Nils de Witte

Retired Mod
  • Aantal berichten

    7811
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

Alles dat geplaatst werd door Nils de Witte

  1. Wil je behoren tot de snelst groeiende technologiebedrijven? Ga dan snel naar http://www.fast50.nl. Voldoet u aan de criteria (drie jaar bestaan) schrijf u dan voor 28 juni a.s. in voor de Deloitte & Touche Technology Fast 50! Heeft u nog vragen stuur dan een e-mail naar fast50@deloitte.nl
  2. Ik ben geen expert, maar heb wel wat ervaring met het starten van een onderneming. Hier mijn persoonlijke ervaringen: Als DGA van een BV moet je inderdaad een standaard salaris uitkeren. Dat zou niet zo erg zijn als je er geen loonbelasting over hoede te betalen. Zelf als je geen geld hebt om je netto salaris uit te keren moet je toch de loonbelasting en de sociale lasten betalen. Erg zuur allemaal. Op zich kun je met de fiscus een afspraak maken dat je jezelf minder betaald omdat je bedrijf nog niet winstgevend is. Daar gaan ze wel mee accoord. Achteraf kan je dat soort afspraken niet maken, dan hang je. De administratieve vereisten en daarmee de administratieve lasten voor een BV zijn ook hoger als voor een eenmanszaak. Je accountant kost minstens 1000 euro per jaar meer en in een BV heb je nauwelijks aftrekposten. Alles bij elkaar denk ik dat een BV je € 5000,- per jaar extra kost aan adviseurs, extra werk en gemist belastingvoordeel. Kwa kosten, eenvoud en fiscaliteit is een eenmanszaak of vof veruit het aantrekkelijkste. Volgens mijn zijn de enige redenen om een BV op te zetten, grote (product)aansprakelijkheids kwesties, veel personeel of het aantrekken van investeerders of participanten. Dat lukt alleen maar in een BV. Dus die BV, WEG ERMEE, tenzij je hem echt nodig hebt. En die Ltd's en dergelijke constructies zijn HEEL SLECHT voor je imago. Je klanten en leveranciers gaan metteen vragen stellen en als je bij een klant zit, wil je het daar niet over hebben. Dan nog maar liever een eenmanszaak. Komt net zo serieus over. Groeten, Nils
  3. Die 4,5 miljard waren volgens mij nog oude guldens, maar ik kan me vergissen. De praktijk wijst uit dat ALLE grote infrastructurele projecten 2x zo duur worden. De Deltawerken, de zuiderzeelijn, de zuidtangent, de noordzee standen, en straks de HSL. Als deze projecten waren begroot op de ware kosten, zouden ze er nooit gekomen zijn. Wat betreft de investering in breedband, de overheid kan optreden als launching customer voor haar eigen organisatie of bijvoorbeeld de scholen. Dan ligt de backbone er. De kennisintensieve bedrijven willen en kunnen er gewoon voor betalen. Het feit dat een aansluiting in het begin erg duur is maakt niet uit. Als er een hebt, kun je er concurrentieel voordeel mee opdoen. En als je hem niet echt nodig hebt moet je hem niet nemen. Zo, dan is de economie in ieder geval gered. Maar waarom is het zo belangrijk dat ik en mijn overbuurvrouw van 70 breedband in de huiskamer hebben? Ik zie dan niet. Als het meerwaarde voor me heeft, dan betaal ik er voor. Ik heb het liever niet collectief door mijn strot geduwd.
