TaxAdvisor

Senior
  • Aantal berichten

    48
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

TaxAdvisor's trofeeën

  1. Beste Welleke, Op Internet leveringen en diensten zijn in principe de normale wettelijke BTW-regels van toepassing. De problematiek ligt hem veelal in de exacte duiding van de prestaties en de bepaling van de plaats waar deze worden verricht. Zo gelden bijvoorbeeld ten aanzien van informatie diensten andere fiscale consequenties dan bijvoorbeeld ter zake van onderwijs- of vermakelijkheidsactiviteiten. Moraal van het verhaal is dat ik exact zou moeten weten wat de activeiten zijn die je gaat ontplooien. Uiteraard kunnen wel de normale wettelijke BTW-regels worden genoemd: Als ondernemer woonachtig in Nederland, en facturen sturend aan een Belgische (= EU) ondernemer, behoef je geen Nederlandse BTW in rekening te brengen. Stuur je echter een nota aan een Belgische particulier (niet-ondernemer), dan dien je wel Nederlandse BTW in rekening te brengen. Het laatste geldt eveneens indien je een factuur stuurt aan een niet-EU ondernemer of niet-EU particulier. Het voorgaande geldt alleen als de activiteiten vanuit Nederland worden verricht. De fiscale consequenties zijn anders indien de activiteiten vanuit Belgie worden ontplooid. Dan geldt het Belgische fiscale recht. Ziehier de basics, hoop dat je er iets mee kunt! Groet, TaxAdvisor
  2. Aleph, Het klopt dat je bij een motor van de zaak geen fictieve bijtelling hebt die wel geldt bij een auto van de zaak. Als de motor voor het werk wordt gebruikt, dan dien je slechts bij je inkomen te tellen de besparingswaarde van de prive-kilometers. Is de motor puur voor het prive-gebruik ter beschikking gesteld, dan geldt de waarde in het economische verkeer. Ik begrijp je overweging hierboven onder 1), maar zou eerlijk gezegd niet weten hoe de fiscus hier tegenaan kijkt. Ik zou je vraag even voorleggen aan de belastingdienst, wellicht kunnen ze je telefonisch hierover informeren. De prijs van een motor is opgebouwd uit de netto prijs, BTW daarover en vervolgend BPM (maw: geen BTW over de BPM). Het lijkt me dat als de onderneming de motor aanschaft, zij de in rekening gebrachte BTW geheel kan verrekenen. Bij verkoop van de motor aan een particulier kan de BPM weer gaan herleven, zij het dat de hoogte daarvan afhangt van de periode dat de motor in bezit is geweest van de onderneming (de BPM wordt namelijk afgeschreven). Groeten, TaxAdvisor
  3. Beste Obrigado en anderen, Een interessante discussie, waarbij ik het niet kan laten me er even in te mengen. Behalve vanuit het perspectief van de investeerders zou je ook even vanuit de (eigen) fiscale invalshoek moeten redeneren. Op basis van (weinige) feiten die ik zo lees, attendeer ik je even op wat punten die van belang kunnen zijn: - investeerders zullen doorgaans willen participeren in de werk-BV in plaats van in de holding BV; - het pand wel of niet in de werkmaatschappij onderbrengen als zekerheid voor investeerders is geen halszaak; als een investeerder als zekerheid bijvoorbeeld een pandrecht wil bedingen op het bedrijfspand, kan dat contractueel worden overeengekomen; het laatste staat los van de ondernemersbeslissing in welke BV je het pand wenst te houden; - een pand als ENIGE activum in een BV doet de BV als onroerend-goed BV kwalificeren (hetgeen o.a. tot gevolg heeft dat als je de aandelen in de BV verkoopt, je 6% overdrachtsbelasting verschuldigd bent over de waarde in het economische verkeer van het pand). Succes met de herstructurering en groet, TaxAdvisor
  4. De discussie zo de revue passerend latende, kan ik me het meeste vinden in de mening van Karel. In de fiscale praktijk is het zo dat als je 5% of meer van de aandelen bezit in een BV, het vrijwel altijd aan te raden is om een holdingstructuur op te laten zetten. De natuurlijke persoon wordt dan (voor 100%) aandeelhouder van de eigen holding BV, die weer een belang - bijvoorbeeld 5% - in de werkBV houdt. Fiscaal gezien is het grote voordeel dat winsten (zowel dividenden als eventuele winst bij verkoop) in de werkmaatschappij belastingvrij naar de holding BV kunnen vloeien. Je kunt de belasting uitstellen, tot het moment dat je besluit de winsten vanuit de holding naar prive te halen. Ter vergelijking: als je winsten uitkeert terwijl je de aandelen (5% of meer) in prive houdt, kost dit acuut 25% inkomstenbelasting. Daarnaast is het zo dat je met een holdingstructuur veel flexibeler bent bij bijvoorbeeld bedrijfsreorgansaties. Denk aan bedrijfsopvolging, toetreding van investeerders of juist het uitstappen van een aandeelhouder. Het houden van participaties in prive kan met name zeer aantrekkelijk zijn als het gaat om een participatie van minder dan 5%. Als dergelijke participaties worden verkocht is de winst in principe belastingvrij.
