Als ondernemer denkt u er liever niet aan: een faillissement. Het is op professioneel vlak zo ongeveer het ergste dat u kan overkomen. Uw ‘kindje’, waaraan u jarenlang heeft gewerkt en dat u jarenlang heeft gekoesterd, wordt met de grond gelijk gemaakt. Uw werknemers, waar u altijd voor op de bres heeft gestaan, moeten het nu zonder u doen. Een ww-uitkering is wat ze wacht, zeker in deze relatief slechte economische tijden.
Geen pretje dus, maar een kleine pleister op de wonde kan de mogelijkheid van een doorstart zijn. Een iets grotere pleister wordt tegenwoordig geboden door het relatief nieuwe verschijnsel van de pre-pack.
De doorstart
Sommige ondernemers hebben, zoals gezegd, het geluk dat hun bedrijf niet geheel wordt afgebroken. Wanneer een onderneming in de kern namelijk nog levensvatbaar is en de curator iemand kan vinden die de levensvatbare delen wil overnemen, kan een doorstart plaatsvinden.
Er bestaat daarbij één groot probleem: een curator komt pas bij de onderneming kijken nadat het faillissement is uitgesproken. Hij moet dan nog gaan inventariseren, eventuele overnamekandidaten vinden et cetera. In de tussentijd ligt het bedrijf stil: werknemers werken niet meer, leveranciers leveren niet meer, klanten bestellen niets meer. Waarde gaat verloren, want de werknemers vinden (wellicht) een andere baan, de voorraden verouderen en de klanten stappen over naar de concurrent die wel nog ‘in business’ is. Hoe langer het bedrijf stil ligt, hoe kleiner de kans op een succesvolle doorstart.
De pre-pack
Om dat probleem te ondervangen is er sinds enige tijd een nieuwe figuur in het Nederlandse recht: de ‘pre-pack’. Een pre-pack is een voorverpakte onderneming, zoals u een broodje uit het schap van het tankstation haalt. Het broodje is al belegd en verpakt voordat er noodzaak voor was. Zo ook bij het faillissement: de onderneming wordt reeds vóór het faillissement verpakt om hem na het faillissement direct te kunnen doorstarten.
Hoewel landen om ons heen de pre-pack al hebben verankerd in de wet (denk aan het Verenigd Koninkrijk, waar de pre-pack naar schatting in meer dan de helft van de faillissementen voorkomt), is de Nederlandse faillissementswetgeving nog pre-pack-vrij. Sommige rechtbanken zijn echter wel akkoord met de pre-pack, in andere arrondissementen is men minder enthousiast. Er zijn bedrijven geweest die in moeilijkheden zaten die om die reden hun (hoofd)kantoor hebben verplaatst naar een arrondissement waar de pre-pack wordt toegestaan.
Hoe pre-packen we precies?
Zoals gezegd, er zijn geen wettelijke regelingen voor de pre-pack. Wel is er in de rechtspraktijk vorm gegeven aan deze figuur, want, indien goed uitgevoerd bij de juiste rechtbank, kan de pre-pack een succes zijn.
Er wordt over het algemeen een verzoek ingediend (meestal via een verzoekschrift) bij de rechtbank. Dat verzoekschrift wordt bijvoorbeeld vormgegeven zoals het verzoekschrift voor de surseance van betaling, inclusief bijbehorende bescheiden. De rechtbank wijst, bij toewijzing van het verzoek, een beoogd curator aan (beoogd, immers: hij/zij is nog geen curator, want het faillissement is nog niet uitgesproken).
De beoogd curator gaat meedraaien in het bedrijf. Hij heeft geen bevoegdheden in deze fase, maar is er enkel om te bekijken wat er in de faillissementsboedel zal komen en wat van waarde is. De beoogd curator zal tevens gaan bekijken welke partijen (gedeelten van) het bedrijf willen en kunnen overnemen om door te starten. Het bedrijf wordt voorverpakt, de ‘pre-pack’.
Natuurlijk wordt hier geen ruchtbaarheid aan gegeven. Immers: wanneer blijkt dat er een beoogd curator op de werkvloer rondloopt, trekken leveranciers en klanten zich vaak terug, uit een (terechte) vrees voor een faillissement. Wanneer dat gebeurt, komt het bedrijf alsnog geheel stil te liggen en is pre-packen zinloos.
Uiteindelijk komt het onafwendbare faillissement. Daarbij wordt de beoogd curator daadwerkelijk aangewezen als curator. Hij kan daarna direct een doorstart aankondigen.
