Ga naar inhoud
Geplaatst:

Alex

Beste fiscalisten op dit forum, ik zit met de volgende vraag:

 

Twee zustermaatschappijen. beide zijn BV’s.

Beide zusters zijn in handen van drie holdings, elke holding heeft 1/3 belang.

 

Zustermij 1 heeft OG in bezit;

Zustermij 2 huurt het OG van zustermij 1.

 

Kan zustermij 2 aangemerkt wordt als verbonden lichaam ex art 8 lid 6a sub a Wet VPB 1969?

 

Dit vraagstuk speelt in het kader van de afschrijfbeperking op het OG. De vraag is of de bodemwaarde 100% van WOZ dan wel 50% van de WOZ is.

 

Vast bedankt voor jullie reacties.

 

Featured Replies

Geplaatst:

Joost Rietveld

  • Moderator

Hoi Alex

 

Klopt. Genoemd artikel verwijst naar art. 10a lid 4 VPB voor het begrip verbonden lichaam. Daarin is bepaald dat een aandelenbezit van tenminste 1/3e voldoende is om verbonden te zijn.

 

De beperking op de afschrijving is in dit geval dus 50% van de WOZ-waarde

 

groet

Joost

Fiscaal en juridisch advies en expertise bij bedrijfsoverdrachten en rechtsvormkeuze of -wijziging: DenariusAdvies

Geplaatst:

Alex

  • Auteur

Hoi Joost,

 

Bedankt voor jouw reactie. Mijn accountant deelt jouw mening echter niet. (ik trouwens wel).

 

Volgens hem wordt in art 10a opgenoemd welke artikelen van toepassing zijn voor de definitie van verbonden lichaam.

Aangezien artikel 8 niet in deze opsomming is opgenomen, zijn de criteria gesteld in art 10a volgens hem niet van toepassing.

 

Klopt zijn redenering?

 

Hoe dan ook, de aanwending van het onroerend goed is onmiskenbaar eigen gebruik. Het pand werd eerst door zustermij 2 gehuurd van een derde, op een gegeven moment is deze gekocht. Daarbij is het OG echter in een aparte BV ondergebracht.

De vraag is alleen of dit binnen de definities van de wet vpb valt...

 

 

Geplaatst:

odeon

Art. 8 lid 6a letter a verwijst direct naar artikel 10a vierde en zesde lid, dus artikel 10a lid 4 is van toepassing op artikel 8.

 

Ik geef Joost gelijk.

Geplaatst:

Joost Rietveld

  • Moderator

we rederneren niet achteruit natuurlijk!

 

Verwijzingen beginnen bij het artikel waar het om gaat en niet bij het artikel waar het eindigt.

 

Dus geef aan dat artikel 8.6a sub a VPB leidend is en verwijst naar art. 3.30a Wet IB2001 (beperking afschrijving) samen met art. 10a VPB lid 4 of 6 (verbondenheid tussen welke BV's).

 

Dit moet gewoon pijn doen bij jouw adviseur ::) Maar daar is hij accountant voor en geen fiscalist :P

Niet lullig bedoeld, maar wel kenmerkend voor het onderscheid tussen een accountant en een fiscalist.

 

 

Fiscaal en juridisch advies en expertise bij bedrijfsoverdrachten en rechtsvormkeuze of -wijziging: DenariusAdvies

Gast
Dit topic is nu gesloten voor nieuwe reacties.

Maak een account aan of log in om te reageren

Je moet een lid zijn om een reactie te kunnen achterlaten

Account aanmaken

Registreer voor een nieuwe account in onze community. Het is erg gemakkelijk!

Registreer een nieuw account

Inloggen

Heb je reeds een account? Log hier in.

Nu inloggen

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.