Afschrijving tot 50% WOZ-waarde of naar ratio

[Backpacker]

Beste mensen,

 

Ik heb een interessante case waarover ik van mening verschil met mijn baas. We gaan het waarschijnlijk voorleggen aan de belastingdienst, maar ik zou het leuk vinden als jullie hier ook een mening kunnen geven.

 

De situatie is als volgt:

- B.V. A heeft een pand

- Dit pand wordt voor 75% verhuurd aan maatschap C en voor 25% aan een “echte derde”

- B.V. A heeft 100% van de aandelen van B.V. B

- B.V. B heeft een 50% belang in de bovengenoemde maatschap (de andere maat is een natuurlijk persoon)

 

Er zou dus gezegd kunnen worden dat B.V. A het pand voor 37,5% (50% van 75%) aan zichzelf en voor 62,5% aan derden verhuurd. Omdat er sprake is van een beleggingsvastgoed als het pand voor meer dan 70% is bestemd om aan derden – niet zijnde verbonden lichamen – te worden verhuurd, ben ik van mening dat er tot 50% van de WOZ-waarde afgeschreven mag worden., daar er maar voor 62,5% aan derden wordt verhuurd.

 

Mijn baas wil het echter naar ratio doen:

62,5% afschrijven tot aan 50% van de WOZ-waarde

37,5% van 100% van de WOZ-waarde.

 

In cijfers ziet dit er zo uit:

Stel WOZ-waarde is € 300.000

Als mijn benadering wordt gevolgd mag er tot 50% van de WOZ-waarde afgeschreven worden, te weten € 150.000.

Als we mijn baas volgen dan mag er afgeschreven worden tot (0,375*300.000 )112.500 + (0,625*0,5*300.000) 93.750 = € 206.250

 

Tot welke waarde mogen wij in deze situatie nu afschrijven?

 

Ps: het enige wat naar mijn mening bij mijn redenering nog mis kan zijn, is dat B.V. B (100% deelneming van B.V. A) zich niet kwalificeert als verbonden lichaam.

 

[Joost Rietveld]

Dag Backpacker

 

Een verbonden lichaam in deze zin wordt bepaald a.d.h.v. art. 10a lid 4 VPB.

 

Daaronder vallen lichamen (maatschappen ook, zie art. 2.1 b AWR) waarin de belastingplichtige een belang heeft van ten minste 1/3e. BV A heeft een 100% belang in BV en dus middellijk 50% in maatschap C.

 

Dat maakt maatschap C een verbonden lichaam en dus wordt het pand voor 75% bestempeld als eigen gebruik. Dat maatschap C nog een andere maat kent zou alleen relevant zijn geweest als BV B een kleiner aandeel in de maatschap had dan 1/3e. Dan zou maatschap C namelijk geen verbonden lichaam zijn van BV B (en dus ook niet van BV A).

 

De bodemwaarde is dan 50% van de WOZ waarde.

 

groet

Joost

 

PS: jouw baas redeneert wel erg braaf naar de portemonnee van de Staat ;)

[Backpacker]

Dag Backpacker

 

Een verbonden lichaam in deze zin wordt bepaald a.d.h.v. art. 10a lid 4 VPB.

 

Daaronder vallen lichamen (maatschappen ook, zie art. 2.1 b AWR) waarin de belastingplichtige een belang heeft van ten minste 1/3e. BV A heeft een 100% belang in BV en dus middellijk 50% in maatschap C.

 

Dat maakt maatschap C een verbonden lichaam en dus wordt het pand voor 75% bestempeld als eigen gebruik. Dat maatschap C nog een andere maat kent zou alleen relevant zijn geweest als BV B een kleiner aandeel in de maatschap had dan 1/3e. Dan zou maatschap C namelijk geen verbonden lichaam zijn van BV B (en dus ook niet van BV A).

 

De bodemwaarde is dan 50% van de WOZ waarde.

 

groet

Joost

 

PS: jouw baas redeneert wel erg braaf naar de portemonnee van de Staat ;)

 

Dankje voor de reply!

 

Mijn baas redeneert inderdaad braaf naar de portemonnee van de Staat, mede daarom bleef ik volharden in mijn standpunt. Ik kon vanmiddag echter niet het juiste wetsartikel vinden om mijn standpunt te verdedigen. Hartelijk dank daarvoor! (ik bleef zelf een beetje bij de "verbonden lichamen definitie" in de IB hangen namelijk)