Igorrr

Junior
  • Aantal berichten

    12
  • Registratiedatum

  • Laatst bezocht

Alles dat geplaatst werd door Igorrr

  1. De onderneming dient in Nederland gevoerd te worden om in aanmerking te komen voor het Bbz: Artikel 1, lid b: zelfstandige: de belanghebbende van 18 jaar tot aan de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet die voor de voorziening in het bestaan is aangewezen op arbeid in eigen bedrijf of zelfstandig beroep hier te lande Ik heb het relevante deel zelf even onderstreept en dik gemaakt. Het is overigens niet zo dat je in het Bbz 17% belasting betaalt. In het Bbz wordt bij de berekening van het inkomen een forfaitair percentage gehanteerd (welke in mindering wordt gebracht op je netto bedrijfsresultaat). Je betaalt uiteindelijk gewoon belasting naar gelang je inkomen. Weinig winst/overig inkomen, veel minder dan 17% belastingdruk. Veel winst/overig inkomen, dan mogelijk meer dan 17% belastingdruk.
  2. Goed dat je al veel hebt uitgezocht zelf. Ik denk dat je een realistische schatting maakt van aanloopkosten en het handig aanpakt door voor het drukke zomerseizoen te willen beginnen. Besef wel dat voor toeristen en stappubliek de belangrijkste doorslaggevende factor vaak de locatie is. Daarnaast zie ik dat je zelf erg overtuigd bent van het USP smash burgers. Ze zullen vast lekker zijn maar probeer ook kritisch te bedenken of dit echt het gat in de markt is. Onbekend maakt vaak onbemind. Het zal dus veel tijd kosten om dit goed in de markt te zetten en dat middels mond-tot-mondreclame tot een echt item te maken waarvoor mensen omrijden naar jouw horeca gelegenheid. Denk ook aan de invulling van je personeelsbestand als de vakantieperiode jouw topmaanden zijn. Personeel wil zelf namelijk ook wel eens met vakantie gaan. Je kunt online veel informatie vinden over de dichtheid van bijvoorbeeld snackbars/fastfoodinstellingen. (www.horecatrends.com/de-snackbar-in-beeld, bijvoorbeeld, wel wat oude info maar met beetje Googelen kun je vast iets meer recents vinden). Als je merkt dat deze dichtheid in jouw stad al boven het landelijk gemiddelde ligt dan kun je je opmaken voor een fikse concurrentiestrijd. Er zijn namelijk meer manieren om te concurreren dan enkel op kwaliteit (bijv. prijs). Ik sluit me ook aan bij een eerder gemaakte opmerking over hoe snackbar/cafetaria/dönerzaken het in de toekomst gaan doen nu er steeds meer verschuiving is naar gezonde en vegetarische (of vegan) opties. Denk dus niet enkel alleen aan de markt in jouw stadje maar ook aan nationale/globale trends.
  3. Zoals eerder gesteld mist er in de openingspost wat informatie, maar is mogelijk een deel van het terugbetaalde bedrag niet Tozo levensonderhoud maar Tozo bedrijfskapitaal? De terugbetaling daarvan is namelijk niet aftrekbaar (m.u.v. betaalde rente).
