Dit korte artikel geeft onder meer inzicht in de mate waarop er binnen AEX-bedrijven vorm gegeven wordt aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Hoofdvraag is dan ook, in hoeverre leeft MVO binnen de AEX?
Hoeveel wetenschappelijke artikelen beginnen er eigenlijk met het woord globalisering in de eerste zin? Met in haar slipstream de benadrukte gekleurde gevolgen van de technologische ontwikkelingen en de daarmee gepaard gaande groeiende mobiliteit van de mensen, de apparaten en de aanverwante kennis?
Er zijn wetenschappelijke artikelen die vol melancholie terugblikken op de nu haast kinderachtig ogende eerste internationalisatie stapjes van bijvoorbeeld het Nederlandse bedrijfsleven en haar in gradaties gevangen revolutie. Eerst maar eens in België of Duitsland proberen, was het motto 50 jaar geleden. 50 jaar later vraagt de business manager zich af waar hij welk deel van zijn keten het meest winstgevend neer kan zetten, oftewel gaan we maken of inkopen? Ok, dat is zijn verantwoordelijkheid. Maar wat zijn de gevolgen en wie is er nu eigenlijk verantwoordelijk voor het geheel? Het geheel? Het geheel waar winstoptimalisatie centraal staat, wordt door de kritische blik van de consument en met haar de media nauwlettend op de voet gevolgd. De drang naar winstoptimalisatie is versnipperd ondergebracht binnen elke onderneming, die op haar beurt onderdeel is van het geheel.
Laten we in deze het geheel tastbaar maken en omschrijven aan de hand van onze leefplek, de aarde. Dik 100 jaar na de industriële revolutie is er een groeiende zorg met betrekking tot het milieu. Parallel aan de groeiende media-aandacht schuwen milieubeschermingsorganisaties en ontwikkelingsorganisaties harde acties ten opzichte van multinationals niet wanneer het gaat om het aan de kaak stellen van maatschappelijk onverantwoord ondernemen. Vaak wordt er bij deze acties gepoogd het productieproces stil te zetten, wat niet past in de winstoptimalisatie filosofie. Ook de overheid stimuleert duurzaam ondernemen; het gaat hier om het welzijn van haar burgers. Blauwe plekken worden aangedrukt door middel van het uitvergroten van fouten in het productieproces, die menigmaal samenhangen met het inkopen van discutabele producten of diensten. Voor een dubbeltje op de eerste rij bij Trafigura (gifschandaal met de Probo Koala door foute leverancier), de giftige verf op de barbiepoppen van Mattel (gebrek aan transparantie in de keten) of “dicht bij huis” het verwoesten van het leefgebied van de Oerang Utang door Unilever (bij gebrek aan alternatieven voor palmolie). Reputatieschade, en dat terwijl voorgenoemde bedrijven een uitstekend track-record hebben opgebouwd in hun field of expertise.
Wat te doen? Hebben we het over duurzaam ondernemen dan kunnen we concluderen dat de afgelopen decennia voor het bedrijfsleven nog voornamelijk in het teken van green washing stond (hoe kom ik zo groen en duurzaam mogelijk over op de consument), wanneer er überhaupt over nagedacht werd. Het staat immers niet op de agenda van winstoptimalisatie, althans daar ging men van uit. Langzamerhand zien we toch een verschuiving naar milieubewustzijn plaatsvinden in het Nederlandse bedrijfsleven en zijn er ondernemingen die zich groen proberen te onderscheiden ten opzichte van de concurrentie. Men kan in deze discussiëren over het belang van het investeren in duurzaamheid, komt het voort uit idealisme, zijn er geen alternatieven of draait het voornamelijk om beeldvorming? Feit blijft dat duurzaam ondernemen en daarmee inkopen bij kan dragen aan de levensvatbaarheid van deze planeet en aan het imago en de continuïteit van een onderneming. Logische vervolgvraag in deze, in hoeverre houden bedrijven zich bezig met duurzaam ondernemen?
Voor het beantwoorden van deze vraag ben ik gaan kijken naar de publiekelijk gepubliceerde documentatie wanneer het gaat om duurzaam ondernemen binnen beursgenoteerde (AEX) bedrijven. Met de beeldvorming in acht nemend, trek ik de conclusie dat, mocht er duurzaam geproduceerd worden (in de meest brede zin van het woord), dan wordt er over gedocumenteerd. Immers alles voor de beeldvorming. Deze documentatie resulteerde voor 20 van de 25 geïnventariseerde ondernemingen in een Sustainability Report. De 5 niet publicerende ondernemingen bevinden zich in de uitzendbranche (2), de vastgoedsector (2) en de adviessector (1). Veel voorkomende onderwerpen in de voorhanden zijnde duurzaamheidsrapporten zijn klimaatverandering, mensenrechten, gemeenschapsbetrokkenheid, arbeidsomstandigheden, gezondheid en veiligheid.
