Toch heeft Hof Den Haag 5 januari 2010, nr.08/00455 hier een andere mening over.
In casu leende de dga een geldbedrag van zijn BV, à 2,5% per jaar. Met dit geleende geld behaald belanghebbende een rebtevoordeel van gemiddeld 1,1%. Hof Den Haag oordeelt eerst dat het voordeel geen loon uit dienstbetrekking is, omdat elk element van een tegenprestatie voor de werkzaamheden die belanghebbende als directeur voor de vennootschap verricht ontbreekt. Wel is naar het oordeel van het hof ter zake van het behaalde voordeel sprake van een belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden. Met het inlenen en het vervolgens uitlenen van de gelden verricht belanghebbende werkzaamheden in het economische verkeer. Voorts beoogde belanghebbende daarmee een voordeel te behalen, welk voordeel hij ook redelijkerwijs mocht verwachten.
Waarom dit anders is dan wanneer er geld van een bank wordt geleend en hiermee een voordeel wordt behaald (box III) is mij een raadsel.