Gevolgen van het faillissement bij de pre-pack
Die snelle doorstart heeft flinke voordelen. Zo kan veel van de waarde van de onderneming behouden worden door snel handelen (denk dus aan de klantenkring). De onderneming gaat direct door, enkel in afgeslankte vorm.
Het betreft een soort van sterfhuisconstructie. De zieke delen blijven achter in de oude onderneming, terwijl de levensvatbare delen worden voortgezet. Totale sanering is mogelijk, iets dat zonder het faillissement niet mogelijk zou zijn geweest (de ondernemer is dan natuurlijk onder meer gebonden aan contractuele verplichtingen en ontslagverboden).
Dat houdt dus in dat ook bij de pre-pack veel ondernemingen en personen bot gaan vangen bij het faillissement. Werknemers worden ontslagen, leveranciers krijgen hun geld niet meer, klanten krijgen hun producten niet meer.
Anderen hebben meer geluk bij de pre-pack: er zal met een doorstart een (groot) deel van de werkgelegenheid behouden kunnen blijven. Daarnaast zal een snelle doorstart een hogere verkoopopbrengst te weeg brengen, waar de crediteuren weer van kunnen profiteren.
De pre-pack in de wet
Onze faillissementswet heeft een jaar geleden reeds de mooie leeftijd van honderdtwintig jaar bereikt. Modernisering van het faillissementsrecht is in de tussentijd een aantal malen geprobeerd, maar heeft nooit succes gehad.
Minister Opstelten probeert het toch weer en hoopt in 2015 de Wet continuïteit ondernemingen I in te voeren. Die wet maakt deel uit van het grotere wetgevingsprogramma herijking faillissementsrecht.
De minister heeft daartoe een rechtsvergelijkend onderzoek laten uitvoeren. Onder meer daaruit heeft hij de conclusie getrokken dat de pre-pack verankerd moet worden in de Nederlandse faillissementswetgeving. Het wetsvoorstel zal vermoedelijk na de zomer klaar zijn.
Hoewel de pre-pack nu al door veel rechtbanken wordt toegestaan, zal in 2015 de pre-pack dus door alle rechtbanken moeten worden toegestaan.
Gaat een pre-pack u als ondernemer helpen?
De pre-pack is relatief nieuw, maar wint snel aan bekendheid. In mijn praktijk heb ik al van meerdere ondernemers de vraag gekregen of de pre-pack een goede manier is om hun kwakkelende onderneming te ‘redden’. Gemakkelijk de overtollige ballast (schulden/werknemers) kwijtraken en doorstarten. Is het zo gemakkelijk?
Helaas voor de ondernemer is het niet zo gemakkelijk. Opteren voor een pre-pack-constructie houdt per definitie een faillissement van de onderneming in. Daarin worden de belangen van alle stakeholders gediend, maar de belangen van de schuldeisers staan voorop. De belangen van de ondernemer komen op de laatste plaats, ook als hij tevens met een nieuwe onderneming de doorstart wil vormgeven. De curator is geen raadgever of vertegenwoordiger van de onderneming of van de doorstarter, hij is liquidator: zo snel mogelijk, zo veel mogelijk geld voor de schuldeisers verzamelen.
De grote winnaars van de pre-pack zijn daarom hetzelfde als in het normale faillissement. De curator, de fiscus en de banken (of anderen met een hypotheekrecht of (vuist)pandrecht) zijn de eerste gelukkigen wanneer er meer euro’s in de boedel komen. Schuldeisers die minder hoog op de ladder staan, zullen wellicht af en toe wat meer krijgen, maar naar mijn mening moet men daar niet te veel van verwachten. Uiteraard zijn de werknemers degenen die de verdere winst in een pre-pack kunnen pakken. Kunnen, want indien ze niet bij de doorstartende onderdelen horen, hebben ze alsnog pech.
Dus...
Concluderend kan gezegd worden dat een pre-pack voor een ondernemer een mogelijkheid kan zijn om zijn ‘kindje’ te behouden en eventueel voor een goede prijs een doorstart te maken. Echter, de pre-pack is geen wondermiddel. Althans, niet voor de ondernemer, wellicht wel voor curator, bank en fiscus.
Zie jij kansen voor je onderneming/bedrijf in het buitenland? Met RVO onderneem je verder.
Kijk wat onze kennis, contacten en financiële mogelijkheden voor jou kunnen betekenen.
We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.
