SebastiaanEikholt

Junior
  • Aantal berichten

    9
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

Alles dat geplaatst werd door SebastiaanEikholt

  1. Safe Harbor is de naam voor een verdrag dat gedurende drie decennia en tot afgelopen maand standhield. Met dit verdrag was het mogelijk om persoonsgegevens uit bijvoorbeeld Nederland op te slaan in de Verenigde Staten. Maar alleen als de aangesloten organisaties voorzagen in een veilige omgeving voor de persoonlijke data van burgers. Het verdrag werd eerder deze maand, ongeldig verklaard door het Europese Hof, nadat de Oostenrijkse student Max Schrems een zaak had aangespannen tegen Facebook, vanwege het schenden van de privacy data. Gegevens van Nederlandse burgers kunnen nu niet meer zonder enige reden worden opgeslagen in de Verenigde Staten. Prijs Ondanks het toenemend aantal onthullingen over het schenden van de privacy lijken klanten vooralsnog nog niet onder de indruk. Er wordt een prijs betaald voor het gratis gebruikmaken van sociale apps, een email account of bijvoorbeeld kortingen in een supermarkt. Wat deze prijs is, dat is niet altijd duidelijk. En is het wel een prijs? Als een supermarkt op basis van bijvoorbeeld een bonuspas op effectieve wijze kortingen kan aanbieden? Of wanneer op basis van het online zoekverkeer geen algemene reclame wordt getoond, maar juist advertenties op basis van het persoonlijke zoekverkeer? Schending privacy Afhankelijk van de doelstellingen binnen de onderneming, kan het juist wel of niet verstandig zijn om de privacy van de klant deel uit te laten uit maken van de kernwaarden binnen de organisatie. Voor klanten wordt het bewustzijn pas zichtbaar wanneer duidelijk is wat er met de persoonlijke gegevens allemaal kan worden gedaan. Zo is Telegram als tegenhanger van Whatsapp ontstaan en biedt klanten de mogelijkheid om versleuteld chatberichten te versturen en tevens direct te vernietigen. Voor veel mensen geen verkeerd alternatief, naar aanleiding van de onthullingen van Edward Snowden over het op grote schaal delen van persoonsgegevens door bedrijven en overheden. Of grote Amerikaanse clouddiensten, zoals Dropbox en Google Drive die ook werden beschuldigd van het laten meekijken van de Amerikaanse overheid in persoonlijke data van onder meer Nederlandse burgers. Overigens haalde vorige maand de Nederlandse dienst Stack het nieuws door de mogelijkheid die het biedt om 1 terabyte aan online opslag te gebruiken met een gratis account. Opslag die versleuteld is en bovendien opgeslagen op Nederlandse servers. Een tegenreactie? Medische sector Ook zijn er binnen de gezondheidszorg verschuivingen zichtbaar. Vorig jaar bleek op basis van een uitzending van Zembla dat zorgverzekeraars op grote schaal bekend zijn met de diagnoses van patiënten. De verzekeraars blijken in veel gevallen alleen te declareren wanneer duidelijk is om welke diagnose het gaat. Anders gezegd, de verzekeraar kan op de hoogte zijn van de medische gegevens van een patiënt. En met deze ontwikkeling is de vraag wanneer verzekeraars een persoonlijk aanbod kunnen doen op basis van de gezondheid van de klant. Toch vindt dit met toestemming van de klant al op kleine schaal plaats. Achmea houdt in samenwerking met Google proeven waarbij premiekortingen op verzekeringen worden gegeven wanneer een klant besluit om persoonlijke informatie te delen met het bedrijf. In dit geval wordt het rijgedrag en de veiligheid in huis geanalyseerd en op basis daarvan kan een korting worden gegeven op de inboedelverzekering. Toch zijn er bedrijven die willen inspelen op de toenemende aversie van het delen van vertrouwelijke informatie. Het Rotterdamse bedrijf Openlab biedt anonieme en betrouwbare gezondheidstesten aan, die vanuit huis kunnen worden uitgevoerd. De resultaten