Ik heb mijn woon/kantoorpand (aankoop 2004) van September 2004 t/m Juni 2005 verbouwd en hiervoor BTW teruggave geclaimd op basis van de uitspraak van het Europese Hof in Juli 2005 van de in de aanhef genoemde zaak.
Mijn teruggave en aangifte splits zich in 2 gedeeltes.
1. Een gedeelte, 2e, 3e en 4e kwartaal 2005 normaal en op tijd via kwartaalaangifte (dit is ook veruit het grootste bedrag) en
2. Een gedeelte via herziene aangifte (door belasting betiteld als bezwaar tegen de eigen aangifte) 4e kwartaal en 1e kwartaal 2005.
Op 12 Mei 2005 heb ik in mijn administratie een verklaring vastgelegd waarbij ik mijn woon/kantoorpand vanaf 2004 voor de BTW aangifte als ondernemersvermogen van mijn bedrijf aanmerk. (ook in briefwisseling met de BD aangegeven)
Aanvankelijk neemt de BD het standpunt in dat de aftrek alleen mogelijk voor het zakelijke gedeelte. (Nadat ik alle inkoopfacturen heb overhandigd) Zij informeert derhalve aan te geven welke gedeelten betrekking hebben op prive en zakelijk.September 2005.
In 25 September 2005 antwoord ik in 2 brieven (Gedeelte 1 en 2 zie boven en als bijlage meegestuurd) waarin ik verwijs naar het bovengenoemde arrest. Hierbij geef ik primair aan dat indien mijn situatie van toepassing is op de uitspraak van het Europese Hof de vraag over het gebruik van de BD niet ter zake doet. Subsidiar beantwoord ik de vraag wel en geef ik aan dat het zakelijk gebruik tussen 1/3 en 1/4 deel zal komen te liggen.
De zaak wordt nu door iemand anders overgenomen bij de BD, die stelt dat de zaak Charles Tijmens is terugverwezen naar de Hoge Raad en dat men de behandeling van de suppletie (nu noemt men het opeens suppletie) en de aangifte wil aanhouden tot na de uitspraak zodat duidelijk is hoe het eea in de Nederlandse Wetgeving behandeld wordt. Ik ben gevraagd hiermee akkoord te gaan, waarbij werd aangeven dat er eigenlijke geen andere weg was.
Ik ben hiermee akkoord gegaan.
In Februari 2006 krijg ik een brief van de BD waarin wordt aangegeven dat volledige aftrek alleen mogelijk is, indien er sprake is van een nieuw vervaardigd onroerend goed. Zoniet dan wordt de verbouwing aangemerkt als een dienst en is er alleen aftrek mogelijk voor het zakelijke gedeelte. Hiertoe heb ik tekeningen en wederom kopieen van facturen verstrekt. Na een bezoek ter plekke in Januari 2007 van de BD waarbij ik foto's van voor en na de verbouwing heb laten zien is mijn verzoek uiteindelijk is dit in februari 2007 toegewezen. Het gedeelte dat via herziene aangifte (cq suppletie/ bezwaar tegen eigen aangifte) is ingediend, wordt ambtshalve toegekend omdat het te laat is ingediend.
Volgens mij past de belastingdienst op mijn geval de wetgeving en de uitspraak van de Hoge raad vanaf 2007 toe, terwijl mijn geval zich in 2004/2005 afspeelde. Dit realiseer ik mij nu pas, ik vind nergens informatie of uitspraken van gevallen die zich tussen de uitspraak van het Europese Hof en de reparatiewetgeving van 2007 en de uitspraak van de Hoge Raad plaatsvonden.
Ik dacht dat ik alleen belasting verschuldigd was bij vervreemding van het pand binnen 10 jaar.
De belasting dienst wil 90% terugvorderen in gaande 2006 voor privégebruik. Dit kwam overigens aan het licht bij een controle mbt mijn zelfstandigen aftrek, die nu ook ter discussie wordt gesteld. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat ik er ben ingenaaid door de BD. Er zitten nog kanten aan deze zaak, het voert nu te ver daar ook op in te gaan. Laat de discussie eerst maar op gang komen. (in de bijlagen nog een aantal relevante artikelen cq uitspraken)
Zie jij kansen voor je onderneming/bedrijf in het buitenland? Met RVO onderneem je verder.
Kijk wat onze kennis, contacten en financiële mogelijkheden voor jou kunnen betekenen.