  4. Biopartner heeft recent een mooi rapport uitgebracht dat "alle" life science bedrijven in Nederland bevat. Te bestellen via Biopartner in Ede of downloaden op http://www.biopartner.nl/webdownloads/report.pdf Geeft een goed beeld van de Life Science industrie en de rol die Biopartner daarin speelt. Een sectorrapport zoals ik het nog nooit gezien heb. Wat vinden jullie, zijn dit soort rapporten nuttig? moeten ze ook voor andere sectoren gemaakt worden? Ik hoor het graag. Groeten, Nils
  5. Ik heb het verslag over BioPartner ook gelezen. Uit de tekst maak ik op dat de heer Van Beynum geen zorgen maakt over de toekomst. De target van Biopartner (ik geloof 75 nieuwe lifescience bedrijven in 4 jaar) gaat hij makkelijk halen. Maar hoe zit dat nou. Moesten er onder regie van Biopartner 75 nieuwe life science bedrijven ontstaan, of was het 75 nieuwe bedrijven EXTRA. Boven op het aantal nieuwe bedrijven dat zonder de hulp van Biopartner zou zijn ontstaan. Of halen ze die tweede target ook zonder problemen? Dit keer zijn mijn opmerkingen niet zuur bedoeld, ik ben n.l. "fan" van biopartner, maar in het recente rapport komt deze materie niet goed uit de verf. Kan iemand uitleggen hoe het ook al weer zat? Vriendelijke groeten, Nils
  6. 2 miljard euro !!! volgens mij zijn ze weer eens van de pot gerukt. Net zo'n wezeloos project als de betuwelijn. De overheid als launching customer? Op zich een prima idee. Maar 2 miljard voor de kabel cowboys? NO WAY. Wie bedenkt zoiets. Dit plannetje kost meer dan 1000 piek per huishouden!!! Ook al zit ik hier in breukelen met smart te wachten op een ADSL aansluiting (zit er voorlopig niet in), 1000 piek voor breedband in mijn huis vind ik echt wat veel van het goede. En ik weet zeker dat mijn buren er net zo over denken. Wat een onzinproject. Traditioneel vallen dit soort mega projecten ook nog eens twee keer zo duur uit en dan betalen we 2000 piek per huishouden. Kun je leuk van op vacantie met z'n allen. Aanzetje van de overheid OK, maar daarna moet de gebruiker betalen, of het wordt een overheids netwerk. Dat kan natuurlijk ook. De zure groeten van nils :zuur:
  7. Knallen (fam.: knalde, geknald): Door middel van penetratie snelle botviering van seksuele lust, het orgasme tot doel hebbend: Die meid zou ik best eens willen knallen; Ik heb vannacht toch zo lekker geknald; In die bosjes naast de disco wordt op zaterdagavond altijd veel geknald. Knalfuif (v.(m.); knalfuiven) Op knallen gericht feest van niet-openbaar karakter m.n. naar aanleiding van een heuglijke gebeurtenis. Knalhalla (o.) Mythologisch hiernamaals waar men voortdurend knalt. Knalhoeve (v. –s) Seksboerderij. Ik ben zeker van een andere generatie. Ik had met KNALLEN toch iets anders in gedachte ;D. Groeten, Nils
  8. Kop op jongens en meisjes. Het leuke aan deze test is dat er geen goede of slechte uitslag is. Iedereen kan een goede ondernemer worden en iedereen heeft zijn zwakke kanten. Een belangrijke management goeroe (jullie mogen raden wie) heeft eens gezegd:"Ieder voordeel hep zun nadeel" (en andersom natuurlijk). Het maakt niet uit wie je bent of wat je doet, als je het maar met volle overtuiging doet. Dus: KNALLEN! en niet te veel nadenken. Groeten, Nils
  9. Het inderdaad een indrukwekkende lijst investeerders (beleggers) Alle bekende partijen staan erin vermeld en een heel aantal onbekende ook. Op het gevaar af dat ik beticht wordt van eigenbelang: de investeerders in de quote gids doen, op een enkele uitzondering na, niets met starters. Mailen van de genoemde investeerders leverd niet veel op. Ze zijn inderdaad alleen via via te benaderen. De gids is ook vrij prijzig (fl 125,-), dus ik zou hem proberen te 'lenen'. Voor wie dat niet lukt, die mag hem bij mij komen inzien. De VC's en adviseurs die in de gids vermeld staan kun je ook op het internet vinden.