worden vervolgens anoniem in laboratoria geanalyseerd. Op basis van de resultaten kan een klant te weten komen of er sprake is van een ziektebeeld. Klantdata wordt actief verwijderd door Openlab zelf, geen database met medische gegevens dus. Een tegenreactie op het toenemende wantrouwen van klanten binnen de gezondheidszorg. Bewustzijn in organisatie Puur het bewustzijn om de klant wel of niet bewust te maken van de privacy kan voor een aanzienlijk verschil zorgen binnen de onderneming. Waar ligt de grens bij de klant wat betreft het delen van persoonlijke gegevens en data? Voor bedrijven wordt het een mogelijkheid om in te spelen op de toenemende aversie tegen privacy schendingen. De ongelijke en onbetrouwbare relatie tussen klant en bedrijf. Maar is het wel noodzakelijk? Wanneer verandert aversie in verzet? Mijns inziens zal de organisatie altijd bewust moeten zijn van het in stand houden van de win-win situatie voor zowel de onderneming als de klant. En dit door middel van het aanbieden van een betrouwbaar concept. De klant zal moeten weten waarom bepaalde keuzes worden gemaakt. Op welke wijze een bedrijf effectiever kan functioneren, met als doel een kwalitatief goed aanbod te kunnen geven tegen aantrekkelijke prijzen. Met als doel de lange termijn relatie met de klant te waarborgen. Privacy is geen struikelblok maar een kernwaarde voor de onderneming. Een strategisch middel voor de organisatie om de relatie met de klant te verstevigen.
  2. Vanaf 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. De wet, voorheen bestaande uit de losse wetten Wet Werk en Bijstand (WWB), Wet sociale werkvoorziening en de Wajong, heeft als doel om arbeidsbeperkten te ondersteunen bij arbeidsinschakeling bij een willekeurige werkgever. Het is dus niet meer alleen van toepassing op sociale werkplaatsen. Onder arbeidsbeperkten worden mensen met een ziekte, handicap of bijstandsuitkering verstaan. Veranderingen De wet zal gedecentraliseerd uitgevoerd worden. De gemeenten krijgen meer bevoegdheid. De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de wet. De wet mag niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt. Alle dossiers van mensen met een Wajong worden opnieuw bekeken. Ook wordt een groot gedeelte van deze mensen opnieuw beoordeeld op de Wajong. Wanneer het UWV bij een beoordeling bepaalt dat mensen met een Wajong kunnen werken en deze mensen werken niet, dan zal de uitkering worden verlaagd van 75% naar 70% procent van het minimumloon. Wanneer er niet gewerkt kán worden, blijft de uitkering op 75% van het minimumloon. In totaal zullen bedrijven 100.000 arbeidsbeperkten aan het werk moeten helpen. De overheid zal nog eens 25.000 mensen extra aan het werk helpen. Die doelstelling heeft een einddatum op 2026. De regering heeft tevens een quotum ingesteld. Wanneer het aantal nieuwe werkplekken niet wordt behaald, dan zullen de bedrijven die geen arbeidsbeperkten inzetten een boete kunnen verwachten van € 5.000,- per niet ingevulde werkplek. Uiteindelijk gaat het om 5% arbeidsgehandicapten per werkgever. Ondersteuning Gemeenten zullen bijspringen, evenals de regering. Zo worden ondernemers gecompenseerd voor de loonkosten bij ziekte-uitval. Ook zullen bepaalde premies worden verlaagd wanneer mensen met een beperking worden aangetrokken. Zo kunnen bedrijven bijvoorbeeld loonkostensubsidie krijgen. Er komen samenwerkingsverbanden, de zogeheten werkbedrijven, waar bedrijven, gemeenten en het UWV zullen overleggen. Een kleine meerderheid (51%) van de bedrijven omarmt de nieuwe Participatiewet. Toch blijkt 2 op de 5 bedrijven nog niet te weten hoe er invulling kan worden gegeven aan de nieuwe wet, blijkens onderzoek onder honderden bedrijven door Randstad. Uitzendbureaus en detacheringsbedrijven hebben al toegezegd