Duurzaamheid is meer dan zonnecellen op het dak of windmolens je de tuin. "Groen" verkoopt, maar is gemiddeld slechts 8% van de bedrijfskosten. Duurzaamheid gaat ook over die andere 92%. Duurzaam staat voor langdurig, betrouwbaar en stabiel.
Deze kenmerken gelden ook voor het verfoeide begrip bureaucratie. Het verschil is dat bureaucratie staat voor conserveren; behoudend veiligstellen met zekerheid en dat duurzaamheid noodzaakt tot innoveren; vooruitstrevend vernieuwen met risico. Voor duurzaam succes is een kraakheldere strategie nodig om de winnende voorsprong te nemen op de concurrentie.
Duurzaamheid kwam in zwang tijdens de oliecrisis in 1973, die een korte maar hevige economische crisis veroorzaakte. De benzine ging op de bon. We leerden wat schaarste betekende. Het duurzaamheid denken was begin jaren 80 net zo snel weer verdwenen als het gekomen was. De economische bomen groeiden weer tot in de hemel.
In de jaren 70 was het ‘westen’ de economische motor van de wereld met concurrerende ‘Aziatische tijgers’ als Taiwan en Hongkong die goedkoop konden kopiëren en produceren. De decennia daarna zijn grote delen van de ‘maakindustrie’ naar de ‘ontwakende’ BRIC-landen als Brazilië, India en China overgebracht. Zij mobiliseerden en ontwikkelden het arbeidspotentieel. Kopiëren ging over in innoveren. Hun groei is ongekend. Voor die ‘maakindustrie’ worden grondstoffen massaal geclaimd en stroomt het kapitaal rijkelijk toe.
De huidige crisis is anders. Sinds de val van Lehman Brothers in 2008 is er al ruim 2.100 miljard dollar verdampt! Deze crisis gaat over virtueel (beurs)geld. De verliezers lijken banken en institutionele beleggers totdat de pensioenen moeten worden betaald! Met het verdampen van het geld verdampte ook het onderling vertrouwen. Iedereen blijft op zijn spaarpot zitten en de productie economie hapert. Geld is het bloed van het economisch proces. Zonder geld geen productie en dus geen groei.
Het groeisysteem staat op instorten. Groei betekent meer en levert verspilling als ‘bijproduct’ Verspilling is de negatieve ‘toegevoegde waarde’ tussen wat er ingaat en wat er uitkomt. De meeste producten veroorzaken verspilling, vaak meer dan 90%. De energie in een gloeilamp levert 2% licht, de rest (98%) is warmte. Het is de duurste kachel ter wereld. Deze inefficiëntie geldt voor bijna alle technologieën. We koesteren de illusie dat we vanzelf uit de schulden groeien. We zullen moeten gaan naar een systeem dat verspilling straft en rendement door ontwikkeling van slimme en zuinige alternatieven beloont.100 procent rendement kent geen verspilling.
De werkelijkheid is dat we niet door kunnen blijven gaan met het denken en doen dat ons in de problemen heeft gebracht. We moeten breken met de structuren en paradigma’s die ons gevangen houden en overgaan op rendement en duurzaamheid. Dat vraagt slim denken en innovatief handelen. De sleutel zal zijn of het management het vermogen heeft om radicaal andere uitkomsten aan te durven gaan. Want duurzaamheid wordt de onderscheidende factor, en concurrentie levert de druk op te schuiven in de keten van waardecreatie. We moeten begrijpen dat alles ondergeschikt wordt aan duurzaamheid. Duurzaamheid draagt niet slechts bij aan de strategie. Duurzaamheid is de strategie, en die is gericht op ‘winnen’. Willen winnen is een diepgewortelde mentale overtuiging met een vijftal basisvoorwaarden.
1. Noodzaak. We moeten duurzaam ondernemen; dat is bittere noodzaak.
2. Belangen: Veiligstellen van belangen van partners, op straffe van uitsluiting. Aandacht voor nieuwe begrippen als ‘carbon footprint’; ecologische voetafdruk.
3. Bereidheid: Echt willen tegenover een soort van apathische onverschilligheid?
4. Vermogen: Onderschatten of overschatten van kwaliteiten om daadwerkelijk duurzaam te kunnen ondernemen?
5. Posities: Waar plegen we welke interventies? De aanname dat iedereen moet veranderen behalve de ‘top’ is een ingebouwd garantie voor ‘verliezen’. Iedereen is iedereen.
Als de voorwaarden zijn ingelost kan de strategie vorm krijgen die duurzaam transformeert van ‘conserveren naar innoveren’. Die strategie kent een solide fundament gebaseerd op innovatieve als richtinggevend beginsel, een dynamische mentale programmering en ‘state of the art’ techniek. Op dat fundament staat een ketenorganisatie volgens het principe ‘verbind en werk samen’, die flexibel en proactief openstaat voor maatschappelijk onderwerpen.
Durf mee te varen op de dynamiek: Volgens Lao Tsé “drijven alleen dode vissen met de stroom mee”.
We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.