  4. Onder de huidige AMvB die Bbz voor Q4 2021 (en straks Q1 2022) wijzigt lijkt de Bbz veel meer op de bijstand in die zin dat er vanwege de maandsystematiek direct om niet verstrekt wordt. Het is dus niet (zoals in het reguliere Bbz vaak het geval is) een voorlopige lening. Wat natuurlijk wel kan is dat je achteraf in een bepaalde maand toch meer winst hebt gedraaid met je onderneming dan van tevoren geprognosticeerd. Je kon in oktober namelijk al aanvragen voor december zonder dat je precies wist wat voor maatregelen er dan zouden gelden. Indien je meer hebt verdiend dan heb je minder recht op uitkering en je zult dan een deel van het bedrag terug moeten betalen. Dit was bij de Tozo trouwens ook het geval, Je hebt de plicht dit de melden bij de gemeente. De inlichtingenplicht van artikel 17 Participatiewet is namelijk van toepassing op de Bbz en Tozo. Dat betekent dat iedereen die een beroep doet op de regeling verplicht is om op eigen initiatief onverwijld alle inlichtingen te verstrekken die van invloed kunnen zijn op het recht op uitkering of de hoogte van de uitkering. Gemeentes kunnen hierop controleren. Overigens kun je ook bij de gemeente aankloppen voor een nabetaling als de gemeente op basis van je prognose een bedrag op je uitkering heeft gekort en achteraf blijkt dat je minder hebt verdient dan je had doorgegeven in je prognose (bijvoorbeeld doordat je er rekening mee hield dat de maatregelen tot halverwege december zouden duren en ze nu verlengd zijn tot half januari). Ik denk dat gemeentes het verschil wel snappen ja . De angst zit 'm vaak meer bij de ondernemer. Zoals hierboven al gezegd is in de huidige tijdelijke Bbz de verstrekking van een uitkering levensonderhoud direct om niet. Bbz is daarmee tijdelijk ook inkomen behorende bij het boekjaar van verstrekking Dat is inderdaad anders als het een voorlopige lening betreft omdat dan pas na afloop van het boekjaar een definitieve vaststelling van het recht op Bbz plaats vindt. Hierdoor vallen omzettingen in om niet (lees: kwijtschelding van de voorlopige lening) in het boekjaar erna. Dat kon in het verleden leiden tot op papier extra inkomen in de ogen van de belastingdienst. Deze problemen zijn echter al zo'n jaar of 5 geleden verholpen doordat de gemeente nu zorgt voor de afdracht van de belastingen en een zogeheten eindheffing afdraagt. De ondernemer hoeft de kwijtschelding van de Bbz lening dus niet langer aan te geven bij de belastingdienst. Hierdoor loop je als ondernemer dus niet meer het risico dat je toeslagen moet terugbetalen vanwege een papieren inkomen. Voor ondernemers waar dit in het verleden mis is gegaan is er een compensatieregeling geweest https://www.pzo.nl/nieuws/tijdelijke-compensatieregeling-bbz/ In principe geldt dat iemand die Bbz ontvangt wordt geacht op bijstandsniveau te zitten qua inkomen. Dat betekent dat die persoon ook in aanmerking komt voor sociale huur, maar ik kan me ook voorstellen dat ze misschien naar het inkomen over een langere periode kijken (bijvoorbeeld gehele boekjaar). Ik weet daar te weinig van. Ik snap niet zo goed hoe je van een Bbz aanvraag naar op straat belanden gaat in je redenering. Zonder de aanvulling vanuit de Bbz heeft de ondernemer immers nog minder inkomen en dan is de kans alleen maar groter dat hij/zij de hypotheek niet kan betalen. Heeft een ondernemer hoge woonlasten dan kan hij/zij daarvoor bijzondere bijstand aanvragen, zowel bij huur als koop. In geval van hypotheek wordt alleen bijzondere bijstand verstrekt voor de rentekosten en niet voor de aflossing (anders krijg je feitelijk vermogensopbouw met gemeenschapsgeld) dus je zal met de hypotheekverstrekker in conclaaf moeten als je geen aflossingsvrije hypotheek hebt.
  5. Ter info: De Bbz zonder vermogenstoets is gisteren n.a.v. de persconferentie en de uitgestelde avondlockdown verlengd tot en met maart 2022: Steun aan zelfstandigen Daarnaast vindt het kabinet het belangrijk dat er voldoende steun is voor zelfstandigen. De eerdere Tozo was ingevoerd om de grote aantallen zelfstandigen snel van bijstand te voorzien. Per oktober is dit, gelet op de afgenomen aantallen, weer de reguliere bijstand voor zelfstandigen, de Bbz. Daarbij zijn enkele voorwaarden versoepeld. Zo geldt er geen vermogenstoets en kan deze met terugwerkende kracht worden aangevraagd. Het kabinet heeft deze versoepeling nu ook met drie maanden verlengd tot en met maart 2022. Hiermee worden zelfstandigen geholpen in de overbruggingsperiode, tot hun bedrijf weer op volle sterkte door kan. bron: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2021/12/14/kabinet-verlengt-coronasteun-ondernemers-tot-en-met-maart-2022