om ook bedrijven te ondersteunen in het creëren van banen voor arbeidsgehandicapten. Kritiek Toch zijn er kanttekeningen te plaatsen bij de nieuwe Participatiewet. De regering gaat ervan uit dat werkgevers, met behulp van gemeenten en uitzendbureaus, genoeg banen zullen creëren de komende jaren voor de groep arbeidsbeperkten. Er kunnen daarnaast vraagtekens worden geplaatst bij de 5% ingehouden Wajong-uitkering wanneer een arbeidsbeperkte wel kan werken, maar niet wil werken. Waar is deze 5% op gebaseerd? We praten reeds over zeer lage inkomensbedragen, maar wat is de beweegreden van de overheid om een Wajong uit te keren van 70% van het minimumloon? Een ander kritiekpunt komt vanuit de werkgeverskant. Het is een drogreden om te stellen dat banen zullen worden ingepikt. Door de nieuwe wet zijn arbeidsbeperkten ook arbeidsgeschikt en wanneer het om dezelfde capaciteiten gaat, gelijk ieder ander. Een drukkere bezetting op de arbeidsmarkt is gewoonweg niet meer te voorkomen, maar gevolg is wel dat de werkloosheid minder hard zal dalen. Wel worden nieuwe banen gecreëerd voor mensen die arbeidsbeperkten zullen ondersteunen bij hun werkzaamheden. Maar hebben bedrijven en gemeenten wel de financiële middelen om te investeren in deze nieuwe functies? Mensen met een arbeidsbeperking die een hoger opleidingsniveau hebben, zullen minder uitzicht hebben op een baan. Dit komt door het quotum dat is ingesteld. Wanneer er niet genoeg banen worden gecreëerd voor arbeidsgehandicapten, dan zullen bedrijven boetes ontvangen wanneer ze nog niet iemand in dienst hebben. Arbeidsbeperkten die zelfstandig tussen de 30% en 100% van het minimumloon vallen, zullen onder het quotum vallen. Arbeidsbeperkten met een hoger opleidingsniveau niet. Wanneer bedrijven aan het quotum moeten voldoen, zullen ze minder geïnteresseerd zijn in deze groep mensen met een beperking. Ook zijn er veel regio's, zoals de provincies Limburg en Groningen, waar het aantal arbeidsbeperkten gemiddeld hoger ligt dan in andere regio's en waar bovendien de werkgelegenheid achterloopt op andere regio's in Nederland. Het creëren van banen in een krappe arbeidsmarkt lijkt dus niet altijd haalbaar. Praktijk Kortom, in theorie zijn er al veel vraagtekens te plaatsen bij een succesvolle integratie van arbeidsbeperkten. Bovendien is pas op lange termijn na te gaan of het stimuleren van arbeidsbeperkten op de arbeidsmarkt daadwerkelijk succesvol was op micro- en macroniveau. Welke voordelen en nadelen ervaart u binnen uw eigen bedrijf? De theorie staat los van de praktijk. Juist deze ervaringen zijn belangrijk om te delen. Zijn de doelstellingen wel haalbaar voor bedrijven en wat zullen de gevolgen zijn wanneer er daadwerkelijk boetes zullen worden uitgedeeld?
  3. @Ron: Verwacht je niet dat het er makkelijker gebruik kan worden gemaakt van bedrijfsdata door middel van nieuwe toepassingen? En dat de nieuwe technieken juist als katalysator gelden om concurrentievoordeel te behalen? @Linda: Goed punt met betrekking tot verzekeraars. De vraag blijft wel in hoeverre er daadwerkelijk data mag worden ingezet om bepaalde risicogroepen in kaart te brengen. Een duidelijk voorbeeld vind ik bijvoorbeeld de supermarkt die op basis van consumentengedrag afzonderlijke aanbiedingen toont, waardoor een kloof ontstaat tussen mensen. Waarom hij/zij wel korting en ik niet? Waarom ben ik wel een risicogroep als verzekerde en hij/zij niet. Ik verwacht dat dit jaar grenzen zullen worden opgezocht door bedrijven die big data inzetten om klanten nog beter te kunnen ‘bedienen’. En daarbij staat het bedrijf centraal en niet de klant. Met andere woorden, niet altijd zal de privacy worden beschermd. En dat vraagt om regulering. Kim Loohuis heeft hier een goede column over geschreven op Computable.