  5. Beste Obrigado, Een klassiek geval van een herstructurering, waarbij ik in het belang van je onderneming en jezelf niet zomaar zou gaan hobbyen. Ik zou als ik jou was een uurtje pakken met een belastingadviseur om eens te horen wat de valkuilen en vooral fiscale kansen zijn! Succes en groet, TaxAdvisor.
  6. Beste Obrigado en overigen, De voordelige wijze van het jezelf belonen als DGA door voor jezelf een "nulinkomen" vast te stellen is reeds geruime tijd wettelijk dichtgetimmerd. Een voorbeeld van een destijds regelmatig toegepaste "nulconstructie" was situatie dat de DGA zijn BV geen salaris liet uitbetalen, doch in zijn onderhoud voorzag door gelden op te nemen via de rekening-courant met zijn BV. Op deze wijze werd de heffing van inkomstenbelasting ontlopen. De fiscale wetgeving staat dit nu niet meer toe. Thans is het zo dat de DGA wordt geacht een gebruikelijk loon te genieten. Dit houdt grofweg gezegd in dat de eigen BV jaarlijks ten minste € 38.118 als salaris dient te betalen aan de DGA. Op deze regeling bestaan diverse uitzonderingen. Een ervan is als het loonbeeld in de betreffende bedrijfstak en bij een vergelijkbare onderneming lager ligt, dat dan een lagere salariering in acht mag worden genomen. Het is dan wel de belastingplichtige die de fiscus hiervan dient te overtuigen. Voordat je jezelf als DGA een salaris toekent zou ik vanwege de vrij complexe regeling even met een belastingadviseur sparren. Groeten, TaxAdvisor
  7. Beste Kermie, Een ogenschijnlijk simpele vraag, waarvan het antwoord afhankelijk van de precieze feiten terzake echter diverse kanten uitkan. Ik zal proberen de hoofdlijnen aan te geven. Een vergoeding voor het aangaan van borgtocht voor schulden betreffende een BV (een vergoeding die de BV derhalve betaalt aan jou) wordt belast in box 1. Word je nu door de bank aangesproken om schulden van de BV te voldoen, dan verkrijg jij een vordering op je BV. Deze vordering mag voor het nominale bedrag te boek worden gesteld. Mocht je deze vordering niet meer kunnen innen (bijvoorbeeld bij gebrek aan baten in de BV), dan is het verlies op deze vordering IN PRINCIPE aftrekbaar in box 1. De RENTE die je betaalt ten aanzien van de opgenomen lening om de schulden te voldoen is niet aftrekbaar. Bij de beoordeling van de vraag of je een waardeloze vordering wel of niet van je box I inkomen kunt aftrekken is onder andere van belang of de BV nog formeel bestaat (en niet reeds is geliquideerd). Tevens is het tijdstip van het aangaan van de lening van belang. Bij een aanzienlijke lening ter voldoening van de schulden van de BV, kan het beslist de moeite waard zijn om te laten uitzoeken of je de lening ten laste van je box 1 inkomen kunt brengen! Succes en groet, TaxAdvisor
  8. Janjanjan, Voordat we een poging kunnen doen naar een verantwoorde creatieve fiscale denkrichting, is meer informatie nodig. Ten aanzien waarvan is het octrooi aangevraagd? Ligt er persoonlijke arbeid van jou aan het octrooi ten grondslag? Begrijp ik het goed uit de context dat er sprake is van een sublicentie? Groet, TaxAdvisor
  9. Inkomsten uit octrooi- en licentierechten vallen indien zij door zelfstandige ondernemers ('winst uit onderneming') worden genoten in box I. Als het niet gaat om ondernemers, dan worden deze inkomsten belast als 'resultaat uit overige werkzaamheden'. Ook dan is het progressieve inkomstenbelastingtarief - derhalve belast in box I - verschuldigd. Eventueel gemaakte kosten die zijn gemaakt voordat de licentierechten geld opleveren, zijn in principe aftrekbaar (de zogenaamde 'negatieve inkomsten'). De fiscus moet dan wel ermee in kunnen stemmen dat op langere termijn bezien de baten de kosten zullen overtreffen.
