Uitvinden wordt vaak verward met innoveren, terwijl deze begrippen zoveel van elkaar verschillen als het schrijven van een hit verschilt van het fraai uitvoeren ervan. Tekstschrijver/componist vindt uit, zanger/muzikant/arrangeur innoveert.
Vereniging van deze talenten in dezelfde personen is een grote, en zeer succesvolle uitzondering maar verreweg de meeste succesvolle muziek is het product van een ideale combinatie van deze disciplines. In de muziek is deze rolverdeling duidelijk uitgekristalliseerd, maar bij productontwikkeling is de afbakening van de expertise van de uitvinder problematisch.
Van een uitvinder wordt verwacht dat hij marktonderzoek en octrooionderzoek doet en een financiële planning maakt. Alleen met deze aanvullende gegevens lijkt het mogelijk om een uitvinding te beoordelen.
Maar een goede uitvinder heeft deze aanvullende gegevens al verwerkt in het wezen van zijn vinding. Hij laat zich inspireren door producten die omzet genereren, bedenkt problemen die gebruikers hebben of zouden kunnen hebben, en zoekt bij het oplossen daarvan naar evenwicht tussen de benodigde inspanning en het probleem dat hij daarmee oplost. En pas als hij werkelijk iets (voor hem) nieuws bedenkt, noemt hij dat een uitvinding.
Zijn referentiekader is de wereld waarin hij leeft. En om tot originele oplossingen te komen is het belangrijk dat hij de vrijheid houdt om zijn eigen zienswijze te ontwikkelen.
Economisch inzicht en goede kennis van de stand der techniek zijn daarbij essentieel, maar exacte kennis van de gebruikelijke modellen kan hem zomaar afleiden van zijn originele, eigen modellen. Zijn belangrijkste en meest kwetsbare gereedschap. En daarom is het niet goed dat hij leert om zijn vindingen achteraf te toetsen volgens het boekje. Bovendien kunnen andere specialisten dat veel beter.
De verleiding is natuurlijk groot om te analyseren hoe het komt dat deze disciplines zo moeilijk aansluiting weten te vinden. Wat in ieder geval opvalt is dat er geen evenwicht is tussen vraag en aanbod. Er wordt veel meer uitgevonden dan de industrie nodig heeft.
De vraag waarom er dan toch meer uitvindingen zouden moeten worden ontwikkeld laat zich dan ook niet eenvoudig beantwoorden. Wie heeft er nu eigenlijk belang bij dat techniek verbetert? Duidelijk niet de industrie. Maar het is wel de industrie die bepaalt of iets wordt gemaakt of niet.
Is hier misschien een rol weggelegd voor handel? Handel in ideeën, zonder dat de industrie deze frustreert? Handel tussen bedenkers en potentiële gebruikers? Dat het ontwikkelen van een product een even vanzelfsprekende dienst wordt als het maken ervan?
Als we dat met z’n allen willen, dan krijgen we ook een heel andere kijk op het proces van het bedenken. Als deze handel tot leven komt dan zal de balans omslaan en wordt de vraag naar goede ideeën groter dan het aanbod.
Tegelijk zal het besef ontstaan dat om genoeg goede ideeën te krijgen, ruimte zal moeten worden gemaakt voor het ontstaan van slechte ideeën. En daar komt de parallel om de hoek tussen uitvinden en kunst.
Het besef dat een beschaving niet kan bestaan zonder kunst zorgt ervoor dat er voorwaarden worden gecreëerd waaronder potentieel talent zich kan ontwikkelen. Als we dat zondermeer aan de markt zouden overlaten is het immers snel afgelopen.
Bestaansrecht zonder economisch kader. Het lijkt misschien onzinnig maar dat is het niet. De vergelijking met kunst leert dat het bestaat.
Een breed draagvlak zal afhangen van het inzicht dat technologische ontwikkeling ons leven veraangenaamt en bovenal noodzakelijk is om onze omgeving aan te kunnen passen aan onze wensen. Op niet al te lange termijn zelfs broodnoodzakelijk om te kunnen overleven.
Als iedereen die dat kan zijn best doet om verbeteringen door te voeren dan ziet de wereld er snel een heel stuk beter uit.
Zie jij kansen voor je onderneming/bedrijf in het buitenland? Met RVO onderneem je verder.
Kijk wat onze kennis, contacten en financiële mogelijkheden voor jou kunnen betekenen.
We hebben cookies geplaatst op je toestel om deze website voor jou beter te kunnen maken. Je kunt de cookie instellingen aanpassen, anders gaan we er van uit dat het goed is om verder te gaan.