  4. Uit een onlangs verschenen patentaanvraag van Amazon blijkt dat het bedrijf zich wil focussen op ‘anticipatory package shipping’. Met andere woorden het distribueren van mogelijke aankopen van consumenten, alvorens er überhaupt bestellingen zijn geplaatst door de consument. Het lijkt een groot risico, gezien de distributiekosten zonder ook maar één bestelling binnen te hebben. Toch slaat Amazon de spijker op de kop. Een treffend voorbeeld waar veel e-commerce bedrijven dit jaar zich op dienen te focussen. Het ligt namelijk in verlengde van de veelvuldig genoemde term van de afgelopen jaren: big data. Nu het voor een ieder mogelijk is om met weinig middelen een goed functionerende webwinkel op te starten, zal het steeds moeilijker worden om een product of dienst te onderscheiden ten opzichte van de concurrent. Bedrijven als Coolblue bieden al aan om op dezelfde dag nog een bestelling af te leveren. Andere webwinkels leveren tevens verpakkingen voor het (gratis) retourneren van de artikelen. Het verschil is dat dit slechts een onderscheidende dienstverlening is op basis van een algemene behoefte. Met het analyseren van big data kan op maat een klant worden bediend. Big data is geen doel, maar een middel. Er kunnen analyses worden gemaakt op basis van grote hoeveelheden ongestructureerde data. Bijvoorbeeld eerdere aankopen, zoekaanvragen, wenslijsten, ruilartikelen en winkelwagenproducten. Vervolgens kunnen verbanden worden gelegd tussen bijvoorbeeld het gedrag van consumenten op sociale netwerken en gedrag binnen de webwinkel. De analyses geven vervolgens een betrouwbare voorspelling van bijvoorbeeld het toekomstige zoek en aankoopgedrag van de consument. Kijk bijvoorbeeld naar de telecomsector. Providers koppelen het telefoon- of internetverbruik aan het gedrag van de klant in de communicatie met de provider en daarnaast het gedrag van de klant op sociale netwerken. Wat wordt er gezegd over producten en diensten? Heerst er ontevredenheid? Op basis van een analyse van deze verschillende data kunnen gerichte acties worden opgezet. Bijvoorbeeld een goedkoper telefoonabonnement afhankelijk van het individu. Maar naar mijn mening wordt het vergaren van data uit de interne omgeving juist cruciaal voor een duurzaam concurrentievoordeel van de onderneming. Grote ondernemingen kunnen optimaal profiteren van een verdergaande digitalisering binnen de bedrijfsprocessen. Dataverzameling heeft niet alleen betrekking op de klant. Ook binnen de organisatie wordt op elk mogelijk moment nieuwe data vergaard die gevolgen heeft voor de bedrijfsvoering. Bijvoorbeeld op het gebied van workforce management. Doel van het laatstgenoemde is om de meest geschikte werknemers met de juiste kwaliteiten op de goede momenten en plekken in te zetten. Met data over de productiviteit van werknemers of bijvoorbeeld het ziekteverzuim. Processen kunnen effectiever worden aangestuurd op basis van een schat aan data die in het verleden is opgebouwd. Daarnaast leidt een efficiëntere bedrijfsvoering tot business processen die op basis van lagere kosten kunnen worden aangestuurd. Onlangs verscheen het Accenture Technology Vision 2014. Naar aanleiding van het onderzoek zijn trends opgesteld die een digitale machtsverschuiving in het bedrijfsleven in kaart brengen. Grote ondernemingen automatiseren processen en integreren een steeds groter gedeelte van offline naar online. Bijvoorbeeld in de communicatie met de klant. Daarnaast is er een verschuiving zichtbaar van het inhouse werken naar het uitbesteden van werkprocessen via crowdsourcing. Daarmee volgen grote bedrijven niet alleen de startups die hier al in een vergevorderd stadium mee bezig zijn. Ze zullen ze inhalen, met behulp van een grote hoeveelheid informatie die geanalyseerd kan worden. Vorig jaar was het jaar van de big data. We moesten er allemaal aan geloven. Op basis van klantgegevens voorspellingen kunnen doen over toekomstig consumentengedrag. Dit jaar zullen naar mijn mening verschillen zichtbaar worden van bedrijven die succesvol big data weten in te zetten in de bedrijfsprocessen. Het inzetten van de data uit de interne omgeving zal het fundament vormen om een duurzaam concurrentievoordeel te behalen.
