Beste allemaal,
Sinds augustus 2019 werk ik als ZZP'er bij bedrijf X, waar manager Jan* mijn contactpersoon is. Toen de corona-crisis begon heeft Jan mijn contract een soort van stopgezet (in zijn woorden: hij heeft mijn contract naar een 0-uren contract omgezet), en ik vroeg mij af of dat zomaar kon. Mijn contract loopt van 1 januari 2020 t/m 31 juli 2020 (zie onderaan, artikel 3.1) en er is een opzegtermijn van 1 maand (zie bijlage, sectie 5.1). De details zijn als volgt:
- In augustus 2019 ben ik begonnen bij bedrijf X, en ik had een contract t/m eind februari in 2020.
- Begin 2020 heb ik echter een nieuw contract gekregen, en er zijn twee verschillen met het oude contract: de periode werd 1 januari 2020 t/m 31 juli 2020, en het uurtarief ging omhoog.
- Vanaf het begin (augustus 2019) hebben Jan en ik afgesproken dat ik 'standaard' 96 uur per maand werk en ook zoveel uur per maand mag factureren. Dat deze afspraak is gemaakt kan op 2 manier worden bewezen: (1) van september 2019 t/m februari 2020 heb ik elke maand rond de 96 uur gefactureerd (behalve februari 2020, toen was het 120 uur) en (2) in verschillende mails (die uiterlijk in februari 2020 gestuurd zijn) met Jan noem ik de 96 uur wel eens, en er is nooit ook maar iets negatiefs gezegd over de 96 uur; zo heb ik bijvoorbeeld in december gezegd dat ik over die maand een 'standaard' factuur zou sturen, en toen kreeg ik een mail terug met 'akkoord'.
- Op 17 maart heb ik telefonisch contact gehad met Jan. Toen vertelde hij mij dat ik de huidige maand maart nog mocht afmaken (concreet hield dit in dat ik naast de uren die ik t/m 17 maart al had gewerkt nog 25 uur mocht maken), maar dat het daarna zou stoppen. Het is niet zo dat het werk 'op' is. Er is nog voldoende werk, maar Jan vertelde dat ik niet meer *mocht* werken.
- Ik ben nu van mening dat, aangezien er een opzegtermijn van 30 dagen is, ik nog 'recht' heb op 71 uur werken. 1 maand = 96 uur, maar er gaat nog 25 uur vanaf, gezien het feit dat ik na 17 maart (de dag waarop Jan mij gebeld heeft) nog 25 uur heb gewerkt.
Mijn vraag is nu: Is deze redenering correct? Heb ik inderdaad nog 'recht' op 71 uur? Als ik het voor het zeggen zou hebben zou ik ook daadwerkelijk nog 71 uur willen werken - het is niet zo dat ik nu direct eis dat ik 71 * €26 = €1846 op mijn rekening krijg. Er is ook nog gewoon werk wat ik kan uitvoeren, maar Jan *wil* niet dat ik nog uren ga maken. Volgens Jan is het coronavirus een gegronde reden om mij deze 71 uur niet meer uit te laten voeren. Ze hebben iemand vanwege corona moeten ontslaan, en nu is Jan van mening dat zij mij nu automatisch geen 71 uur meer hoeven te 'geven'. Bedrijf X is ook niet failliet: door Corona gaat het financieel gezien gewoon iets minder goed met bedrijf X en moeten ze 'op de centen letten', maar ze zijn niet failliet.
Op de website van advocatenkantoor Stibbe vond ik echter het volgende:
"De COVID-19 pandemie en de daarmee verband houdende overheidsmaatregelen kunnen echter overmacht in de zin van artikel 6:75 BW opleveren. De wettelijke drempel ligt echter hoog. Uitgangspunt is dat slechts sprake is van overmacht indien nakoming (praktisch) onmogelijk is; wanneer nakoming slechts lastiger of bezwaarlijker is, is hiervan in beginsel geen sprake. Waarschijnlijk zal de uitbraak van het coronavirus dus alleen een overmachtssituatie met zich brengen indien overheidsmaatregelen of ziekte (tijdige) nakoming verhinderen en er geen alternatieve oplossing voorhanden is."
"Wij durven met enige zekerheid te zeggen dat de huidige corona-situatie in de meeste opdrachtovereenkomsten niet zal zijn verdisconteerd en dat de omstandigheid waarbij een opdrachtgever of zzp’er als gevolg van het virus in grote financiële en/of bedrijfseconomische problemen komt, niet onder het normale ondernemersrisico valt. De coronacrisis dient onzes inziens dan ook als onvoorziene omstandigheid te worden beschouwd."
Het lijkt er dus op dat bedrijf X niet zomaar het coronavirus kan gebruiken om onder de 71 uur uit te komen, maar misschien kunnen ze dat wel op een andere manier.
Alvast bedankt!
Artikel 3.1: De opdracht wordt aangegaan voor bepaalde tijd, te weten voor een periode van 7 maanden en vangt
aan op 1 januari 2020 en eindigt van rechtswege, zonder dat opzegging is vereist, op 31 juli 2020
Artikel 5.1: Opdrachtgever is te allen tijde bevoegd de overeenkomst schriftelijk tussentijds op te zeggen met
inachtneming van een opzegtermijn van 1 maand. Tussen partijen vindt alsdan overleg plaats over de
lopende zaken en overdracht. Voorts blijven de bepalingen uit deze overeenkomst, voor zover dat uit
de strekking van de bepaling voortvloeit, ook na het einde van deze overeenkomst onverkort van
toepassing. Opdrachtnemer is niet gerechtigd de overeenkomst tussentijds op te zeggen.
Artikel 5.2: Partijen zijn bevoegd de overeenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen, zonder nadere
ingebrekestelling en zonder voorafgaande rechterlijke tussenkomst of tot enige schadeloosstelling te
zijn gehouden, indien:
a. één van de Partijen in staat van faillissement is verklaard of waarbij aan één van Partijen
surseance van betaling is verleend dan wel doordat ten aanzien van één van de Partijen
faillissement of surseance wordt aangevraagd;
b. één van de Partijen tekort schiet in de nakoming van enige verplichting voortvloeiende
uit de overeenkomst en dit tekortschieten niet binnen 1 maand na schriftelijke
kennisgeving hiervan aan de betreffende Partij ismedegedeeld.