Anoniem2012
Anoniem2012
Duurzaamheid is meer dan zonnecellen op het dak of windmolens je de tuin. "Groen" verkoopt, maar is gemiddeld slechts 8% van de bedrijfskosten. Duurzaamheid gaat ook over die andere 92%. Duurzaam staat voor langdurig, betrouwbaar en stabiel.
Deze kenmerken gelden ook voor het verfoeide begrip bureaucratie. Het verschil is dat bureaucratie staat voor conserveren; behoudend veiligstellen met zekerheid en dat duurzaamheid noodzaakt tot innoveren; vooruitstrevend vernieuwen met risico. Voor duurzaam succes is een kraakheldere strategie nodig om de winnende voorsprong te nemen op de concurrentie.
Duurzaamheid kwam in zwang tijdens de oliecrisis in 1973, die een korte maar hevige economische crisis veroorzaakte. De benzine ging op de bon. We leerden wat schaarste betekende. Het duurzaamheid denken was begin jaren 80 net zo snel weer verdwenen als het gekomen was. De economische bomen groeiden weer tot in de hemel.
In de jaren 70 was het ‘westen’ de economische motor van de wereld met concurrerende ‘Aziatische tijgers’ als Taiwan en Hongkong die goedkoop konden kopiëren en produceren. De decennia daarna zijn grote delen van de ‘maakindustrie’ naar de ‘ontwakende’ BRIC-landen als Brazilië, India en China overgebracht. Zij mobiliseerden en ontwikkelden het arbeidspotentieel. Kopiëren ging over in innoveren. Hun groei is ongekend. Voor die ‘maakindustrie’ worden grondstoffen massaal geclaimd en stroomt het kapitaal rijkelijk toe.
De huidige crisis is anders. Sinds de val van Lehman Brothers in 2008 is er al ruim 2.100 miljard dollar verdampt! Deze crisis gaat over virtueel (beurs)geld. De verliezers lijken banken en institutionele beleggers totdat de pensioenen moeten worden betaald! Met het verdampen van het geld verdampte ook het onderling vertrouwen. Iedereen blijft op zijn spaarpot zitten en de productie economie hapert. Geld is het bloed van het economisch proces. Zonder geld geen productie en dus geen groei.
Het groeisysteem staat op instorten. Groei betekent meer en levert verspilling als ‘bijproduct’ Verspilling is de negatieve ‘toegevoegde waarde’ tussen wat er ingaat en wat er uitkomt. De meeste producten veroorzaken verspilling, vaak meer dan 90%. De energie in een gloeilamp levert 2% licht, de rest (98%) is warmte. Het is de duurste kachel ter wereld. Deze inefficiëntie geldt voor bijna alle technologieën. We koesteren de illusie dat we vanzelf uit de schulden groeien. We zullen moeten gaan naar een systeem dat verspilling straft en rendement door ontwikkeling van slimme en zuinige alternatieven beloont.100 procent rendement kent geen verspilling.
De werkelijkheid is dat we niet door kunnen blijven gaan met het denken en doen dat ons in de problemen heeft gebracht. We moeten breken met de structuren en paradigma’s die ons gevangen houden en overgaan op rendement en duurzaamheid. Dat vraagt slim denken en innovatief handelen. De sleutel zal zijn of het management het vermogen heeft om radicaal andere uitkomsten aan te durven gaan. Want duurzaamheid wordt de onderscheidende factor, en concurrentie levert de druk op te schuiven in de keten van waardecreatie. We moeten begrijpen dat alles ondergeschikt wordt aan duurzaamheid. Duurzaamheid draagt niet slechts bij aan de strategie. Duurzaamheid is de strategie, en die is gericht op ‘winnen’. Willen winnen is een diepgewortelde mentale overtuiging met een vijftal basisvoorwaarden.
1. Noodzaak. We moeten duurzaam ondernemen; dat is bittere noodzaak.
2. Belangen: Veiligstellen van belangen van partners, op straffe van uitsluiting. Aandacht voor nieuwe begrippen als ‘carbon footprint’; ecologische voetafdruk.
3. Bereidheid: Echt willen tegenover een soort van apathische onverschilligheid?
4. Vermogen: Onderschatten of overschatten van kwaliteiten om daadwerkelijk duurzaam te kunnen ondernemen?
5. Posities: Waar plegen we welke interventies? De aanname dat iedereen moet veranderen behalve de ‘top’ is een ingebouwd garantie voor ‘verliezen’. Iedereen is iedereen.
Als de voorwaarden zijn ingelost kan de strategie vorm krijgen die duurzaam transformeert van ‘conserveren naar innoveren’. Die strategie kent een solide fundament gebaseerd op innovatieve als richtinggevend beginsel, een dynamische mentale programmering en ‘state of the art’ techniek. Op dat fundament staat een ketenorganisatie volgens het principe ‘verbind en werk samen’, die flexibel en proactief openstaat voor maatschappelijk onderwerpen.
Durf mee te varen op de dynamiek: Volgens Lao Tsé “drijven alleen dode vissen met de stroom mee”.
Wie wil er nu een dode vis zijn?
Link naar reactie
https://www.higherlevel.nl/forums/topic/27786-crisis-rendement-en-duurzaamheid/Delen op andere sites
Aanbevolen berichten
56 antwoorden op deze vraag