  10. Hierbij een eenvoudige maar zeer doeltreffende opzet voor een businessplan gericht op het aantrekken van 'seed capital'. Het staat ook in de gids startkapitaal. Vriendelijke groeten, Nils Het business model (een soort businessplan) Investeerders lezen niet zomaar businessplannen. Particulieren en professionals hebben een grote hekel aan die dingen. Het lezen (en doorgronden van de plannen kost veel tijd en het levert weinig op. Het “plan” is sowieso maar voor maximaal 20% bepalend voor het succes van de onderneming. De overige 80% kan op het conto van de ondernemer(s) worden geschreven. Maar businessplannen zijn wel degelijk belangrijk. Ze komen uitgebreid aan de orde. Echter pas nadat de ondernemer de persoonlijke toetsing heeft doorstaan. De eerste zakelijke vraag die een investeerder tegenwoordig stelt, is: “Wat is je business model”. Wat moet er dan geantwoord worden? Het is een concrete vraag, wordt er dan ook een concreet antwoord verwacht? Ja en nee. De kreet Business Model is in 1998 over komen waaien uit de Verenigde Staten. De eerste “gebruikers” van de term wisten waarschijnlijk ook niet precies wat er bedoeld werd. Maar het klonk aardig en je kreeg altijd een ander antwoord. In ieder geval een antwoord waaraan je kon afmeten hoe de ondernemer over zijn business dacht. Dat laatste is nog steeds het geval. Er is geen sprake van goede of slechte antwoorden. Iedere investeerder wil eigenlijk net iets anders horen. Een duidelijk Business Model helpt dan ook de “juiste” investeerder te vinden. Vandaag de dag is het Business Model een zeer belangrijk instrument. De ondernemer gebruikt het om zijn positie in de markt vorm te geven en in te schatten of en hoe het geïnvesteerde vermogen terug verdiend zal worden. En dat is nu juist wat de investeerders als eerste willen weten. “Hoe” ga je het geïnvesteerde vermogen terugverdienen. Dat “hoe” heeft dan vooral te maken met producten, klanten en aanpak. Rendementsbeloften en wezenloze marktanalyses dragen weinig bij aan die duidelijkheid. De beste manier om een business model te ontwikkelen is je af te vragen, waar het met de onderneming naar toe moet. Maak een schets van de positie, die de onderneming in de markt inneemt, over een periode van 3 tot 5 jaar. Die positie wordt gedefinieerd door 4 vragen: 1. Wie zijn de klanten. Er moet een duidelijk beeld zijn van de soort, aard en hoeveelheid van de klanten. Als de ondernemer geen helder beeld heeft van zijn (potentiële) klanten, dan is bij voorbaat de hele onderneming tot de ondergang gedoemd. 2. Wie zijn de concurrenten. ER ZIJN ALTIJD CONCURRENTEN. Want als er geen concurrenten zijn is er waarschijnlijk ook geen markt. Daarnaast zal een klant het geld dat hij uitgeeft aan een andere bestemming onttrekken. Dus er is altijd spraken van concurrentie. En een ondernemer moet zijn concurrenten kennen anders kan hij ze niet “verslaan”. Onderschatting van de concurrentie is een veel gemaakte fout. Investeerders zijn er erg alert op. Wie geen adequaat antwoord geeft op de vraag “wie zijn je concurrenten” kan meteen vertrekken. Voor alle duidelijkheid, zelfs producten die geen geld kosten ondervinden concurrentie. Zij concurreren namelijk op “aandacht”. Ook een schaars goed in de nieuwe economie. 3. Wat is het product. De meeste producten hebben meer attributen dan alleen de voor de hand liggende. Een auto bijvoorbeeld is meer dan een vervoersmiddel. Comfort, status en emotie spelen ook een grote rol. Het blijkt dat zelf in het zakelijke verkeer, de emotionele aspecten (imago en uiterlijk) een grote rol spelen bij de aankoop beslissing. Wie denkt dat klanten uitsluitend rationeel besluiten (goede waar verkoopt zichzelf) hebben het mis. Het is belangrijk te weten, “wat het product betekent voor de koper”. 