  10. Beste Ronald, Voordat ik verder ga: wellicht geheel ten overvloede ga ik ervan uit dat je schouder aan schouder met je fiscalist de werknemersoptieregeling formuleert en implementeert. Een ook maar enigszins onzorgvuldig opgezette aandelenoptieregeling kan namelijk een waar fiscaal mijnenveld betekenen voor zowel de optieverlenende vennootschap als de optieverkrijgers (de werknemers), met volstrekt ongewenste fiscale claims tot gevolg. De positieve keerzijde van het geheel is dat een fiscaal correct doorgevoerde werknemersoptieregeling een uitstekend middel is om werknemers te binden en te belonen. Het grote voordeel voor de optieverlenende vennootschap is dat de cash die anders wellicht uit zou gaan aan (hoge) salarissen, nu voor andere doeleinden (bijvoorbeeld investeringen) kan worden aangewend. Om even concreet op je vragen in te gaan: 1) De looptijd van opties zijn minimaal 3 jaar (als er binnen 3 jaar wordt uitgeoefend is een eventuele winst belast); in de praktijk wordt veelal 4 jaar gehanteerd, maar inderdaad ook wel 5. 2) Zonder meer pas na 3 jaar (zie vraag 1). 3) Dit hangt af van de inkleding van de optieregeling: de uitdiensttreding en de gevolgen voor uitoefening dienen te worden opgenomen in het optiereglement. 4) Werknemers behoeven niet per se opties te kopen. Als werknemers opties zonder betaling verkrijgen, wordt dit voordeel (loon in natura) belast. Voor de berekening van de fiscale waarde zijn diverse percentages en formules van belang. De fiscale waarde wordt uiteindelijk uitgedrukt in een percentage van de waarde van het onderliggende aandeel. Mocht je gedetailleerdere informatie willen over de fiscale kansen en valkuilen van werknemersoptieregelingen dan kun je met ons kantoor contact opnemen. Succes. TaxAdvisor
  11. Ronald, Je vraag is mij niet geheel duidelijk. Gaat het wellicht om de inbreng van een v.o.f (aandeel) in een BV, betreft het misschien een samenwerking met de BV of iets geheel anders? Groet, TaxAdvisor
  12. Ronald, Bij mijn weten is het civielrechtelijk niet toegestaan aandelen zonder stemrecht uit te geven. De structuur die Michel Simons van Vectrix hierboven beschrijft met een stichting administratiekantoor leidt echter exact tot het door jou beoogde resultaat. Het is een structuur die vrij ongecompliceerd is en vaak wordt toegepast in de praktijk. Overigens is het zo dat als je je personeel 20% van de aandelen doet toekomen, en ervanuitgaande dat jijzelf de meerderheid houdt, je in principe geen direct probleem hoeft te hebben. Alle besluiten waarvoor wettelijk of statutair geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden namelijk genomen bij volstrekte meerderheid (> 50%) van de uitgebrachte stemmen. Als je meer wilt weten over de certificering van aandelen via een stichting administratiekantoor, kun je uiteraard contact met ons opnemen. Groet, TaxAdvisor
  13. (vervolg op bovenstaande mail) - je dient als aanmerkelijk belanghouder een minimumsalaris te verdienen (het zogeheten fictieve loon) af € 38.117, tenzij er een uitzondering van toepassing is - de zogenaamde terbeschikkingsregeling geldt: bij het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen aan je onderneming (denk aan het verhuren van een pand) wordt de door jou ontvangen vergoeding in principe in box 1 (maximaal 52%) in de heffing betrokken. Mocht je als DGA nog niet exact in kaart hebben gebracht welke de fiscale consequenties zijn van het DGA-schap, dan zou ik dat als ik jou was zo snel mogelijk (laten) doen, om mogelijke niet-gewenste verrassingen te voorkomen. Laat me maar weten of wij wellicht iets voor je kunnen betekenen. Groet, TaxAdvisor
