-
Goedendag, Ik heb een fiscale vraag met betrekking van een onkostenvergoeding voor een minderheidsaandeelhouder (verplicht sociaal verzekerd via de werkmij, dus enkel werkgeverslasten) Minderheidsaandeelhouder stuurt maandelijks een factuur voor de managementfee vanuit zijn holding aan de werkmaatschappij en geniet loon uit zijn holding. Wat is de juiste fiscale koers voor de onkostenvergoeding, laten we als voorbeeld kilometers nemen: 1. Holding stuurt factuur naar werkmaatschappij voor kilometers x tarief + BTW (bedrag per kilometer maakt niet uit, dit is een commerciële afspraak) en minderheidsaandeelhouder trekt deze kilometers X € 0,21 cent onbelast vanuit holding naar privé. 2. Minderheidsaandeelhouder stuurt als privépersoon kilometerdeclaratie ( kilometers X € 0,21 cent onbelast, zonder BTW ) naar werkmaatschappij Ik denk dat het 1. moet zijn, maar omdat het een minderheidsaandeelhouder is die dus ook voorkomt in de loonadministratie (alleen voor de werkgeverslasten) van de werkmaatschappij, weet ik niet zeker wat juist is? En als allebei mag, wat dan het fiscaal vriendelijkst advies is? Ik ben benieuwd hoe jullie dit zien. Groet, Fritsie
-
Dat is niet helemaal waar ik met mijn opmerking op doelde. Optierecht is een periodiek (jaarlijks of eens in de 3 jaar) recht op een beperkte verhoging (10% per jaar of 20% per 3 jaar) zonder nieuwe gezondheidswaarborgen. Wat ik bedoelde in antwoord op jouw opmerking "van belang vind ik enige flexibiliteit om het verzekerd inkomen te wijzigen" is dat bij een sommenverzekering het verzekerde bedrag in principe losstaat van het werkelijke inkomen. Wordt jouw inkomen door omstandigheden dus drastisch lager en zou je op grond daarvan ook het verzekerde bedrag willen verlagen, dan kan dat bij een meerjarige sommenverzekering in principe niet tussentijds, maar alleen op contractvervaldatum. Idem voor wijzigingen in de wachttijd: stel dat je voldoende buffer hebt opgebouwd of je treedt toe in een BV waar de managementfee bij ziekte een X-tal maanden wordt doorbetaald: bij een meerjarige sommenverzekering kun je ook de wachttijd dan niet zomaar tussentijds wijzigen. Kortom: wil je maximale flexibiliteit om ook in een sommenverzekering het verzekerde bedrag te kunnen verlagen of de wachttijd te verruimen, kies dan voor een korte contracttermijn. Nota bene: [*]zowel Movir als andere sommenverzekeraars werken meestal wel mee aan tussentijdse aanpassingen als deze goed gemotiveerd kunnen worden en deze aanpassingen niet leiden tot een verlaging van de premie. Een verruiming van de wachttijd in combinatie met een (optierecht)verhoging van het verzekerde bedrag is dus bespreekbaar [*]bij een schadeverzekering zou verruiming wachttijd en verlaging bedrag op basis van bovenstaande omstandigheden zelfs verplicht zijn (je krijgt het namelijk ook niet uitgekeerd) [*]de gekozen contracttermijn geldt alleen voor jou: de AOV is als medische verzekering niet opzegbaar door verzekeraar. Zeg jij niet op tijd (2 maanden voor vervaldatum op), dan wordt een contract weer automatisch voor een periode verlengd; dit gaat door tot de overeengekomen eindleeftijd Optierecht zit zowel in schade- als sommenverzekeringen. Aandachtspunten optierecht: [*]houdt er bij het optierecht rekening mee dat het inkomen wel wordt getoetst : zowel bij schade als sommenverzekeringen kun je alleen van het optierecht gebruik maken als het verzekerde bedrag + verhoging gelijk of lager is dan 80% van de gemiddelde winst [of bij DGA's: salaris+ dividend(potentie) ]. [*]diverse verzekeraars beperken het optierecht tot een bepaalde maximumleeftijd (50 of 55). [*]specifiek voor Movir geldt dat het optierecht vervalt als je er 3 jaar achtereen geen gebruik van maakt [*]Amersfoortse kent geen jaarlijks maar een 3-jaarlijks optierecht. Dit valt samen met de periodieke inkomenstoets. Ondanks dat het een sommenverzekering is, wordt het verzekerde bedrag dus wel iedere 3 jaar herbeoordeeld op eventuele bovenmatigheid!