Je hebt een goeie neus Nico......
Aanvullen kan, maar nog niet in positieve zin denk ik. Maar ik moet ietsje voorzichtig zijn want de allerlaatste stand van zaken ken ik niet en natuurlijk wil ik geen zaken posten die de familie kunnen kwetsen of schaden in dat project.
Als er een eerste bespreking over deze motor wordt gehouden valt het op dat de toehoorders de werking niet begrijpen. Om dat op te lossen heb ik voorgeste;d een gedegen stuk documentatie op te stellen, waarin de verschillende onderdelen vanzelf visueel naar boven komen en één voor één behandelt worden. Vanuit dat oogpunt heb ik een doorsnede van de motor getekend en de verschillende onderdelen met verschillende kleuren laten accentueren. Als je dat doet en per onderdeel de beschrijving in de werking opzet, loop je tegen een paar essentiële problemen, die niet gemakkelijk op te lossen zijn. Ik zeg hier met opzet "niet gemakkelijk" en dus niet "onmogelijk". Er liggen echter een paar technisch onontgonnen stukjes, die tijdens studie naar boven zijn gekomen en die beter eerst benoemd kunnen worden tijdens een eerste presentatie, dan dat ze naderhand als bij toverslag tevoorschijn komen.
Eerst nog even in het kort de werking van deze motor, waarna we vanzelf op die problemen komen:
De motor bestaat uit twee roterende blokken, die tegen elkaar indraaien en waarbij de meedraaiende buitenmechanieken van beide trommels, de roterende beweging aandrijven. Elk blok heeft 4 cilinders en elke cilinder heeft 2 zuigers, die simultane tegenbewegingen maken. Het betreft een 4-tact diesel of gas-motor, die zelfontbrandend is.
Het mechaniek van elk blok moet enorm sterk zijn om de krachten te kunnen leiden. Er is echter ook een mechanische vervroeging bedacht. Om de juiste bewegingen met het mechaniek te kunnen maken, bestaat elk blok als een trommel met 2 schillen, die in elkaar kunnen verschuiven. Alleen op die manier kunnen de zuigerstangen nagenoeg recht blijven staan t.o.v. de hartlijn in de cilinders. Bij de arbeidsslag komen de zuigerstangen van beide blokken bij elkaar uit en drukken elkaar weg. Hier ontstaat mijn eerste probleem, alhoewel niet het grootste.
Arbeid in beide kamers kan nooit precies dezelfde waarde leveren. De vraag is dus ook het mechaniek dit compenseert en of dit geen onbalans ten gevolg zal krijgen.
Zoals bij elke motor, zijn een aantal zaken absoluut noodzakelijk voor de werking. Ook in deze motor betreft dat:
- Lucht
- Brandstof
- Koeling
- Smering
- Uitlaat
En hier loop ik tegen een tweede probleem. Deze 5 zaken moeten allemaal door de holle middenassen worden aangevoerd/afgevoerd en gericht door de motor worden geleid. Daar komt bij dat het inspuiten van brandstof weliswaar met een elektrische pomp op voordruk moet worden gebracht en dat het inspuitmoment mechanisch moet worden geregeld. Er zijn hydraulische koppelingen en slangen die 2 gescheiden vloeistoffen kunnen transporteren, maar die laten een beperkt toerental toe.
Een derde probleem is de smering. Daarvoor geldt hetzelfde als de aanvoer van de brandstof. Deze motor wordt nog een stukje complexer als ik dieper inga op de cilinders.
Een cilinder bestaat uit een buitenwand en 2 axiaal verschuifbare binnen-bussen. De bewegingen van die bussen moeten d.m.v. mechanieken worden uitgevoerd. De smering tussen die bussen is dus belangrijk en ik weet uit ervaring dat temperatuurverschillen hier een grote rol spelen. De doorvoer van de olie en de afdichtingen zijn hier dus ook een geheel nieuw technisch terrein.
Dit brengt ons bij het vierde probleem. Voor de duidelijkheid nog even terug naar het verschuiven van de binnen-bussen. Voor "inlaat" verschuift de ene bus en voor "uitlaat" verschuift de andere bus. Bij "arbeid" moeten de bussen dus vast tegen elkaar staan en om compressie te krijgen mag er tussen de bus-randen geen lekkage zijn. Je kunt die dunne randen natuurlijk een soort trapezium-vorm geven die over elkaar schuift. Daar mag dan echter koolvorming e.d. geen storende rol spelen.
Daaruit volgt het vijfde probleem. Na de arbeidsslag moeten de hete gassen langs de dunne cilinderwand worden afgevoerd. Dat betekent dat er plaatselijk een enorm warmteverschil ontstaat in de cilinderwand en dat je ofwel heel speciale materiaaleisen moet stellen aan de binnenbussen ofwel met bussen moet werken die uit verschillende materialen is opgebouwd. Misschien moet er dan zelfs wel keramiek in worden verwerkt.
Logischerwijs komen we nu bij het zesde probleem en dat lijkt me het moeilijkst oplosbaar. Een motor die 3000 toeren loopt en werkt volgens dit principe, kent dus evenveel schuifbewegingen van de cilinderbussen. Er kan elke 360 gr. verbranding plaatsvinden, terwijl in een "gewone" 4-tact motor elke 720 gr. verbranding plaatsvindt. Dit betekent:
3000 verschuivingen heen en weer van een 3 kg cil. bus per minuut. Dat zijn er dus 50 per seconde!!!
Ik denk dat dit mechanisch niet te realiseren is, ook al zou je d.m.v. een stangenmechaniek de centrepetaalkrachten door de centrifugaalkrachten laten elimineren. Een verschuiving van 5 mm is toch minstens noodzakelijk. Daar komt nog eens bij dat de verschuiving afgerond moet zijn in 1/4 deel van de 360 gr. Dus in 1/50 sec. x 4 = 1/200 sec. Dat is een onwaarschijnlijk korte tijd waarin die mechanische beweging (heen en weer) moet hebben plaatsgevonden. Dit zou echt het moeilijkste probleem worden in een ontwikkeling.
Als zesde probleem kan nog worden aangevoerd dat deze motor niet kan worden gegloeid. Opstarten is dus niet zo eenvoudig. Er is weliswaar een voorziening getroffen om geheel zonder compressie te kunnen draaien, zodat je eerst een behoorlijk toerental kunt maken, voordat je de compressie erop loslaat.
Dit is de technische stand van zaken. Ik kan niks schrijven over de commerciële ontwikkelingen.