Tevens is er een duidelijke link tussen type business en type duurzaamheid, zo benadrukt TomTom bijvoorbeeld verantwoord rijgedrag, wegveiligheid en diefstalpreventie. Conclusie? Op basis van de aanwezigheid van Sustainability Reports kan ik zeggen dat duurzaam ondernemen binnen de AEX op de agenda staat. Transparant is het daarentegen van verre, aangezien het de Sustainability Reports en daarmee het duurzaam ondernemen ontbreekt aan consistente meetcriteria. Ok, er zijn een aantal keurmerken en een aantal awards aan verbonden, men is onderweg. Feit blijft dat er voor de outsider een nauwelijks zichtbare lijn loopt tussen green washing en daadwerkelijk groen produceren. Dit is het probleem en hier ligt in de bedrijfsomgeving ook de crux. Beleidsmakers worstelen met groene strategieën. Waar begin je en hoe maak je de vertaalslag van geformuleerd groen beleid naar de praktijk?
Ik ga het proberen. Zoals vaak begint maatschappelijk verantwoord ondernemen bij bewustzijn en wanneer dit bewustzijn hoog in een onderneming wordt gedragen (strategie, commitment en budget) heeft het kans van slagen. Het is een proces, waarin kleine stappen kunnen leiden naar een bevredigend eindresultaat. Begin met het koppelen van een aantal voor de onderneming belangrijke geachte thema’s aan een onderdeel van je organisatie (business-case). Werk samen (management, inkoop, verkoop, marketing), voorkom hiermee het functionele denken. Analyseer de keten, schakel experts in en realiseer je dat het een immens karwei is, maar daarentegen zeer de moeite waard aangezien het in de toekomst van eenieder verwacht wordt.
We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.
johansaalbers
johansaalbers
Dit korte artikel geeft onder meer inzicht in de mate waarop er binnen AEX-bedrijven vorm gegeven wordt aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Hoofdvraag is dan ook, in hoeverre leeft MVO binnen de AEX?
Hoeveel wetenschappelijke artikelen beginnen er eigenlijk met het woord globalisering in de eerste zin? Met in haar slipstream de benadrukte gekleurde gevolgen van de technologische ontwikkelingen en de daarmee gepaard gaande groeiende mobiliteit van de mensen, de apparaten en de aanverwante kennis?
Er zijn wetenschappelijke artikelen die vol melancholie terugblikken op de nu haast kinderachtig ogende eerste internationalisatie stapjes van bijvoorbeeld het Nederlandse bedrijfsleven en haar in gradaties gevangen revolutie. Eerst maar eens in België of Duitsland proberen, was het motto 50 jaar geleden. 50 jaar later vraagt de business manager zich af waar hij welk deel van zijn keten het meest winstgevend neer kan zetten, oftewel gaan we maken of inkopen? Ok, dat is zijn verantwoordelijkheid. Maar wat zijn de gevolgen en wie is er nu eigenlijk verantwoordelijk voor het geheel? Het geheel? Het geheel waar winstoptimalisatie centraal staat, wordt door de kritische blik van de consument en met haar de media nauwlettend op de voet gevolgd. De drang naar winstoptimalisatie is versnipperd ondergebracht binnen elke onderneming, die op haar beurt onderdeel is van het geheel.
Laten we in deze het geheel tastbaar maken en omschrijven aan de hand van onze leefplek, de aarde. Dik 100 jaar na de industriële revolutie is er een groeiende zorg met betrekking tot het milieu. Parallel aan de groeiende media-aandacht schuwen milieubeschermingsorganisaties en ontwikkelingsorganisaties harde acties ten opzichte van multinationals niet wanneer het gaat om het aan de kaak stellen van maatschappelijk onverantwoord ondernemen. Vaak wordt er bij deze acties gepoogd het productieproces stil te zetten, wat niet past in de winstoptimalisatie filosofie. Ook de overheid stimuleert duurzaam ondernemen; het gaat hier om het welzijn van haar burgers. Blauwe plekken worden aangedrukt door middel van het uitvergroten van fouten in het productieproces, die menigmaal samenhangen met het inkopen van discutabele producten of diensten. Voor een dubbeltje op de eerste rij bij Trafigura (gifschandaal met de Probo Koala door foute leverancier), de giftige verf op de barbiepoppen van Mattel (gebrek aan transparantie in de keten) of “dicht bij huis” het verwoesten van het leefgebied van de Oerang Utang door Unilever (bij gebrek aan alternatieven voor palmolie). Reputatieschade, en dat terwijl voorgenoemde bedrijven een uitstekend track-record hebben opgebouwd in hun field of expertise.
