Al eerder schreef ik op dit forum over de wens van de regering om opbouw van pensioen in eigen beheer niet meer toe te staan en het voorstel hoe dit kan worden gedaan. Zie mijn column van 14 juli 2016. Uiteindelijk is nu de knoop doorgehakt. Per 01-01-2017 stopt (actieve) pensioenopbouw in eigen beheer. Het wetsvoorstel komt grotendeels overeen met eerder gepubliceerde plannen en regelt de volgende mogelijkheden:
1. Afkoopfaciliteit
2. Mogelijkheid tot omzetting naar een oudedagsverplichting
3. Behoud eigen beheer zonder verdere opbouw
Afkoop of omzetting naar een oudedagsverplichting kan alleen in 2017, 2018 of 2019 worden toegepast. Hierna ga ik kort op de mogelijkheden in:
1. Afkoop
In deze optie wordt het pensioen afgekocht op basis van de fiscale waarde. Over de afkoop wordt een belastingvoordeel gegeven. Dat is het grootst in 2017, dan blijft namelijk 34,5% van de fiscale waarde buiten de belastingheffing. In 2018 bedraagt het 25% en in 2019 is het naar 19,5%. Daarna is afkoop niet meer toegestaan en wordt het net zo belast als nu het geval zou zijn (loonheffing + 20% revisierente)
Het belastingvoordeel wordt gegeven over de stand van de fiscale voorziening per 31-12-2015. Het resterende deel van de voorziening wordt ‘gewoon’ belast. Voor gepensioneerde dga’s geldt een iets andere regeling die ik hier niet verder behandel.
2. Omzetting naar oudedagsverplichting
Dga’s die geen geld (er voor over) hebben om af te kopen, kunnen de eigenbeheerreserve omvormen naar een ‘oudedagsverplichting’. Dit gebeurt op basis van de fiscale waarde. Jaarlijks wordt deze opgerent tegen de marktrente (nader te bepalen door de overheid). Het opgerente kapitaal wordt op de pensioendatum omgezet naar een lijfrente met een looptijd van tenminste 20 jaar. De BV is, naast banken en verzekeraars, een toegestane lijfrente-uitvoerder.
3. Behoud huidig eigen beheer (‘premievrij’)
De dga mag ook alles bij het oude laten. Hij/zij mag alleen niet verder opbouwen. Het tot 01-01-2017 opgebouwde pensioen moet op de pensioendatum of bij overlijden ‘gewoon’ worden uitgekeerd, rekening houdend met de bepalingen uit de pensioenovereenkomst zoals indexatie. Ook de ‘dividendtoets’ blijft van toepassing en bij scheiding houdt de partner recht op zijn/haar pensioendeel op basis van de wettelijke regeling, tenzij de dga en zjin/haar partner onderling andere afspraken maken.
Tot slot
Er zijn diverse spelregels opgesteld, waarvan ik de volgende noem:
- Afkoop of omzetting naar de oudedagsverplichting moet aan de Belastingdienst worden gemeld en kan alleen plaatsvinden als de partner van de dga daarin toestemt.
- Als het opgebouwde pensioen in 2016 tenminste 125% hoger is dan het tot en met 2015 opgebouwde pensioen, dan wordt verondersteld dat er is gespeculeerd op de afkoopfaciliteit. Voor dit deel gelden dan de reguliere afkoopregels, inclusief 20% revisierente.
• Een kapitaal uit een pensioenpolis kan onder de huidige regelgeving naar eigen beheer worden teruggehaald. Na 2016 is dit niet meer mogelijk.
• Vermindering of wegvallen van opgebouwd pensioen kan niet worden gecompenseerd via de reserveringsruimte van het lijfrentesysteem.
• Als de aandelen van de BV in handen zijn van derden, dan is bij afkoop of omzetting in oudedagsverplichting over de waardestijging schenkbelasting verschuldigd.
Wat is de beste keuze?
Een standaard antwoord is niet te geven. De persoonlijke omstandigheden zijn van grote invloed op de keuze en vragen om een zorgvuldige persoonlijke afweging. Niet alleen fiscaal, maar ook met betrekking tot zekerheid en bij de dga passende oplossingen.
Zie jij kansen voor je onderneming/bedrijf in het buitenland? Met RVO onderneem je verder.
Kijk wat onze kennis, contacten en financiële mogelijkheden voor jou kunnen betekenen.
We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.