  5. "We are reluctant to buy", zo werd enige tijd geleden bericht op een Amerikaanse weblog. En daar blijkt zeker tijdens de economische crisis wel een kern van waarheid in te zitten. Hoe vaak worden we niet geconfronteerd met berichtgeving in media die nog maar eens benadrukken wat de gevolgen zijn van de economische crisis. We moeten inleveren, hebben minder te besteden, en dit wordt ons dagelijks nog maar eens duidelijk gemaakt op het nieuws. Gevolg is dat we de hand op de knip houden. Hoewel dit niet wil zeggen dat we minder willen consumeren. Natuurlijk is er die nieuwe televisie, auto of de elektronische hebbedingetjes. We willen het allemaal hebben, maar het is niet altijd financieel haalbaar. Dat er tijdens de economische moeilijke jaren gekeken wordt naar efficiëntere wijzen van consumeren kan niet ontkend worden. Bedrijven en overheidsinstanties hechten steeds meer waarde aan een consumptiepatroon binnen de circulaire economie. Een duurzame economie waar hergebruik centraal staat en waardevernietiging wordt beperkt. Precies zoals de politiek al jaren voor ogen heeft. Burgers, organisaties en bedrijven worden gestimuleerd om met duurzame innovatieve oplossingen te komen. Het is goed voor het milieu en bovendien kan het hergebruik van producten tot lagere productiekosten leiden en dus tot een aantrekkelijkere prijs voor de consument. Een belangrijke trend binnen een circulair systeem is de 'rental economy': de huur en verhuur van producten en diensten. De aankoop van een product of dienst staat niet meer centraal, maar het tijdelijk gebruik ervan. Een duidelijke groei is zichtbaar binnen de muziekindustrie. In plaats van het kopen van cd's, streamen we muziek via online websites en apps. We hebben het niet, maar we gebruiken het wel. Maar het gaat verder dan alleen muziek. Zo bieden Amerikaanse websites de mogelijkheid tot het huren van kinderspeelgoed, een graafmachine, een jurk voor een gala of bijvoorbeeld de huur van een auto voor slechts een enkel uurtje. Even de wekelijkse boodschappen doen en weer inleveren die auto. Ook zijn in Nederland inmiddels dergelijke verhuur initiatieven gestart, waarbij online websites als intermediair gelden tussen bedrijven of tussen bedrijf en consument. Een voorbeeld is het net gelanceerde zoef.com. Producenten blijven eigenaar van het product en geven het tijdelijk uit handen. Groot voordeel voor de klant, er kan op goedkope wijze tijdelijk gebruik worden gemaakt van een product of dienst, waardoor men niet achterblijft met een dure aankoop, die zelden wordt gebruikt. Daarnaast biedt het diverse aanbod de mogelijkheid om gebruik te maken van niet alledaagse producten en diensten. Hoewel men hiervoor diep in de buidel moet tasten is het reeds mogelijk om een compleet vliegtuig te huren. Gewoon in een luxe Jet vanaf een willekeurig vliegveld in Nederland richting de andere kant van de wereld vliegen. Maar is het wel zo dat dit allemaal op basis van ideologische duurzame gedachten tot stand komt? Wil men wel consumeren binnen een circulaire economie of liggen er niet andere motieven aan ten grondslag? Uiteindelijk willen consumenten toegang hebben tot goederen en diensten die niet altijd binnen handbereik liggen. Zeker gezien het toenemende aanbod. De rental economy lijkt daarmee een sta in de weg te zijn van bedrijven die niet verhuren maar alleen verkopen. Toch kan het juist een boost geven aan verkopende bedrijven. Het is naar mijn mening zelfs onvermijdelijk dat een nieuw verdienmodel, op basis van verhuur zijn intrede zal doen. Zeker binnen e-commerce, waar de laatste jaren de concurrentie sterk is toegenomen. Tegen lage kosten kan een goedlopende webwinkel worden gestart. Daarmee neemt het aantal bedrijven toe die ook een hap van de taart opeisen. Voor bestaande ondernemers wordt het moeilijk om in een