4. Waarom kopen de klanten het product bij mij en niet bij mijn concurrenten. De argumentatie bij deze vraag is één van de belangrijkste aspecten bij het businessplan. Zijn er voldoende “harde” argumenten voor punt 4, dan is er sprake van concurrentieel voordeel. Concurrentieel voordeel is een voorwaarde voor het realiseren van “marge”, en marge is weer een vereiste voor een winstgevend bedrijf. Voor de startende innovatieve ondernemer zijn de antwoorden op bovenstaande vragen de start voor zijn businessmodel (en later zijn businessplan). De antwoorden geven een aantal concrete aspecten aan die getoetst moeten worden in de markt. Markttoetsing · Eerst moet de beschikbaarheid van het product getoetst worden. Kan het gemaakt worden (bij diensten: kan het geleverd worden) is de productie schaalbaar, d.w.z. als de vraag ineens toeneemt, kan het product of de dienst dan ook geleverd worden. Is de techniek realiseerbaar, zijn er licenties af te sluiten op eventueel gebruikte patenten. Is de techniek betrouwbaar. Startende ondernemers kunnen beter gebruik maken van een (nieuwe) combinatie van bestaande technieken, dan proberen om op eigen kracht geheel nieuwe technieken op de markt te brengen. · Vervolgens moet de kwaliteit van het product (of de dienst) getoetst worden. Blijft de functionaliteit ook na verloop van tijd overeind, blijven de klanten tevreden. Krijgen ze geen spijt van hun aankoop. · De kostprijs van het product moet goed onderzocht worden. Wat zullen uiteindelijk de kosten zijn voor productie en distributie van het product. Wat kost het in kleine oplagen en wat kost het in grote oplagen. · De haalbare marktprijs moet worden onderzocht. Het maakt een groot verschil of er een lage of een hoge penetratiegraad wordt nagestreefd. Houd rekening met het feit dat succes zijn eigen concurrentie schept. De marktprijs heeft de nijging om na verloop van tijd sterk te dalen. · De haalbare afzet moet bekeken worden. Is de klantengroep überhaupt groot genoeg om de beoogde afzet te realiseren. Zijn de klanten makkelijk te lokaliseren, bevinden ze zich geografisch in een klein of groot gebied. Zijn ze goed te benaderen en tot kopen bereid. Bovenstaande toetsing vindt voortdurend plaats. De eerste toetsing vindt al plaats op de dag na het ontstaan van het eerste idee. Doorstaat het idee de toetsing niet, dan wordt het aangepast naar bevinding van zaken en opnieuw getoetst. Vlotte toetsing voorkomst dat de ondernemer te lang op een doodlopend pad blijft doorgaan. De ideeën die ontstaan na diverse toetsingrondes zijn beter doordacht en daardoor “makkelijker” te verkopen aan investeerders. Heeft het model de markttoetsing naar tevredenheid doorstaan, dan moet de mogelijkheid voor realisatie van de plannen getoetst worden. Realisatie toetsing 1. Wat moet er gebeuren om de bovenstaande plan te realiseren (plan van aanpak) Wie de eindbestemming kent, kan ook beargumenteren wat er moet gebeuren om daar te komen. Maak een activiteiten planning, wat moet er morgen gebeuren, wat moet er volgende week gebeuren, wat moet er volgende maand gebeuren etc. Formuleer ook alternatieven, voor als er zaken mis gaan of achteraf niet blijken te kloppen. 2. Wat is er nodig om het plan te realiseren. Om bovenstaand actieplan uit te voeren zijn allerlei “middelen” nodig. Maak een boodschappenlijstje en breng dat terug tot de drie hoofdbestanddelen, mensen, kennis en geld. Zet die behoefte aan mensen kennis en geld af tegen de tijd. 3. Waar komt het vandaan. Als duidelijk is wat er nodig is om de doelstellingen te realiseren moet worden vastgesteld waar die zaken vandaan moeten komen. “middelen” kunnen zelf worden ingebracht (door de ondernemers) ze kunnen verdiend worden door de onderneming (winst), ze kunnen bestaan uit kredieten (banken en crediteuren) of subsidies, ze kunnen ook “aangetrokken” worden in de vorm van risicodragend vermogen, zoals participaties en personeelsopties. Bartering (ruilhandel) en samenwerking zijn ook manieren om “middelen” aan te trekken. 