artikel 7 Gw en artikel 10 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM)). IVB/ICC kan deze ongebruikelijke passage in het verbintenissenrecht en de Algemene Voorwaarden om beide redenen niet uitoefenen.
  18. Aanwijzing van de reclamecode commissie Het Invorderingsbedrijf is voor haar misleidende werkwijze door de reclamecode commissie op de vingers getikt. Klager heeft na een zoekopdracht op internet naar een “no cure no pay” incassobureau zijn vorderingen aangeboden bij adverteerder op basis van “no cure no pay”, maar heeft een aanzienlijke rekening van adverteerder ontvangen, zodat van “no cure no pay” geen sprake is. Bovendien wordt er door adverteerder geadverteerd dat men de haalbaarheid van de vordering online kan checken, maar ook dat is niet het geval. De Commissie begrijpt de klacht aldus dat volgens klager ten onrechte wordt gesproken over “no cure no pay”. De Commissie constateert echter dat er wel sprake is van “no cure no pay”, met dien verstande dat dit volgens de algemene voorwaarden van adverteerder alleen geldt indien de vordering niet betwist is. Dit laatste blijkt niet uit de uiting waardoor de gemiddelde consument zou kunnen menen dat adverteerder ook bij betwiste vorderingen werkt op basis van “no cure no pay”. Naar het oordeel van de Commissie betreft dit een wezenlijke beperking, die voldoende uit de uiting had moeten blijken. Gelet op het vorenstaande oordeelt de Commissie dat sprake is van een verborgen houden van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. Nu de reclame-uiting de gemiddelde consument er bovendien toe kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk als bedoeld in artikel 7 NRC. Overigens constateert de Commissie op grond van het verweer van adverteerder dat de website inmiddels is aangepast. Gelet hierop zal de hierna te noemen aanbeveling worden gedaan “voor zover nodig”. Op 6 oktober 2014 oordeelde de commissie als volgt: De Commissie acht op grond van het voorgaande de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt – voor zover nodig – adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken (dossiernr. 2014/00604). De websites van IVB en Incassocenter zijn ondanks de aanwijzing van de Reclame Code Commissie niet aangepast.
  19. Invorderingsbedrijf schrijft met een vork, maar gaat ook buiten zijn boekje: 1. BTW over incassokosten Over de incassokosten mag bij de debiteur alleen BTW in rekening worden gebracht indien aan de volgende twee voorwaarden wordt voldaan: -de schuldeiser heeft de invordering uit handen geven, bijvoorbeeld aan een incassobureau of deurwaarder, en; -de schuldeiser is niet BTW-plichtig en kan dus de verschuldigde BTW aan het incassobureau of deurwaarder niet verrekenen. Er mag bij ondernemers geen BTW over de incassokosten worden geheven. 2. Rente berekend over de BTW Over BTW mag wettelijk geen rente worden berekend. 3. Interne invorderingskosten Het invorderingsbedrijf brengt dossierkosten en interne invorderingskosten in rekening. Deze kosten zijn niet tegelijkertijd verschuldigd. In feite horen al deze kosten onderdeel uit te maken van de buitengerechtelijke kosten. Alleen de buitengerechtelijke kosten zijn verschuldigd. De buitengerechtelijke kosten die opeisbaar worden zijn berekend met behulp van een staffel. Invorderingbedrijf mag verder geen overige kosten in rekening brengen. 4. Incassokosten WIK De invordering is uitbesteed aan Moneyfirst B.V. Deze B.V. is onderdeel van de organisatiestructuur waar ook het Invorderingsbedrijf toe behoort.. Er worden incassokosten berekend. Dubbele incassokosten dus. Het is nadrukkelijk de bedoeling van de wet maximering incassokosten dat deze praktijken niet zijn toegestaan. Er mag slechts één keer incassokosten berekend worden. 5. De hoogte van de gevraagde rentevergoeding Wettelijke rente is de rente die een schuldeiser volgens de wet kan eisen bij een betalingsachterstand. De wettelijke rente is 2,00 % (voor niet-handelstransacties) of 8,00 % (voor handelstransacties). Per jaar. Niet-handelstransacties: de wettelijke rente voor niet-handelstransacties is de rente voor alle overeenkomsten met particulieren of consumenten. De wettelijke rente voor handelstransacties is de rente voor alle overeenkomsten met bedrijven en overheidsorganisaties. De rentetoerekening van IVB is niet gebaseerd op wettelijke rente voor handelstransacties. Er wordt 2% per maand in rekening gebracht. Op basis van samengestelde interest is dat ca. 27,5% per jaar. Voor zakelijke klanten is het Invorderingsbedrijf niet gebonden aan de Wet Incassokosten (WIK). Zij mogen meer rekenen dan de wettelijke incassokosten. Het bedrag dient redelijk te zijn. Als dat niet het geval is dan gelden automatisch de regels van de WIK. Het is evident dan 27,5% op jaarbasis conform de Algemene Voorwaarden van het Invorderingsbedrijf beschouwd dient te worden al een onredelijk bezwarend beding.