verzadigde markt zich te onderscheiden. Op verschillende wijzen wordt getracht om voordeel te behalen, bijvoorbeeld door het consumentengedrag beter in kaart te brengen. Op basis van persoonlijke kenmerken en het online zoekgedrag kan een relevanter aanbod worden getoond aan de consument. Naar mijn mening is het juist de worst die moet worden voorgehouden aan de consument. Tegen een lage prijs en voor korte tijd de mogelijkheid geven om gebruik te maken van een product of dienst (verhuur), met als doel om de consument te bewegen om het uiteindelijk aan te schaffen. Hetzelfde idee als de premium accounts die verschillende apps en websites hanteren. Je mag proeven, maar wil je alles opeten dan betaal je meer. Biedt de rental economy voordelen voor het bedrijfsleven? Ik denk het wel. De vraag is of het haalbaar en noodzakelijk is.
  6. Retail kent moeilijke tijden. Winkels gaan failliet en er ontstaan lege winkelstraten, die moeten worden opgevangen door tijdelijke pop-up-stores en discount winkels. Toch biedt dit geen zekerheid voor de lange termijn. Er treedt een domino-effect op waarbij ook de vastgoedmarkt te kampen heeft met een achterblijvende vraag naar koop- en huurpanden. Door de moeizame economische jaren heeft er een versneld proces plaatsgevonden van offline naar online retail. De consument is prijsbewuster geworden en kan door het grote gemak en de verscheidenheid aan producten en diensten online aankopen verrichten. De online retailmarkt is nog steeds aan een opmars bezig. Zo bleek uit cijfers van de Thuiswinkel Markt Monitor dat de online bestellingen in 2012 met 9 procent waren toegenomen ten opzichte van 2011. Het waren met name de consumenten die reeds online aankopen verrichtten die meer producten en diensten bestelden. Met als gevolg dat het aantal webwinkeliers toegenomen is, bleek uit cijfers van de Kamer voor Koophandel. Het is juist de toenemende populariteit van deze online retail die de oplossing kan bieden voor de toenemende leegstand in winkelgebieden. In mei berichte het Amerikaanse zakentijdschrift Forbes dat de afgelopen maanden een sterke toename heeft plaatsgevonden van het aantal online retailers die zich op de offline markt begeven. Met een omni-channel strategie kan de klant nog beter worden bediend. Juist voor webwinkels geldt dat er een beperking lijkt te zijn in de dienstverlening. Het ruiken, voelen, aanraken of uitproberen van het product kan niet direct worden gerealiseerd door de consument. Het is een beleving die voor vele online retailers de reden vormt om ook een fysieke winkel te openen. Temeer omdat er wel winkels zijn die met succes een omni-channel strategie hebben toegepast en zowel als fysieke winkels en als webwinkel winst weten te behalen. En nog interessanter een cross-channel starten. Zo kan de consument in de webwinkel kleding bestellen en dit bij ontevredenheid in een fysieke winkel in de buurt omruilen. Een strategie die succesvol door H&M wordt toegepast. Ook Nederlandse webwinkeliers lijken een omslagpunt waar te nemen. CEO Patrick Kerssemakers van webwinkel Fonq.nl onderkent het belang van een omni-channel strategie: "We houden er rekening mee dat consumenten op termijn ook een fysieke beleving verwachten van een online retailer in de winkelstraat, als een tegenbeweging van sluitende winkels". Kerssemakers is ook actief als lid van een van de expertgroepen binnen het platform Shopping 2020. Doel van het platform is het ontwikkelen van een toekomstvisie op de online verkoop, door middel van het verrichten van onderzoek en het delen van kennis. Zo'n 400 experts zullen binnen 19 expertgroepen deelnemen aan dit grootschalige project, met als doel de klant in de toekomst nog beter te bedienen. Ook in het nu nog lege winkelpand bij u in de buurt. Er gloort hoop aan de horizon. Dat kunnen we wel gebruiken.