4. Maak proposities voor het aantrekken van de verschillende “middelen”. Zo ontstaat een beeld van de verschillende aandelenverhoudingen in de loop van de tijd. Subsidies zijn een moeilijk in te schatten bron van vermogen. De opbrengst is in veel gevallen de moeite van de inspanning niet waard. Investeerders houden nauwelijks rekening met subsidiemogelijkheden. Meestal wordt de onderneming risicodragend gefinancierd en worden eventuele toegekende subsidies gebruikt voor extra impuls. Bankkrediet is lastig te verwerven in de startfase. Banken stellen prijs op voorspelbaarheid of onderpand. Bij de start is van beide meestal geen sprake. Het is beter te starten met 100% risicodragend vermogen en later, als er kasstromen zijn bancaire financiering te gebruiken voor financiering van debiteuren, voorraden en kapitaalgoederen. Als er sprake is van een “Track Record” valt er met banken goed te onderhandelen. Dan kan er ook gesproken worden over “overbruggingskredieten”, om het liquiditeitengat te vullen dat kan ontstaan tussen twee financieringsronden. De financiële bijlage Op basis van bovenstaande argumentatie kan in een bijlage een globale financiële prognose gemaakt wordt. Gedetailleerde financiële plannen komen in een later stadium aan de orde. In de eerste kennismakingsfase zijn investeerders vooral geïnteresseerd in de uitgaven. Dat is namelijk het gedeelte van de begroting die altijd waargemaakt wordt. De inkomsten uit verkoop zijn meestal onzeker. Prognoses daarover krijgen dan ook de vorm van “scenario’s”. Er worden 4 eenvoudige overzichten gemaakt. Meer dan 2 of 3 jaar voor uit plannen is zinloos. (zie verder attachement!) Het_business_model.doc
  11. Tsss, niet goed opgelet, sorry. Ondanks dat ik redelijk gespitst ben op dit soort zaken, heb ik geen aankondiging gezien van voor 1 mei. Misschien is het alleen voor geselecteerde Rabo relaties? Had iemand anders van deze competitie gehoord?
  12. Slangenolie, vitaminepreparaten, healings door Jomanda, het maakt niet uit. Of ze werken of niet is niet relevant, feit is dat de afnemers een behoefte hebben en door aanschaf van deze producten vervulling van die behoefte ervaren. Ze geven geld uit aan iets, dat zij vervolgens consumeren en waar zij per saldo een tevreden gevoel aan overhouden. De missie van de marktdenker is vervuld. De klant heeft een behoefte, de marktdenker heeft een vervulling en de klant is tevreden dus de marktdenker is ook tevreden. De behoefte is bij voorkeur een bestaande behoefte en niet door de marktdenker gecreeerd (dat is meer iets voor vaklui of productdenkers). Het creeren van een niet bestaande behoefte kost erg veel energie, en is de behoefte eenmaal gecreerd, dan kan die net zo makkelijk door de concurrentie ingevuld worden. Even een voorbeeld: Het succes van Pim Fortuyn. Pim voorzag duidelijk in een behoefte bij het grote publiek. Was die behoefte er al of heeft Pim die behoefte zelf geschapen. Ik denk dat die behoefte er al was, maar dat Pim de eerste was die adequaat in die behoefte wist te voldoen. Pim was dus een marktdenker (of deed de dingen die een marktdenker zou doen). Marktdenkers zijn schaars in de politiek. Dus: marktdenkers kunnen ook geen geitenpis verkopen, als daar geen behoefte aan bestaat. Groeten, Nils
