Mijn dochter had er alle aanleg al voor. Ze had goed functionerende benen, ze kroop overal rond, ze was fysiek redelijk sterk en erg nieuwsgierig. Dom was ze volgens mij ook niet en staan kon ze ook al.
Toch liep ze nog niet, waar ik dat eigenlijk al wel verwacht had (ambitieuze vader). Tot, op een mooie lentedag, we allemaal in de tuin zaten. Je kent het wel, zonnetje, drinken op tafel, barbecue aan en allemaal erg gezellig.
Zonder dat we het in de gaten hadden had ze zich omhooggehesen aan de tafel en probeerde ze haar eerste wankele stapjes te zetten. Één stapje, twee stapjes en met een smak viel ze voorover. Huilen natuurlijk en meteen bij mamma op schoot.
Dat heb ik haar snel even afgeleerd. Ik was het zo ontzettend zat, ik was zo kwaad dat ze bij de eerste poging niet meteen kon lopen, dat ik haar heb opgetild, heel erg boos geworden ben en haar direct maar boven in bed heb gelegd. Ik wist namelijk dat ze het kon, maar ze deed het gewoon niet.
Licht uit, gordijnen dicht. Klaar
Dat ze bleef huilen interesseerde me niet meer. Had ze het maar goed moeten doen, toch?
Ging het echt zo?
Nee, natuurlijk niet. Als je kind wil leren lopen en ze valt dan ben je positief. Je helpt haar overeind, troost haar en stimuleert haar om het nog eens te proberen.
Ook al heeft ze de aanleg, een vaardigheid aanleren gaat niet vanzelf.
Dat is in dit geval letterlijk vallen en opstaan.
Het aardige is dat je die positieve ondersteuning ziet in het hele proces van opgroeien. Vallen en opstaan aan de hand van de ouders, docenten of sportcoaches.
Alles gericht op het vergroten van het zelfvertrouwen en plezier van een kind in school of sport. Want alles staat of valt met zelfvertrouwen en plezier. In combinatie met capaciteiten komen de prestaties vanzelf.
negatief coachen
En daar komt dat rare woord om de hoek zetten: prestaties.
Op het moment dat er gepresteerd moet worden, veranderen we. Ook in het bedrijfsleven.
Alles draait om de prestatie. Lukt het dan is het geweldig, lukt het niet dan vervallen we vaak in negatief coachen van onze collega’s en werknemers.
“Klootzak, dat lijkt nergens op.”
“Eikel, dit is al de derde keer dat je het fout doet, wat mankeert je?”
“Je weet toch hoe Excel werkt? Waarom zit er dan toch die rekenfout in de spreadsheet? Mis je de capaciteiten voor deze functie”
“Als je dit (weer) verkloot dan….” Etc.
We dreigen, schelden en vloeken en vergeten dat we van de basis voor prestaties: Capaciteiten, Zelfvertrouwen en Plezier de laatste twee tot een nulpunt reduceren. Vraag je eens af of dat op korte en langere termijn effectief is.
positief coachen
Hiermee zeg ik niet dat fouten er niet toe doen en met de mantel der liefde moeten worden bedekt. Natuurlijk worden prestaties gevraagd.
Natuurlijk is het van belang dat er kwaliteit geleverd wordt.
De medewerker weet het alleen zelf goed genoeg als iets fout gaat. Als hij of zij ergens schuldig aan is.
Het heeft geen zin dit er nogmaals uitgebreid in te stampen zonder oplossingen te bieden, want zijn zelfvertrouwen is toch al lager. Vraag je af wat een donderpreek oplost. Wil je een sfeer waarin men bang is om iets fout te doen en zo ieder eigen initiatief onderdrukken? Nee toch?
Beter is het wel te benoemen, maar het gesprek dat je met die medewerker hebt altijd positief af te sluiten. Benadruk de dingen waar hij of zij goed in is. Laat zijn volgende klus er één zijn waar zijn of haar kwaliteiten liggen en je zeker weet dat er plezier uit gehaald wordt. Zorg ervoor dat zelfvertrouwen en plezier weer terugkomen.
En vooral: biedt oplossingen.
“Als je het de volgende keer zo en zo doet, dan zal het dat als resultaat hebben”
Kost dat moeite omdat je eigen emoties in de weg zitten? Ja , natuurlijk, je hebt zelf ook je frustraties als je een order verliest door een fout van een ander.
Maar voordat ik zo’n gesprek inga denk ik altijd even aan hoe mijn dochter leerde lopen.
We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.
Frans Sijtsma
Frans Sijtsma
Mijn dochter had er alle aanleg al voor. Ze had goed functionerende benen, ze kroop overal rond, ze was fysiek redelijk sterk en erg nieuwsgierig. Dom was ze volgens mij ook niet en staan kon ze ook al.