  14. Beste Martijn, Bij een aandelenpakket van meer dan 5% in een BV, heb je reeds een aanmerkelijk belang in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting. Als je reeds aanmerkelijk belanghouder WAS, en je aandelenpakket wordt vergroot, verandert er niet zoveel. Had je echter tot voor de overname van de aandelen van je (ex-)zakenpartner minder dan 5%, en na de overname meer dan 5%, dan verandert er heel wat. Je valt dan namelijk onder het aanmerkelijk belangregime. Dit betekent o.a.: - de eventuele winst bij verkoop van je aandelenpakket is in prive belast naar een tarief van 25%; - hetzelfde geldt voor dividenden uit deze aandelen; - rente op schulden ter zake van de overname van de aandelen van je zakenpartner zijn aftrekbaar tegen 25% (en niet tegen het progressieve tarief van maximaal 52%); -
  15. Aleph, Het kasstelsel kan voorkomen in het kader van de winstberekening, alsmede in het kader van het afdragen van omzetbelasting. Voor het gemak ga ik op beide even in. 1) Voor de winstberekening zal een ondernemer in de regel het omzetstelsel moeten volgen. Bij dit stelsel worden aan het einde van het boekjaar alle gedeclareerde vorderingen en schulden in aanmerking genomen. Het kasstelsel (facturen worden pas verantwoord in het jaar van betaling) is slechts toegestaan voor kleine ondernemingen. Uit de fiscale rechtspraak valt af te leiden dat ten aanzien van de winstberekening het kasstelsel mag worden gehanteerd als de administratie van beperkte omvang is, evenals het bedrag van de declarabele vorderingen aan het einde van het jaar. De hoogte van de verdiensten is niet relevant, wél het aantal betalingen. Al met al is het niet mogelijk exact aan te geven waar precies het omslagpunt ligt waar het kasstelsel mag worden toegepast, in plaats van het gebruikelijke omzetstelsel. Dit is sterk afhankelijk van de concrete feiten en omstandigheden. Ik ben overigens hierboven ervan uitgegaan dat er sprake is van ondernemerschap (voor de inkomstenbelasting). Het hele verhaal wordt weer iets anders als de activiteiten fiscaal niet onder 'winst uit onderneming' vallen, maar in de aangifte inkomstenbelasting worden verantwoord onder de categorie 'resultaat uit overige werkzaamheden'. Indien je een onderneming drijft door middel van een BV speelt deze discussie in het kader van de winstberekening naar mijn mening helemaal niet. In dat geval geldt altijd het omzetstelsel. 2) Ten aanzien van het kasstelsel in het kader van de omzetbelasting: als ondernemer ben je in principe omzetbelasting verschuldigd op het moment dat je een factuur uitreikt (factuurdatum). Bepaalde, uitputtend in de wet opgesomde groepen ondernemers mogen echter om praktische redenen het kasstelsel toepassen. Dit houdt in dat de btw pas verschuldigd wordt op het moment van het ontvangen van de vergoeding. De ondernemers die van deze regeling gebruik mogen maken zijn in het algemeen degenen (o.a. winkeliers, marktkooplui, glazenwassers, rijwielherstellers) die goederen leveren of diensten verrichten vanuit een werkplaats, winkel e.d. ten behoeve van PARTICULIEREN. Deze ondernemers mogen uit eigen beweging het kasstelsel toepassen. Indien je als ondernemer echter van mening bent dat je met deze ondernemers op een lijn dient te worden gesteld, kan aan de fiscus worden verzocht om toepassing van het kasstelsel goed te keuren. Ik hoop dat deze informatie enige duidelijkheid heeft gebracht. Groet, TaxAdvisor
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.