  20. Er is sprake van wanprestatie/beroepsfout bij schending van de uit de overeenkomst op Invorderingsbedrijf c.s. rustende bijzondere zorgplicht. Voor professionele dienstverleners als Invorderingsbedrijf c.s. houdt deze norm in dat de (mate van) zorg die zij ten opzichte van haar wederpartij moeten betrachten tenminste gelijk moet zijn aan de (mate van) zorg die een redelijk handelend, redelijk bekwaam vakgenoot in dezelfde situatie in acht zou nemen. 
 Dit is bij Invorderingsbedrijf evident niet het geval. Een beroep op de zorgplicht in deze wettelijke context is altijd zinvol om in het geding in te brengen.
  21. Zorgplicht kun je proberen. Het ia aan de rechter om over de 'kennelijke' toepasbaarheid te oordelen. De aanspraak op onredelijk bezwarende bedingen in de Algemene Voorwaarden van Invorderingsbedrijf en Incassocenter ( en dat zijn er nogal wat) lijkt mij kansrijker. Onderstaand artikel in hun Algemene Voorwaarden is bijvoorbeeld heel bijzonder: Art. 2.8. Dwingend recht “2.8 Indien een bepaling in deze voorwaarden geheel of gedeeltelijk in strijd mocht zijn of komen met een bepaling van dwingend recht, zal deze bepaling komen te vervallen en zal deze worden vervangen door een door het Invorderingsbedrijf vast te stellen nieuwe rechtens toelaatbare vergelijkbare bepaling.” . Dwingend recht betreft wetgeving waarvan niet mag worden afgeweken. Dit kan dus niet.
  22. De algemene voorwaarden van Invorderingsbedrijf en Incassocenter rammelen nogal. Het wordt tijd dat die AV bij rechtszaken vooral bij het kantongerecht in het geding worden ingebracht. Deze AV bevatten nogal wat onredelijk bezwarende bedingen. Bij de beëindiging door de opdrachtgever omdat de kosten ten opzichte van de oorspronkelijke vordering uit de hand lopen, geldt art. 9.3. Dit is zo’n onredelijk bezwarend beding. Het hof van Justitie van de Europese Unie geeft bij het item onredelijke bezwarende bedingen het volgende aan: “Bij het beoordelen of sprake is van een ‘aanzienlijke verstoring van het evenwicht’ moet worden onderzocht wat had te gelden als het beding niet van toepassing was en om te beoordelen of het ‘in strijd met de goede trouw’ is moet worden onderzocht of de gebruiker van de voorwaarden ‘door op eerlijke en billijke wijze te onderhandelen met de consument redelijkerwijs ervan kon uitgaan dat de consument een dergelijk beding zou aanvaarden indien daarvoor afzonderlijk was onderhandeld’. Dit betekent. 1. Een overeenkomst van opdracht kan in beginsel tussentijds altijd door de opdrachtgever worden beëindigd. 2. de opdrachtnemer (het IVB of IC) heeft recht op een eindafrekening. 3. Artikel 7:411 BW bepaalt dat de opdrachtnemer in een dergelijke situatie recht heeft om een naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon/onkosten. 4. Aantoonbaar gemaakte kosten waar tegenover een aantoonbare prestatie heeft gestaan ( een afgerond resultaat) kunnen in rekening worden gebracht. Een evenredig deel als deel van de gedane inspanning ligt in lijn met art. 7: 411. Het resultaat van die prestatie dient dus door IVB zonder voorbehoud te worden aangereikt. Echter 15% van de ter incasso gestelde vordering als commissie en een bedrag van € 25,- aan registratiekosten zijn niet redelijk als er niet tot incasso is gekomen. In mijn optiek kan dit bij de rechtbank met succes worden aangevochten als een onredelijk bezwarend beding. Dus aantoonbaar gemaakte kosten kunnen worden ingevorderd, overige vergoedingen niet. Die missen grondslag. Als de Algemene Voorwaarden van het IVB beogen een vergoeding af te dwingen voor niet aantoonbaar geleverde prestaties dan is er sprake van ‘aanzienlijke verstoring van het evenwicht’. Overigens kan bij de rechter altijd een beroep worden gedaan op de zorgplicht. De jurisprudentie is al op deze site genoemd. Dit fenomeen geldt met name bij het consumentenrecht. Er mag verondersteld worden dat een zzp-er of mkb-er niet over de vereiste juridische kennis beschikt en daarmee gelijk kan worden gesteld aan de (beschermde) consument. Uiteindelijk is door het Invorderingsbedrijf of Incassocenter nooit aangegeven dat de kosten van invordering de oorspronkelijke vordering veelal verregaand overschrijden. Bij deze wetenschap zou immers nooit overgegaan zijn tot opdrachtverlening.
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.