bm4073

Ik heb een holding-BV waarmee ik consultancy doe voor een start-up. Beide zijn 2 jaar geleden is opgericht. Gedurende die tijd heb ik mezelf minimaal het minimumbedrag van de gebruikelijkloonregeling uitbetaald. De start-up heeft al die tijd verlies geleden, dus dat lijkt me redelijk. Daarbij had ik in 2019 en 2020 een WBSO-beschikking waardoor ik het bedrag zelfs had mogen verlagen tot minimumloon. Eind vorig jaar hebben we besloten dat de start-up op zichzelf staand niet levensvatbaar was en dat we op zoek zouden gaan naar een koper. Die is inmiddels gevonden, en naar waarschijnlijkheid gaan de oprichters binnenkort in loondienst bij deze koper. De koper betaalt een bedrag aan de startup, en deze wordt vervolgens geliquideerd. Ik ben voornemens om ook mijn eigen holding te liquideren, aangezien hier geen verdere activiteiten in plaatsvinden. Nu kwam ik er achter dat het minimumbedrag voor de gebruikelijkloonregeling niet afhankelijk is van het de tijdsduur van de arbeidsovereenkomst binnen het kalenderjaar (o.a. deze zeer recente jurisprudentie: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNHO:2021:2251). In het fiscaal meest nadelige geval zou dit betekenen dat ik het volledige bedrag aan gebruikelijk loon voor 2021 aan mezelf zou moeten uitbetalen, ondanks het feit dat ik dit jaar misschien maar 1 à 2 maanden aan arbeid verricht in mijn BV. Het geld is er namelijk wel. Dit voelt enigszins wrang, aangezien ik de rest van het jaar netjes inkomstenbelasting ga betalen bij mijn nieuwe werkgever. Voor het uitbetalen van het gebruikelijk loon zal ik daarnaast de stakingswinst uit de deelneming en de algemene reserves uit mijn BV moeten aanspreken. Dan had ik beter vorig jaar de algemene reserve als dividend uit kunnen keren. Ik heb geen algemene regeling gevonden voor dergelijke situaties, maar misschien is iemand hier bekend met hoe de belastingdienst tegen dergelijke situaties aankijkt? Is het daarbij verplicht de algemene reserve in mijn holding en stakingswinst uit de start-up aan te wenden ten behoeve van het uitbetalen van het gebruikelijk loon? De winst uit de start-up is op dat moment reeds belast met vpb en valt onder de deelnemingsvrijstelling, is in dit geval deze dubbele belasting op enige manier te voorkomen?

Dank je, en bedankt voor het snelle antwoord! Excuus, het was waarschijnlijk niet duidelijk dat ik niet citeerde uit de managementovereenkomst. De letterlijke tekst is: 'Van hen wordt verwacht dat zij zich fulltime inspannen ten behoeven van de vennootschap', en even later 'Gedurende het vakantiejaar heeft de directeur [...] recht op vijfentwintig vakantiedagen.' Dan nog één vraag: is het in dit geval voor de DGA's nodig zichzelf te verzekeren voor de periode van 3 t/m 24 maanden na begin arbeidsongeschiktheid, of de periode van 3 maanden t/m AOW leeftijd? Nog even voor mijn duidelijkheid: de premies moeten hoe dan ook in eerste instantie betaald worden in de WM, maar de clausule in de managementovereenkomst waarin staat dat de persoonlijke holding deze kosten vervolgens dient te vergoeden is alsnog geldig?

Beste leden, Ik ben al een tijdje aan het rondkijken op dit forum en heb daar veel van opgestoken maar heb toch nog wat vragen. Mijn situatie is als volgt: Er bestaat een WM B.V. met daarboven een Holding B.V. die het intellectueel eigendom beheert en 100% eigenaar is van de WM. De Holding BV heeft vier aandeelhouders: persoonlijke holding 1 (30%), persoonlijke holding 2 (30%), investeerder BV 1 (20%) en investeerder BV 2 (20%). Tussen alle aandeelhouders en de holding BV is een aandeelhoudersovereenkomst aangegaan met daarin een managementovereenkomst die vooralsnog betrekking heeft op de 2 persoonlijke holdings, waarvan de bestuurders de dagelijkse leiding van de holding en WM op zich zullen nemen. Deze managementovereenkomst bevat een aantal zaken die het bestaan van een fictieve dienstbetrekking aannemelijk maken: - Er wordt m.b.t. specifieke personen uit de respectievelijke persoonlijke holdings gesproken over een full-time dienstverband met 25 vakantiedagen per jaar - Bij ziekte wordt 3 maanden doorbetaald - Bij overlijden van de eerder genoemde specifieke personen beëindigt de managementovereenkomst Ook staan er een aantal zaken in die een overeenkomst van opdracht aannemelijk maken: - De opdrachtnemer neemt verantwoordelijkheid voor het betalen van eventueel verschuldigde loonbelasting, premies volksverzekeringen en werknemerspremies. Deze zijn opeisbaar door de holding. - Bij gebrek aan liquiditeit wordt de managementvergoeding niet uitbetaald maar omgezet in een lening - Bij ziekte wordt slechts 3 maanden doorbetaald - De opdrachtnemers worden geacht op eigen kosten een beroepsongeschikgheidsverzekering af te sluiten. Het risico bij niet afsluiten van een verzekering rust bij de opdrachtnemer. Naar aanleiding van wat ik op dit forum heb gelezen verwacht ik dat de belastingdienst de managementovereenkomst zal aanmerken als fictieve dienstbetrekking. Over deze situatie heb ik een aantal vragen: - Klopt mijn conclusie dat de belastingdienst deze managementovereenkomst naar verwachting zal aanzien voor een fictief dienstverband? - Valt in dit geval de overeenkomst onder de ziektewet en moet de BV bij ziekte 2 jaar lang doorbetalen? - Geldt in dit geval de verplichting van de persoonlijke holdings om de werknemerspremies te vergoeden? Alvast bedankt, Mvg