Wat te doen? Hebben we het over duurzaam ondernemen dan kunnen we concluderen dat de afgelopen decennia voor het bedrijfsleven nog voornamelijk in het teken van green washing stond (hoe kom ik zo groen en duurzaam mogelijk over op de consument), wanneer er überhaupt over nagedacht werd. Het staat immers niet op de agenda van winstoptimalisatie, althans daar ging men van uit. Langzamerhand zien we toch een verschuiving naar milieubewustzijn plaatsvinden in het Nederlandse bedrijfsleven en zijn er ondernemingen die zich groen proberen te onderscheiden ten opzichte van de concurrentie. Men kan in deze discussiëren over het belang van het investeren in duurzaamheid, komt het voort uit idealisme, zijn er geen alternatieven of draait het voornamelijk om beeldvorming? Feit blijft dat duurzaam ondernemen en daarmee inkopen bij kan dragen aan de levensvatbaarheid van deze planeet en aan het imago en de continuïteit van een onderneming. Logische vervolgvraag in deze, in hoeverre houden bedrijven zich bezig met duurzaam ondernemen?
Voor het beantwoorden van deze vraag ben ik gaan kijken naar de publiekelijk gepubliceerde documentatie wanneer het gaat om duurzaam ondernemen binnen beursgenoteerde (AEX) bedrijven. Met de beeldvorming in acht nemend, trek ik de conclusie dat, mocht er duurzaam geproduceerd worden (in de meest brede zin van het woord), dan wordt er over gedocumenteerd. Immers alles voor de beeldvorming. Deze documentatie resulteerde voor 20 van de 25 geïnventariseerde ondernemingen in een Sustainability Report. De 5 niet publicerende ondernemingen bevinden zich in de uitzendbranche (2), de vastgoedsector (2) en de adviessector (1). Veel voorkomende onderwerpen in de voorhanden zijnde duurzaamheidsrapporten zijn klimaatverandering, mensenrechten, gemeenschapsbetrokkenheid, arbeidsomstandigheden, gezondheid en veiligheid.
Tevens is er een duidelijke link tussen type business en type duurzaamheid, zo benadrukt TomTom bijvoorbeeld verantwoord rijgedrag, wegveiligheid en diefstalpreventie. Conclusie? Op basis van de aanwezigheid van Sustainability Reports kan ik zeggen dat duurzaam ondernemen binnen de AEX op de agenda staat. Transparant is het daarentegen van verre, aangezien het de Sustainability Reports en daarmee het duurzaam ondernemen ontbreekt aan consistente meetcriteria. Ok, er zijn een aantal keurmerken en een aantal awards aan verbonden, men is onderweg. Feit blijft dat er voor de outsider een nauwelijks zichtbare lijn loopt tussen green washing en daadwerkelijk groen produceren. Dit is het probleem en hier ligt in de bedrijfsomgeving ook de crux. Beleidsmakers worstelen met groene strategieën. Waar begin je en hoe maak je de vertaalslag van geformuleerd groen beleid naar de praktijk?
Ik ga het proberen. Zoals vaak begint maatschappelijk verantwoord ondernemen bij bewustzijn en wanneer dit bewustzijn hoog in een onderneming wordt gedragen (strategie, commitment en budget) heeft het kans van slagen. Het is een proces, waarin kleine stappen kunnen leiden naar een bevredigend eindresultaat. Begin met het koppelen van een aantal voor de onderneming belangrijke geachte thema’s aan een onderdeel van je organisatie (business-case). Werk samen (management, inkoop, verkoop, marketing), voorkom hiermee het functionele denken. Analyseer de keten, schakel experts in en realiseer je dat het een immens karwei is, maar daarentegen zeer de moeite waard aangezien het in de toekomst van eenieder verwacht wordt.
Johan Aalbers
Link naar reactie
https://www.higherlevel.nl/forums/topic/19764-duurzaamheidsverslagen-the-essence-of-presence/Delen op andere sites
Aanbevolen berichten
33 antwoorden op deze vraag