Helaas ben ik niet goed op de hoogte van het rechtspersonenrecht uit Boek 2 BW. Ik kom dus ook niet goed uit deze kwestie.

Er is een garantstelling verleend door een gemeente aan een woningbouwvereniging. Deze laatste is gefuseerd, waardoor er een nieuwe rechtspersoon is ontstaan. Uit het BW maak ik op dat de lopende verplichtingen worden overgenomen door de verkrijgende rechtspersoon. Om welke reden is er dan toch een toestemming nodig van de gemeente om de garantstelling voort te zetten?

Hoi Linnel,

 

In hoeverre is dit een ondernemersvraag? Ben je zelf ondernemer? Of b.v. juridisch adviseur van de betreffende gemeente?

 

Frans

Moderator Higherlevel

 

(mijn eerste gedachte als niet-jurist zou zijn dat er een nieuwe rechtspersoon is en de garantstellingstoestemming de oude rechtspersoon goldt. Nieuwe rechtspersoon = nieuwe toetsing)

Een garantstelling is geen verplichting van de rechtspersoon aan de gemeente, maar andersom.

 

Verplichtingen aan derden zoals huur, personeel, lease etc lopen dus op grond van de wet gewoon door, maar dat is niet per sé het geval met verplichtingen van derden.

 

Om welke reden is er dan toch een toestemming nodig van de gemeente om de garantstelling voort te zetten?

 

Meest voor de hand liggende is omdat dat in de overeenkomst of (ontbindende) voorwaarden van de garantstelling zelf staat. Met het stoppen van de oude rechtspersoon houdt ook de garantstelling op te bestaan. Er is dan ook geen kwestie van voortzetting maar van een beoordeling van een nieuwe garantstelling.

Soms staat in de voorwaarden ook iets vermeld over voortzetting bij fusies of overnames; en heeft de gemeente op grond van die voorwaarde de mogelijkheid tot heroverweging

 

Maar zelfs als er niets in de voorwaarden vermeld staat lijkt het mij volkomen plausibel en redelijk dat een verleend recht (op een garantstelling) komt te vervallen of wordt ingetrokken als de rechtspersoon ophoudt te bestaan of een ingrijpende wijzigingen als fusie ondergaat.