Geen document maar wel de wettekst waar dit uit blijkt.
Art. 9.6 IB 2001
1. Een ambtshalve vermindering van een belastingaanslag geschiedt uitsluitend
op de voet van dit artikel.
2. In bij ministeriële regeling aan te wijzen gevallen wordt een onjuiste belastingaanslag
door de inspecteur ambtshalve verminderd. [Zie ook: art. 45aa Uitv.reg.
IB 2001]
3. Indien de belastingplichtige een verzoek om ambtshalve vermindering heeft
gedaan en dat verzoek geheel of gedeeltelijk wordt afgewezen, beslist de inspecteur
dat bij een voor bezwaar vatbare beschikking.
4. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot beschikkingen
die afzonderlijk op het aanslagbiljet van de belastingaanslag zijn vermeld,
waarbij voor de toepassing van dit artikel het verzamelinkomen, bedoeld in
artikel 2.18, alsmede de heffingsrente en de revisierente, bedoeld in hoofdstuk
VA van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, geacht worden onderdeel uit
te maken van de belastingaanslag.
Art. 45aa Uitv.reg. IB 2001
De inspecteur vermindert ambtshalve een belastingaanslag die op een te hoog bedrag
is vastgesteld, tenzij:
a. zeven jaren zijn verlopen na het einde van het kalenderjaar waarop de belastingaanslag
betrekking heeft;
b. de onjuistheid van de belastingaanslag voortvloeit uit jurisprudentie die eerst
is gewezen nadat die belastingaanslag onherroepelijk vast is komen te staan,
tenzij de Minister van Financiën anders heeft bepaald;
c. de onjuistheid van de belastingaanslag voortvloeit uit beleidsregels van de Minister
van Financiën die eerst zijn uitgevaardigd nadat die belastingaanslag onherroepelijk
vast is komen te staan, tenzij de Minister van Financiën anders
heeft bepaald;
d. de onjuistheid van de belastingaanslag voortvloeit uit de omstandigheid dat
eerst nadat die belastingaanslag onherroepelijk vast is komen te staan een beroep
wordt gedaan op een fiscale faciliteit, waarop een beroep moet worden
gedaan bij de aangifte of op een ander wettelijk voorgeschreven moment; of
e. sprake is van enig feit waardoor ten onrechte inkomstenbelasting is geheven
en als gevolg van die heffing een andere belasting, al dan niet van dezelfde belastingplichtige,
ter zake van datzelfde feit niet is geheven en ook niet meer kan
worden geheven, met dien verstande dat in dat geval wel ambtshalve vermindering
plaatsvindt voor zover het bedrag van de eerstgenoemde belasting het
bedrag van de andere belasting te boven gaat.
De belangrijkste stukken zijn dik gedrukt.