  6. Omdat de Bbz op gemeenteniveau wordt uitgevoerd zal dit per gemeente verschillen maar de bedoeling van de regeling is dat levensvatbare bedrijven blijven bestaan. Sinds de wetswijziging van 01-01-2020 worden de levensvatbaarheidsonderzoeken niet meer voor 90% door het rijk vergoed en kiezen veel meer gemeentes er voor om bij enkel aanvragen levensonderhoud en kleinere aanvragen bedrijfskapitaal zelf het levensvatbaarheidsonderzoek te doen. Maar er zijn er ook die alles zelf doen, of nog steeds alles uitbesteden aan IMK of soortgelijke leveranciers. De leveranciers passen aan deze situatie ook hun diensten aan, bijvoorbeeld in de vorm van verkorte levensvatbaarheidsonderzoeken. (Overigens krijgen gemeente nog wel geld voor levensvatbaarheidsonderzoeken alleen nu als jaarlijks bedrag gebaseerd op de grootte van de gemeente, het aantal bijstandsgerechtigden en nog wat indicatoren en niet meer op basis van aantal uitgezette onderzoeken. Zo worden gemeentes die altijd al alles in-house deden niet langer benadeeld). Zoals ik in mijn eerdere post al aangaf is er momenteel sprake van bijzondere omstandigheden. Gemeenten zien dit natuurlijk ook. Veelal wordt hierbij door de uitvoerende organisaties onderscheid gemaakt tussen levensvatbaarheid pre-corona of niet. Zoals ik in mijn eerdere post al aangaf; als jij als ondernemer al 20 jaar een evenementenbureau of taxibedrijf hebt en je was altijd levensvatbaar voor corona (je kunt dat simpel aantonen middels jaarcijfers) dan snappen ze bij de gemeente ook wel dat het niet aan je ondernemingsidee ligt of aan je capaciteiten maar aan de huidige "tijdelijke" marktomstandigheden. Ben je een ondernemer die voor corona nog geen levensvatbare onderneming had (bijvoorbeeld omdat je net gestart was) dan zal de gemeente wat meer van je vragen bijvoorbeeld een uitgebreid bedrijfsplan met financiële onderbouwing. In het eerste geval kan dan middels een versnelde procedure worden toegekend. In het tweede geval zal het meer op het reguliere Bbz traject lijken. Maar er zullen vast ook gemeentes bij zitten die elke aanvraag van onder tot boven willen doorlichten dus je hebt geen garanties wat dat betreft.
  7. Amen, er was altijd slechts ondersteuning tot aan bijstandsniveau. Hetgeen ook het enige sociale vangnet is waar je als ondernemer aan meebetaalt voor de belastingen. De Bbz zonder vermogenstoets zoals die in Q4 van 2021 geldt heeft naast geen vermogenstoets ook een maandsystematiek (Bbz kent normaal een jaarsystematiek) waardoor er ook als je slechts 1 maand minder omzet hebt (bijvoorbeeld december ivm avondlockdown) je toch recht hebt ongeacht je resultaat in de rest van het jaar. Wat is er dan wel anders? In het Bbz wordt de levensvatbaarheid van de onderneming beoordeeld. Dat was bij Tozo niet zo. Veel ondernemers lijken er niet zo veel zin in te hebben om dat door een gemeente te laten beoordelen. Maar mijns inziens wel noodzakelijk om na anderhalf jaar uitdelen ook eens wat kritischer te kijken naar het bestaansrecht van een onderneming. Veel gemeentes gaan nu ook soepel om met de levensvatbaarheidstoets. Met andere woorden; als jij als ondernemer al 20 jaar een evenementenbureau of taxibedrijf hebt en je was altijd levensvatbaar voor corona (je kunt dat simpel aantonen middels jaarcijfers) dan snappen ze bij de gemeente ook wel dat het niet aan je ondernemingsidee ligt of aan je capaciteiten maar aan de huidige "tijdelijke" marktomstandigheden. En zelfs als de gemeente jouw bedrijf als niet levensvatbaar beoordeeld kan er nog vaak een paar maanden een uitkering worden verstrekt als beëindigende zelfstandige om je onderneming af te wikkelen. Wat kan de (rijks)overheid worden verweten? Dat er niet dezelfde ruchtbaarheid wordt gegeven aan het Bbz als aan de Tozo. Veel ondernemers denken oprecht dat er geen mogelijkheden meer zijn terwijl er dus wel nog inkomensondersteuning mogelijk is.