Wim Schreuder
Wim Schreuder
Al eerder schreef ik op dit forum over de wens van de regering om opbouw van pensioen in eigen beheer niet meer toe te staan en het voorstel hoe dit kan worden gedaan. Zie mijn column van 14 juli 2016. Uiteindelijk is nu de knoop doorgehakt. Per 01-01-2017 stopt (actieve) pensioenopbouw in eigen beheer. Het wetsvoorstel komt grotendeels overeen met eerder gepubliceerde plannen en regelt de volgende mogelijkheden:
1. Afkoopfaciliteit
2. Mogelijkheid tot omzetting naar een oudedagsverplichting
3. Behoud eigen beheer zonder verdere opbouw
Afkoop of omzetting naar een oudedagsverplichting kan alleen in 2017, 2018 of 2019 worden toegepast. Hierna ga ik kort op de mogelijkheden in:
1. Afkoop
In deze optie wordt het pensioen afgekocht op basis van de fiscale waarde. Over de afkoop wordt een belastingvoordeel gegeven. Dat is het grootst in 2017, dan blijft namelijk 34,5% van de fiscale waarde buiten de belastingheffing. In 2018 bedraagt het 25% en in 2019 is het naar 19,5%. Daarna is afkoop niet meer toegestaan en wordt het net zo belast als nu het geval zou zijn (loonheffing + 20% revisierente)
Het belastingvoordeel wordt gegeven over de stand van de fiscale voorziening per 31-12-2015. Het resterende deel van de voorziening wordt ‘gewoon’ belast. Voor gepensioneerde dga’s geldt een iets andere regeling die ik hier niet verder behandel.
2. Omzetting naar oudedagsverplichting
Dga’s die geen geld (er voor over) hebben om af te kopen, kunnen de eigenbeheerreserve omvormen naar een ‘oudedagsverplichting’. Dit gebeurt op basis van de fiscale waarde. Jaarlijks wordt deze opgerent tegen de marktrente (nader te bepalen door de overheid). Het opgerente kapitaal wordt op de pensioendatum omgezet naar een lijfrente met een looptijd van tenminste 20 jaar. De BV is, naast banken en verzekeraars, een toegestane lijfrente-uitvoerder.
3. Behoud huidig eigen beheer (‘premievrij’)
De dga mag ook alles bij het oude laten. Hij/zij mag alleen niet verder opbouwen. Het tot 01-01-2017 opgebouwde pensioen moet op de pensioendatum of bij overlijden ‘gewoon’ worden uitgekeerd, rekening houdend met de bepalingen uit de pensioenovereenkomst zoals indexatie. Ook de ‘dividendtoets’ blijft van toepassing en bij scheiding houdt de partner recht op zijn/haar pensioendeel op basis van de wettelijke regeling, tenzij de dga en zjin/haar partner onderling andere afspraken maken.
Tot slot
Er zijn diverse spelregels opgesteld, waarvan ik de volgende noem:
- Afkoop of omzetting naar de oudedagsverplichting moet aan de Belastingdienst worden gemeld en kan alleen plaatsvinden als de partner van de dga daarin toestemt.
- Als het opgebouwde pensioen in 2016 tenminste 125% hoger is dan het tot en met 2015 opgebouwde pensioen, dan wordt verondersteld dat er is gespeculeerd op de afkoopfaciliteit. Voor dit deel gelden dan de reguliere afkoopregels, inclusief 20% revisierente.
• Een kapitaal uit een pensioenpolis kan onder de huidige regelgeving naar eigen beheer worden teruggehaald. Na 2016 is dit niet meer mogelijk.
• Vermindering of wegvallen van opgebouwd pensioen kan niet worden gecompenseerd via de reserveringsruimte van het lijfrentesysteem.
• Als de aandelen van de BV in handen zijn van derden, dan is bij afkoop of omzetting in oudedagsverplichting over de waardestijging schenkbelasting verschuldigd.
Wat is de beste keuze?
Een standaard antwoord is niet te geven. De persoonlijke omstandigheden zijn van grote invloed op de keuze en vragen om een zorgvuldige persoonlijke afweging. Niet alleen fiscaal, maar ook met betrekking tot zekerheid en bij de dga passende oplossingen.
Wim Schreuder, registerpensioenadviseur
www.hls-pensioen.nl
Link naar reactie
https://www.higherlevel.nl/forums/topic/54506-wet-uitfasering-eigen-beheer/Delen op andere sites
Aanbevolen berichten
6 antwoorden op deze vraag