RaimondDufour

Let op, volstorten moet plaatsvinden met een onbetwistbare betaling (bankoverschrijving volstaat), verrekening met een schuld van de vennootschap is niet mogeljjk. Een rekening-courant impliceert een verrekeningsverhouding en verrekenen kan dus juist niet bij het volstorten van aandelen. Dus boek de volstorting niet in rekening-courant. Volstorten van de holding (vanuit prive) kan inderdaad gevolgd worden door volstorten van de werkmij vanuit de holding, dat is juist zeer gebruikelijk. Dan zijn alle aandelen volgestort. Maar waar hebben we het over? Met de flex-b.v. is het vol te storten aandelenkapitaal toch marginaal?

Beste Jeroen, Wat een leuke, enthousiaste vragen. Allereerst: het is een misvatting dat stichtingen geen winst mogen maken. Het uitkeren van winst is formeel niet mogelijk, maar dat wil niet zeggen dat een stichting geen winst mag maken. Met het maken van winst kan de stichting juist nog beter haar doelen verwezenlijken. En de salariskosten van de bestuurder drukken de winst uiteraard. Een coöperatie is een verenigingsvorm, die mag gewoon een rekening openen, een onderneming drijven (mijn kantoor doet dat al jaren in coöperatievorm), en contracten aangaan. Het is maar hoe je het inricht. De statuten van de vereniging zijn daarvoor belangrijk, daarin staan de belangrijkste 'spelregels' waar je als bestuurder en leden mee te maken hebt. Een notaris kan je hier meer over vertellen. Kortom, (bijna) alles mag, als je het maar goed en duidelijk regelt. Schrijf voor jezelf eens op wat de activiteiten en rollen van jouw onderneming zouden zijn. Wat zijn je kosten en wat zijn je inkomsten? Wie gaat het werkkapitaal financieren? De kosten gaan immers voor de baten uit. Wie beslist wat? Wie is waarvoor verantwoordelijk? Is je doelstelling commercieel of maatschappelijk georiënteerd? Waarom zouden de potentiële leden lid willen worden? De ledenvergadering is het 'hoogste' orgaan van de coöperatie. De aandeelhouder(svergadering) is dat voor de b.v. Bij een stichting is dat het bestuur. Wie hakt bij problemen de knoop door? Als je deze vragen scherp hebt, dan kan een notaris jou snel vertellen welke rechtsvorm het beste past bij jouw initiatief. Dat advies is inbegrepen bij de oprichtingskosten van een goede notaris. Succes, Raimond Dufour

Beste Esli, Je moet je goed realiseren dat je met een vof een risico neemt op aansprakelijkheid als de zaken financieel mislopen. Daartegenover staat de starters/zelfstandigenaftrek. Maar als je verwacht te groeien is dat voordeel ook weer beperkt. En als je dan tztoch over gaat naar een B.V., dan krijg je te maken met inbrengperikelen, zeker als er ook o.g. in het spel is. Ook daar zijn kosten mee gemoeid. Maar naast de financiële risico's is het goed om te weten dat de samenwerking in een vof veel minder duidelijk in regels is gevat dan een B.V. Dat betekent dat als jullie besluiten om te gaan "ontvlechten" er gemakkelijk complicaties kunnen ontstaan. Vergelijk het met een huwelijk in gemeenschap van (sommige) goederen. Een B.V. biedt veel meer structuur en regels die een ontvlechting veel makkelijker en goedkoper maken. In een B.V. kun je eenvoudig kiezen voor een strikte rolverdeling: als aandeelhouder ben je niet verantwoordelijk voor de handelingen van de bestuurder, de bestuurder krijgt een vooraf vastgesteld salaris, de (over)winst is 50/50 voor de aandeelhouders. Het salaris gaat dan uiteraard voor de winstuitkering. Succes met de afweging!

Bestuurdersaansprakelijkheid geldt voor de bestuurder als hij kennelijk onbehoorlijk bestuur heeft verricht en als dit onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak van het faillissement is gebleken. Het maakt daarbij niet uit of je ook aandeelhouder bent. Ook de feitelijk leidinggevende kan wegens bestuurdersaansprakelijkheid worden aangesproken, als hij niet formeel als bestuurder stond ingeschreven, maar wel feitelijk het onbehoorlijk bestuur heeft "gepleegd". Bij een vordering uit hoofde van onbehoorlijk bestuur kun je voor het volledige tekort worden aangesproken (lees: alle kosten en schulden in het faillissement). De curator kan ook meer specifieke bestuurshandelingen aanmerken als onbehoorlijke taakvervulling. In dat geval kan de bestuurder voor de daardoor ontstane schade aansprakelijk zijn. Die vordering is dus doorgaans lager. Niet aansprakelijk is de bestuurder die aantoont dat hij niet verantwoordelijk was voor de onbehoorlijke taakvervulling en daarbij ook laat zien dat hij maatregelen heeft getroffen om de negatieve gevolgen van het onbehoorlijk bestuur af te wenden. Het is erg afhankelijk van de omstandigheden of je als bestuurder uiteindelijk aansprakelijk wordt bevonden. Curatoren behoren objectief te zijn, maar behartigen ook een (boedel)belang. In het uiterste geval moet de rechter bepalen of inderdaad sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid en zo ja, voor welk bedrag.

De relativiteitseis bij bepaling van een schadevergoeding is neergelegd in artikel 6:163 van het Burgelijk Wetboek en die eis houdt in: De geschonden norm strekt tot bescherming tegen de schade zoals de benadeelde die heeft geleden. Illustratief is het Tandartsenarrest van de Hoge Raad uit 1958: meneer Dorenbos deed zich voor als tandarts en concurreerde daarmee met de andere tandartsen uit het dorp. Hij was alleen niet bevoegd om als tandarts behandelingen uit te voeren en dat was voor de andere tandartsen reden om een verbod (met dwangsom) te vorderen. Die bevoegdheidseis strekte echter niet tot bescherming van de belangen van concurrerende tandartsen, maar tot bescherming van patiënten. Om die reden werd de eis om Dorenbos te verbieden als tandarts patiënten te behandelen dan ook afgewezen. Overigens was er wel ook een ander belang om het verbod alsnog toe te wijzen.

ja hoor, dat kan. Dat is gewoon een kwestie van inschrijven in het handelsregister. maar als je subsidie wilt aanvragen, kan het zijn dat de subsidierende instantie verlangt dat de subsidieontvanger een rechtspersoon (bijvoorbeeld stichting, of b.v.) is.

Beste Event, Het lijkt erop dat de kernvraag is: heeft jouw debiteur een verplichting aangegaan (of in stand gelaten) op een moment waarop hij wist of behoorde te weten dat deze verplichting niet zou worden nagekomen. Dit is de zogenaamde Beklamel-norm. De constateringen van de curator kunnen daarbij een steun in de rug zijn, maar uiteindelijk is het de vraag of je kunt aantonen dat de statutair bestuurder of feitelijk leidinggevende van de debiteur moedwillig schulden heeft laten ontstaan. Als dat zo is kun je, buiten de curator om, een aansprakelijkstelling laten verzenden door je raadsman. succes!