Bart Gubbels
Bart Gubbels
Als ondernemer denkt u er liever niet aan: een faillissement. Het is op professioneel vlak zo ongeveer het ergste dat u kan overkomen. Uw ‘kindje’, waaraan u jarenlang heeft gewerkt en dat u jarenlang heeft gekoesterd, wordt met de grond gelijk gemaakt. Uw werknemers, waar u altijd voor op de bres heeft gestaan, moeten het nu zonder u doen. Een ww-uitkering is wat ze wacht, zeker in deze relatief slechte economische tijden.
Geen pretje dus, maar een kleine pleister op de wonde kan de mogelijkheid van een doorstart zijn. Een iets grotere pleister wordt tegenwoordig geboden door het relatief nieuwe verschijnsel van de pre-pack.
De doorstart
Sommige ondernemers hebben, zoals gezegd, het geluk dat hun bedrijf niet geheel wordt afgebroken. Wanneer een onderneming in de kern namelijk nog levensvatbaar is en de curator iemand kan vinden die de levensvatbare delen wil overnemen, kan een doorstart plaatsvinden.
Er bestaat daarbij één groot probleem: een curator komt pas bij de onderneming kijken nadat het faillissement is uitgesproken. Hij moet dan nog gaan inventariseren, eventuele overnamekandidaten vinden et cetera. In de tussentijd ligt het bedrijf stil: werknemers werken niet meer, leveranciers leveren niet meer, klanten bestellen niets meer. Waarde gaat verloren, want de werknemers vinden (wellicht) een andere baan, de voorraden verouderen en de klanten stappen over naar de concurrent die wel nog ‘in business’ is. Hoe langer het bedrijf stil ligt, hoe kleiner de kans op een succesvolle doorstart.
De pre-pack
Om dat probleem te ondervangen is er sinds enige tijd een nieuwe figuur in het Nederlandse recht: de ‘pre-pack’. Een pre-pack is een voorverpakte onderneming, zoals u een broodje uit het schap van het tankstation haalt. Het broodje is al belegd en verpakt voordat er noodzaak voor was. Zo ook bij het faillissement: de onderneming wordt reeds vóór het faillissement verpakt om hem na het faillissement direct te kunnen doorstarten.
Hoewel landen om ons heen de pre-pack al hebben verankerd in de wet (denk aan het Verenigd Koninkrijk, waar de pre-pack naar schatting in meer dan de helft van de faillissementen voorkomt), is de Nederlandse faillissementswetgeving nog pre-pack-vrij. Sommige rechtbanken zijn echter wel akkoord met de pre-pack, in andere arrondissementen is men minder enthousiast. Er zijn bedrijven geweest die in moeilijkheden zaten die om die reden hun (hoofd)kantoor hebben verplaatst naar een arrondissement waar de pre-pack wordt toegestaan.
Hoe pre-packen we precies?
Zoals gezegd, er zijn geen wettelijke regelingen voor de pre-pack. Wel is er in de rechtspraktijk vorm gegeven aan deze figuur, want, indien goed uitgevoerd bij de juiste rechtbank, kan de pre-pack een succes zijn.
Er wordt over het algemeen een verzoek ingediend (meestal via een verzoekschrift) bij de rechtbank. Dat verzoekschrift wordt bijvoorbeeld vormgegeven zoals het verzoekschrift voor de surseance van betaling, inclusief bijbehorende bescheiden. De rechtbank wijst, bij toewijzing van het verzoek, een beoogd curator aan (beoogd, immers: hij/zij is nog geen curator, want het faillissement is nog niet uitgesproken).
De beoogd curator gaat meedraaien in het bedrijf. Hij heeft geen bevoegdheden in deze fase, maar is er enkel om te bekijken wat er in de faillissementsboedel zal komen en wat van waarde is. De beoogd curator zal tevens gaan bekijken welke partijen (gedeelten van) het bedrijf willen en kunnen overnemen om door te starten. Het bedrijf wordt voorverpakt, de ‘pre-pack’.
Natuurlijk wordt hier geen ruchtbaarheid aan gegeven. Immers: wanneer blijkt dat er een beoogd curator op de werkvloer rondloopt, trekken leveranciers en klanten zich vaak terug, uit een (terechte) vrees voor een faillissement. Wanneer dat gebeurt, komt het bedrijf alsnog geheel stil te liggen en is pre-packen zinloos.
Uiteindelijk komt het onafwendbare faillissement. Daarbij wordt de beoogd curator daadwerkelijk aangewezen als curator. Hij kan daarna direct een doorstart aankondigen.