  8. De hamvraag blijft onbeantwoord: waar heeft mevrouw Transparant het geld voor nodig. Er wordt gesproken over werkkapitaal. Een containerbegrip waar bijna alle normale zakelijke kosten onder kunnen worden geschoven. Als coach is het onwaarschijnlijk dat er zoveel maandelijkse lasten zijn dat er € 10.000,- werkkapitaal nodig is. Het lukt dus blijkbaar ook niet aan investeerders uit te leggen waar de lening nou werkelijk voor is bedoeld oftewel hoe dit geld er voor gaat zorgen dat de onderneming naar een hoger plan komt.
  9. Er is niet zoiets als een apart Bbz saneringskrediet. Het Bbz bedrijfskrediet kan wel ook worden ingezet voor ondernemers om hun schulden te saneren. Het wordt enkel verstrekt aan ondernemers die voldoen aan de vereisten van het Bbz en dat is hier zoals ik het lees niet aan de orde. Ten eerste voldoen de ondernemers, nu de onderneming feitelijk alleen nog maar op papier bestaat, niet aan het vereiste urencriterium. Ten tweede kan alleen verstrekt worden indien er sprake is van levensvatbaarheid van de onderneming en die zie ik hier met de beste wil van de wereld niet. Desalniettemin is het wel verstandig om contact op te nemen met de gemeente omdat die ook een afdeling schuldhulp/schulddienstverlening hebben die mogelijk wel kunnen helpen. Dat die vanuit jouw hoek meevechten is overigens niet helemaal waar. Ze moeten zich (als het goed is) onafhankelijk opstellen en de beste oplossing voor beide partijen vinden. Dat betekent ook dat aan een schuldhulpverleningstraject allerlei eisen worden gesteld (je best doen om zoveel mogelijk inkomsten te genereren, geen schuldeisers bevoordelen, geen nieuwe schulden aangaan etc.). Het voordeel is dat de schuldeisers eerder akkoord gaan met een regeling tegen finale kwijting als een onafhankelijke partij (in casu de gemeente) controleert dat de schuldenaar echt het maximale bedrag aflost wat op basis van zijn/haar inkomen mogelijk is. Of een bank mee wilt werken aan een minnelijke regeling nu andere schuldeisers zijn bevoordeeld is wel de vraag natuurlijk, hoewel ik verwacht dat ze voor een bedrag van € 5000,- gewoon allang blij zijn als ze het dossier kunnen afsluiten.
  10. Je gaat altijd iets inkopen of ga je het zilver en goud zelf uit de mijn halen en omsmelten? Bovendien wil je hulp inkopen van iemand die de sieraden voor je maakt (en evt. ontwerpt) en die heeft dus ook materiaalkosten maar belangrijker nog: loonkosten. Als je alles uitbesteed besef dan dat, als je er zelf ook nog iets aan wilt overhouden, jouw sieraden waarschijnlijk een stuk duurder zijn dan gemiddeld. Je zou wellicht eens kunnen proberen contacten te leggen met iemand via Etsy (www.etsy.com) waar zich veel makers bevinden van sieraden die niet de hoofdprijs vragen. Overigens is het moeilijkste van jouw plan niet het maken van de sieraden maar het opbouwen van een merk waar mensen extra voor willen betalen.