Georges Plat
Georges Plat
Uitvinden wordt vaak verward met innoveren, terwijl deze begrippen zoveel van elkaar verschillen als het schrijven van een hit verschilt van het fraai uitvoeren ervan. Tekstschrijver/componist vindt uit, zanger/muzikant/arrangeur innoveert.
Vereniging van deze talenten in dezelfde personen is een grote, en zeer succesvolle uitzondering maar verreweg de meeste succesvolle muziek is het product van een ideale combinatie van deze disciplines. In de muziek is deze rolverdeling duidelijk uitgekristalliseerd, maar bij productontwikkeling is de afbakening van de expertise van de uitvinder problematisch.
Van een uitvinder wordt verwacht dat hij marktonderzoek en octrooionderzoek doet en een financiële planning maakt. Alleen met deze aanvullende gegevens lijkt het mogelijk om een uitvinding te beoordelen.
Maar een goede uitvinder heeft deze aanvullende gegevens al verwerkt in het wezen van zijn vinding. Hij laat zich inspireren door producten die omzet genereren, bedenkt problemen die gebruikers hebben of zouden kunnen hebben, en zoekt bij het oplossen daarvan naar evenwicht tussen de benodigde inspanning en het probleem dat hij daarmee oplost. En pas als hij werkelijk iets (voor hem) nieuws bedenkt, noemt hij dat een uitvinding.
Zijn referentiekader is de wereld waarin hij leeft. En om tot originele oplossingen te komen is het belangrijk dat hij de vrijheid houdt om zijn eigen zienswijze te ontwikkelen.
Economisch inzicht en goede kennis van de stand der techniek zijn daarbij essentieel, maar exacte kennis van de gebruikelijke modellen kan hem zomaar afleiden van zijn originele, eigen modellen. Zijn belangrijkste en meest kwetsbare gereedschap. En daarom is het niet goed dat hij leert om zijn vindingen achteraf te toetsen volgens het boekje. Bovendien kunnen andere specialisten dat veel beter.
De verleiding is natuurlijk groot om te analyseren hoe het komt dat deze disciplines zo moeilijk aansluiting weten te vinden. Wat in ieder geval opvalt is dat er geen evenwicht is tussen vraag en aanbod. Er wordt veel meer uitgevonden dan de industrie nodig heeft.
De vraag waarom er dan toch meer uitvindingen zouden moeten worden ontwikkeld laat zich dan ook niet eenvoudig beantwoorden. Wie heeft er nu eigenlijk belang bij dat techniek verbetert? Duidelijk niet de industrie. Maar het is wel de industrie die bepaalt of iets wordt gemaakt of niet.
Is hier misschien een rol weggelegd voor handel? Handel in ideeën, zonder dat de industrie deze frustreert? Handel tussen bedenkers en potentiële gebruikers? Dat het ontwikkelen van een product een even vanzelfsprekende dienst wordt als het maken ervan?
Als we dat met z’n allen willen, dan krijgen we ook een heel andere kijk op het proces van het bedenken. Als deze handel tot leven komt dan zal de balans omslaan en wordt de vraag naar goede ideeën groter dan het aanbod.
Tegelijk zal het besef ontstaan dat om genoeg goede ideeën te krijgen, ruimte zal moeten worden gemaakt voor het ontstaan van slechte ideeën. En daar komt de parallel om de hoek tussen uitvinden en kunst.
Het besef dat een beschaving niet kan bestaan zonder kunst zorgt ervoor dat er voorwaarden worden gecreëerd waaronder potentieel talent zich kan ontwikkelen. Als we dat zondermeer aan de markt zouden overlaten is het immers snel afgelopen.
Bestaansrecht zonder economisch kader. Het lijkt misschien onzinnig maar dat is het niet. De vergelijking met kunst leert dat het bestaat.
Een breed draagvlak zal afhangen van het inzicht dat technologische ontwikkeling ons leven veraangenaamt en bovenal noodzakelijk is om onze omgeving aan te kunnen passen aan onze wensen. Op niet al te lange termijn zelfs broodnoodzakelijk om te kunnen overleven.
Als iedereen die dat kan zijn best doet om verbeteringen door te voeren dan ziet de wereld er snel een heel stuk beter uit.
Link naar reactie
https://www.higherlevel.nl/forums/topic/9738-uitvinden-vorm-van-kunst/Delen op andere sites
Aanbevolen berichten
98 antwoorden op deze vraag