  7. Beste Mireille, Bedankt voor je reactie. Ik heb je reactie in drieën gesplitst en probeer antwoord te geven op jouw vragen. 1. Prijs voor goodwill Goodwill bij een bedrijfsovername is complex; het is namelijk de verborgen waarde van een bedrijf. De aanname die je doet (‘toch wensen overlaters een prijs voor hun omzet uit het verleden te krijgen’) zien wij en andere overname-experts ook terugkomen. Veel verkopende ondernemers refereren nog aan de ‘goeie ouwe tijd’, terwijl dat niet meer de realiteit is. Overnamematch.nl besteedde hier recent nog aandacht aan in het artikel Bedrijf verkopen? Dit is de nieuwe realiteit op http://www.overnamematch.nl/uw-bedrijf-verkopen. Ik vind het lastig om hier hét antwoord op te geven, want deze bestaat simpelweg niet. Waarover goodwill betalen en de prijs voor goodwill (en alle overige zaken) worden bepaald door slechts twee personen: de koper en de verkoper. 2. Goodwill winkellocatie Alles waar de verkopende ondernemer waarde aan hecht, zal een prijs voor betaald moeten worden, zo ook de locatie van een pand. Het is logisch dat een winkel op een A-locatie meer waarde heeft dan een winkel in een achterstandswijk. Hoe hoog deze waarde ligt, wordt bepaald door de meerwaarde van de locatie voor de koper. Als een strategische koper graag op een bepaalde locatie een vestiging wil hebben, dan zal de goodwill voor de winkellocatie hoger zijn dan voor een MBI-kandidaat. 3. Persoonlijke goodwill In het MKB is meestal sprake van een hoge afhankelijkheid van de eigenaar en dus persoonlijke goodwill. Het gevaar van een onmisbare eigenaar mag niet worden onderschat. Als alle contacten via hem lopen, als klanten vooral gecommitteerd zijn aan de eigenaar als persoon, als hij beschikt over een groot netwerk en een duidelijke persoonlijkheid is binnen het wereldje waarin hij opereert, dan is zijn bedrijf extreem gevoelig voor een eigenaarswisseling. Met andere woorden: als je het bedrijf overneemt, zou de onderneming weleens als een kaartenhuis in elkaar kunnen storten. Simpelweg omdat klanten de overdracht aangrijpen om op zoek te gaan naar een nieuwe leverancier. Dat maakt de toekomst van het bedrijf minder zeker. Achterhaal als koper dus goed hoe afhankelijk het bedrijf is van de huidige eigenaar.