  13. Ha AOS, Of er een markt is voor geitenpis weet ik niet. Verwacht van de marktdenker geen wonderen. Als hij geitenpis weet te verkopen is dat mooi, maar je hebt er pas wat aan als je klanten blij zijn met de geitenpis, en terugkomen voor meer. Doet geitenpis niks, dan kan zelf de ergste marktdenker er niks mee. Marktdenkers zijn goed in het starten van bedrijven, maar het zijn per definitie slechte managers. Als de marktdenker een groeiend bedrijf moet leiden dan gaat dat vroeger of laten mis. Dat is onvermijdelijk. Ik denk wel dat marktdenken essentieel is bij het starten van een onderneming. Het is niet het enige zaligmakende, maar het mag absoluut niet ontbreken. Marktdenken moet een essentieel onderdeel vormen van de kern van het bedrijf. Wat dat betreft denkt ik dat een "medewerker" of een "adviseur" niet volstaan. Ik heb zelf als markdenker in productgedreven organisaties gewerkt en dat werd helemaal niets. Als het management niet aan marktdenken doet, verander je daar als buitenstaander niets aan. Dus ben je als ondernemer geen marktdenker, probeer het dan zelf te worden of zorg dat je een gelijkwaardige partner vindt die marktdenker is en luister daar dan ook af en toe naar ook al begrijp je hem (of haar) niet. Groeten, Nils
  14. Volgens mij is het juist goed als je van alle markten thuis bent, dus een gemengde uitslag is goed. Ik had ook gehoopt op een wat meer evenwichtig beeld. Op zich geeft de test geen kwalificaties over goed of slecht. Het geeft hoogstens een beeld van je sterke punten. Als je puur vakman bent, is het goed om dat te weten, dan moet je zelf opletten dat je voldoende aan de markt denkt, of een marktdenker als partner zoeken. Ik moet duidelijk niet iets in mijn eentje beginnen. Groeten, Nils
  15. Ik Nederland is de situatie niet veel anders. Overigens is dat al jaren zo. In de afgelopen 7 jaar, dat wij actief zijn op de onderhandse kapitaalmarkt is het steeds makkelijker geweest om geld aan te trekken dan om het uit te geven. Nou ja, uitgeven gaat nog wel, maar het moet uiteindelijk ook wat opleveren. Sinds jaar en dag hebben de participatiemaatschappijen en beleggingsfondsen in niet beursgenoteerde bedrijven minsten de helft van hun vermogen op deposito staan (volgens opgave van de NVP). Het staat daar de schimmelen in afwachting van een nuttige bestemming. Uit mijn geheugen meen in dat Alpinvest (of een andere participatiemaatschappij) in 1998 een "superdividend" van 100 miljoen uitkeerde, wat in feite een uitkering uit het eigen vermogen was omdat er geen betere bestemming gevonden kon worden. Volgens mij heeft het ABP de helft van het door hen toegezegde geld aan NIB capital teruggetrokken, ook omdat er geen goede bestemming voor gevonden kon worden. Van de week nog moest de BOM toegeven dan ze voor een half miljoen verlies hadden geleden in optie transacties op de beurs. Gespeculeerd met geld dat eigenlijk voor investeringen in bedrijven bedoeld was maar klaarblijkelijk nog in kas was. Ook de Dotcom hype heeft aangetoond hoeveel geld er feitelijk beschikbaar is voor participaties in (jonge) bedrijven, als men denkt er geld aan te kunnen verdienen. De beschikbaarheid van geld is dus ABSOLUUT niet het probleem. Geld is er zat. Het komt de investeerders de neus en de oren uit. Het probleem is een geschikte bestemming voor het geld. Investeringen in jonge bedrijven leveren per saldo te weinig op. De participatiemaatschappijen maken al jaren verlies op participaties in startups. Dus het probleem is de winstgevendheid (op termijn)van de startende bedrijven. Gezien de benodigde investering is het rendement te laag, of het komt te laat. Meer startups krijg je volgens mij ook niet door meer geld ter beschikking te stellen, maar door iets te doen aan de winstgevendheid van de bedrijven. Of ze moeten meer winst maken, of ze moeten sneller winst maken, of ze moeten minder geld nodig hebben om winst te maken. ;D Dus, krijg je geen geld, dan hebben de investeerders niet voldoende vertrouwen in je terugverdienmodel. En de praktijk wijst helaas uit dat hun gebrek aan vertrouwen niet ongegrond is.
