Ik zit met de volgende situatie:

 

Er was een Vof, waarvoor nooit een contract is opgesteld.

Nu een van de vennoten er mee opgehouden is, moet er vereffend worden. Hiervoor moet bepaald worden wat het winstaandeel is van de beidde vennoten.

 

Moet er uitgegaan worden van een 50/50 winstverdeling, nu er verder niks geregeld is?

Hebben jullie als VOF het eerste jaar niet gehaald? Zo nee, wat hebben jullie voorgaande jaren dan gedaan als verdeling?

Er zijn elke maand voorschotbetalingen aan beidde vennoten uitgekeerd. Een winstverdeling is er nooit eerder geweest, ook in verband met ernstig vertraagde jaarverslagen.

Voorschotbetalingen zijn privé opnames van de betreffende vennoot en hebben op zich niets met de verdeling van de winst te maken. Wat is er aangegeven naar de belastingdienst dan ieder jaar bij aangifte? Daar moet ieders aandeel in de winst immers gespecificeerd worden.

 

50/50 is een keuze, 40/60 een andere. Het gaat erom dat je in goede samenspraak tot een verdeling komt. Dat kan zijn op basis van gemaakte uren in de VOF of anderszins, overleggen dus wat faire is.

Hetgeen is opgegeven bij de belastingsdienst is gebaseerd op een betwiste jaarrekening. De vennoot is het er niet mee eens geweest, maar heeft dit toch op deze manier bij tijdsgebrek opgegeven.

Vennoten zijn het dan ook niet eens over de winstverdeling en komen er niet uit.

 

Hoe zit de winstverdeling in zo'n geval dan juridisch in elkaar? Bij het ontbreken van een overeenkomst moet er toch één of andere regeling zijn?

Hoe zit de winstverdeling in zo'n geval dan juridisch in elkaar? Bij het ontbreken van een overeenkomst moet er toch één of andere regeling zijn?

 

Nee, er is geen wettelijke regeling, ondernemers worden geacht grote mensen te zijn die er in onderling overleg uitkomen. Lukt dat niet dan ligt de weg open naar mediation of rechtbank..

 

Wat is jou rol in het geheel? ben je een van de vennoten? of ben je adviseur van een van de vennoten?

Hoe zit de winstverdeling in zo'n geval dan juridisch in elkaar? Bij het ontbreken van een overeenkomst moet er toch één of andere regeling zijn?

 

Er is een beperkte wettelijke verdeling, iedere vennoot wordt in de winst gedeeld naar rato van diens inbreng. Artikel 7A:1670 BW handelt hierover:

 

Artikel 1670

 

[1.] Indien bij de overeenkomst van maatschap het aandeel van ieder vennoot in de winsten en de verliezen niet is bepaald, is elks aandeel geëvenredigd aan hetgeen hij in de maatschap heeft ingebragt.

 

[2.] Ten aanzien van degenen die slechts zijne nijverheid heeft ingebragt, wordt het aandeel in de winsten en de verliezen berekend gelijk te staan met het aandeel van dengenen der vennooten die het minst heeft ingebragt.

 

Geen tikfouten, maar wel oud Nederlands. Dit stuk handelt over maatschappen, maar geldt ook voor de VOF, nu in de Wet op de kamer van Koophandel (WvK) geen bijzondere bepalingen zijn opgenomen over de winstverdeling zonder contract bij een VOF.

 

Kort gezegd staat er het volgende:

 

Als vennoot A 10.000 inbrengt en vennoot B 20.000 dan is de verdeling van de winst 1/3 versus 2/3.

 

Brengt vennoot B alleen arbeid in, dan is de verdeling 50/50. Immers heeft vennoot A 10.000 ingebracht en dus het minste. Dan wordt vennoot B met enkel arbeid ook geacht 10.000 ingebracht te hebben.

 

Dat zal dus in veel gevallen leiden tot een 50/50 verdeling, tenzij er meer dan 2 vennoten zijn met een ongelijke inbreng.

 

groet

Joost

Dat is heel interessant, moet ik iets mee kunnen.

Dank je wel