Hallo Hans,
Bedankt voor je reactie.
Nog een vraag:
Er is dus een regeling mogelijk, ook al bestaat de betreffende entiteit daarna niet meer?
We hebben recht op die NOW gelden en als een NOW-periode is afgerekend dan is het voor UWV ook klaar, neem ik aan? Er verdwijnt geen werkgelegenheid want iedereen blijft netjes aan het werk. Een nieuwe regeling zal lastiger worden omdat de BV nieuw is maar dat schat ik dan op dat moment wel in.
De belastingschuld is een ander verhaal. Dat geld moet inderdaad in termijnen terug en dat zal dan vanuit de overgebleven BV (die de activiteiten voortzet) worden betaald. Neem je daarvoor contact op met de belastingdienst?
Heb ook gedacht om een andere vennoot in te brengen (een andere eigen bv) en dan de betreffende vennoot uit te schrijven. Maar het moet allemaal wel logisch blijven. De belastingen moeten uiteraard in termijnen worden terugbetaald en ik wil zeker geen constructies optuigen die het daglicht niet kunnen verdragen. Voordeel is dan wel dat een eventuele NOW 4 tm 75 gewoon aangevraagd kan worden. :)
En ik ben het met je eens om niet over één nacht ijs te gaan. Ik ga ook geen stappen ondernemen voordat de consequenties helder zijn. De andere vennoot heeft ook toegezegd niets te zullen ondernemen.
Heel erg bedankt voor het meedenken!
Groet, Cor
Dit is het artikel over de voortzetting.
Artikel 15: Voortzetting, overname en verblijven
Lid 1: Indien de vennootschap eindigt bestaat een recht tot voortzetting van het bedrijf van de vennootschap en wel:
a: In het geval als bedoeld in artikel 13 sub b voor de niet-opzeggende venno(o)t(en);
b: In het geval als bedoeld in artikel 12 lid 6 voor de opzeggende venno(o)t(en);
c: In een geval als bedoeld in artikel 13 sub c voor de overige venno(o)t(en);
d: In geval van ontbinding overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 sub d voor de venno(o)t(en) die met recht de ontbinding heeft/hebben ingeroepen.
Lid 2: De venno(o)t(en) die aldus de zaken der vennootschap voortzet(ten), dient/dienen zijn/hun verlangen daartoe binnen drie maanden na het eindigen der vennootschap schriftelijk te kennen geven aan de andere venno(o)t(en) of diens rechtverkrijgenden, op straffe van verval van het recht.
Lid 3: Het recht van voortzetting houdt in om alleen of met anderen de activiteit (eventueel met de handelsnaam) van de vennootschap voort te zetten onder verplichting (tevens een recht) alle tot het vennootschapsvermogen behorende vermogensbestanddelen over te nemen, zich te laten toedelen of, wat de schulden betreft voor zijn rekening te nemen en aan de andere vennoot of diens rechtsopvolgers in geld uit te keren de waarde van diens aandeel in dit vermogen.
Lid 4: Onder deze vermogensbestanddelen zijn begrepen die welke slechts in economische zin in de vennootschap zijn ingebracht, tenzij redelijkheid en billijkheid zich daar tegen verzet.
Lid 5: De vennoot die gebruik maakt van het recht tot voortzetting, kan het recht tot overneming bedoeld in lid 3, voor wat betreft juridische gemeenschappelijke zaken vervangen door het recht tot het (vertraagd) verblijven van deze vermogensbestanddelen aan hem, mits een daarop gerichte verklaring gelijktijdig wordt afgelegd met de mededeling bedoeld in lid 2. Door die verklaring verblijven deze vermogensbestanddelen aan hem onder soortgelijke verplichtingen als verbonden aan het recht van overneming of toedeling zulks obligatoir met terugwerkende kracht tot aan de datum van ontbinding, tenzij partijen in overleg een ander tijdstip kiezen.
Lid 6: De vennoten geven elkaar over en weer onherroepelijk volmacht om namens de volmacht- gever of diens rechtsopvolger(s) mee te werken aan de voor de overgang van het verblevene noodzakelijke levering.
Lid 7: De venno(o)t(en) die de zaken van de vennootschap voortzet(ten) (daaronder begrepen verblijven/overname) is dan verplicht tot uitkering aan de uittredende vennoot of diens rechtverkrijgenden van het bedrag dat aan deze toekomt, overeenkomstig het in artikel 14 bepaalde, blijkens de daar bedoelde jaarrekening.
Lid 8: Deze uitkering zal echter niet anders kunnen worden gevorderd dan in 12 gelijke maandelijkse termijnen, waarvan de eerste zal verschijnen twee maanden na de dag van beëindiging van de vennootschap. Een en ander onverminderd dadelijke algehele opeisbaarheid ingeval van overlijden, faillissement, toepassing Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, aanvraag van surséance van betaling, bij verzuim van de prompte voldoening door of ondercuratelestelling van de tot uitkering verplichte vennoot alsmede bij vervreemding door deze van de voortgezette onderneming.
Lid 9: Van het niet uitgekeerde bedrag zal een rente worden vergoed gelijk aan de voor dat jaar geldende wettelijke rente (eventueel een vast percentage overeenkomen).