  11. Goedenavond, Ik weet niet of deze reply te laat komt maar misschien is het voor de toekomst handig om naar te verwijzen aangezien ik op het forum meer vragen tegenkom die betrekking hebben op het (toegegeven enigszins onduidelijke) vermogensbegrip in de Bbz. Maar voordat ik begin wil ik nog het volgende aangeven: er zijn voldoende gemeentes die ondanks dat ziekte misschien eigenlijk geen reden is om een Bbz uitkering aan te vragen toch kiezen voor het verstrekken omdat het om laten vallen van de onderneming grotere maatschappelijke kosten met zich mee kan brengen. Bovendien is de Bbz uitkering levensonderhoud altijd een lening die terugbetaald dient te worden als het resultaat over het gehele boekjaar boven de norm ligt. Vermogensbegrip Bbz: In het Bbz gelden er vermogensgrenzen om de vorm te bepalen waarin bijstand wordt verstrekt. Er zijn verschillende vermogensgrenzen (oudere vs overige doelgroepen) voor verschillende situaties (bedrijfskapitaal vs levensonderhoud) maar het meest gebruikte is de vermogensgrens die bepaalt of je lening Bbz levensonderhoud na afloop van het boekjaar kan worden omgezet in een gift (om niet) of dat hij altijd moet worden terugbetaald. Die vermogensgrenzen zijn vrij hoog voor een bijstandsregeling, maar bepalen dus alleen de vorm van de lening Bbz levensonderhoud. Als je boven de grenzen zit dan moet je de lening sowieso terugbetalen, zit je er onder dan kan er kwijtschelding plaats vinden als achteraf blijkt dat het inkomen over het gehele boekjaar onder de voor de ondernemer geldende bijstandsnorm heeft gelegen. Tegelijkertijd is de Bbz een bijstandsregeling en dat wil zeggen dat het niet de bedoeling is dat iemand die nog vrij beschikbaar vermogen heeft er onterecht gebruik van gaat maken. De bedragen aan vrij te laten vermogen zoals die gelden in de Participatiewet (Pw) gelden niet voor het Bbz. Die Pw vermogensgrens is € 12.590,- voor een gezin en een alleenstaande ouder en € 6.295,- voor een alleenstaande (bedragen voor 2021), maar die bedragen kun je dus vergeten. Immers als ondernemer werk je voor eigen rekening en risico en dus dien je ook volledig in te teren op je eigen vermogen als je even niet kunt werken vanwege ziekte of anderszins een verlies van inkomsten hebt. Dit is ook meermaals bevestigd door uitspraken van de rechter. Overigens zijn er wel gemeenten die buitenwettelijk begunstigend beleid of werkafspraken hebben en ook binnen de Bbz een bedrag vrij laten, hier kun je echter geen rechten aan ontlenen als jouw gemeente dit niet doet. Bij de berekening van het vermogen wat aangewend kan worden voor de voorziening in het bestaan is het belangrijk dat het vermogen vrij beschikbaar is. Ik wil dit graag verduidelijken met een voorbeeld: Jan is een taxichauffeur en breekt zijn been, de verwachte hersteltijd is drie maanden. Hij heeft nog € 1000,- op zijn bankrekeningen (net genoeg om de komende maanden zijn zakelijke vaste lasten van te betalen zoals telefoon en boekhouder). Maar hij bezit ook een taxi met een waarde (in het vrije economisch verkeer, niet per se de boekwaarde) van € 19.000,-. Verder zijn er geen schulden. Jan heeft dus een positief eigen vermogen van € 20.000,- maar kan toch een Bbz uitkering krijgen omdat Jan zijn geld nodig heeft voor zakelijke lasten en de taxi voor zijn werkzaamheden als taxichauffeur als hij straks weer beter is (en € 19.000,- een oorbare waarde is voor een taxi). Zakelijk vermogen dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de onderneming wordt niet aangemerkt als vermogen wat vrij beschikbaar is. Piet is Jan's boekhouder. Piet wordt ziek, de verwachte hersteltijd is drie maanden. Hij heeft alles tezamen nog € 20.000,- op zijn bankrekeningen staan. Verder zijn er geen schulden. Gedurende de revalidatieperiode heeft hij € 5.000,- nodig voor het betalen van de zakelijke lasten (parttime secretaresse, huur pand etc.). Piet heeft ook een positief eigen vermogen van € 20.000,-, net als Jan. Maar Piet kan over € 15.000,- van dat vermogen vrijelijk beschikken. Piet kan dus geen Bbz uitkering krijgen en dient op verantwoorde wijze in te teren op het aanwezige vermogen. Ik hoop dat het Bbz vermogensbegrip zo een beetje duidelijker is geworden.
  12. Dit is het correcte antwoord, erom vragen zou niet nodig moeten zijn maar kan natuurlijk nooit kwaad om het proces te versnellen. Als de lening eenmaal is omgezet naar een renteloze lening dan dient het restant van de lening na 5 jaar (deels) omgezet te worden in een bedrag om niet als er geen (of onvoldoende) afloscapaciteit is geweest. Dat is een wettelijke verplichting voortvloeiend uit de renteloos stelling (artikel 43 Bbz). Het is dus niet zo dat de gemeente bepaalt. Het is overigens niet zo dat je na 5 jaar automatisch een kwijtschelding krijgt, ze zullen daar als het goed is eerst nog een onderzoekje aan wijden waarin ze controleren dat je inderdaad geen afloscapaciteit hebt gehad.
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Cookies op HigherLevel.nl

We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.