Toch liep ze nog niet, waar ik dat eigenlijk al wel verwacht had (ambitieuze vader). Tot, op een mooie lentedag, we allemaal in de tuin zaten. Je kent het wel, zonnetje, drinken op tafel, barbecue aan en allemaal erg gezellig.
Zonder dat we het in de gaten hadden had ze zich omhooggehesen aan de tafel en probeerde ze haar eerste wankele stapjes te zetten. Één stapje, twee stapjes en met een smak viel ze voorover. Huilen natuurlijk en meteen bij mamma op schoot.
Dat heb ik haar snel even afgeleerd. Ik was het zo ontzettend zat, ik was zo kwaad dat ze bij de eerste poging niet meteen kon lopen, dat ik haar heb opgetild, heel erg boos geworden ben en haar direct maar boven in bed heb gelegd. Ik wist namelijk dat ze het kon, maar ze deed het gewoon niet.
Licht uit, gordijnen dicht. Klaar
Dat ze bleef huilen interesseerde me niet meer. Had ze het maar goed moeten doen, toch?
Ging het echt zo?
Nee, natuurlijk niet. Als je kind wil leren lopen en ze valt dan ben je positief. Je helpt haar overeind, troost haar en stimuleert haar om het nog eens te proberen.
Ook al heeft ze de aanleg, een vaardigheid aanleren gaat niet vanzelf.
Dat is in dit geval letterlijk vallen en opstaan.
Het aardige is dat je die positieve ondersteuning ziet in het hele proces van opgroeien. Vallen en opstaan aan de hand van de ouders, docenten of sportcoaches.
Alles gericht op het vergroten van het zelfvertrouwen en plezier van een kind in school of sport. Want alles staat of valt met zelfvertrouwen en plezier. In combinatie met capaciteiten komen de prestaties vanzelf.
negatief coachen
En daar komt dat rare woord om de hoek zetten: prestaties.
Op het moment dat er gepresteerd moet worden, veranderen we. Ook in het bedrijfsleven.
Alles draait om de prestatie. Lukt het dan is het geweldig, lukt het niet dan vervallen we vaak in negatief coachen van onze collega’s en werknemers.
“Klootzak, dat lijkt nergens op.”
“Eikel, dit is al de derde keer dat je het fout doet, wat mankeert je?”
“Je weet toch hoe Excel werkt? Waarom zit er dan toch die rekenfout in de spreadsheet? Mis je de capaciteiten voor deze functie”
“Als je dit (weer) verkloot dan….” Etc.
We dreigen, schelden en vloeken en vergeten dat we van de basis voor prestaties: Capaciteiten, Zelfvertrouwen en Plezier de laatste twee tot een nulpunt reduceren. Vraag je eens af of dat op korte en langere termijn effectief is.
positief coachen
Hiermee zeg ik niet dat fouten er niet toe doen en met de mantel der liefde moeten worden bedekt. Natuurlijk worden prestaties gevraagd.
Natuurlijk is het van belang dat er kwaliteit geleverd wordt.
De medewerker weet het alleen zelf goed genoeg als iets fout gaat. Als hij of zij ergens schuldig aan is.
Het heeft geen zin dit er nogmaals uitgebreid in te stampen zonder oplossingen te bieden, want zijn zelfvertrouwen is toch al lager. Vraag je af wat een donderpreek oplost. Wil je een sfeer waarin men bang is om iets fout te doen en zo ieder eigen initiatief onderdrukken? Nee toch?
Beter is het wel te benoemen, maar het gesprek dat je met die medewerker hebt altijd positief af te sluiten. Benadruk de dingen waar hij of zij goed in is. Laat zijn volgende klus er één zijn waar zijn of haar kwaliteiten liggen en je zeker weet dat er plezier uit gehaald wordt. Zorg ervoor dat zelfvertrouwen en plezier weer terugkomen.
En vooral: biedt oplossingen.
“Als je het de volgende keer zo en zo doet, dan zal het dat als resultaat hebben”
Kost dat moeite omdat je eigen emoties in de weg zitten? Ja , natuurlijk, je hebt zelf ook je frustraties als je een order verliest door een fout van een ander.
Maar voordat ik zo’n gesprek inga denk ik altijd even aan hoe mijn dochter leerde lopen.
Palletstellingen, Entresolvoeren en Magazijninrichting - OfficeRepublic
Link naar reactie
https://www.higherlevel.nl/forums/topic/26411-hoe-mijn-dochter-leerde-lopen/Delen op andere sites
Aanbevolen berichten
16 antwoorden op deze vraag