We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.
mrbbakker
mrbbakker
Ik heb mijn woon/kantoorpand (aankoop 2004) van September 2004 t/m Juni 2005 verbouwd en hiervoor BTW teruggave geclaimd op basis van de uitspraak van het Europese Hof in Juli 2005 van de in de aanhef genoemde zaak.
Mijn teruggave en aangifte splits zich in 2 gedeeltes.
1. Een gedeelte, 2e, 3e en 4e kwartaal 2005 normaal en op tijd via kwartaalaangifte (dit is ook veruit het grootste bedrag) en
2. Een gedeelte via herziene aangifte (door belasting betiteld als bezwaar tegen de eigen aangifte) 4e kwartaal en 1e kwartaal 2005.
Op 12 Mei 2005 heb ik in mijn administratie een verklaring vastgelegd waarbij ik mijn woon/kantoorpand vanaf 2004 voor de BTW aangifte als ondernemersvermogen van mijn bedrijf aanmerk. (ook in briefwisseling met de BD aangegeven)
Aanvankelijk neemt de BD het standpunt in dat de aftrek alleen mogelijk voor het zakelijke gedeelte. (Nadat ik alle inkoopfacturen heb overhandigd) Zij informeert derhalve aan te geven welke gedeelten betrekking hebben op prive en zakelijk.September 2005.
In 25 September 2005 antwoord ik in 2 brieven (Gedeelte 1 en 2 zie boven en als bijlage meegestuurd) waarin ik verwijs naar het bovengenoemde arrest. Hierbij geef ik primair aan dat indien mijn situatie van toepassing is op de uitspraak van het Europese Hof de vraag over het gebruik van de BD niet ter zake doet. Subsidiar beantwoord ik de vraag wel en geef ik aan dat het zakelijk gebruik tussen 1/3 en 1/4 deel zal komen te liggen.
De zaak wordt nu door iemand anders overgenomen bij de BD, die stelt dat de zaak Charles Tijmens is terugverwezen naar de Hoge Raad en dat men de behandeling van de suppletie (nu noemt men het opeens suppletie) en de aangifte wil aanhouden tot na de uitspraak zodat duidelijk is hoe het eea in de Nederlandse Wetgeving behandeld wordt. Ik ben gevraagd hiermee akkoord te gaan, waarbij werd aangeven dat er eigenlijke geen andere weg was.
Ik ben hiermee akkoord gegaan.
In Februari 2006 krijg ik een brief van de BD waarin wordt aangegeven dat volledige aftrek alleen mogelijk is, indien er sprake is van een nieuw vervaardigd onroerend goed. Zoniet dan wordt de verbouwing aangemerkt als een dienst en is er alleen aftrek mogelijk voor het zakelijke gedeelte. Hiertoe heb ik tekeningen en wederom kopieen van facturen verstrekt. Na een bezoek ter plekke in Januari 2007 van de BD waarbij ik foto's van voor en na de verbouwing heb laten zien is mijn verzoek uiteindelijk is dit in februari 2007 toegewezen. Het gedeelte dat via herziene aangifte (cq suppletie/ bezwaar tegen eigen aangifte) is ingediend, wordt ambtshalve toegekend omdat het te laat is ingediend.
Volgens mij past de belastingdienst op mijn geval de wetgeving en de uitspraak van de Hoge raad vanaf 2007 toe, terwijl mijn geval zich in 2004/2005 afspeelde. Dit realiseer ik mij nu pas, ik vind nergens informatie of uitspraken van gevallen die zich tussen de uitspraak van het Europese Hof en de reparatiewetgeving van 2007 en de uitspraak van de Hoge Raad plaatsvonden.
Ik dacht dat ik alleen belasting verschuldigd was bij vervreemding van het pand binnen 10 jaar.
De belasting dienst wil 90% terugvorderen in gaande 2006 voor privégebruik. Dit kwam overigens aan het licht bij een controle mbt mijn zelfstandigen aftrek, die nu ook ter discussie wordt gesteld. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat ik er ben ingenaaid door de BD. Er zitten nog kanten aan deze zaak, het voert nu te ver daar ook op in te gaan. Laat de discussie eerst maar op gang komen. (in de bijlagen nog een aantal relevante artikelen cq uitspraken)
Reacties en discussie zijn van harte welkom
Mediator en bedrijfsadviseur
Link naar reactie
https://www.higherlevel.nl/forums/topic/31580-btw-na-en-tijdens-charles-tijmens/Delen op andere sites
Aanbevolen berichten
20 antwoorden op deze vraag