  16. Leuke test van de Bizz. 10 vragen en je weet wat voor soort ondernemer je bent. http://www.bizz.nl/archief/Search.asp?modus=Show&ArtikelID=1039731 Groeten, Nils
  17. Ter Info: Rabobank introduceert Herman Wijffels Innovatieprijs Jonge ondernemers met originele, vernieuwende ideeën kunnen nu meedingen naar de Herman Wijffels Innovatieprijs die de Rabobank in september voor het eerst zal uitreiken. Met deze prijs wil de Rabobank jonge ondernemers stimuleren, die innovatieve producten, diensten of processen ontwikkelen of een verfrissende visie hebben op ondernemerschap. Het gaat daarbij niet alleen om bedrijfseconomische ondernemingskwaliteiten, er worden ook eisen gesteld aan vaardigheden in modern coöperatief denken en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Alle ondernemers die jonger zijn dan 36 jaar kunnen meedingen naar de eerste prijs van maximaal EUR 100.000,-. :-* De Herman Wijffels Innovatieprijs bestaat uit bedragen van maximaal EUR 100.000,-- (hoofdprijs), EUR 75.000,-- (tweede prijs) en EUR 50.000,-- (derde prijs). Met dit geld kan het prijswinnende idee worden gerealiseerd of verder worden uitgebouwd. Op deze manier is de Herman Wijffels Innovatieprijs een directe ondersteuning van grensverleggend ondernemerschap. Niet alleen fulltime zelfstandige ondernemers, maar ook zij die in loondienst werken of nog studeren en daarnaast een eigen bedrijfje runnen of willen starten, kunnen zich aanmelden bij de Rabobank in de buurt. De lokale Rabobank bekijkt in een eerste voorselectie of de inzending voldoet aan de criteria. De kandidaten die de meeste kans maken op de landelijke Herman Wijffels Innovatieprijs worden voorgedragen. Geïnteresseerden die denken hoge ogen te gooien, kunnen zich tot 1 mei inschrijven bij de plaatselijke Rabobank. Het inschrijfpakket is ook via www.rabobank.nl verkrijgbaar. De Herman Wijffels Innovatieprijs is in het leven geroepen om de doelstelling van het Herman Wijffels Fonds te realiseren:het verlenen van ondersteuning aan initiatieven die het coöperatief en maatschappelijk verantwoord ondernemerschap (MVO) van en door jongeren bevorderen. Het Herman Wijffels Fonds werd in 1999 opgericht bij het afscheid van de heer Wijffels als voorzitter van de hoofddirectie van Rabobank Nederland.
  18. Hebben in onze branche (Business Angels) geen enkele comotie ervaren over Pim Fortuyn, de moord op Pim Fortuyn of de uitslag van de verkiezingen. De "kleur" van het nieuwe kabinet zal ook wel weinig invloed hebben. Dit soort investeerders laat zich nauwelijks leiden door economische of sociale omstandigheden. Alleen de ontwikkeling van de beurskoers is direct van invloed. Gaat de beurs gestaag omhoog (min 30 tot 40% p.a.) dan heeft geen enkele investeerder haast om zijn geld van de beurs te halen. Gaat de beurs heel hard naar beneden, zoals vorig jaar, dan willen ze even afwachten of ze uberhaubt geld over houden om te investeren. Die inactiviteit duurt overigens maar een paar weken. Investeerders zijn het actiefste als de beurskoers een poosje op hetzelfde niveau blijft (hoog of laag maakt niet uit) of langzaam zakt.
  19. Vectrix gaat al een paar jaartjes mee. Ik ken ze vooral als subsidieadviseurs in het zelfde pand als Twinning. Financiele expertise hebben ze wel. Of ze ook de juiste investeerders kennen, dat weet ik niet. Ik denk dat het vooral belangrijk is te weten wat jij nodig hebt en wat Vectrix vraagt en biedt. Als het gaat om "echt" startkapitaal, zijn "echte" adviseurs al snel te duur en niet effectief genoeg. Je moet en kan ook veel zelf doen. Als je je huiswerk af hebt, kun je terecht bij de "Business Angels netwerken", zoals ABN-AMRO informal Investment Services, de Roban of de NeBIB (werk ik bij ;D). Die brengen je in contact met de juiste investeerders. Als je financiering erg ingewikkeld wordt omdat je meer geld nodig hebt dan gebruikelijk of je hebt een heel bosje investeerders tegelijk nodig, dan kun je niet zonder gespecialiseerde adviseurs. Naast Vectrix kun je terecht bij TIIN, Venturion of Yupango (om er een paar te noemen) Over het algemeen brengen de adviseurs je in contact met "beleggers", die meer geinteresseerd zijn in je rendement dan in je business. Adviseurs vragen ook gemiddeld 10 to 15% commissie, tegen 2 tot 3% voor de netwerken. Of dat bij Vectrix ook zo is, weet ik niet. Ik heb op dat vlak nooit met ze samengewerkt.