  8. Beste Norbert, Wij bespeuren enigszins onwetendheid bij kopers en verkopers over bedrijfsovernames. Dat varieert van het (op tijd) plannen van een koop- of verkoopstrategie, oog hebben voor potentiële opvolgers en overnamekandidaten en het huidige (overname-)financieringsklimaat. Hier ligt een taak voor de overheid op het gebied van informatievoorziening richting het midden- en kleinbedrijf, iets waar onderzoeker en bijzonder lector Bedrijfsoverdracht Lex van Teeffelen al jaren voor pleit. Daar komt bij dat het steeds lastiger wordt om de financiering van een bedrijfsovername rond te krijgen. Eind vorig jaar maakte Minister Henk Kamp van Economische Zaken bekend er niets voor te voelen om bedrijfsovernames in het midden- en kleinbedrijf verder te ondersteunen. ‘Het huidige beleid is gericht op het laten slagen van bedrijfsoverdrachten’, aldus Kamp. ‘De inzet van het beleid is om ondernemers bewust te maken van het belang van bedrijfsoverdracht en bedrijfsovername. Aanvullende faciliteiten voor bedrijfsovernames zijn niet nodig, gezien de ondersteuning die reeds geboden wordt via de Kamer van Koophandel.’ Wellicht heeft de MKB-overnamemarkt een extra duwtje in de rug nodig van onze overheid, want het aantal verkopende ondernemers stijgt de komende jaren. En het zou zonde zijn voor het midden- en kleinbedrijf en de Nederlandse economie als een groot deel van die bedrijven niet verkocht kan worden. Gelukkig heeft bedrijfsopvolging een grote prioriteit voor MKB-Nederland in 2013. ‘Een betere match tussen potentiële kopers en verkopers van een bedrijf loont’, aldus voorzitter Hans Biesheuvel. ‘Een prima vorm van opvolging is management buy in. Voormalig managers met een goede opleiding en ervaring bij grote bedrijven zijn in zijn ogen een aanwinst voor het midden- en kleinbedrijf.’
  9. Zeker in tijden dat het economisch niet voor de wind gaat, is het voor veel ondernemingen noodzaak geworden om het bedrijf in de etalage te zetten voor investeerders en potentiële kopers. Eerder bleek uit cijfers van de KvK nog dat mislukte bedrijfsoverdrachten en de opheffing van gezonde bedrijven achtenswaardige gevolgen hebben voor de Nederlandse economie. Denk bijvoorbeeld aan werknemers die een baan verliezen bij faillissement of een onverwachts kapitaalverlies van het bedrijf. Het einde lijkt nog niet in zicht, nu een toenemend aantal bedrijven te koop staat. Veel baby boomers vinden het tijd worden om de eigen onderneming in de verkoop te zetten, met als gevolg dat het aanbod toeneemt en de vraag achterblijft. Vaak zijn investeerders terughoudend als het gaat om een bedrijfsovername, vanwege de geringe kennis. Ook het mogelijke risico tot een mislukte overname speelt een grote rol. Toch zal er door de overheid en het bedrijfsleven, meer aandacht moeten worden geschonken aan de overnamemarkt. Overnemers hebben, volgens eerder gepubliceerd onderzoek van de KvK, meer kans op overleven dan starters. Ze weten vaak sneller omzetstijging te realiseren, het netwerk en klantenbestand uit te breiden en meer winst te behalen. Temeer omdat starters in veel gevallen geen personeel aannemen en moeite hebben om het hoofd boven water te houden, gezien de beperkte mogelijkheden tot groei. Dat de terughoudendheid op de overnamemarkt consequenties heeft op macro-economisch niveau blijkt uit de toenemende aandacht van buitenlandse investeerders. Zo zijn de Europese investeringen door Chinese bedrijven groter dan de Chinese investeringen in Noord-Amerika en Azië. De Chinese overheid biedt fiscale voordelen aan nationale bedrijven die investeren in het buitenland. En deze investeringen komen niet alleen voort uit financiële motieven. Het is de kennis en ervaring van deze bedrijven die binnen wordt gehaald en kan worden ingezet om de eigen positie te verbeteren. Wat niet wil zeggen dat het vanzelfsprekend een negatief effect heeft op de lange termijn. De kapitaalinjectie beperkt het banenverlies en kan strubbelende bedrijven financieel gezond maken. Toch dient er rekening te worden gehouden met de Chinese versteviging van de concurrentiepositie. Het verdwijnen van Europese kennis en vaardigheden naar de Aziatische markt zal het moeilijk maken om als Europees bedrijf een onderscheidende positie in te nemen. Het is dus meer dan ooit noodzakelijk geworden om bewust te zijn van de voor- en nadelen van de overnamemarkt. Think big, act small.
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.