Ewout,
Als je hier in België er het nieuws op naleest, - hoort of -kijkt, gaat de economie er op achteruit. De volksmond loopt over van de meningen over stijgende prijzen en recht evenredig dalende koopkracht. De eigenaar van de benzinepomp om de hoek merkt dat steeds meer mensen hun dikke auto's steeds kleinere tankbeurten gunnen. Onze politieke situatie tenslotte, is ook niet de meest gezonde die we ooit hebben gekend, wat de wanhoop nog nadrukkelijker in de verf zet.
Tegelijkertijd gaan we met z'n allen meer en meer op vakantie en geven we tijdens die vakanties ook meer van onze steeds zuurder verdiende centen uit. Er reden hier nog nooit zo veel auto's rond en het grootste deel van de bevolking is eigenaar van een woning.
Volgens m'n vader heerste er in de jaren zeventig een gelijkaardig gevoel: stijgende prijzen aan de ene kant en stijgende protserigheid aangaande o.a. auto's en huizen langs de andere kant; wijken die bijnamen kregen als "quartier confiture" omdat de "groothuisbezitters" zodanig moesten besparen dat ze tot drie maal daags brood met jam aten.
Mijn idee is dat de economie het moeilijk heeft, al een tijdje, en dat dit leidt tot een paniekerig sfeertje, waarin het moeilijk lijnen trekken is.
Ikzelf geloof dat we in een woelige periode zitten, maar vooral, dat we er zoals steeds wel weer zullen komen en dat een positieve kijk op de zaken ons allen verder helpt.
Tijd brengt raad.
groeten,
Pieter