Gevolgen van het faillissement bij de pre-pack
Die snelle doorstart heeft flinke voordelen. Zo kan veel van de waarde van de onderneming behouden worden door snel handelen (denk dus aan de klantenkring). De onderneming gaat direct door, enkel in afgeslankte vorm.
Het betreft een soort van sterfhuisconstructie. De zieke delen blijven achter in de oude onderneming, terwijl de levensvatbare delen worden voortgezet. Totale sanering is mogelijk, iets dat zonder het faillissement niet mogelijk zou zijn geweest (de ondernemer is dan natuurlijk onder meer gebonden aan contractuele verplichtingen en ontslagverboden).
Dat houdt dus in dat ook bij de pre-pack veel ondernemingen en personen bot gaan vangen bij het faillissement. Werknemers worden ontslagen, leveranciers krijgen hun geld niet meer, klanten krijgen hun producten niet meer.
Anderen hebben meer geluk bij de pre-pack: er zal met een doorstart een (groot) deel van de werkgelegenheid behouden kunnen blijven. Daarnaast zal een snelle doorstart een hogere verkoopopbrengst te weeg brengen, waar de crediteuren weer van kunnen profiteren.
De pre-pack in de wet
Onze faillissementswet heeft een jaar geleden reeds de mooie leeftijd van honderdtwintig jaar bereikt. Modernisering van het faillissementsrecht is in de tussentijd een aantal malen geprobeerd, maar heeft nooit succes gehad.
Minister Opstelten probeert het toch weer en hoopt in 2015 de Wet continuïteit ondernemingen I in te voeren. Die wet maakt deel uit van het grotere wetgevingsprogramma herijking faillissementsrecht.
De minister heeft daartoe een rechtsvergelijkend onderzoek laten uitvoeren. Onder meer daaruit heeft hij de conclusie getrokken dat de pre-pack verankerd moet worden in de Nederlandse faillissementswetgeving. Het wetsvoorstel zal vermoedelijk na de zomer klaar zijn.
Hoewel de pre-pack nu al door veel rechtbanken wordt toegestaan, zal in 2015 de pre-pack dus door alle rechtbanken moeten worden toegestaan.
Gaat een pre-pack u als ondernemer helpen?
De pre-pack is relatief nieuw, maar wint snel aan bekendheid. In mijn praktijk heb ik al van meerdere ondernemers de vraag gekregen of de pre-pack een goede manier is om hun kwakkelende onderneming te ‘redden’. Gemakkelijk de overtollige ballast (schulden/werknemers) kwijtraken en doorstarten. Is het zo gemakkelijk?
Helaas voor de ondernemer is het niet zo gemakkelijk. Opteren voor een pre-pack-constructie houdt per definitie een faillissement van de onderneming in. Daarin worden de belangen van alle stakeholders gediend, maar de belangen van de schuldeisers staan voorop. De belangen van de ondernemer komen op de laatste plaats, ook als hij tevens met een nieuwe onderneming de doorstart wil vormgeven. De curator is geen raadgever of vertegenwoordiger van de onderneming of van de doorstarter, hij is liquidator: zo snel mogelijk, zo veel mogelijk geld voor de schuldeisers verzamelen.
De grote winnaars van de pre-pack zijn daarom hetzelfde als in het normale faillissement. De curator, de fiscus en de banken (of anderen met een hypotheekrecht of (vuist)pandrecht) zijn de eerste gelukkigen wanneer er meer euro’s in de boedel komen. Schuldeisers die minder hoog op de ladder staan, zullen wellicht af en toe wat meer krijgen, maar naar mijn mening moet men daar niet te veel van verwachten. Uiteraard zijn de werknemers degenen die de verdere winst in een pre-pack kunnen pakken. Kunnen, want indien ze niet bij de doorstartende onderdelen horen, hebben ze alsnog pech.
Dus...
Concluderend kan gezegd worden dat een pre-pack voor een ondernemer een mogelijkheid kan zijn om zijn ‘kindje’ te behouden en eventueel voor een goede prijs een doorstart te maken. Echter, de pre-pack is geen wondermiddel. Althans, niet voor de ondernemer, wellicht wel voor curator, bank en fiscus.
Link naar reactie
https://www.higherlevel.nl/forums/topic/46092-de-pre-pack-wondermiddel/Delen op andere sites
Aanbevolen berichten
7 antwoorden op deze vraag