Tja, dit klinkt voor mij weer heel erg als: zo was het van origine, zo zou het moeten zijn, dit is de 'mooie gedachte van samenwerking' erachter.
En ik snap dat áls je op basis van samenwerking en gelijkwaardigheid met een aantal clubs/mensen iets wil opzetten, dat dán een coöp(eratieve vereniging) een geschikte vorm zou kunnen zijn.
Maar is het omgekeerde ook waar? Dat áls je om een of andere reden (van bijv. fiscale of juridische aard) een coöp start, dat er dán automatisch sprake moet zijn van samenwerking en gelijkwaardigheid? Waarom is een coöp gedoemd te mislukken als hier geen sprake van is, maar als je wél e.e.a. middels geschikte statuten hebt geregeld?
Voor mij blijft de vraag nog open wat de 'harde' verschillen zijn tussen een coöp en bijvoorbeeld een BV. Wat kan/mag er niet en wat juist wel?
In mijn kleurplaten-verhaal spitst dat zich wat toe op de mogelijkheid om 'vergoedingen' aan de leden te verstrekken, wellicht in de vorm van coöp-winstuitkeringen...