  20. Ha Kleverlaan, Het initiatief is handig neergelegd bij de "kennisinstellingen". Het geld is aan hen ter beschikking gesteld. Nu hebben wij, als NeBIB, al 7 jaar GEEN relatie met de kennisinstellingen. Onze kabouterwijsheid over ondernemerschap boeit hen niet. Niet wetenschappelijk genoeg. Als je de wijsheid in pacht hebt (zoals de kennisinstellingen), waarom zou je dan anderen inschakelen en "betalen" voor hun kennis, waar je geen waardering voor hebt. Ik ken dit senario al. Bij de start van Twinning hebben we het zelfde meegemaakt. Volgens EZ hoefden wij ons geen zorgen te maken. Twinning MOEST ons inschakelen, want wij konden voorzien in de nodige contacten met Business Angels. Nou, lauwloene. Ze konden het allemaal zelf wel en hadden hele andere ideeen over het starten van bedrijven. Inmiddels is de situatie veranderd. Twinning is wijzer geworden (leergeld betaald) en de samenwerking is nu prima. We zijn echter wel twee jaar verder. Ik zie (nog) niet in waarom de kennisinstellingen ineens wel behoefte hebben aan onze betrokkenheid. Ik hoop het wel, ik zou er graag aan meewerken, maar ik verwacht het helaas niet. Lets wait and see. Ik put enige hoop uit het feit dat de kennisinstellingen minimaal 50% van de kosten zelf moeten betalen. Kunnen wij zelf nog wat doen, behalve wachten op initiatieven uit de kennishoek? Ik hoor graag van jullie. Groeten, Nils
  21. De integrale tekst van de nieuwe technostartersregeling is eindelijk gepubliceerd. Zie http://www.overheidsinformatie.nl/OperArt/Art_006294/18-4-2002-rg10.pdf Lees en wordt wijzer! Wij kunnen zelf geen voorstellen indienen, dat is uitsluitend voorbehouden aan door de overheid gefinancierde kennisinstellingen. Mopperen heeft echter geen zin. De geest is uit de fles en die krijgen we er niet meet in. In doe een oproep aan alle briljante geesten in dit forum om een manier te bedenken, om op gepaste wijze van deze regeling gebruik te maken! Iemand suggesties?
  22. Ha Zrski, Zet hem op, laat je niet naaien ;). Ik ben geen expert, maar volgens mijn MOETEN ze achter aansluiten, net als iedereen. Groeten, Nils
  23. Beste Tirza, Uit jouw vragen maak ik op dat je een klassieke denkfout maakt, die niet kan leiden tot bevredigende oplossingen voor het communicatieprobleem tussen mens en computer. Even een voorbeeld van een klassiek probleem: " Mijn dochter begrijpt mij niet". ;D Wat zou hier de oplossing zijn: Moet mijn dochter naar een betere school, waar ze me wél leert begrijpen, of moet ik mijn boodschap aanpassen aan de belevingswereld van mijn dochter. Wat denk jij? optie A of optie B? Je kiest voor optie A. Mens en computer begrijpen elkaar niet. In jouw ogen moet de mens zich aanpassen, want die moet geholpen worden de computer beter te begrijpen. Volgens mij is dat fout. Kijk nou naar wie er een probleem heeft in de relatie tussen mij en mijn dochter. Heeft mijn dochter een probleem? Nee. Ze begrijpt me niet, maar who cares. Ik heb een probleem, want ik wil dat mijn dochter mij begrijpt. In het geval van de computer(industrie) die niet past bij de menselijke maat geldt hetzelfde. Wie heeft er een probleem. De computer(industrie) of de mens? Volgens mij heeft de mens gewoon geen probleem en de computer(industrie) wel. Dus de oplossing van het gebleem moet niet gezocht worden bij de mens maar bij de computer(industrie). Als de computer(industrie) het probleem niet oplost zet ze zichzelf buitenspel. Ik kan prima leven zonder giga informatiestromen. Een huis, tuin en keuken PC'tje voldoet prima. Probleem is dat daar geen zak aan te verdienen valt. Groeten, Nils de Witte
  24. laatste suggesties voor het weekend en dat geef ik me gewonnen: topper/tobber of toppen/tobben Prettig weekend allemaal. Groeten, Nils
  25. ik geeft me niet zomaar gewonnen, top/flop hero/zero reus/kneus ehhh, nou dat was het. groeten, nils
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.